Gemeenteblad van Waddinxveen
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Waddinxveen | Gemeenteblad 2021, 350667 | overige overheidsinformatie |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Waddinxveen | Gemeenteblad 2021, 350667 | overige overheidsinformatie |
Voor u ligt de Monitor Sociaal Domein over heel 2019. In deze rapportage wordt een analyse gemaakt over het sociaal domein in Waddinxveen. De Monitor biedt informatie over de uitgaven en andere kwantitatieve informatie op het gebied van het sociaal domein. Wij bieden u aan om deze monitor te bespreken tijdens de themabijeenkomst van de raad op 23 september 2020.
Met de vaststelling van het beleidskader ‘Sociaal domein 2019-2023, Waddinxveen samenredzaam’ heeft de gemeenteraad ook de inhoud van deze monitor vormgegeven. De monitor die nu voor u ligt bevat deze inhoud of uitleg over waarom deze informatie (nog) niet beschikbaar is.
Niet alle monitorinformatie van het sociaal domein is ieder halfjaar beschikbaar. Dit komt doordat deze informatie bijvoorbeeld slechts één keer per jaar door onze partners aangeleverd wordt of omdat de informatie gebaseerd is op een groot bevolkingsonderzoek, zoals de wettelijk verplichte cliëntervaringsonderzoeken voor inwoners met een voorziening op grond van de Wmo of de Jeugdwet.
De financiële gegevens zijn afkomstig uit de gemeentelijke administratie voor het sociaal domein en gaan over het jaar 2019. Op dit moment is het mogelijk dat zorgaanbieders een deel van hun zorgproductie nog moeten declareren bij de gemeente. De gepresenteerde gegevens in deze monitor gaan alleen over de geleverde en reeds gedeclareerde zorg of ondersteuning in het sociaal domein. De jaarrekening geeft hiermee een vollediger beeld van de totale lasten in het sociaal domein en het programma Participatie in Samenhang.
2 Jeugdwet en leerlingenvervoer
Dit hoofdstuk bevat monitorinformatie over de Jeugdwet en het gebruik van leerlingenvervoer in 2019. Hierbij gaat het om de verschillende variabelen die zijn vastgesteld in het beleidskader (‘Sociaal domein 2019-2023, Waddinxveen samenredzaam’, p.26 en 27). Een aantal gebruikte begrippen van dit hoofdstuk worden toegelicht in de bijlagen.
In de volgende grafiek ziet u de uitgaven voor Zorg in natura Jeugdwet maatwerkvoorzieningen per halfjaar. De uitgaven over de eerste helft van 2019 kunnen afwijken van de cijfers in de vorige, halfjaarlijkse monitor over 2019.
Figuur 1: Uitgaven ZIN-Jeugdwet voorzieningen per halfjaar
De uitgaven voor ZIN Jeugdwet voorzieningen lagen in 2019 hoger dan in 2018. In latere gegevens wordt getoond in welke typen zorg wij de sterkste ontwikkelingen gezien hebben.
2.2 Aantal kinderen met een Jeugdwet voorziening
De grafiek hieronder toont het aantal kinderen met een Jeugdwet voorziening in 2019, vergeleken met 2018. Een kind uit Waddinxveen heeft voor het betreffende (halve) kalenderjaar een Jeugdwet voorziening als hij of zij één of meerdere voorzieningen had of heeft met een looptijd ergens in dat (halve) kalenderjaar, ongeacht de lengte van deze looptijd.
Figuur 2: Aantal kinderen met een Jeugdwet voorziening
Ook het aantal kinderen met een Jeugdwet voorziening is toegenomen in 2019. De totale stijging betreft ca. 4%. In deze aantallen zitten ook de kinderen met een PGB-voorziening, of een voorziening waarbinnen in 2019 geen zorg geleverd en/of gedeclareerd is.
2.3 Spreiding uitgaven onder kinderen
In de monitor over heel 2018 toonden wij aan dat een kleine groep van circa veertig kinderen de helft van de zorg in natura uitgaven voor de Jeugdwet vormen. Hieronder vergelijken wij deze statistiek met 2019. Hierbij maken wij een sortering van de kinderen met de meeste ondersteuning (uitgedrukt in geld) naar de minste ondersteuning. Vervolgens zijn deze kinderen in vier gelijke groepen verdeeld waarvan de kosten voor de zorg en ondersteuning tezamen circa 25% van de uitgaven vormen.
Figuur 3: Spreiding kinderen met een Jeugdwet voorziening
In het figuur worden alleen de kinderen met een ZIN-voorziening getoond waarbinnen of waarop een declaratie heeft plaatsgevonden. De cijfers voor het totaal aantal kinderen wijkt dan ook af t.o.v. deze aantallen.
Het beeld voor 2019 is niet wezenlijk anders dan 2018. Een klein aantal kinderen met zwaardere vormen van ondersteuning, zoals specialistische GGZ-behandelingen en residentiele hulp, vormt een groot gedeelte van de ZIN-uitgaven. De cijfers bevestigen dus het beeld dat kleine groepen kinderen zwaar drukken op de landelijke uitgaven voor de Jeugdwet en binnen Waddinxveen.
