Verordening van de raad van de gemeente Heemstede over speelautomaten (Verordening speelautomaten Heemstede 2020)

 

De raad van de gemeente Heemstede,

gelezen het voorstel van het college van 15 september 2020;

gelet op titel VA van de Wet op de kansspelen, het Speelautomatenbesluit 2000, artikel 2:39 van de vigerende Algemene Plaatselijke Verordening Heemstede en artikel 149 van de Gemeentewet;

gelet op de Wet Bibob en de Beleidsregel Bibob Heemstede;

besluit vast te stellen:

Verordening speelautomaten Heemstede 2020

 

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • APV: Algemene Plaatselijke Verordening;

  • beheerder(s): de natuurlijke persoon of personen die de onmiddellijke feitelijke leiding uitoefent of uitoefenen in een speelautomatenhal;

  • behendigheidsautomaat: een speelautomaat als omschreven in artikel 30, aanhef en onder b, van de wet;

  • exploitant: de natuurlijke of rechtspersoon die de speelautomatenhal exploiteert;

  • hoogdrempelige inrichting: een inrichting als omschreven in artikel 30, aanhef en onder d, van de wet;

  • kansspelautomaat: een speelautomaat als omschreven in artikel 30, aanhef en onder c, van de wet;

  • laagdrempelige inrichting: een inrichting als omschreven in artikel 30, aanhef en onder e, van de wet;

  • speelautomaat: een toestel als omschreven in artikel 30, aanhef en onder a, van de wet;

  • speelautomatenhal: een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder b, van de wet;

  • weg: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994;

  • wet: Wet op de kansspelen;

  • Wet Bibob: Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Hoofdstuk 2 Kansspelautomaten

Artikel 2 Kansspelautomaten

  • 1.

    De burgemeester kan voor een hoogdrempelige inrichting vergunning verlenen voor het aanwezig hebben van maximaal 2 kansspelautomaten.

  • 2.

    In laagdrempelige inrichtingen zijn kansspelautomaten niet toegestaan.

  • 3.

    De vergunning wordt verleend voor een periode van maximaal 3 jaar.

  • 4.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is van toepassing.

Hoofdstuk 3 Speelautomatenhal

Artikel 3 Vergunning algemeen

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te (doen) exploiteren.

  • 2.

    De burgemeester kan uitsluitend voor maximaal 1 speelautomatenhal een vergunning verlenen voor het deel van de gemeente dat op de bij deze verordening behorende kaart is aangegeven.

  • 3.

    De vergunning wordt verleend nadat de burgemeester geïnteresseerden gelegenheid heeft geboden mee te dingen naar deze vergunning. De burgemeester maakt bekend op welke wijze en op welk moment de gelegenheid tot mededinging wordt geboden.

  • 4.

    De burgemeester beoordeeld de aanvragen aan de hand van een vergelijkende toets.

  • 5.

    De burgemeester kan nadere regels stellen over de aanvraag- en verdelingsprocedure.

  • 6.

    In de vergunning is bepaald hoeveel speelautomaten in de speelautomatenhal aanwezig mogen zijn. Dit aantal mag niet hoger zijn dan 40.

  • 7.

    De vergunning wordt voor bepaalde tijd verleend met een maximum van 15 jaar.

Artikel 4 Indieningsvereisten aanvraag vergunning

  • 1.

    De exploitant dient de aanvraag voor een vergunning in met de volgende stukken:

  • a.

    een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarin is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en welk aantal kansspel- en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld;

  • b.

    een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken;

  • c.

    een verklaring omtrent het gedrag van de exploitant dan wel, indien de exploitant een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de statuten vertegenwoordigt(en) en van de beheerder, niet ouder dan 3 maanden;

  • d.

    de personalia in natuurlijk persoon (indien de exploitant een rechtspersoon is: alle gegevens tot aan de natuurlijke persoon) en personalia van de beheerder(s), voorzien van een kopie van een geldig legitimatiebewijs;

  • e.

    een volledig ingevuld en ondertekend vragenformulier in het kader van de Wet Bibob met bijlage en gevraagde documenten.

  • 2.

    De burgemeester kan nadere eisen stellen aan de in te dienen bescheiden.

Artikel 5 Beslistermijn

  • 1.

    De burgemeester beslist binnen twaalf weken na de datum waarop de aanvraag met bijbehorende bescheiden is ontvangen en die aanvraag volledig is.

  • 2.

    De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste twaalf weken worden verdaagd.

Artikel 6 Vergunning en voorwaarden

  • 1.

    De vergunning is persoonsgebonden.

  • 2.

    In de vergunning wordt de naam van de beheerder(s) vermeld.

