Gemeenteblad van Urk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Urk | Gemeenteblad 2019, 96453 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Urk | Gemeenteblad 2019, 96453 | Beleidsregels |
Handhavingsuitvoeringsprogramma 2019
Dit handhavingsuitvoeringsprogramma (hierna: HUP 2019) geeft inzicht in de taken die de gemeente Urk in 2019 uitvoert op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving, welke capaciteit daarmee gemoeid is en wat de gewenste resultaten zijn.
Gemeenten hebben te maken met een toezichthouder per beleidsdomein in het kader van Interbestuurlijk Toezicht (IBT). De provincie is de toezichthouder voor onder meer: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), archief, financiën, ruimtelijke ordening, huisvesting en milieu. Het opstellen van het uitvoeringsprogramma per beleidsdomein is een wettelijke verplichting. Jaarlijks stellen gemeenten een HUP op om de provincie inzicht te geven in de uitvoering van hun wettelijke taken.
Dit HUP is toegespitst op het beleidsdomein Wabo. Volgens de Wabo-kwaliteitscriteria moet het uitvoeringsprogramma tenminste de volgende onderdelen bevatten:
1.1 Doel van het Uitvoeringsprogramma
Het HUP maakt inzichtelijk hoe de beschikbare capaciteit en middelen worden ingezet op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Verder geeft het inzicht in de gestelde uitvoeringsdoelen en de gegevens die moeten worden gemonitord om na te kunnen gaan of de uitvoeringsdoelstellingen zijn behaald.
Ook geeft het HUP aan waar geen capaciteit voor vrij is gemaakt. Daarmee is het zowel binnen de organisatie als daarbuiten duidelijk wat men kan vragen en verwachten op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving.
Het HUP 2019 wordt door het college bekendgemaakt aan de gemeenteraad. Daarnaast wordt dit programma toegezonden aan het waterschap, de provincie, veiligheidsregio en de politie. Met de OFGV (Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek) die namens de gemeente vergunningverlening, toezicht en handhaving met betrekking tot milieutaken uitvoert, zijn werkafspraken gemaakt. Het Uitvoeringsprogramma 2019 van de OFGV is als bijlage bij dit HUP gevoegd.
1.2 Uitvoeringsprogramma in één oogopslag
De tabel in bijlage 2 geeft het HUP 2019 in een oogopslag weer. In de linker kolom staan alle taken die samen het speelveld van vergunningverlening, toezicht en handhaving vormen.
De eenheid op basis waarvan geprogrammeerd wordt is het product. Een product kan betrekking hebben op één of meerdere taken uit het schema van bijlage 2. Een product is aangeduid met een nummer. Uit de tabel kan afgeleid worden hoeveel capaciteit gekoppeld is aan een product.
Niet voor alle toezichts- en handhavingstaken kiezen we voor een actieve, programmatische aanpak. Bij taken met een lage(re) prioriteit treden we alleen reactief op. Dit optreden kan zijn naar aanleiding van klachten/ meldingen, ambtelijke constateringen of bestuurlijke wensen.
De manier van aanpak van de handhavingstaken is onder te verdelen in drie categorieën:
Programmatische werkzaamheden - handhavingstaken die proactief opgepakt worden. Deze taken komen voort uit de naleving van de Wabo (o.a. bouwtoezicht, brandveiligheid, ruimtelijke ordening) de Algemene plaatselijke verordening, Afvalstoffenverordening (overlast in de openbare ruimte), de Drank- en Horecawet en de Wet op de kinderopvang.
Reactieve werkzaamheden - werkzaamheden die veelal aanvangen nadat een aanvraag om vergunning, melding of ontheffing is binnengekomen. Dit bemoeilijkt het maken van een sluitende jaarplanning. Aan de hand van het handhavingsbeleid 2016-2019 is een risicoanalyse opgesteld. Op basis daarvan is voor 2019 de verwachte workload in beeld gebracht voor vergunningverlening, gebaseerd op een gemiddelde van de jaren 2016 t/m 2018.
De reactieve werkzaamheden voor toezicht en handhaving komen voort uit klachten/meldingen van burgers, bedrijven, bestuurders of signaaltoezicht van collega’s. De op te pakken klachten/meldingen kunnen betrekking hebben op alle integrale handhavingstaken. Er is de laatste jaren een duidelijk stijgende lijn waar te nemen in deze werkzaamheden.
Uitbestede werkzaamheden - gemeente Urk heeft een aantal van haar toezichthoudende taken uitbesteedt aan particuliere adviesbureaus, aan andere overheidsorganen of aan regionale diensten. Daarbij zijn schriftelijke afspraken gemaakt over, o.a. de taakbeschrijving, de bevoegdheidsverdeling en de wederzijdse verplichtingen en aansprakelijkheden. In paragraaf 1.4 is een opsomming gemaakt van uitbestede werkzaamheden.
1.4.1 Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek
De provincies Flevoland en Noord-Holland en de Flevolandse gemeenten plus de gemeenten uit de Gooi en Vechtstreek hebben in 2012 de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (OFGV) opgericht. De gemeente Urk is één van de deelnemers aan de OFGV. De vestigingsplaats van de Omgevingsdienst is Lelystad.
Alle deelnemende partijen hebben minimaal het basistakenpakket ondergebracht bij de OFGV. Het basispakket heeft betrekking op vergunningen, toezicht en handhaving van milieuregelgeving binnen inrichtingen. In bijlage 5 is een overzicht van de taken die bij de OFGV zijn ondergebracht weergegeven.