Declaraties, betalingen en verwijzingen vinden plaats op voorzieningsniveau en dit betekent dat wij zowel het aantal verwijzingen als de uitgaven per verwijzer groep kunnen specificeren. In het taartdiagram hieronder ziet u voor de Zorg in natura voorzieningen waar in 2019 voor gedeclareerd is, de achterliggende verwijzer groep. In het diagram daaronder wordt het relatieve aandeel van de bijbehorende uitgaven getoond.
Figuur 4: Uitgaven en verwijzingen van Jeugdwet verwijzers
Dit beeld is overwegend hetzelfde gebleven als in de vorige monitor rapportages. Dit betekent dat het (relatieve) aandeel van de gemeente zich nog beperkt heeft tot ongeveer 30% van de uitgaven en het aantal verwijzingen. De gecertificeerde instellingen, rechters, raad voor de kinderbescherming en de officier van justitie vormen tezamen de grootste verwijzers groep als het gaat om de uitgaven. Het aandeel van de huisartsen is beperkt tot 11%, maar de achterliggende verwijzingen voor de ZIN-voorzieningen zijn wel voor 22% tot de huisartsen te herleiden.
2.5 Diensten en zorggebruik Jeugdwet
In de volgende tabel ziet u een aantal diensten en een groepering van diensten die samen rond de 75% van de uitgaven aan zorg in natura vormen.
Figuur 5: Uitgaven Jeugdwet diensten
Het relatieve aandeel van de bovenstaande diensten is in 2019 ongeveer gelijk gebleven aan 2018. We zien wel een aantal verschillen en verschuivingen binnen deze diensten. De kosten voor ondertoezichtstelling bij gecertificeerde instellingen zoals Jeugdbescherming west zijn sterk gestegen. Op het gebied van specialistische GGZ zien we enkele verschuivingen binnen de diensten die wij tot deze zorgvorm kunnen rekenen. Zo zijn de verblijfkosten gedaald, maar de kosten voor behandelingen, niet zijnde het zogenaamde ‘landelijk transitiearrangement’ zijn met 73% wel sterk gestegen. Daarnaast zijn de kosten voor zowel basis als gespecialiseerde begeleiding sterk toegenomen.
Hierbij moet ook meegewogen worden dat er nog ruimte voor declaraties zijn bij een aantal zorgaanbieders. Deze kosten zullen waarschijnlijk ook voor een groot deel onder deze diensten vallen en in de jaarrekening hebben wij met deze verwachte kosten rekening gehouden.
In de volgende tabel ziet u een aantal zorgaanbieders waarvan de productie van hun hulpverlening samen rond de 75% van de uitgaven voor zorg in natura maatwerkvoorzieningen vormen. Een kind kan meerdere voorzieningen hebben bij één zorgaanbieder.
Figuur 6: Uitgaven aan Jeugdwet zorgaanbieders
We zien hier een aantal verschuivingen en deze laten zich grotendeels eenvoudig te verklaren. Rivierduinen heeft zich in het inkoopproces van 2017 niet ingetekend voor de diensten en tarieven van Midden-Holland, maar 2018 vormde voor de kinderen in behandeling een overgangsjaar. De zorg van Rivierduinen is, op een enkel aantal voorzieningen of behandelingen na, stop- overgezet of beëindigd in 2019. Dit is opgevangen door Parnassia, Curium en andere aanbieders voor specialistische GGZ. Voor Curium verwachten wij nog wel declaraties. Verder is ook in deze tabel de groei in kosten voor jeugdbescherming waar te nemen.
Het relatieve aandeel van deze zorgaanbieders is licht gedaald, maar dit komt deels doordat er dus nog facturen verwacht worden. Een uiteindelijke en meer definitieve daling zal vooral betekenen dat de breedte van het ingekochte aanbod meer door kinderen en hun ouders gebruikt worden, omdat er dan zorg en ondersteuning is geleverd door andere zorgaanbieders. Het leeuwendeel van de getoonde aanbieders zal naar verwachting ook in 2020 een grote rol spelen in de levering van jeugdhulp voor Waddinxveense kinderen.
2.7 Wettelijk cliëntervaringsonderzoek Jeugdwet
De gemeente Waddinxveen heeft het onderzoek Cliëntervaring jongeren en ouders over jeugdhulp uitgevoerd. Een onderzoek naar de ervaringen van deze doelgroep is vanaf 2016 verplicht voor alle gemeenten in Nederland. Dit onderzoek geeft inzicht in de ervaringen van jongeren en ouders die jeugdhulp ontvangen. De resultaten van dit onderzoek zijn in de monitor over het eerste halfjaar 2019 gerapporteerd.
Op dit moment is het volgende, jaarlijkse onderzoek in uitvoering. Er zijn dan ook geen nieuwe gegevens. De resultaten van dit onderzoek verschijnen in de monitor over de eerste helft van 2020.
Voor kinderen die niet zelfstandig naar school naar school kunnen, organiseert de gemeente leerlingenvervoer. Het gaat hier bijvoorbeeld om kinderen met een handicap of gedragsproblemen.
