Gemeenteblad van Amsterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2020, 348275 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2020, 348275 | Verordeningen |
Verordening van de raad van de gemeente Amsterdam tot wijziging van de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam 2019 in verband met het toevoegen van de voorziening Pilot omgaan met het lerarentekort (Wijzigingsverordening Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam 2019 (toevoegen voorziening Pilot omgaan met het lerarentekort))
De toelichting op de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam 2019 wordt als volgt gewijzigd:
Bijlage 4 (Voorzieningen kwaliteit, schoolontwikkeling en lerarentekort) bij de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam 2019 wordt als volgt gewijzigd.
Aan bijlage 4 wordt na hoofdstuk 5 een hoofdstuk toegevoegd, luidende:
Hoofdstuk 6 Voorziening pilot omgaan met het lerarentekort
Artikel 6.1 Begripsomschrijving
In deze voorziening wordt verstaan onder:
Artikel 6.2 Doel van de voorziening
Het doel van deze voorziening is om scholen met een lerarentekort in staat te stellen hun leerlingen het verplichte aantal uren onderwijs, zoals vastgelegd in artikel 8, negende lid, onder b, van de WPO en in artikel 12, eerste lid, onder b, van de WEC, te bieden door de inzet van externe professionals conform de beleidsregel.
Artikel 6.3 Subsidiabele activiteiten en de hoogte van de subsidie
Een aanvraag kan uitsluitend worden ingediend door een schoolbestuur voor een onder zijn gezag vallende school, indien deze school deelneemt aan het Experiment ‘Onderzoek naar een andere dag- en weekindeling in het kader van de noodmaatregelen voor het lerarentekort in het primair onderwijs in de gemeenten Amsterdam, Almere, Den Haag, Rotterdam en Utrecht’.
Artikel 6.6 Aanvraagtermijnen subsidies
In afwijking van artikel 6 van de VloA 2019 gelden de volgende aanvraagtermijnen:
Artikel 6.7 Bij de aanvraag in te dienen gegevens
In aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de VloA 2019 dient bij een aanvraag per school te worden verstrekt:
indien het college op grond van artikel 3.3, onder a, van bijlage 3 (Voorzieningen kansengelijkheid) bij de VloA 2019 subsidie heeft verleend voor de uitvoering van een maatwerkplan voor onderwijsinterventies op het gebied van verlengde leertijd en ouderbetrokkenheid, een beschrijving waaruit blijkt hoe de inzet van de externe professional(s) samenhangt met dit maatwerkplan.
In aanvulling op artikel 11, derde lid, van de VloA 2019 bevat de aanvraag tot subsidievaststelling een financieel overzicht van het aantal externe professionals dat het schoolbestuur voor een school heeft ingehuurd, waarbij per externe professional wordt gespecificeerd het aantal uur dat hij op school is ingezet uitgesplitst naar groepen en maanden, tegen welk uurtarief en de totale vergoeding die hij heeft ontvangen.
De toelichting op bijlage 4 (Voorzieningen kwaliteit, schoolontwikkeling en lerarentekort) bij de Verordening op het lokaal onderwijs Amsterdam 2019 wordt als volgt gewijzigd.
Het lerarentekort is vaak van een dusdanige omvang dat scholen de komende jaren genoodzaakt zijn het onderwijs tijdelijk anders te organiseren: het omgaan met tekorten. Scholen mogen er van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) met ingang van schooljaar 2020-2021 voor kiezen om maximaal 22 uur per maand een deel van het curriculum te laten verzorgen door professionals die niet lesbevoegd, maar wel pedagogisch bekwaam zijn om groepen te begeleiden. Hoewel een bevoegde leerkracht op iedere groep het ideaal is, is het de realiteit dat dit de komende jaren niet op alle scholen mogelijk is. Talentgebieden zoals burgerschap, kunst en cultuur, wetenschap en technologie lenen zich voor een alternatieve invulling, die de kansen van kinderen ten goede komt. Door met professionele aanbieders met expertise op deze thema’s een nauwe samenwerking aan te gaan, zijn scholen op meer gestructureerde wijze voorbereid op tekorten en blijft voor leerlingen hetzelfde aantal uren in stand. Het inzetten van deze professionals kan ook bijdragen aan het verminderen van de werkdruk onder leraren en schoolleiders, en aan een betere begeleiding van zij-instromers, doordat vrijkomende capaciteit daarvoor deels ingezet kan worden. Dit moet bijdragen aan het in stand houden van de basiskwaliteit op deze scholen.
