Verordening van de raad van de gemeente Amsterdam tot wijziging van de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam 2019 in verband met het toevoegen van de voorziening Pilot omgaan met het lerarentekort (Wijzigingsverordening Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam 2019 (toevoegen voorziening Pilot omgaan met het lerarentekort))

De raad van de gemeente Amsterdam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2020,

gelet op:

 

  • Artikel 6 en 140 van de Wet op het primair onderwijs

  • Artikel 6 en 134 van de Wet op de expertisecentra

  • Artikel 77 en 96g van de Wet op het voortgezet onderwijs

  • Artikel 149 van de Gemeentewet inzake het vaststellen van verordeningen

besluit:

Artikel I  

De toelichting op de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam 2019 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • a.

    Onder ‘Bijlage 4 Voorzieningen kwaliteit, schoolontwikkeling en lerarentekort’ wordt een vijfde punt toegevoegd, luidende:

    • Pilot omgaan met het lerarentekort

Artikel II  

Bijlage 4 (Voorzieningen kwaliteit, schoolontwikkeling en lerarentekort) bij de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam 2019 wordt als volgt gewijzigd.

 

  • a.

    Aan artikel 1.1 wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • e.

      pilot omgaan met het lerarentekort.

  • b.

    Aan bijlage 4 wordt na hoofdstuk 5 een hoofdstuk toegevoegd, luidende:

     

    Hoofdstuk 6 Voorziening pilot omgaan met het lerarentekort

     

    Artikel 6.1 Begripsomschrijving

    In deze voorziening wordt verstaan onder:

    • a.

      beleidsregel: de Beleidsregel andere dag- en weekindeling op scholen in de G5 (Staatscourant 2020, 26759);

    • b.

      externe professional: pedagogisch bekwame beroepsbeoefenaar, die leerlingen op één of meerdere talentgebieden kan onderwijzen, ondersteunen en ontwikkelen;

    • c.

      c. lerarentekort: het verschil tussen het aantal bevoegde leraren dat de school nodig heeft op grond van de 1-oktobertelling in het schooljaar waarop de subsidieaanvraag ziet en het aantal bevoegde leraren dat de school in dienst heeft op het moment van de aanvraag;

    • d.

      lesuurtarief: uurtarief inclusief voorbereidingstijd;

    • e.

      noodplan: het Noodplan Lerarentekort Amsterdam d.d. 27 januari 2020 waarin schoolbesturen voor het primair en het speciaal onderwijs verschillende oplossingen formuleren om het lerarentekort op een gestructureerde manier het hoofd te bieden;

    • f.

      school: hoofdvestiging of nevenvestiging van een school voor basisonderwijs of speciaal onderwijs, niet zijnde speciaal voortgezet onderwijs op het grondgebied van de gemeente Amsterdam;

    • g.

      solidariteitsafspraken: afspraken die schoolbesturen in het kader van het noodplan hebben gemaakt met als doel dat alle besturen een bijdrage leveren aan het verminderen van het lerarentekort, ook wanneer dat in mindere mate speelt bij het eigen bestuur, inhoudende dat:

      • i.

        alle besturen gaan werken met een aangepaste leerling/bevoegde leerkracht ratio die hoger ligt dan de bekostiging mogelijk maakt;

      • ii.

        ieder schoolbestuur ernaar streeft om minimaal 3% boven de leerling/bevoegde leerkracht ratio die de bekostiging mogelijk maakt uit te komen;

      • iii.

        het toewerken naar de norm op basis van natuurlijk verloop gaat;

    • h.

      variant: een van de drie varianten uit het noodplan om om te gaan met het lerarentekort:

      • i.

        groepen vergroten;

      • ii.

        een deel van het curriculum laten verzorgen door externe professionals;

      • iii.

        minder onderwijstijd programmeren en voor de leerlingen aanvullend aanbod door externe professionals organiseren.

  • Artikel 6.2 Doel van de voorziening

    Het doel van deze voorziening is om scholen met een lerarentekort in staat te stellen hun leerlingen het verplichte aantal uren onderwijs, zoals vastgelegd in artikel 8, negende lid, onder b, van de WPO en in artikel 12, eerste lid, onder b, van de WEC, te bieden door de inzet van externe professionals conform de beleidsregel.

     

    Artikel 6.3 Subsidiabele activiteiten en de hoogte van de subsidie

    • 1.

      Het college kan een subsidie verlenen als bijdrage in de kosten van de inzet van een of meerdere externe professionals voor het onderwijs op een school.

    • 2.

      De hoogte van de subsidie wordt berekend op 40% van het tussen de externe professional(s) en het schoolbestuur afgesproken lesuurtarief vermenigvuldigd met het aantal uren dat de externe professional(s) zal worden ingezet voor de klas.