Het leerlingenvervoer kan ook ingezet worden voor kinderen met basisonderwijs vanuit een specifieke geloofsrichting of levensovertuiging en waarbij de school ver weg is. Het leerlingenvervoer wordt georganiseerd door: eigen vervoer, en d.w.z. een kilometervergoeding aan de ouders/verzorgers van kinderen (1); vergoeding voor het openbaar vervoer (2); en het aangepast vervoer, en d.w.z. een school taxi bus (3).
In de vorige monitor over het eerste halfjaar van 2019 zijn al de gegevens gepresenteerd over het schooljaar 2019-2020. Deze gegevens zijn niet wezenlijk veranderd. De aantallen voor het schooljaar 2020-2021 zijn op dit slechts gedeeltelijk inzichtelijk, omdat ouders nog leerlingenvervoer kunnen aanvragen voor dit jaar. Deze aantallen worden dan ook gepresenteerd in de volgende monitor over het eerste halfjaar van 2020.
3 Wet op maatschappelijke ondersteuning
Dit hoofdstuk bevat monitorinformatie over de Wet op maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Onder de Wmo vallen een aantal hulpmiddelen, woonvoorzieningen en diensten, waaronder ook de vervoersdienst van de GroeneHartHopper. Ook in dit hoofdstuk betreft het de vastgestelde variabelen uit het beleidskader.
3.1 Aantal inwoners met een Wmo-voorziening
Hieronder tonen wij het aantal inwoners met een Wmo-voorziening. Daarbij hanteren wij eenzelfde definitie als bij de Jeugdwet. Een inwoner heeft voor het betreffende (halve) kalenderjaar een Wmo-voorziening als hij of zij één of meerdere voorzieningen had of heeft met een looptijd ergens in het (halve) kalenderjaar, ongeacht de lengte van deze looptijd.
Figuur 7: Aantal inwoners met een Wmo-voorziening
Vanaf 1 januari 2019 geldt er een abonnementstarief voor Wmo-voorzieningen. Onder andere vanwege de invoering van deze maatregel was er een stijging van het aantal inwoners met een Wmo-voorziening verwacht. Deze stijging was ook reeds waar te nemen in de vorige monitor over het eerste halfjaar van 2019.
3.2 Hulpmiddelen en woonvoorzieningen
Op het gebied van hulpmiddelen zijn de uitgaven en volumes redelijk stabiel. Dit wordt aangetoond in de tabel hieronder.
Figuur 8: Uitgaven hulpmiddelen en woonvoorzieningen
Op het gebied van de rolstoelvoorzieningen zien wij een lichte daling en op het gebied van vervoer- en woonvoorzieningen een kleine stijging. De verwachting is dat deze lichte stijging vooral komt door demografische trends (vergrijzing, het langer thuis wonen) en wellicht ook doordat er voor deze voorzieningen vanaf 1 januari 2019 ook niet langer een inkomensafhankelijke eigen bijdrage geldt. Onder andere scootmobielen en trapliften behoren tot deze typen voorzieningen. De stijging is echter dus zeer minimaal gebleken.
Hieronder ziet u van 2019 het aantal gereden ritten van de GroeneHartHopper voor inwoners van Waddinxveen. De kosten per rit zijn vooral afhankelijk van de afstand. De gereden ritten over de eerste helft van 2019 wijken af van de cijfers uit de vorige monitor. Dit komt door naheffingen en/of correcties.
Figuur 9: Aantal gereden ritten GroeneHartHopper
In tabel valt te zien dat er circa 14.000 gereden ritten zijn voor inwoners van Waddinxveen met de GroeneHartHopper. In totaal was hier ongeveer € 280.000 mee gemoeid, oftewel gemiddeld meer dan 19 euro per rit.
3.4.1 Uitgaven voor hulp bij het huishouden
In de volgende grafiek ziet u het totaal aan inwoners met een voorziening voor hulp bij het huishouden afgezet tegenover de uitgaven.
Figuur 10: Uitgaven en aantal inwoners met hulp bij het huishouden
De uitgaven voor hulp bij het huishouden en het aantal inwoners met deze voorziening zijn conform verwachting sterk gestegen. Dit zal voor een groot deel komen door de introductie van het Wmo abonnementstarief.
3.4.2 Zorgaanbieders hulp bij het huishouden
Hulp bij het huishouden wordt in Waddinxveen en in Midden-Holland door verschillende zorgaanbieders geleverd. Hieronder ziet u welke dit zijn.
Figuur 11: Zorgaanbieders hulp bij het huishouden
In Waddinxveen, en ook in andere gemeenten van Midden-Holland, is de Vierstroom verreweg de grootste aanbieder van hulp bij het huishouden. Dit beeld is al jaren onveranderd. De Vierstroom, Bens Thuiszorg en Buurtdiensten hebben hun productie voor deze vorm van ondersteuning sterk zien groeien in 2019.
Met begeleiding worden diensten bedoeld die onder andere gericht zijn op het bevorderen of behouden van zelfredzaamheid, het groeien naar zelfstandigheid en/of participatie in de maatschappij.
