Wijzigingsbesluit milieuzone Stad Rotterdam 2022

 

Centrum Rotterdam B S21 /00863

 

Het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Rotterdam,

overwegende,

 

dat het college bij besluit van 16 november 2015 de “Milieuzone Rotterdam” heeft ingesteld en daarnaast de “Beleidsregels en het Ontheffingenbesluit ontheffingen milieuzone Rotterdam 2016”, of zoals nadien gewijzigd, heeft vastgesteld;

dat op grond van voornoemd verkeersbesluit geldt dat “vrachtauto’s met euro III en lager” formeel geen toegang hebben tot de Rotterdamse Milieuzone;

dat per 1 januari 2020 de landelijke harmonisatie van milieuzones in werking is getreden door het ‘besluit harmonisatie milieuzones’ van 29 oktober 2019, waarmee het RVV 1990, het BABW en het Kentekenreglement zijn gewijzigd (Staatsblad 2019, 398, 11 november 2019);;

dat bij die harmonisatie het begrip ‘emissieklasse’ is geïntroduceerd waarbij een emissieklasse gelijk kan worden gesteld aan een euro-klasse;

dat op grond van het harmonisatiebesluit geldt dat er voor een milieuzone voor vrachtauto’s geen keuze is in het toegangsregime;

dat dit betekent dat bij de start van het geharmoniseerde systeem in 2020 het toegangsregime emissieklasse 4 wordt ingesteld en in 2022 een begrenzing van emissieklasse 6 geldt;

dat het college binnen de kaders van de landelijke harmonisatie op 26 november 2019 het besluit “Wijziging verkeersbesluit Milieuzone Rotterdam” heeft genomen;

dat het college in dit besluit het toegangsregime voor de milieuzone voor vrachtauto’s door plaatsing van de verkeersborden C22a/z en C22b/ez met het onderbord C22a4 (symbool “vrachtauto” en in een groene cirkel het getal 4) de milieuzone voor vrachtwagens met “Euro IV en hoger” in stand heeft gehouden;

dat het behoud van de milieuzone voor vrachtverkeer is vastgelegd in het Coalitieakkoord Rotterdam 2018 – 2022 met het oog op een verdere verbetering van de luchtkwaliteit;

dat het behoud van de milieuzone voor vrachtverkeer ook aansluit op de afspraken die in het kader van het nationale klimaatakkoord van 28 juni 2019 met het bedrijfsleven zijn gemaakt over de invoering van Zero Emissiezones voor Stadslogistiek (hierna: ZES);

dat het college in juni 2019 daartoe het Stappenplan ZES heeft vastgesteld, waarin beschreven wordt hoe Rotterdam stapsgewijs in 2025 wil komen tot uitstootvrije stadslogistiek in de binnenstad;

dat de gemeente Rotterdam ook de nationale Uitvoeringsagenda Stadslogistiek heeft ondertekend waarmee invulling wordt gegeven aan de invoering van ZES-zones in dertig tot veertig grotere steden in Nederland;

dat de gemeente Rotterdam daarnaast op 1 december 2020 het Convenant ZES met 56 partijen uit de (Rotterdamse) logistieke sector heeft gesloten, waarin de gemeente Rotterdam onder andere de invoering aankondigt van een Zero Emissie Zone voor Stadslogistiek in 2025;

dat het college gezien voorgaande overwegingen de milieuzone voor vrachtverkeer voortzet en deze per 1 januari 2022 aanscherpt naar vrachtauto’s met “emissieklasse 6 en hoger”;

dat deze aanscherping in overeenstemming is met het besluit harmonisatie milieuzones waarin is vastgelegd dat per 1 januari 2022 een milieuzone voor vrachtverkeer alleen begrensd kan zijn met emissieklasse 6;

dat het college daarnaast de aanscherping van de toegangseisen voor milieuzone voor vrachtverkeer in 2022 ziet als een duidelijke opmaat naar de invoering van een ZES-zone in 2025;

