Gemeenteblad van Duiven
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Duiven | Gemeenteblad 2021, 188277 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Duiven | Gemeenteblad 2021, 188277 | Beleidsregels |
Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Duiven houdende regels omtrent het vervoeren van leerlingen
Het college van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, gelet op artikel 4 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 4 van de Wet op de expertisecentra en artikel 4 van de Wet op het voortgezet onderwijs en gelet op het gestelde in de Verordening leerlingenvervoer gemeente Duiven 2014;
Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Verordening Leerlingenvervoer gemeente Duiven 2014.
Artikel 4 Berekening bekostiging openbaar vervoer
De bekostiging op basis van openbaar vervoer (met begeleiding) wordt berekend op basis van de kosten van een maandabonnement voor het vervoer met de bus, ook indien de leerling van een ander openbaar vervoermiddel gebruik maakt.
Artikel 5 Uitbetaling van de bekostiging
De uitbetaling van bekostiging voor de fiets, het openbaar vervoer van de leerling (en eventueel van een begeleider) of het gebruik eigen auto vindt achteraf plaats aan het eind van iedere maand waarop aanspraak bestaat op de bekostiging, met dien verstande dat de eerste betaling niet voor september plaatsvindt en de laatste betaling in juni van het schooljaar plaatsvindt.
Artikel 7 Eén dag per week zelf brengen en halen
Op grond van de eigen verantwoordelijkheid van ouders voor het schoolbezoek van hun kinderen wordt van alle ouders die een aanvraag doen voor aangepast vervoer voor de leerling verwacht dat zij de leerling tenminste één vaste dag per week zelf naar school brengen en halen, of verzorgen dat iemand uit hun netwerk dit doet. Het brengen en halen mag ook over twee vaste dagen worden verdeeld (één dag alleen brengen, de andere dag alleen halen). Ouders ontvangen voor deze vaste dag een vergoeding overeenkomstig de wijze waarop zij de leerling brengen en halen (fietsvergoeding, openbaar vervoer of eigen vervoer).
Artikel 8 Meerjarige beschikking
Het college geeft een meerjarige beschikking af op basis van een inschatting van de waarschijnlijkheid dat de leerling in de opvolgende jaren een gelijkluidende beschikking zal ontvangen. Deze inschatting wordt gemaakt op basis van een veelheid van factoren, waaronder de school, de leeftijd, de afstand, de aard van de beperking, de beschikbaarheid van passend openbaar vervoer, de kosten van eventueel aangepast vervoer en meer.
Bij een tijdelijke handicap die langer duurt dan drie maanden kan het college de leerling een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer verstrekken voor de duur van het herstel en/of de revalidatie. De kosten van de eerste drie maanden van die vervoersvoorziening zijn voor rekening van de ouders of de leerling indien die meerderjarig en handelingsbekwaam is.
De afstand van de woning van de leerling naar de opstapplaats bedraagt maximaal 2 kilometer1.
In de wet op het primair onderwijs (artikel 4 WPO, WEC en WVO, bij allen vierde lid) is gesteld dat gemeenten bij de uitvoering en opstelling van hun gemeentelijke verordening rekening moeten houden met de “draaglast van ouders”. Dat wil zeggen de redelijkerwijs te vergen inzet van ouders. Met betrekking tot het brengen naar en halen van de opstapplaats wordt de inzet van ouders hier gelijk getrokken met ouders van wie de kinderen in de wijk naar school toe gaan. Op het moment dat ouders dit niet zelf kunnen zal ouder hiervoor zelf een oplossing moeten zoeken.
Om onbillijke situaties te voorkomen of verhelpen kan de ouder van een kind dat met het aangepast vervoer naar school gaat, een verzoek doen om vervoer vanaf de woning toe te kennen. Ouder(s) wordt gevraagd om aantoonbare en (medische) onderbouwende argumenten, zie artikel 15 van deze beleidsregels.