De invulling van de milieutaken die de OFGV voor gemeente Urk uitvoert is te lezen in het Uitvoeringsprogramma OFGV 2019 van de gemeente Urk. Dit Uitvoeringsprogramma is als bijlage toegevoegd.
1.4.2 Gemeentelijke gezondheidsdienst Flevoland
De gemeente is verantwoordelijk voor de kinderopvang. Het toezicht hierop is wettelijk ondergebracht bij de GGD. Voor onze gemeente voert de GGD Flevoland op basis van risicoprofielen inspecties uit bij kindercentra, gastouderbureaus en peuterspeelzalen. Ook worden jaarlijks een percentage van de gastouders gecontroleerd. De eventuele handhaving die hierop volgt wordt uitgevoerd door de gemeente Urk.
Dit Uitvoeringsprogramma bestaat uit vier hoofdstukken, met uitzondering van de inleiding. De eerste drie hoofdstukken beslaan elk een eigen onderwerp en zijn per hoofdstuk als volgt gestructureerd:
De hoofdstukken sluiten af met een tabel waarin wordt opgesomd wat er actief zal worden opgepakt in 2019 met betrekking tot het onderwerp. De tabellen geven antwoord op de volgende vragen: wat wordt er opgepakt, waarom wordt dit opgepakt, hoe wordt dit opgepakt, op welke doelgroep is de interventie gericht en hoeveel uren zijn hiermee gemoeid.
Het laatste hoofdstuk, hoofdstuk vijf, zal ingaan op de personele capaciteit en financiële middelen die noodzakelijk zijn om het Uitvoeringsprogramma uit te kunnen voeren.
Als laatst is er een aantal bijlagen toegevoegd, namelijk:
Hoofdstuk 2: Bouwen en ruimtelijke ordening
2.1.1 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen
Dit wetsvoorstel regelt de invoering van een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen. Hiermee wordt de positie van particuliere en zakelijke bouwconsumenten versterkt. Door de toenemende complexiteit in de bouw is herziening van het huidige stelsel van kwaliteitsborging noodzakelijk. Hiermee wordt de relatie tussen de opdrachtgever, de bouwconsument, en de bouwende partijen evenwichtiger.
Het wetvoorstel is op 21 februari 2017 aangenomen door de Tweede Kamer. Op verzoek van de minister van BZK is de stemming over het voorstel uitgesteld. Wat dit uiteindelijk voor de wet gaat betekenen is onduidelijk. De wet wordt in ieder geval uitgesteld tot 2019. In 2019 zullen wij de ontwikkelingen rondom deze nieuwe wet volgen. Verdere acties zijn nu nog niet nodig.
Voor alle nieuwbouw, zowel woningbouw als utiliteitsbouw, geldt dat aanvragen van de omgevingsvergunning vanaf 1 januari 2020 moeten voldoen aan de eisen voor Bijna Energie Neutrale Gebouwen (BENG).
De Europese richtlijn EPBD stelt dat overheidsgebouwen een voorbeeldfunctie hebben. Daarom moeten nieuwe overheidsgebouwen bij aanvraag van de omgevingsvergunning vanaf 1 januari 2019 al aan de BENG-eisen voldoen. Voor alle overige nieuwbouw (woningbouw en utiliteitsbouw) geldt dat vanaf 1 januari 2020.
Na 2024 zijn asbestdaken in Nederland naar verwachting verboden. De Tweede Kamer stemde dinsdag 16 oktober 2018 met brede steun in met het wetsvoorstel. Dit wetsvoorstel maakt een asbestdakenverbod daadwerkelijk mogelijk. De Eerste Kamer stemt in 2019 over dit voorstel. Dit betekent dat eigenaren van gebouwen met asbesthoudende dakbedekking deze dan moeten verwijderen. Hierbij maakt het niet uit of dit dak in bezit is van een particulier, een bedrijf of de overheid. Ook de toestand van het dak is niet relevant voor het verbod.
In 2018 heeft Readaar in opdracht voor de Provincie Flevoland een inventarisatie van asbestdaken uitgevoerd in de gemeente Urk. Readaar heeft op basis van luchtfoto’s ingeschat of een pand een asbestverdacht type dakbedekking heeft. De inventarisatie van Readaar is geen vervanger van een SC 540 onderzoek1.
In totaal zijn 10580 panden beoordeeld, daarvan zijn er 377 als verdacht aangewezen. Dit is 3,6% van het totaal aantal panden. Het percentage verdacht dakoppervlak bedraagt 2,0%. Het percentage verdacht dakoppervlak is lager dan het percentage verdachte panden, waaruit we de conclusie trekken dat de verdachte panden gemiddeld kleiner van omvang zijn.
De inventarisatie met verdachte asbestdaken van Readaar zal als basis gebruikt worden door de toezichthouder voor het doen van nader onderzoek. Aan de hand van de resultaten van het onderzoek van de toezichthouder zal nagedacht worden over de vervolgstappen met name over het informeren van de inwoners.
In 2016 is landelijk de Erfgoedwet (voorheen de Monumentenwet 1988) van kracht geworden. Het door de VNG ontwikkelde model is door de Gemeente Urk overgenomen en waar nodig aangepast. De Raad van de gemeente Urk heeft in november 2017 het voorstel overgenomen om de oude Monumentenverordening 2006 te vervangen voor de Erfgoedwet Urk 2017. Een gevolg van de gewijzigde regelgeving is dat de Monumentencommissie Urk nu Erfgoedcommissie Urk heet.