    • 3.

      De hoogte van de subsidie bedraagt per schooljaar maximaal:

      • a.

        € 50.000,- voor scholen met minder dan 300 leerlingen;

      • b.

        € 75.000,- voor scholen met tussen de 300 en 500 leerlingen;

      • c.

        € 100.000,- voor scholen met meer dan 500 leerlingen.

  • Artikel 6.4 Subsidieplafond en verdeelsleutel

    • 1.

      Voor het schooljaar 2020-2021 geldt een subsidieplafond van €2.150.000, onder voorbehoud van reservering van voldoende middelen in de nog door de gemeenteraad vast te stellen begroting voor het jaar 2021.

    • 2.

      Een verlaging van het subsidieplafond die voortvloeit uit de vaststelling van de begroting, is van toepassing op voordien en nadien ingediende aanvragen.

    • 3.

      Indien het subsidieplafond ontoereikend is om alle voor subsidie in aanmerking komende aanvragen binnen een aanvraagtermijn als bedoeld in artikel 6.6 te honoreren, worden deze aanvragen afgehandeld in volgorde van het percentage lerarentekort van hoog naar laag.

    • 4.

      Indien meerdere scholen hetzelfde percentage lerarentekort hebben en door honorering van hun aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag van de school met het hoogste percentage doelgroepleerlingen het eerste gehonoreerd.

  • Artikel 6.5 Aanvrager

    Een aanvraag kan uitsluitend worden ingediend door een schoolbestuur voor een onder zijn gezag vallende school, indien deze school deelneemt aan het Experiment ‘Onderzoek naar een andere dag- en weekindeling in het kader van de noodmaatregelen voor het lerarentekort in het primair onderwijs in de gemeenten Amsterdam, Almere, Den Haag, Rotterdam en Utrecht’.

     

    Artikel 6.6 Aanvraagtermijnen subsidies

    In afwijking van artikel 6 van de VloA 2019 gelden de volgende aanvraagtermijnen:

    • a.

      scholen die een of meerdere externe professionals hebben ingezet in de periode van 1 augustus 2020 t0t 1 januari 2021, dienen een aanvraag voor subsidie in vóór 1 februari 2021;

    • b.

      scholen die na 1 januari 2021 voor het eerst een of meerdere externe professionals inzetten, dienen een aanvraag voor subsidie in vóór 1 april 2021.

  • Artikel 6.7 Bij de aanvraag in te dienen gegevens

    In aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de VloA 2019 dient bij een aanvraag per school te worden verstrekt:

    • a.

      het percentage lerarentekort;

    • b.

      de melding bij het onderzoeksbureau als bedoeld in artikel 7 van de beleidsregel;

    • c.

      Informatie betreffende de in te zetten externe professional(s) bestaande uit:

      • i.

        type beroepsbeoefenaar;

      • ii.

        periode waarbinnen de professional zal worden ingezet;

      • iii.

        het aantal uren per week gedifferentieerd naar het aantal te verzorgen groepen;

      • iv.

        het afgesproken uurtarief.

    • d.

      indien het college op grond van artikel 3.3, onder a, van bijlage 3 (Voorzieningen kansengelijkheid) bij de VloA 2019 subsidie heeft verleend voor de uitvoering van een maatwerkplan voor onderwijsinterventies op het gebied van verlengde leertijd en ouderbetrokkenheid, een beschrijving waaruit blijkt hoe de inzet van de externe professional(s) samenhangt met dit maatwerkplan.

  • Artikel 6.8 Verlening van subsidie met terugwerkende kracht

    Het college verleent de subsidie met ingang van de datum waarop een school voor het eerst gebruik gemaakt heeft van de externe professional(s) voor de klas.

     

    Artikel 6.9 Aanvullende weigeringsgronden

    • 1.

      In aanvulling op artikel 7, eerste lid, van de VloA 2019 weigert het college een subsidie als:

      • a.

        op de school op het moment van aanvraag geen sprake is van een lerarentekort van:

        • i.

          minimaal 5 procent, indien het tekort een gevolg is van een tekort in de formatie;

        • ii.

          minimaal 3 procent, indien het tekort een gevolg is van de solidariteitsafspraken die voortvloeien uit het noodplan;

      • b.

        als de school ook met de inzet van een of meerdere externe professionals niet voldoet aan de vereisten betreffende het minimaal aantal uren onderwijs zoals vastgelegd in artikel 8, negende lid, onder b, van de WPO en in artikel 12, eerste lid, onder b, van de WEC;

      • c.