Scholen in Amsterdam hebben in januari 2020 gezamenlijk een noodplan opgesteld en bij het ministerie van OCW ingediend. Op basis van dit noodplan en de noodplannen van scholen in de gemeenten Almere, Den Haag, Rotterdam en Utrecht, heeft het ministerie van OCW een beleidsregel opgesteld waarin experimenteerruimte wordt geboden. Amsterdam maakt met deze tijdelijke voorziening gebruik van die experimenteerruimte om de pilot ‘omgaan met tekorten’ uit het Amsterdamse noodplan mogelijk te maken.
Op basis van een subsidieaanvraag, wordt een subsidie verleend als bijdrage in de kosten van de inzet van een of meerdere externe professionals voor het onderwijs op een school. In de subsidieaanvraag moet de aanvrager aantonen welke inzet hij nodig heeft en op basis daarvan wordt de hoogte van de subsidie bepaald. Daarbij geldt wel dat er een maximum hoogte per schooljaar is op basis van schoolgrootte zoals omschreven in artikel6.3, derde lid En een vereiste is dat de school minimaal 60% co financiert.
Het subsidieplafond geldt voor beide aanvraagtermijnen. Indien het subsidieplafond ontoereikend is om alle aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie te honoreren, worden deze aanvragen afgehandeld in volgorde van het percentage lerarentekort van hoog naar laag. Het doelgroeppercentage weegt op het moment dat scholen met een gelijk percentage tekort zich melden. Scholen met een hoger doelgroeppercentage krijgen dan voorrang. Een aanvraag wordt hierbij vergeleken met aanvragen die in dezelfde aanvraagtermijn zijn ingediend.
Een school kan alleen aanspraak maken op de subsidie als deze school een tekort in de formatie heeft van minstens 5%. Een uitzondering daarop is wanneer er sprake is van een lerarentekort van minimaal 3% als gevolg van solidariteitsafspraken die voortvloeien uit het noodplan. Deze solidariteitsafspraken staan in het convenant Noodplan Lerarentekort Amsterdam d.d. 27 januari 2020 (artikel 3).
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 17 december 2020.
De voorzitter
Femke Halsema
De raadsgriffier
Jolien Houtman
Het lerarentekort is op een aantal scholen van een dusdanige omvang dat zij de komende jaren genoodzaakt zijn het onderwijs anders te organiseren: het omgaan met tekorten. Scholen mogen er van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met ingang van schooljaar 2020-2021 voor kiezen om maximaal 22 uur per maand een deel van het curriculum te laten verzorgen door professionals die niet lesbevoegd, maar wel pedagogisch bekwaam zijn om groepen te begeleiden.
Door deze wijziging van de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam 2019, waarbij aan bijlage 4 (Voorzieningen kwaliteit, schoolontwikkeling en lerarentekort) de voorziening Pilot omgaan met het lerarentekort wordt toegevoegd, kunnen schoolbesturen subsidie aanvragen voor het inzetten van een of meerdere externe professionals.
Het doel van deze voorziening is om scholen met een lerarentekort in staat te stellen hun leerlingen het verplichte aantal uren onderwijs, zoals vastgelegd in artikel 8, negende lid, onder b, van de Wet op het primair onderwijs en in artikel 12, eerste lid, onder b, van de Wet op de expertisecentra, te bieden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-348275.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.