Het college heeft februari jl. ingestemd met het evalueren en actualiseren van het huidige welstandsbeleid. De planning is om voor de zomer het bestaande beleid te evalueren en na de zomer nieuw beleid te formuleren.
Door omstandigheden hebben twee leden de Erfgoedcommissie verlaten. Deze vacatures worden opnieuw ingevuld nadat nieuw beleid is geformuleerd. De verwachting is dat eind 2019 begin 2020 een nieuwe Erfgoedcommissie is gevormd met twee nieuwe leden.
2.2.3 Monumenten & archeologie
Momenteel wordt voor de oude begraafplaats, die in 2016 aangewezen is al gemeentelijk monument, nagedacht over wat belangrijk is om te bewaren. Op deze manier kan namelijk het verhaal van de oudste begraafplaats van Flevoland in leven worden gehouden. Hierbij aansluitend wordt ook de optie onderzocht om de oude begraafplaats onder te brengen in een stichting, in combinatie met het museum.
Verder loopt voor de nieuw te ontwikkelen wijk Zeeheldenwijk een onderzoek naar de aanwezigheid van archeologische bodemschatten. Begin april 2018 is het verkennend booronderzoek afgerond. Momenteel wordt er nagedacht over de vertaalslag van het onderzoek, met andere woorden hoe om te gaan met de (mogelijke) aanwezige waarden in het plangebied. Behoud in situ staat voorop en waar nodig vindt een veiligstellende opgraving plaats.
2.2.4 Wet Voortgang Energietransitie (Wet Vet)
Op 1 juli 2018 is de Wet Voortgang Energietransitie (Wet Vet) in werking getreden. Hierin is bepaald dat de gasaansluitplicht voor nieuwbouw vervalt. De oude verplichting voor de netbeheerder uit artikel 10, lid zes en zeven, van de Gaswet van ‘het een ieder die verzoekt tot een aansluiting op het gas te voorzien van een aansluiting’ is per 1 juli 2018 vervallen voor een nieuw te bouwen bouwwerk. Het Bouwbesluit 2012 schrijft dan ook niet meer voor dat een te bouwen bouwwerk, naast een aansluiting op het distributienet voor elektriciteit en warmte, is aangesloten op het distributienet voor gas. Hier is wel een uitzondering op, namelijk het college van burgemeester en wethouders (hierna het college) van een gemeente hebben de mogelijkheid om een gebied aan te wijzen waar aansluiting op het gastransportnet strikt noodzakelijk is om zwaarwegende redenen van algemeen belang.
Op 3 juli 2018 heeft het college van de gemeente Urk besloten dat er momenteel geen gebruik van de regeling wordt gemaakt. Indien zich situaties voordoen dat er gebruik van de regeling gewenst is, wordt van geval tot geval beoordeeld of van de afwijkingsmogelijkheid gebruik kan worden gemaakt.
De gemeente Urk wil juist inspelen op de ontwikkeling om gasloos te bouwen door in de nieuwbouwwijk Zeeheldenwijk te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn.
Verder is de gemeente Urk bezig met HVC een onderzoek te doen naar de haalbaarheid van het toepassen van omgevingswarmte/-koude voor bedrijven en woningen op Urk. Op dit moment wordt de vrijkomende warmte van de visverwerkende bedrijven geïnventariseerd. Het is de verwachting dat in maart/april 2019 het onderzoeksrapport wordt opgeleverd. De warmtetransitie met gebruik van restwarmte biedt voor Urk kansen om een bijdrage te leveren aan de CO2 beperking. Verder onderzoek moet uitwijzen hoe de verdere aanpak moet zijn. Parallel aan het haalbaarheidsonderzoek werkt Urk aan een bodemenergiebeleid samen met de provincie Flevoland en Omgevingsdienst.
Noordelijk Flevoland zit economisch weer in de lift. Bedrijven groeien en investeren, de werkgelegenheid stijgt. Dat is terug te zien in de vraag naar bedrijfsgrond. Waar in Noordelijk Flevoland tijdens de crisisjaren de uitgifte van grond op bedrijfslocaties opdroogde, is de laatste jaren weer een positieve ontwikkeling zichtbaar. Door deze ontwikkeling wordt er een nieuw bedrijventerrein ontwikkeld in de gemeente Urk. Komende jaren worden de eerste stappen gezet in een bestemmingsplanprocedure. Hiervoor zijn de eerste onderzoeken al uitgezet.
De gemeente Urk en de Stichting Het Flevo-landschap hebben in overleg met de provincie Flevoland, de gemeente Noordoostpolder en het waterschap Zuiderzeeland een plan ontwikkeld voor de aanleg van natuur in het Urkerveld. Het doel van het plan is om een open, toegankelijk en leefbaar natuurgebied te creëren, waarbij ook aandacht is voor cultuurhistorie, educatie en recreatie. De ontwikkeling van het gebied heeft betrekking op circa 29 hectare. Het bestemmingsplan treedt medio 2019 in werking.