Hierbij kan het gaan om het aanleren of behouden van vaardigheden, ondersteuning bij dagelijkse levensverrichtingen en het plannen van dagelijkse activiteiten, leren omgaan met een beperking, en/of ontlasting van de verzorgers/ mantelzorger. Ook de vormen van dagbesteding vallen hieronder en daarbij kan het bijvoorbeeld ook gaan om het aanbrengen van een dagstructuur of wederom het ontlasten van een thuissituatie.
3.5.1 Uitgaven voor diensten begeleiding
In het volgende figuur ziet u het totaal aan inwoners met een voorziening voor begeleiding afgezet tegenover de uitgaven. U ziet een stijging van het aantal inwoners met een begeleidingsvoorziening. Ook ziet u een stijging van de uitgaven.
Figuur 12: Uitgaven en aantal inwoners met een Begeleiding voorziening
In het volgende figuur ziet u de verschillen in het aantal begeleidingsvoorzieningen. Een inwoner kan meerdere begeleidingsvoorzieningen hebben in een jaar: bijvoorbeeld begeleiding en dagbesteding, of afbouwende begeleiding waarbij de inwoner meerdere voorzieningen achtereenvolgens krijgt toegekend.
Figuur 13: Diensten Wmo Begeleiding
Binnen de begeleidingsdiensten hebben enkele verschuivingen plaatsgevonden, maar de stijging van de uitgaven kan vooral verklaard worden door instroom van inwoners tot de meest intensieve vorm van begeleiding. Dit is ook te zien aan de uitgaven voor gespecialiseerde begeleiding en basis begeleiding, want die zijn namelijk grotendeels gelijk gebleven. Waar de uitgaven gedaald zijn en het aantal voorzieningen wél zijn gestegen, zien wij dus dat de voorzieningen een minder hoog volume hebben of minder gebruikt zijn.
Samen met de gemeente Gouda als centrumgemeente is er een compensatieregeling voor onder andere zware cliënten en cliënten in Gewoon Thuis. De ontvangen compensatie was hoger in 2019 dan in 2018 en dat komt onder andere door de hierboven beschreven ontwikkeling. Dit heeft netto, ondanks de stijging in de uitgaven, nu op dit gebied een compenserend voordeel t.o.v. de begroting opgeleverd, maar in beginsel is dit geen positieve, demografische ontwikkeling.
3.5.2 Zorgaanbieders begeleiding
De verschillende begeleidingsdiensten worden in Waddinxveen en in Midden-Holland door verschillende zorgaanbieders geleverd. Hieronder ziet u welke dit zijn. Bij de selectie (tot ‘overig’) zijn de twintig grootste zorgaanbieders (naar uitgaven) van 2019 geselecteerd.
Figuur 14: Zorgaanbieders Wmo Begeleiding
Binnen deze zorgaanbieders zijn enkele verschuivingen waar te nemen. Zij bedienen ook andere ‘doelgroepen’. Zo bedienen Gemiva en de ASVZ meer inwoners met een lichtverstandelijke beperking, waar Zorgpartners zich sterker richt op onze ouderen inwoners. De verschillen blijven echter beperkt en over het algemeen bedienen zorgaanbieders een vrij brede doelgroep.
3.6 Wettelijk cliëntervaringsonderzoek Wmo
De gemeente Waddinxveen heeft het wettelijk verplichte cliëntervaringsonderzoek onder inwoners met een Wmo-voorziening uitgevoerd. Het onderzoek is in de eerste maanden van 2019 uitgevoerd en de resultaten van dit onderzoek zijn in de monitor over het eerste halfjaar 2019 gerapporteerd.
Op dit moment is het volgende, jaarlijkse onderzoek in uitvoering. Er zijn dan ook geen nieuwe gegevens. De resultaten van dit onderzoek verschijnen in de monitor over de eerste helft van 2020.
4 Participatiewet en Armoedebeleid
Met het actieprogramma ‘Waddinxveen dát werkt’ is de ambitie geformuleerd om het aantal uitkeringsgerechtigden (exclusief partners) te verlagen en zelfs te halveren t.o.v. de stand op 1 januari 2017. Dit programma liep tot april 2020. Vanuit ons armoedebeleid zijn er voor een bredere groep inwoners van Waddinxveen daarnaast nog minimaregelingen, bijzondere bijstand en schuldhulpverlening. Dit hoofdstuk gaat in op deze onderwerpen.
In de grafiek hieronder ziet u het verloop van het bestand van uitkeringsgerechtigden sinds juni 2018. Er is een stevige daling ingezet vanaf augustus 2018, maar de gewenste halvering is niet in zicht. Het grootste deel van de instroom is veroorzaakt door de beëindiging van WW of ziektewetuitkeringen, door de huisvesting van statushouders en door verhuizingen naar Waddinxveen van nieuwe inwoners die reeds een bijstandsuitkering hadden. De uitstroom is voor ruim de helft van de gevallen veroorzaakt doordat deze inwoners een baan hebben gevonden of een ander inkomen in een zelfstandig beroep of bedrijf hebben verkregen. Dit beeld is vergelijkbaar met afgelopen jaren en de vorige monitorrapportages.