dat bij de invoering van de ZES-zone in 2025 een overgangsregeling tot 2030 geldt voor bakwagens Euro-VI die ná 1 januari 2020 en trekkers Euro-VI die ná 1 januari 2017 op kenteken zijn gezet, die maakt dat investeren in vrachtauto’s Euro VI ook toekomstbestendig is;

dat er daarnaast sprake is van voldoende draagvlak binnen de sector nu de gestelde eisen al geruime tijd bekend zijn en een groot deel van het vrachtverkeer (75%) al Euro-VI is;

dat in het landelijk ‘besluit harmonisatie milieuzones’ een aantal vrijstellingen en ontheffingen zijn opgenomen die ook van toepassing zijn op de milieuzone Stad Rotterdam 2022;

dat er daarnaast ook lokale ontheffingsmogelijkheden zijn opgenomen in de “Beleidsregels en ontheffingenbesluit ontheffingen Milieuzone Stad Rotterdam 2022” zodat de maatregel voor diverse doelgroepen economisch wordt verzacht;

dat de maatregel, gelet op artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994 (Wvw, besluit van 21 april 1994, Staatsblad (Stb.) 1994, 475, zoals nadien gewijzigd), strekt tot:

Het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer;

Dat gelet op de in de voorgaande overwegingen het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer van ondergeschikt belang wordt geacht;

Dat in het kader van artikel 24 sub a. van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW, besluit van 26 juli 1990, Stb. 1990, 460, of zoals nadien gewijzigd) overleg heeft plaats gevonden met de Politie, eenheid Rotterdam;

Gelet op artikel 18 aanhef en onder d van de Wegenverkeerswet 1994 (Staatsblad 1994, nr. 475, zoals nadien gewijzigd), het bepaalde in het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 en het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer;

 

 

Besluit:

namens het college van Burgemeester en Wethouders van Rotterdam,

  • Per 1 januari 2022 de toepassing van de in het verkeersbesluit van 16 november 2015 ingestelde “Milieuzone Rotterdam”, zoals nadien op 26 november 2019 gewijzigd door het besluit “Wijziging verkeersbesluit milieuzone Rotterdam” aan te scherpen in die zin dat:

  • de bij de verkeersborden C22a/z en C22b/ez geplaatste onderborden C22a4 (symbool “vrachtauto” en in een groene cirkel het getal 4) verwijderd worden en vervangen worden door onderbord C22a5 (symbool “vrachtauto” en in een paarse cirkel het getal 6) van bijlage 1 van het RVV 1990 waarmee de milieuzone Stad Rotterdam uitsluitend toegankelijk zal zijn voor emissieklasse 6 en hoger.

  •  

  •  

De directeur van Cluster Stadsontwikkeling wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Dit besluit wordt zowel in het Gemeenteblad als op de voor de gemeente gebruikelijke wijze gepubliceerd.

 

Rotterdam, 28 september 2021

Het college van Burgemeester en Wethouders

De secretaris De Burgemeester

V.J.M. Roozen A. Aboutaleb

 

Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit binnen zes weken na datum van publicatie, een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders.

 

Dit bezwaarschrift moet ondertekend zijn en moet ten minste bevatten:

- naam en adres van de indiener

- datum bezwaarschrift

- de gronden van het bezwaar

- een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt.

 

Het bezwaarschrift moet worden gezonden naar:

Het college van burgemeester en wethouders,

t.a.v. de Algemene Bezwaarschriftencommissie, postbus 1011, 3000 BA te ROTTERDAM.

Faxnummer Algemene Bezwaarschriftencommissie: (010) 2676300.

 

U kunt uw bezwaarschrift ook digitaal indienen op: www.rotterdam.nl/bezwaar

U kunt, indien u een bezwaarschrift bij het college heeft ingediend, een verzoek om voorlopige voorziening (o.a. schorsing) indienen bij:

Rechtbank Rotterdam, sector Bestuursrecht, postbus 50951, 3007 BM te ROTTERDAM.

Voor een dergelijk verzoek is griffiegeld verschuldigd.

Naar boven