  • 3.

    Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze hebben in elk geval betrekking op:

  • a.

    de openings- en sluitingstijden van de speelautomatenhal;

  • b.

    het toezicht in de speelautomatenhal;

  • c.

    het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld;

  • d.

    de exploitatie van de hal.

Artikel 7 Weigeringsgronden

  • 1.

    De burgemeester weigert de vergunning, naast de in de wet, Speelautomatenbesluit 2000 en de APV genoemde weigeringsgronden, als:

  • a.

    het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is verleend;

  • b.

    de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de weg voor het publiek toegankelijk is;

  • c.

    de beheerder de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft bereikt;

  • d.

    de exploitant of de beheerder onder curatele staat of bewind is ingesteld over één of meer aan hem toebehorende goederen, als bedoeld in Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek;

  • e.

    door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat / winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

  • f.

    de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan of omgevingsplan, dan wel een stadsvernieuwingsplan of leefmilieuverordening in de zin van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing;

  • g.

    de aanvraag wordt ingediend buiten het aanvraagtijdvak zoals bedoeld in artikel 3, derde lid.

  • 2.

    De burgemeester weigert de vergunning eveneens in het geval en onder voorwaarden, als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob.

  • 3.

    De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, gesteld in het eerste lid, onder c.

Artikel 8 Wijziging beheerder

  • 1.

    Indien een overeenkomstig artikel 6, tweede lid, in de vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de exploitant aanvraag tot wijziging van het beheer in.

  • 2.

    Indien bij deze wijziging sprake is van een nieuwe beheerder dient bij de aanvraag tot wijziging van het beheer de arbeidsovereenkomst tussen exploitant en beheerder van de hal, een kopie van het legitimatiebewijs van de nieuwe beheerder, Verklaring Omtrent Gedrag en het ‘GGZ Nederland certificaat verslavingsproblematiek voor speelautomatencentra’ te worden overgelegd.

  • 3.

    De wijzigingsvergunning wordt verleend voor de resterende duur van de verleende vergunning.

Artikel 9 Intrekkingsgronden

De burgemeester kan de vergunning intrekken als:

  • a.

    blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

  • b.

    de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder e;

  • c.

    gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

  • d.

    de exploitant of de beheerder, tenzij deze laatste uit zijn dienstbetrekking met onmiddellijke ingang door de ondernemer wordt ontslagen, in enig opzicht van slecht levensgedrag getuigt, onder curatele staat (staan) of bewind is ingesteld over één of meer aan hen toebehorende zaken;

  • e.

    de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken;

  • f.

    de exploitant of een beheerder niet langer voldoet aan de eisen zoals gesteld in de wet, het Speelautomatenbesluit 2000, de APV, Wet Bibob of deze verordening;

  • g.

    de exploitant hierom verzoekt.

Artikel 10 Vervallen vergunning

De vergunning vervalt als:

  • a.

    de beslissing op een aanvraag voor een nieuwe vergunning voor het exploiteren of doen exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden;

  • b.

    bij overlijden van de exploitant;

  • c.

    geen aanvraag is ingediend binnen zes maanden na het verlies van hoedanigheid van beheerder als bedoeld in artikel 8.

Hoofdstuk 4 Overige bepalingen

Artikel 11 Sanctie

Overtreding van artikel 3 van deze verordening en van krachtens dat artikel gegeven voorschriften wordt, voor zover daartegen niet reeds bij wet of algemene maatregel van bestuur is voorzien, gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 12 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bij deze verordening bepaalde zijn belast de bij besluit van de burgemeester aan te wijzen personen, ieder voor zover het feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 13 Intrekking oude regeling

De Verordening Speelautomaten Heemstede, vastgesteld bij raadsbesluit van 30 juni 2011, wordt ingetrokken.

Artikel 14 Overgangsrecht

  • 1.

    De op grond van de onder artikel 14 ingetrokken Verordening Speelautomaten Heemstede verleende vergunningen, worden geacht te zijn verleend overeenkomstig de bepalingen van deze verordening.

  • 2.

    De op het moment van het inwerkingtreden van deze verordening reeds verleende vergunning voor het exploiteren van een speelautomatenhal, wordt aangemerkt als een vergunning krachtens deze verordening. De looptijd van deze vergunning wordt verlengd met 3 jaar tot 2025.

  • 3.

    Aanvragen om vergunningen die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze verordening en waarop nog niet is beslist, worden afgehandeld met toepassing van deze verordening.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 december 2020.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening speelautomaten Heemstede 2020.

 

Vastgesteld door de raad op 26 november 2020.

Naar boven