De provincie Flevoland is voornemens een buitendijkse haven te realiseren ten zuiden van Urk, binnen de gemeentegrenzen van Urk. De ontwikkeling van de servicehaven versterkt de regionale economie en is noodzakelijk voor het behoud en groei van de werkgelegenheid. De haven valt onder de gemeentegrens van Urk, maar de vaarroute onder de gemeentegrens van Dronten. Daarnaast komen in de haven bedrijven te liggen met zware milieucategorieën. Hierdoor komen de milieucontouren van enkele bedrijven buiten de gemeentegrens van Urk te liggen. Het is wenselijk dat deze contouren binnen de grenzen van de gemeente Urk komen te liggen. De gemeente Urk heeft hierover gesprekken gevoerd met de gemeente Dronten. Een grenscorrectie zorgt ervoor dat het hele gebied die benodigd is voor de buitendijkse haven onder het grondgebied van de gemeente Urk komt te vallen.
ISOR staat voor Informatie Systeem Overige Ramptypen. Het ISOR heeft tot doel om risico gevaarlijke objecten te registreren. Deze informatie kan worden ingevoerd via het internet. Hiertoe is een gecombineerde website met het Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen (RRGS) actief. Het voornemen is om in 2019 het ISOR up-to-date te maken voor de gemeente Urk. Het cluster Bouw- en Woningtoezicht zal deze taak op zich nemen.
2.2.7 Nota Regionaal Beleidskader Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH) 2019-2022
Met de invoering van de Wet Vergunningen, Toezicht en Handhaving in 2017 is het college van burgemeester en wethouders van de gemeente verplicht om beleid voor de uitvoering te maken. Dit geldt ook voor taken die zijn uitbesteed zoals aan de Omgevingsdienst Flevoland, Gooi & Vechtstreek (OFGV).
Conform de wet dient het uitvoeringsbeleid te zijn afgestemd met alle partners; zodat voor alle, aan de OFGV deelnemende, gemeenten en provincies dezelfde procedures worden gevolgd door de OFGV in de uitvoering van haar taken. Het was een heel proces om tot overeenstemming te komen tussen alle partijen. De provincies Flevoland en Noord-Holland hebben hier een positieve rol in gespeeld.
Dit alles heeft geresulteerd in de nota Regionaal Beleidskader Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH) 2019-2022. Belangrijk is dat de provincies hebben aangegeven dat met deze nota wordt voldaan aan de wettelijke eis. De OFGV heeft aangegeven met deze beleidsnota te kunnen en willen gaan werken de komende jaren. Er is een brief van de provincies Flevoland en Noord-Holland gezamenlijk, verzonden aan alle betrokken gemeentebesturen, waarin zij verzoeken om het Regionaal Beleidskader VTH 2019-2022 vast te stellen voor de uitvoering van de aan de OFGV uitbestede taken. Binnen de gemeente Urk zal dat plaatsvinden in maart 2019. In 2022 wordt het Regionaal Beleidskader VTH geëvalueerd en geactualiseerd
2.2.8 De Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang
De wetgeving voor kinderdagverblijven en buitenschoolse opvanglocaties is per 1 januari 2018 veranderd. Dan gaat de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (Wet IKK) in. Sommige delen van de wet gaan in per 1 januari 2019. Er komen strengere eisen aan pedagogisch medewerkers en de ontwikkeling van kinderen wordt beter gevolgd. De Inspectie kinderopvang van de GGD controleert of de kinderdagverblijven en buitenschoolse opvanglocaties voldoen aan deze nieuwe wet en adviseert de gemeente bij eventuele handhavingszaken. Het aanpassen aan de nieuwe wet betekent extra werk voor de GGD als toezichthouder. De gevolgen voor de afdeling VTH hangt af van de vraag in hoeverre kinderopvanglocaties meteen voldoen aan de nieuwe wet.
De Rijksoverheid is druk bezig met de invoering van de Omgevingswet. Deze wet zal 26 bestaande wetten over de fysieke leefomgeving gaan vervangen. Waarschijnlijk treedt deze wet op 1 januari 2021 in werking. De VTH-taken zullen in de Omgevingswet bijna niet veranderen. Daarom zal de juridische impact van deze nieuwe wet voor de gemeente Urk klein zijn.
Om de Omgevingswet uit te voeren wil onze gemeente dat we ons gedrag, de manier van werken en houding veranderen. De nieuwe wet moet ervoor zorgen dat ons werk eenvoudiger, duidelijker, beter en sneller voor de klant gaat. Hiervoor is het nodig dat al ons beleid, plannen en regels beter op elkaar worden afgestemd.
Zo kunnen vergunningen eenvoudiger en sneller worden verleend. De nieuwe wet moet gaan zorgen voor:
In 2017 heeft, in samenwerking met Antea Group, een impactanalyse plaatsgevonden. In deze analyse is gekeken naar de huidige situatie, de gewenste situatie en de ambitie van de gemeente Urk. Dit jaar zal een plan van aanpak worden opgesteld voor de implementatie van de Omgevingswet, waarbij de impactanalyse als basis zal worden gebruikt. Ook wordt dit jaar voorgesorteerd op het daadwerkelijk implementeren van de Omgevingswet. Om dit te kunnen bewerkstelligen, is besloten om per 1 april een projectleider in te huren voor 18-24 uur per week.
2.3 Wat gaan wij actief oppakken in 2019
Hoofdstuk 3: Algemene Plaatselijke Verordening (Apv)
In de afgelopen jaren is het aantal evenementen toegenomen. Ook de belangstelling voor evenementen neemt toe; evenementen trekken steeds meer publiek. Dit is een positieve ontwikkeling voor gemeenten.