        Indien het tussen de externe professional(s) en het schoolbestuur afgesproken lesuurtarief hoger is dan € 125,-.

    • 2.

      In aanvulling op artikel 7, tweede lid, van de VloA 2019 kan het college een subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren als:

      • a.

        het gevraagde subsidiebedrag naar het oordeel van het college niet in verhouding staat tot het percentage lerarentekort op het moment van de aanvraag;

      • b.

        het inspectieoordeel op het moment van aanvraag onvoldoende of (zeer) zwak is;

      • c.

        de school onder de voor de school geldende opheffingsnorm zit zoals opgenomen in artikel 154 van de WPO;

      • d.

        de school voor basisonderwijs in de eerste jaren van oprichting zit en de zogenoemde stichtingsnorm zoals bedoeld in artikel 77 van de WPO nog niet gehaald heeft.

  • Artikel 6.10 Aanvullende verplichtingen

    Naast de verplichtingen op grond van artikel 9 de VloA 2019 zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

    • a.

      de externe professional kan niet worden ingezet voor het geven van onderwijs in de Nederlandse taal, rekenen, wiskunde, zintuigelijke en lichamelijke opvoeding als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a tot en met c, van de WPO en artikel 13, eerste lid, onder a tot en met d, van de WEC;

    • b.

      de externe professional kan maximaal 22 uur per maand per groep voor het onderwijs worden ingezet;

    • c.

      voor de inzet van de externe professional op een school mag een schoolbestuur geen eigen bijdrage van ouders vragen;

    • d.

      het schoolbestuur draagt er zorg voor dat de school waarvoor hij subsidie ontvangt meewerkt aan:

      • i.

        (tussentijdse) evaluatie, monitoring en rapportering van de gesubsidieerde activiteiten;

      • ii.

        het delen van kennis en ervaringen met andere scholen voor basisonderwijs in Amsterdam.

  • Artikel 6.11 Verantwoording

    • 1.

      In aanvulling op artikel 11, derde lid, van de VloA 2019 bevat de aanvraag tot subsidievaststelling een financieel overzicht van het aantal externe professionals dat het schoolbestuur voor een school heeft ingehuurd, waarbij per externe professional wordt gespecificeerd het aantal uur dat hij op school is ingezet uitgesplitst naar groepen en maanden, tegen welk uurtarief en de totale vergoeding die hij heeft ontvangen.

    • 2.

      De hoogte van de subsidie wordt vastgesteld op basis van het aantal uren dat de externe professional daadwerkelijk is ingezet.

Artikel II  

De toelichting op bijlage 4 (Voorzieningen kwaliteit, schoolontwikkeling en lerarentekort) bij de Verordening op het lokaal onderwijs Amsterdam 2019 wordt als volgt gewijzigd.

 

  • a.

    Aan de toelichting op bijlage 4 wordt een hoofdstuk toegevoegd, luidende:

 

  • Hoofdstuk 6 de Voorziening Pilot omgaan met het lerarentekort

 

  • Algemeen

  • Het lerarentekort is vaak van een dusdanige omvang dat scholen de komende jaren genoodzaakt zijn het onderwijs tijdelijk anders te organiseren: het omgaan met tekorten. Scholen mogen er van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) met ingang van schooljaar 2020-2021 voor kiezen om maximaal 22 uur per maand een deel van het curriculum te laten verzorgen door professionals die niet lesbevoegd, maar wel pedagogisch bekwaam zijn om groepen te begeleiden. Hoewel een bevoegde leerkracht op iedere groep het ideaal is, is het de realiteit dat dit de komende jaren niet op alle scholen mogelijk is. Talentgebieden zoals burgerschap, kunst en cultuur, wetenschap en technologie lenen zich voor een alternatieve invulling, die de kansen van kinderen ten goede komt. Door met professionele aanbieders met expertise op deze thema’s een nauwe samenwerking aan te gaan, zijn scholen op meer gestructureerde wijze voorbereid op tekorten en blijft voor leerlingen hetzelfde aantal uren in stand. Het inzetten van deze professionals kan ook bijdragen aan het verminderen van de werkdruk onder leraren en schoolleiders, en aan een betere begeleiding van zij-instromers, doordat vrijkomende capaciteit daarvoor deels ingezet kan worden. Dit moet bijdragen aan het in stand houden van de basiskwaliteit op deze scholen.

 

  • Artikel 6.1 Begripsomschrijving

  • Geen toelichting nodig.