Figuur 15: Verloop uitkeringenbestand - vanaf juni 2018
Figuur 16: Hoogte van het uitkeringenbestand per 31 december
4.2 Toegekende minimaregelingen en bijzondere bijstand
In het figuur hieronder ziet u de toegekende minimaregelingen en bijzondere bijstand. De Rotterdampas en de verstrekte kind pakketten zijn aan dit figuur toegevoegd.
Figuur 17: Toegekende minimaregelingen en bijzondere bijstand
* In de Monitor sociaal domein over heel 2018 (van juni 2019) stond voor deze voorziening het verkeerde aantal.
** Stand per 31 december 2018 en 31 december 2019.
** De afgelopen twee jaar, in 2018 en in 2017, hebben wij een zogenaamd Kindpakket met een aantal cadeaubonnen, gebonden aan lokale winkeliers, verstrekt aan kinderen die opgroeien in minimagezinnen. In 2019 is er gekozen voor een nieuwe aanpak met de uitgifte van Kindpassen voor alle kinderen in Waddinxveen die behoren tot deze doelgroep. Hiervoor is samenwerking gezocht met Stichting Leergeld. De pas geeft meer keuzevrijheid, omdat het een totaalbedrag betreft voor besteding in de geselecteerde winkels of instellingen.
4.3 Dossiers schuldhulpverlening
Per 1 januari 2019 werken wij op het gebied van schuldhulpverlening samen met een nieuwe partner,
Civic. Zij hebben aan ons een rapportage verstrekt over de eerste negen maanden van deze samenwerking en deze rapportage hebben wij geïntegreerd in de vorige monitor over de eerste helft van 2019. In de laatste drie maanden van 2019, van oktober tot en met december, is de lijn van nieuwe aanmeldingen doorgezet. In de monitor over de eerste helft van 2020 zullen wij nieuwe gegevens presenteren.
5 Het preventieteam, het sociaal team en overige onderzoeken
In dit hoofdstuk wordt uitgebreid ingegaan op de werkzaamheden van de organisaties van Wadwijzer. Ook wordt er nog ingegaan op het sociaal team. De aantallen in hoofdstuk twee tot en met vier gaven hierbij al een beeld van de doelgroepen die er bediend worden en de voorzieningen die er door het sociaal team geregeld worden verstrekt.
De opgave van Wadwijzer is om invulling te geven aan de lokale transformatie van het sociaal domein in Waddinxveen door het zelf oplossend vermogen van inwoners te vergroten.
Informatie: binnen Wadwijzer vergroten we kennis van inwoners op het gebied van wonen, zorg, welzijn en participatie om zo onwetendheid, onzekerheid of onbekendheid ten aanzien van een vraag of probleem te verminderen;
Vraagverheldering: door middel van vraagverheldering binnen Wadwijzer brengen we in kaart wat de hulpvraag is. We onderzoeken wat iemand zelf kan en wat zijn of haar omgeving kan bieden. Of welke ondersteuning extra nodig is om de vraag op te lossen;
Advisering: binnen Wadwijzer geven we raad en aandacht aan inwoners die iets willen organiseren of veranderen. Wadwijzer neemt de verantwoordelijkheid niet over. Zij blijft aan de zijlijn staan en biedt een helpende hand;
Begeleiding: binnen Wadwijzer omvat kortdurende, praktische en sociale hulp in het dagelijks leven. Wadwijzer helpt mensen om zelfstandig te (blijven) leven en het zelf oplossend vermogen te vergroten. Of biedt ondersteuning in omgang met een ziekte, beperking en gedragsproblemen of bij het aanleren van vaardigheden. Begeleiding kan individueel of in een collectief aanbod plaatsvinden.
5.1.2 Samenstelling team Wadwijzer 2019
WadWijzer is een samenwerkingsverband van een aantal organisaties dat in 2018 is gevormd. Deze organisaties leveren professionals er verschillende expertises. Alle uitvoerende professionals binnen Wadwijzer zijn generalist op het gebied van informatie, advies, vraagverheldering en kortdurende begeleiding.
In de onderstaande tabel is weergegeven welke organisaties professionals leveren voor welke functie binnen Wadwijzer.
5.1.3 Informatie, advies en vraagverheldering
Wadwijzer is in Waddinxveen de centrale en integrale toegang voor alle inwoners die op zoek zijn naar informatie of die hulpvragen hebben over wonen, zorg, geld, werk, vervoer, actief zijn, jeugd en gezin.
Wadwijzer is voor inwoners bereikbaar via telefoon, e-mail, de website www.wadwijzer.info, drie informatieve websites vanuit het CJG, op spreekuren, op afspraak en middels een breed programma van cursussen die in de wijken plaatsvinden.
Het aantal informatie- en adviesvragen dat in 2019 door inwoners via de integrale toegang werd gesteld is flink toegenomen, zoals te zien in de onderstaande tabel. In 2019 werden 2204 informatie- en adviesvragen gesteld. Dat zijn 1376 meer vragen dan in 2018 en betreft een toename van 66%. Inwoners weten Wadwijzer dus beter te vinden.