Daarnaast hebben andere factoren een landelijke focus op evenementen gelegd. Verschillende incidenten, sommige met dodelijke afloop, vormden de oorzaak om alerter naar vergunningaanvragen te kijken. Aanscherping van het evenementenbeleid en/of het proces rondom vergunningverlening is hierdoor bij veel gemeenten op de agenda gekomen. Dit geldt ook voor de gemeente Urk.
Eind 2018 is door het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) het ondermijningsbeeld voor de gemeente Urk opgeleverd. Het ondermijningsbeeld is een verslag van een exploratief onderzoek naar ondermijnende criminaliteit in de gemeente Urk, zoals verwoord door professionals van de gemeente en andere veiligheidspartners. Daarnaast geeft het RIEC aanbevelingen over hoe de ondermijnende criminaliteit aan te pakken.
Naar aanleiding van het ondermijningsbeeld zullen wij dit jaar in samenwerking met de driehoekspartners (politie en het Openbaar Ministerie) een plan van aanpak opstellen voor de komende jaren. In dit plan van aanpak staan concrete actiepunten benoemd om ondermijning in onze gemeente tegen te gaan. In 2019 zullen we daarnaast een begin maken met het uitvoeren van enkele actiepunten. Dit alles is erop gericht om het faciliteren van criminele activiteiten door de overheid (bijv. via vergunningen) en andere partijen of bedrijven te voorkomen.
3.2.2 Digitaal Opkopers Register (DOR)
Ter voorkoming van heling van gestolen goederen is besloten om actief het verplicht bij te houden register van handelaren te controleren. Handelaren kunnen voor hun registratieplicht gebruik maken van een papieren register, maar ook van het Digitaal Opkopers Register. Beide registers zijn door de gemeente aangewezen als in- en verkoopregister zoals bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening. Het voordeel van het digitale systeem is dat de politie automatisch bericht krijgt, wanneer een goed wordt ingevoerd dat als gestolen geregistreerd staat. De snelheid van uitwisseling van gegevens met de politie vergroot de pakkans van helers, inbrekers en veelplegers. Daarbij wordt het steeds lastiger gemaakt om gestolen goederen te verkopen.
In 2018 zijn aan de hand van gegevens uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK) de opkopers in de gemeente Urk geïnformeerd over de registratieplicht en het Digitaal Opkopers Register. Om naleving van de registratieplicht te bevorderen, gaat de gemeente Urk in 2019 controles uitvoeren op de registers. Hierbij zal de focus liggen op goederen waarvan bekend is dat deze vaak in verband gebracht worden met heling zoals sieraden, fietsen en elektronica. Tegen opkopers die zich niet aan de geldende regelgeving houden kan de gemeente bestuursrechtelijk optreden.
3.2.3 Evenementenbeleid en pilot vergunningverlening
In de tweede helft van 2018 is het evenementenbeleid opgesteld, waarbij gebruik gemaakt wordt van een risicoanalysemodel. In verband met de wens van het bestuur om het evenementenbeleid voor te leggen aan de raad, zal vaststelling pas in de eerste helft van 2019 plaatsvinden.
De gemeente Urk heeft zich ingezet voor de regionale pilot van de Veiligheidsregio om een digitaal systeem op te zetten voor het verwerken van vergunningaanvragen. Helaas is deze pilot vroegtijdig tot een eind gekomen wegens te weinig draagvlak in de regio.
Daarnaast gaat in 2019 een extern bureau, Event Safety Institute (ESI), het vergunningverleningsproces begeleiden bij Urk in Wintersferen. Ook zal de komst van een nieuwe evenementencoördinator het vergunningverleningsproces moeten verbeteren en versoepelen.
De blauwe zone in het Oude dorp van Urk is in oktober 2017 ingevoerd. Een jaar na invoering is er een evaluatie gehouden onder de bewoners van en bezoekers aan het Oude dorp om de ervaringen te peilen. Het doel van de blauwe zone is de leefbaarheid van het dorp te verbeteren. In oktober 2018 is de enquête gedurende 4 weken uitgezet en zijn de resultaten vervolgens uitgewerkt in een rapport. De belangrijkste actiepunten worden hieronder kort toegelicht:
3.3 Wat gaan wij actief oppakken in 2019
Bevorderen van naleving van voorschriften van de volgende onderwerpen: verkeer, brandveiligheid, constructieve veiligheid. |
Uit ervaring van de toezichthouder is gebleken dat deze onderwerpen meer controle vereisen om de veiligheid van evenementen-bezoekers te waarborgen. |
Door 75% van de totale jaarlijkse hoeveelheid evenementen hierop te controleren. |
Evenemen-tenorgani-satoren in brede zin. Organisa-toren die in het verleden nalatigheid in voorschriften hebben getoond in het bijzonder. |
||
Het aanpakken van glaswerkoverlast (gebroken flessen, bierglazen op straat) in de uitgaansgebieden. |
Vanuit de bevolking komen veel klachten binnen over gebroken glas op straat. Dit probleem is ook door wijkbeheer geconstateerd; zij worden steeds vaker opgeroepen om in deze gebieden glas op te ruimen. |