Artikel 15 Ernstige benadeling
Als de leerling met begeleiding kan reizen, maar het begeleiden van de leerling is voor de ouders onmogelijk of leidt tot ernstige benadeling van de leerling of het gezin dan kan het college onder voorwaarden een voorziening voor aangepast vervoer verstrekken. De voorwaarden worden opgenomen in de beschikking.
De begeleiding door ouders bij vervoer per fiets of OV is, tijdelijk, niet vereist (en is dus aangepast vervoer vereist) als:
het een eenoudergezin betreft waarin nog een 2e kind jonger dan 9 jaar aanwezig is, dat nog niet zelfstandig naar school kan gaan en tegelijkertijd naar een andere school gebracht moet worden en de ouder werkt of een dagopleiding volgt en werk- of lestijden het onmogelijk maken het kind te begeleiden. En er geen andere oplossingen binnen het netwerk aanwezig zijn. De bewijslast ligt hiervoor bij de ouder;
het een eenoudergezin betreft waarin een 2e kind ouder dan 9 jaar aanwezig is, maar door een medische aandoening extra zorg van de ouder nodig heeft en daardoor niet alleen naar school kan of alleen thuis kan blijven. Dit dient door een medische deskundige te worden vastgesteld en de ouder dient hiervoor een medische verklaring te leveren. En er geen andere oplossingen binnen het netwerk aanwezig zijn;
Artikel 16 Gedragsregels ten behoeve van aangepast vervoer
Het college kan, in samenwerking met de vervoerder, gedragsregels opstellen voor de ouders en leerlingen die gebruik maken van het aangepast vervoer. Deze regels zijn noodzakelijk om de veiligheid van de bestuurder, begeleider(s) en de leerling(en) tijdens en rondom het vervoer zoveel mogelijk te garanderen.
De ouders van een leerling die zich niet houdt aan de gedragsregels krijgen een schriftelijke waarschuwing. Bij herhaling van het gedrag kan de leerling van het vervoer worden geschorst voor een beperkte periode die door het college kenbaar wordt gemaakt. Tijdens de schorsing dienen de ouders het kind zelf naar school te vervoeren.
Indien het gedrag terug te voeren is op de ernstige verstandelijke handicap van de leerling en derhalve niet aan de leerling of de ouders kan worden toegerekend, wordt met de vervoerder, ouders, en eventueel de school een passende oplossing gezocht (bijv. begeleiding in het aangepast vervoer, eigen vervoer).
Artikel 18 Hoogbegaafde kinderen
Ten behoeve van het bezoek aan scholen die zich richten op hoogbegaafde kinderen of het bezoek van verdiepingsklassen die reguliere scholen organiseren ten behoeve van hoogbegaafde leerlingen, wordt in beginsel geen vervoersvoorziening toegekend.
Bij een (vervolg)aanvraag ontstaat voor de leerling recht op bekostiging openbaar vervoer met of zonder begeleiding. Ouders zijn verplicht om waar mogelijk te kiezen voor inburgering op tijden en plaatsen die het toelaten dat zij ook hun kind naar en van school begeleiden. Als dit niet lukt, is dat voldoende reden om voor die dagen het aangepast vervoer te blijven toekennen als de leerling niet zelfstandig of door anderen begeleid naar school kan reizen. Deze situatie loopt tot einde Taalklas met een maximum van 1 jaar (voor een nieuw schooljaar moet wel een nieuwe aanvraag worden gedaan).
Artikel 20 Vervoervoorziening naar VSO-scholen
Aan een leerling die een VSO-school bezoekt wordt uitsluitend aangepast vervoer toegekend in de volgende situaties:
Ouders kunnen aantonen met onderbouwende (medische) verklaringen dat de leerling nog niet of tijdelijk niet in staat is zelfstandig te reizen. De voorziening aangepast vervoer wordt tijdelijk toegekend onder voorwaarde dat de leerling deelneemt aan een traject om zelfstandig te leren reizen zodra de gemeente hem daarvoor oproept.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-188277.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.