Figuur 19: Aantal ontvangen advies en informatievragen Wadwijzer
Van alle ontvangen informatie- en adviesvragen kon 43% direct worden beantwoord. Bij 33 % van de vragen is doorverwezen naar het Sociaal team en 12.25% van de vragen leidde tot een kortdurend intern beledigingstraject binnen Wadwijzer. In de onderstaande tabel worden deze gegevens per kwartaal weergegeven.
Hierbij moet wel opgemerkt worden dat de gezamenlijke data van de organisaties van Wadwijzer, de gebruikte applicatie voor de registraties van deze data en de monitorgegevens nog in ontwikkeling zijn. Zo zien wij bijvoorbeeld dat de cijfers van Q3 met betrekking tot directe afhandeling afwijken. Er wordt in Q3 opvallend meer doorverwezen naar derden.De oorzaak hiervoor is op dit moment nog onbekend.
Figuur 20: Wijze van afhandeling door Wadwijzer
Inhoud van de vragen (uitsplitsing per leefdomein)
Van alle vragen die binnenkomen bij Wadwijzer wordt bijgehouden over welke leefdomein(en) deze vraag gaat.
In de onderstaande tabel wordt per kwartaal weergegeven hoeveel vragen per leefdomein zijn ontvangen. De (volledige) gegevens van Q4 ontbreken en zijn daarom niet getoond. In de grafiek hierboven is te zien dat veel van de meest gestelde vragen gaan over de lichamelijke gezondheid, financiën en de geestelijke gezondheid.
Figuur 21: Wadwijzer vragen naar leefdomeinen
Van de 2204 informatie- en adviesvragen werden de meeste vragen gesteld door ouderen en volwassenen. Door jongeren/jongvolwassenen worden bij deze dienst het minst aantal vragen gesteld. In het geval van ‘onbekend’ is de informatie- of adviesvraag behandeld zonder de noodzaak om dit te vragen, te registreren of nader op te zoeken.
Figuur 22: Bereikdoelgroepen bij informatie en advies
Bezoekersaantallen van Wadwijzer.info
Naast de mogelijkheid om telefonisch, per e-mail of tijdens een inloopspreekuur een vraag te stellen aan Wadwijzer kunnen inwoners zelf ook veel informatie vinden op de website van Wadwijzer.
De bezoekcijfers van website wadwijzer.info laten een toename zien ten opzichte van het voorgaande jaar. In 2019 werd de website 5992 keer bezocht. Dit is een stijging ten opzichte van 2018 (5124) van 17%. In de onderstaande tabel worden de bezoekerscijfers over 2019 per maand weergegeven.
5.1.4 Kortdurende begeleiding en interventies
Een aantal van de hulp- en adviesvragen die bij Wadwijzer binnenkomen leiden tot een
vrij toegankelijk, kortdurend begeleidingstraject binnen Wadwijzer. Deze begeleiding wordt geboden vanuit de binnen Wadwijzer beschikbare specialismes. Daarnaast worden ook via de huisartsen en via het CJG begeleiding en interventies geboden.
Begeleidingstrajecten binnen Wadwijzer
In de onderstaande tabel is weergegeven hoeveel unieke begeleidingstrajecten in 2019 zijn gestart per specialisme.
Figuur 24: Aantal unieke begeleidingstrajecten in 2019
In totaal zijn er in Waddinxveen vanuit Wadwijzer in 2019 608 begeleidingstrajecten aangeboden. De manier waarop de begeleiding plaatsvindt, de frequentie en ook de duur verschilt, afhankelijk van de discipline, de vraag en de doelgroep die wordt bediend. Hierdoor zijn de aantallen per discipline lastig met elkaar te vergelijken. De cijfers van Jeugdondersteuning Op School (JOS) waren onvolledig en zijn niet opgenomen. De cijfers van MEE (51) bevatten ook trajecten van diagnostisch onderzoek.
Aantal trajecten Welzijn op recept (WOR)
Bij Welzijn op recept verwijst een zorgverlener in de huisartsvoorziening de inwoner met psychosociale problematiek naar een welzijnscoach van Wadwijzer. De coach zoekt voorliggende interventies die het welbevinden van inwoners weer verhogen.
Figuur 25: Aantal aanmeldingen Welzijn op recept 2019
* Bij negen cliënten is er geen WOR-traject gestart. Zes mensen hadden op het moment van contact geen hulpvraag. Bij de resterende drie was de hulpvraag niet passend voor WOR.
Cijfers aanvullende dienstverlening vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)
Het Centrum van Jeugd en Gezin biedt van oudsher informatie, advies en preventieve begeleiding aan ouders en opvoeders met vragen op het gebied van opvoeden en opgroeien van hun kinderen.
De jeugdprofessionals maken onderdeel uit en werken samen binnen het integrale preventieteam Wadwijzer. In verband met. (behoud van) de kwaliteit van de dienstverlening, functionaliteit, bekendheid en vindbaarheid van het ‘merk CJG’ worden de aanvullende diensten zoals cursussen, bijeenkomsten en het virtueel CJG (websites + sociaal media) nog steeds vanuit het CJG aangeboden.
In 2019 zijn er vanuit het CJG 20 cursussen gegeven. Totaal namen er 129 personen aan deel. Dat zijn er 41 meer dan in 2018 en leidt tot een stijging van 46,5%.