Het gesprek met uitbaters is niet verlopen als gehoopt. Probleem wordt nu opgepakt door wijkbeheer. Iedere maandag wordt een rondje gemaakt om uitgaansgebieden schoon te maken. |
|||
Zwerfafval is veel mensen een doorn in het oog. Het is al het afval dat - bewust of onbewust - is achtergelaten of beland op plekken waar het niet hoort, bijvoorbeeld op straat of in de natuur. De meest gangbare soorten zwerfafval zijn: verpakkingsmaterialen (snoepwikkels, blikjes en patatbakjes), sigarettenpeuken en kauwgomresten. |
In 2018 is een initiatief opgericht in samenwerking met Caritas Urk2 om zwerfafval tegen te gaan. Elke dinsdagmiddag prikken een groep vrijwilligers een deel van Urk schoon. Ook dit jaar zal er voorlichting worden gegeven aan basisscholen door het Clean Team als het gaat om zwerfafval. Daarnaast doet Wijkbeheer, samen met de basisscholen en buurtverenigingen, mee aan de landelijke acties van Mooi-schoon. Begin 2019 is een sticker campagne door Wijkbeheer gestart met Urker leuzen om zwerfafval te voorkomen |
||||
Inzetten op de naleving van de parkeerschijfzone (blauwe zone) in het Oude Dorp. |
De blauwe zone in het Oude dorp van Urk is in oktober 2017 ingevoerd. Het doel van de blauwe zone is de leefbaarheid en toegankelijkheid van het dorp te verbeteren en waarborgen. |
Dagelijkse controlerondes door de nieuwe toezichthouder/ BOA. |
|||
Het waarborgen van de veiligheid en de (vlotte) doorstroming van het verkeer en het voorkomen van schade en overlast door het verkeer aan anderen. Dit is ook als aandachtspunt uit de Veiligheidsmonitor naar voren gekomen. |
Dagelijkse controlerondes door de nieuwe toezichthouder / BOA. |
||||
Vanuit de bevolking komen veel klachten binnen over hondenoverlast. Dit is tevens naar voren gekomen in de resultaten van de Veiligheidsmonitor 20173 die medio 2018 bekend zijn gemaakt. |
Het schrijven van een plan van aanpak voor het tegengaan van loslopende honden en het niet gebruiken van hondenpoepzakken. Tevens is hondenoverlast een punt van aandacht bij dagelijkse controlerondes van de toezichthouder / Boa. |
||||
Inzetten op de naleving van de registratieplicht (via het Digitaal Opkopers Register of papieren register) voor bedrijven die tweedehands goederen op- of verkopen. |
Bedrijven die handelen in tweedehands goederen zijn verplicht hun producten te registreren. Gezien de beperkte aanmeldingen van bedrijven voor het Digitaal Opkopers Register, is het vermoeden dat dit nog weinig gebeurt. Door op de naleving in te zetten, zal het gebruik en daarmee de voordelen van de registraties in het kader van helingbestrijding toenemen. |
In samenwerking met de politie controles uitoefenen op bedrijven die handelen in tweedehands goederen. |
De nadruk ligt op de bedrijven die goederen verkopen die veel gestolen worden (sieraden, fietsen en elektronica). |
Hoofdstuk 4: Drank- en horecawet (DHW)
4.2 Ontwikkelingen binnen de gemeente Urk
De gemeente Urk heeft een redelijk constant horecabestand. In 2018 heeft de gemeente besloten om het toezicht zelf te gaan uitvoeren in verband met de komst van de nieuwe extra toezichthouder/Boa. Hierdoor gaan we ervan uit dat we sneller in kunnen zetten op klachten en meldingen.
Tevens is er in 2018 een begin gemaakt met het actualiseren en controleren van alle bestaande drank- en horecawet vergunningen. Hierbij wordt de gemeente bijgestaan door Bureau Horeca Bijzondere Wetten (BHBW). Zij zijn op declaratiebasis ingehuurd. Gelet op de omvang van het project is de verwachting in de zomer van 2019 weer een actueel vergunningenbestand te hebben.
4.3 Wat gaan wij actief oppakken in 2019
Hoofdstuk 5: Personele capaciteit en middelen
Om het Uitvoeringsprogramma uit te kunnen voeren, zijn personele capaciteit en financiële middelen noodzakelijk. Hieronder wordt dit inzichtelijk gemaakt.
5.1.1 Handhavingsjurist fysieke leefomgeving
Per 1 februari 2019 is een nieuwe handhavingsjurist Fysieke Leefomgeving werkzaam bij de gemeente Urk. De handhavingsjurist is voor 0,7 Fte ofwel 24 uur per week aangenomen (960 uur op jaarbasis) en dit betreft een uitbreiding van de huidige formatie. De Raad heeft hier 16 februari 2017 over besloten. In bijlage 2 zijn de uren van de handhavingsjurist opgenomen.
5.1.2 Beschikbare financiële capaciteit
Conform afspraken met de provincie zijn wij in 2017 begonnen met het ontwikkelen van een systematiek voor het inzichtelijk maken van de benodigde capaciteit van de VTH taken. Om dit te bereiken is een werkgroep samengesteld met de afdeling financiën. Als eerste heeft de werkgroep een analyse gemaakt waarin onder andere de volgende elementen zijn behandeld: wat valt er allemaal onder VTH, wie zijn er belast met VTH taken, welke apparatuur en instrumenten worden er gebruikt et cetera.