 

  • Artikel 6.2 Doel van de voorziening

  • Scholen in Amsterdam hebben in januari 2020 gezamenlijk een noodplan opgesteld en bij het ministerie van OCW ingediend. Op basis van dit noodplan en de noodplannen van scholen in de gemeenten Almere, Den Haag, Rotterdam en Utrecht, heeft het ministerie van OCW een beleidsregel opgesteld waarin experimenteerruimte wordt geboden. Amsterdam maakt met deze tijdelijke voorziening gebruik van die experimenteerruimte om de pilot ‘omgaan met tekorten’ uit het Amsterdamse noodplan mogelijk te maken.

 

  • Artikel 6.3 Subsidiabele activiteiten en de hoogte van de subsidie

  • Op basis van een subsidieaanvraag, wordt een subsidie verleend als bijdrage in de kosten van de inzet van een of meerdere externe professionals voor het onderwijs op een school. In de subsidieaanvraag moet de aanvrager aantonen welke inzet hij nodig heeft en op basis daarvan wordt de hoogte van de subsidie bepaald. Daarbij geldt wel dat er een maximum hoogte per schooljaar is op basis van schoolgrootte zoals omschreven in artikel6.3, derde lid En een vereiste is dat de school minimaal 60% co financiert.

 

  • Artikel 6.4 Subsidieplafond en verdeelsleutel

  • Het subsidieplafond geldt voor beide aanvraagtermijnen. Indien het subsidieplafond ontoereikend is om alle aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie te honoreren, worden deze aanvragen afgehandeld in volgorde van het percentage lerarentekort van hoog naar laag. Het doelgroeppercentage weegt op het moment dat scholen met een gelijk percentage tekort zich melden. Scholen met een hoger doelgroeppercentage krijgen dan voorrang. Een aanvraag wordt hierbij vergeleken met aanvragen die in dezelfde aanvraagtermijn zijn ingediend.

 

  • Artikel 6.5 Aanvrager

  • De aanvraag moet bij de gemeente worden ingediend via e-herkenning.

 

  • Artikel 6.6 Aanvraagtermijn subsidies

  • De subsidie kan alleen dit schooljaar (van 1 augustus 2020 tot en met 1 april 2021) aangevraagd worden. Er gelden twee aanvraagtermijnen.

 

  • Artikel 6.7 Bij de aanvraag in te dienen gegevens

  • Geen toelichting nodig.

 

  • Artikel 6.8 Verlening van subsidie met terugwerkende kracht

  • De subsidie kan met terugwerkende kracht worden verleend tot uiterlijk 1 augustus 2020.

 

  • Artikel 6.9 Aanvullende weigeringsgronden

  • Een school kan alleen aanspraak maken op de subsidie als deze school een tekort in de formatie heeft van minstens 5%. Een uitzondering daarop is wanneer er sprake is van een lerarentekort van minimaal 3% als gevolg van solidariteitsafspraken die voortvloeien uit het noodplan. Deze solidariteitsafspraken staan in het convenant Noodplan Lerarentekort Amsterdam d.d. 27 januari 2020 (artikel 3).

 

  • Artikel 6.10 Aanvullende verplichtingen

  • Artikel 6.10, eerste lid, onder a, betekent dat vakken die binnen het kerncurriculum vallen alleen door bevoegde leerkrachten mogen worden gegeven.

 

  • Artikel 6.11 Verantwoording

  • Geen toelichting nodig.

Artikel III  

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel IV  

Deze verordening wordt aangehaald als Wijzigingsverordening Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam 2019 (toevoegen voorziening Pilot omgaan met het lerarentekort).

 

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 17 december 2020.

De voorzitter

Femke Halsema

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Toelichting  

 

Het lerarentekort is op een aantal scholen van een dusdanige omvang dat zij de komende jaren genoodzaakt zijn het onderwijs anders te organiseren: het omgaan met tekorten. Scholen mogen er van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met ingang van schooljaar 2020-2021 voor kiezen om maximaal 22 uur per maand een deel van het curriculum te laten verzorgen door professionals die niet lesbevoegd, maar wel pedagogisch bekwaam zijn om groepen te begeleiden.

 

Door deze wijziging van de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam 2019, waarbij aan bijlage 4 (Voorzieningen kwaliteit, schoolontwikkeling en lerarentekort) de voorziening Pilot omgaan met het lerarentekort wordt toegevoegd, kunnen schoolbesturen subsidie aanvragen voor het inzetten van een of meerdere externe professionals.

 

Het doel van deze voorziening is om scholen met een lerarentekort in staat te stellen hun leerlingen het verplichte aantal uren onderwijs, zoals vastgelegd in artikel 8, negende lid, onder b, van de Wet op het primair onderwijs en in artikel 12, eerste lid, onder b, van de Wet op de expertisecentra, te bieden.

Naar boven