Figuur 26: Aantal geboden cursussen en bijeenkomsten CJG
In 2019 zijn vanuit het CJG in Midden Holland vijf Webinars met verschillende opvoedthema’s aangeboden. Een Webinar is een interactieve onlinebijeenkomst die ouders vanaf elke plek gratis kunnen volgen. De Webinars werden totaal door 1433 personen bezocht.
Inhoud van de interventies (uitsplitsing per leefdomein)
Net als bij de vragen die binnenkomen bij Wadwijzer willen we ook per begeleidingstraject weten op welk leefdomein de interventie is gericht.
De partners binnen Wadwijzer maakten in 2019 gebruik van verschillende registratiesystemen. Het is daarom nu nog niet mogelijk van alle 7 partnerorganisaties op gelijksoortige wijze het aantal interventies per leefdomein op te halen. In de onderstaande tabel zijn daarom alleen de interventies vanuit het algemeen maatschappelijk werk (AMW), Gezinscoach (GC) schoolmaatschappelijk werk (SMW) en Welzijn op recept (WOR) opgenomen en uitgesplitst per leefdomein.
Figuur 27: Aantal interventies naar leefdomein begeleiding
In de registraties op het gebied van begeleiding werd niet door iedere partner onderscheid gemaakt in de leeftijd tussen jongeren (18-30 jaar) en volwassenen (31-67 jaar). Er is hierbij, op aangeven van professionals, een gemiddelde genomen. Tevens wijkt het totaal bereik af van het totaal aantal begeleidingstrajecten. Mogelijk werden op 1 traject meerder doelgroepen geregistreerd (bijv. ouders en kind). Of werd bij een opvoedvraag de ouder (doelgroep jongeren of volwassenen) als hulpvrager geregistreerd. Ook dit gedeelte van de monitor en het datagebruik van de verschillende organisaties is nog in ontwikkeling.
Figuur 28: Bereik doelgroepen bij begeleiding
Samenwerking keten en versterking ketenaanpak
Naast individuele interventies zet Wadwijzer zich ook in om samenwerking binnen de keten te verbeteren. In 2019 werden hiervoor de volgende interventies uitgevoerd.
Figuur 29: Samenwerking en ketenpartners Wadwijzer
* Vanuit het CJG vinden er gemiddeld vier School ondersteuningsteams van 2.5-3 uur per school, 10-12 uur per school plaats. Dit betekent, zonder voorbereiding ca. 100 uur aanwezigheid op de scholen. Met name de jeugdartsen hebben in de voorbereidingstijd ook nog een grote inzet in het contacten van ouders en indien afgesproken dossieronderzoek. In het kader van passend onderwijs vinden er steeds vaker SOT’s voor individuele kinderen plaats. Dit betekent dat ureninzet op de scholen steeds groter wordt. Deze inzet wordt veelal niet geregistreerd als klantcontacttijd.
Ook werd er vanuit het team Wadwijzer deelgenomen aan tientallen bijeenkomsten en activiteiten in de vorm van advisering, informatieverstrekking, begeleiding of andere vormen van voorlichting. Samen met zowel formele professionele partners als partners uit het informele voorliggende veld voor zowel professionals als inwoners.
De tevredenheid van inwoners over de dienstverlening van Wadwijzer kan nog niet getoond worden. Een gezamenlijk, organisatie overstijgend onderzoek op dit onderwerp moet nog plaatsvinden.
In de hoofdstukken twee tot en met vier zijn de meeste gegevens over de maatwerkvoorzieningen in Waddinxveen verstrekt. Al deze voorzieningen, met uitzondering van de trajecten voor schuldhulpverlening, worden toegekend door het sociaal team of via de administratie van het sociaal team in het geval van externe verwijzers bij de jeugdwet.
Hieronder worden het aantal nieuwe casussen van het sociaal team weergegeven naar samenstelling van het gezin. Op deze wijze worden ook de casussen van het sociaal team onderverdeeld, d.w.z. naar de leeftijd en gezinssamenstelling van het gezin. Er wordt hiermee meer integraal en vanuit de hulpvraag van een inwoner gekeken en minder vanuit de wettelijke grondslag van een eventuele voorziening. Daarbij geldt verder het volgende:
Deze onderverdeling in de casussen is ook ondersteunend voor de onderlinge expertises in het sociaal team, omdat er bijvoorbeeld vanaf de 67ste leeftijd geen wettelijke grondslag is voor bepaalde (inkomens)voorzieningen.
Figuur 30: Verdeling nieuwe casussen in het sociaal team
Het aantal nieuwe casussen dat in 2019 gestart was lag lager dan in 2018. Casussen in het verleden kunnen echter ook langer actief blijven, bijvoorbeeld via herindicaties of doordat er meerjarig hulp ingezet wordt. Dit zegt dus niet per se iets over de hoeveelheid meldingen, onderzoeken of besluiten die door het sociaal team genomen worden. De bovenstaande grafiek toont vooral ook aan dat wij in 2019, zeker relatief, meer casussen hadden voor inwoners van 67 jaar of ouder. Dit lag in lijn met onze verwachtingen. Daarnaast is het relatieve aandeel van de groep gezinnen ook in 2019 nog hoog geweest. De data van de jeugdwet zorg in natura maatwerkvoorzieningen bevestigen het beeld dat wij hierin ook een groei hebben meegemaakt, al blijft het relatieve aandeel verwijzingen van de gemeente met circa 30% wel hetzelfde.