Op basis van de resultaten van de analyse is een tweede stap gezet. De resultaten van de analyse zijn gekoppeld met de begroting om zo te achterhalen onder welke kostenposten VTH gerelateerde zaken zijn ondergebracht. Het resultaat hiervan is te zien in bijlage 1.
In bijlage 1 is te zien dat in de begroting van 2019 een bedrag van € 2.570.374 beschikbaar is voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. Bedoeld bedrag is in de begroting op verschillende kostenposten ondergebracht. In de tabel is per onderwerp de benodigde capaciteit opgenomen van personele en materiële inzet, diensten en leveringen derden, inhuur, apparatuur en instrumenten.
Ook is de overhead toegevoegd in de tabel. Een overhead bestaat uit alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Het primaire proces zijn de kerntaken van de gemeente ofwel de uitvoering. Tot de overhead behoren alle functies die dit doel dienen. De overheadfuncties staan dus niet rechtstreeks ten dienste van de klant. Ze leveren indirect een bijdrage aan het functioneren van de gemeente.
Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft geen wijze van overheadberekening voor. Voor de gemeente Urk staat de overhead op 79,8%. In de overhead zijn ICT-middelen zoals telefoons en Ipads opgenomen, maar ook werkkleding, opleiding en helpdeskondersteuning zijn in de overhead opgenomen.
Concluderend blijkt uit bijlage 1 dat de beschikbare capaciteit voor vergunningverlening, toezicht en handhaving financieel gedekt is in de begroting 2019.
5.1.3 Beschikbare personele capaciteit
Bijlage 2 geeft de beschikbare formatie aan om de verschillende taken van het HUP 2019 uit te voeren. In het overzicht is uitgegaan van 1.600 effectieve uren per Fte.
Beschikbare uren voor vergunningen
Voor vergunningen inclusief APV en de juridische toetsing zijn 7.500 effectieve uren beschikbaar. Dit staat gelijk aan 4,7 Fte.
Beschikbare uren voor toezicht en handhaving
Uit bijlage 2 blijkt dat voor de uitvoering van de voorgenomen taken in het Uitvoeringsprogramma voor toezicht en handhaving 7.460 effectieve uren nodig zijn. Dit staat gelijk aan 4,7 Fte.
Beschikbare uren voor leidinggevende werkzaamheden
In bijlage 2 zijn de uren voor de leidinggevende niet opgenomen. De uit te voeren taken zijn verdeeld over twee eenheden namelijk Dienstverlening en Ruimte en Beheer. Hiervoor zijn 3.200 effectieve uren beschikbaar (2 Fte ).
Totaal beschikbare personele capaciteit
Voor de uitvoering van alle werkzaamheden binnen vergunningen, toezicht en handhaving zijn 14.960 effectieve uren beschikbaar. Dit staat gelijk aan 9,4 Fte. In bijlage 2 zijn de uren voor inhuur personeel niet meegenomen.
5.1.4 Benodigde financiële en personele capaciteit
Voor de benodigde financiële en personele capaciteit zijn de uren gebruikt van TimN Urenregistratie, het tijdregistratiesysteem van de gemeente Urk waar medewerkers hun uren verantwoorden. In TimN Urenregistratie kunnen medewerkers hun uren op verschillende producten verantwoorden. Van alle medewerkers die belast zijn met VTH taken zijn de uren van TimN van 2018 opgevraagd om als basis te dienen voor de benodigde uren van 2019. Om dit verder te verduidelijken zal hieronder een voorbeeld met omgevingsvergunningen gebruikt worden met de cijfers van de tabel van vergunningverlening.
Drank- en horeca 4 |
||||||||
Voorbeeld omgevingsvergunningen:
Voor het product ´omgevingsvergunningen´ in TimN zijn 5718 uur door verschillende medewerkers verantwoord voor het jaar 2018. Om te achterhalen hoeveel uur een medewerker gemiddeld met een besluit bezig is geweest, is gekeken hoeveel besluiten in 2018 zijn genomen (toegekend en geweigerd). Uit SquitXO blijkt dat in 2018, 162 besluiten zijn genomen. Dit betekent gemiddeld 35 uur per besluit. Om de benodigde uren voor 2019 te berekenen, is het gemiddeld aantal uur per besluit vermenigvuldigd met de raming voor 2019 (ofwel 35x189=6671). Voor 2019 betekent dit voor vergunningverlening dat er in totaal 6,2 Fte en € 946.767 nodig is. Voor de benodigde financiën is het aantal benodigde uren vermenigvuldigd met het HBO-tarief, omdat alle betrokkenen minimaal HBO geschoold zijn.
Niet alle producten konden op bovenstaande manier berekend worden. In dat geval is het aantal uur dat in 2018 is verantwoord als basis gebruikt voor de benodigde uren van 2019. Dit is het minimaal aantal uren wat in 2019 nodig zal zijn.
Voor toezicht & handhaving is een vergelijkbare berekening gebruikt. Samen met cluster Toezicht en Handhaving is een analyse gemaakt van de benodigde uren voor de taken die wij in 2019 actief willen oppakken, zie hiervoor ook de tabellen van paragraaf 2.3 en 3.3 onder kopje toezicht en handhaving. Het aantal uur dat in 2019 benodigd is vervolgens net als bij vergunningverlening vermenigvuldigd met het uurtarief wat van toepassing is. Voor 2019 betekent dit voor toezicht en handhaving dat er in totaal 6,3 Fte en € 695.797 nodig zal zijn.