5.2 Variabelen uit de burgerpeiling
De mening van inwoners is voor ons erg belangrijk. Daarom voert de gemeente elke twee jaar onderzoek uit om te meten hoe tevreden onze inwoners zijn over de gemeente. Dit doen wij met de zogenaamde ‘burgerpeiling’. Met dit onderzoek kunnen wij ook een aantal zaken voor het sociaal domein in Waddinxveen waarnemen of blootleggen. Met de vaststelling van het beleidskader ‘Sociaal domein 2019-2023, Waddinxveen samenredzaam’ gaat het hierbij om de volgende variabelen:
De resultaten van deze burgerpeiling zijn op dit moment nog niet beschikbaar. Naar verwachting zal deze informatie getoond kunnen worden in de volgende Monitor sociaal domein over de eerste helft van 2020.
In de vorige halfjaarlijkse monitor sociaal domein zijn een viertal hoofdtrends gesignaleerd voor 2019. Dat waren:
Het beeld over heel 2019 is hierbij niet veranderd. Op het gebied van het minima en armoedebeleid zien wij ten op zichten van het vorige jaar vooral een verhoogd gebruik van de collectieve zorgverzekering. De Rotterdampas is ook meer verstrekt, alleen dit geldt niet alleen als een minimavoorziening.
Op het gebied van de jeugdwet uitgaven zijn vooral en zeker de kosten voor jeugdbescherming gestegen en op het gebied van Wmo-begeleiding hebben wij instroom van inwoners tot intensieve vormen van begeleiding waargenomen. Daarnaast was er in 2019 – zoals verwacht – een sterke groei van de uitgaven en het aantal inwoners met en aan hulp bij het huishouden. De stijging ligt rond de 20%.
Niet elk van de vastgestelde variabelen voor de monitor sociaal domein zijn getoond in deze rapportage. Dat kan komen doordat de informatie nog niet beschikbaar is of doordat het slechts één keer per jaar beschikbaar wordt. Dit geldt bijvoorbeeld voor de informatie van de burgerpeiling en de wettelijk verplichte cliëntervaringsonderzoeken voor de Wmo en de Jeugdwet.
In de monitor is ook stil gestaan bij Wadwijzer. De monitorinformatie voor dit preventieteam is nog in ontwikkeling en daarbij werkt de gemeente samen met de verschillende partners van Wadwijzer. De gegevens over 2018, waarmee soms al wel vergeleken wordt, moeten ook in dit licht worden bezien. In de volgende monitor sociaal domein zal er verdere en aanvullende informatie over Wadwijzer worden verstrekt.
De volgende monitor sociaal domein zal gaan over de eerste helft van 2020. Naar verwachting zullen we voor en in deze rapportage ook al een aantal gevolgen van de coronacrisis waarnemen. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een groei van het aantal uitkeringen voor inwoners die hun baan hebben verloren en slechts recht hadden op een beperkte WW-uitkering van enkele maanden of een tijdelijke daling van uitgaven op het gebied van Wmo en Jeugdwet diensten doordat er minder zorg geleverd kon worden, bijvoorbeeld in het geval van dagbesteding of residentiële diensten.
Bijlage 1: Indicatoren Monitor Sociaal Domein – Beleidskader Sociaal Domein 2019-2023
Bijlage 2: Begrippen in het sociaal domein.
Algemene voorzieningen zijn voor iedereen toegankelijk. Een maatwerkvoorziening is een voorziening die op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon is afgestemd en hiervoor is dus een verwijzing of indicatie en beschikking nodig.
De toegang tot de Jeugdwet kan verleend worden door de gemeente of via externe verwijzers. In Waddinxveen hebben we één sociaal team. Het sociaal team in Waddinxveen werkt integraal en levert zelf geen ondersteuning of zorg aan kinderen en gezinnen. Externe verwijzers zijn o.a. de gecertificeerde instellingen, de Officier van Justitie, Raad van de Kinderbescherming, rechters, medisch specialisten, huisartsen en Jeugdartsen, zelfverwijzers (alleen scholen).
Een maatwerkvoorzieningen kan in de vorm van ‘Zorg in natura’ (ZIN) of een persoonsgebonden budget (PGB) verstrekt worden aan een inwoner. Bij ZIN wordt de zorg gedefinieerd, toegekend, geleverd en afgerekend conform gemeentelijke en vooral regionale basis- en deelovereenkomsten. Bij een PGB sluiten (vertegenwoordigers of familie van) inwoners zelf deze contracten af voor het inkopen van hun zorg en ondersteuning.
De meeste data in deze monitor gaat over zorg in natura maatwerkvoorzieningen.
Wij kunnen een aantal zorgvormen binnen de Wmo onderscheiden:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-350667.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.