De resultaten van deze analyse bevatten wel een foutmarge. Uit gesprekken met de medewerkers blijkt dat de uren niet altijd op dezelfde manier worden verantwoord. Om deze reden zal dit jaar afspraken worden gemaakt met cluster Vergunningverlening en cluster Toezicht & Handhaving om op een eenduidige en consistente manier de uren te verantwoorden. Echter is dit wel een goede basis om op voort te borduren om beter inzicht te krijgen over de benodigde uren en financiën voor de VTH taken.
5.1.5 Verschil beschikbaar en benodigde capaciteit
Het verschil tussen beschikbaar en benodigd voor vergunningverlening bedraagt 1,5 Fte en € 86.807. Dit verschil wordt opgevangen door inzet van inhuurkracht(en). Financieel is dit draagbaar, omdat de baten van vergunningverlening (ofwel legesopbrengst) hoger is dan de lasten. Hierdoor kan cluster Vergunningverlening inhuurkracht(en) financieel dekken.
Voor toezicht en handhaving geldt dit echter niet. Er zijn twee opties: 1) uitbreiding van de formatie of 2) het bijstellen van de prioriteiten en ambities. De Raad zal hierover een keuze moeten maken.
5.2 Monitoring van de uitvoering
De ambities zoals vastgelegd in het handhavingsbeleid gemeente Urk 2016 - 2019 en dit HUP worden gemonitord. Door middel van drie managementrapportages gedurende het jaar zal de voortgang van het Uitvoeringsprogramma gemonitord worden. Deze rapportages maken de voortgang van het behalen van de gestelde uitvoeringsdoelen en de hieraan gespendeerde uren inzichtelijk.
Mochten zich tussentijds grote problemen, afwijkingen of de noodzaak tot herprioritering voordoen, dan zal het college hiervan op de hoogte worden gesteld.
Uniforme aspecten vergunningen
In bijlage 3 zijn alle taken met betrekking tot vergunningverlening, toezicht en handhaving terug te vinden in negen productbladen. In elk blad wordt een vast aantal aspecten uitgewerkt. Omdat de aspecten ‘doelstellingen’ en ‘indicatoren voor de monitoring’ voor vergunningen veelal uniform van aard zijn voor de verschillende producten in bijlage 3, worden ze hieronder weergegeven en niet in de productbladen zelf. Het aspect ‘probleemanalyse’ is alleen uitgewerkt voor toezicht en handhaving omdat voor vergunningen geen noemenswaardige problemen benoemd kunnen worden.
Indicatoren monitoring vergunningen
Om na te kunnen gaan of de doelstellingen zijn behaald aan het eind van 2019 worden de volgende aspecten gemonitord:
Huisvesting van vergunninghouders is hierboven niet meegenomen. In het halfjaarlijks toezichtverslag ´Realisatie taakstelling huisvesting verblijfsgerechtigden gemeenten´ staat vermeld of wij voldoen aan de taakstelling. Het toezichtverslag wordt elk half jaar, na afloop van de taakstellingsperiode, naar de provincie verstuurd.
Bijlage 4: Wat gaan wij niet of minder actief oppakken in 2019
Net als vorig jaar zijn er een aantal taken die niet zijn meegenomen in het Uitvoeringsprogramma van 2019. Deze taken zullen daarom niet of minder actief worden opgepakt, omdat het uitvoeringsniveau van geprogrammeerde taken anders omlaag gaat. Om verwarring te voorkomen over de taken en verantwoordelijkheden wordt hieronder inzichtelijk gemaakt welke aspecten niet actief aan bod komen binnen toezicht en handhaving. Hieronder zal per beleidsonderdeel worden ingegaan op taken die niet actief worden opgepakt.
De genoemde onderdelen kunnen niet gezien worden als uitputtende opsomming. Klachten/ meldingen, bestuurlijke wensen en wetswijzigingen kunnen aanleiding geven tot wijzigingen. Duidelijk is dan wel dat dit kan leiden tot een aanpassing van de geprogrammeerde taken.
Brandveiligheid van niet vergunning- en meldingplichtige gebouwen
De voorschriften voor brandveilig gebruik van gebouwen staan vooral in hoofdstuk 6 en 7 van het Bouwbesluit 2012. Deze voorschriften gelden voor alle gebouwen. Echter, niet voor elk gebouw hoeft een melding te worden gedaan of een vergunning te worden aangevraagd in het kader van de brandveiligheid. Deze meldings- en vergunningsplicht is van toepassing op gebouwen waar veel mensen aanwezig kunnen zijn of waar mensen kunnen overnachten. Deze gebouwen worden periodiek gecontroleerd. De overige gebouwen (waar de voorschriften ook voor gelden) worden niet actief gecontroleerd.
In 2018 zal de gemeente niet toezien op de naleving van de sluitingstijden van horecagelegenheden. Controle op de sluitingstijden ligt bij de Politie.
Parkeerovertredingen op basis van de Wegenverkeerswet
Verkeersovertredingen die strafbaar gesteld zijn in de Wegenverkeerswet worden niet proactief gehandhaafd door de gemeente. Deze taak ligt primair bij de politie. Het gaat hierbij om overtredingen als het parkeren van voertuigen op de stoep of in bochten van wegen. Terloopse constateringen kunnen echter wel beboet worden. Uitzondering hierop is het toezicht op de parkeerschijfzone (blauwe zone) van het gehele Oude Dorp waarop wel actief wordt gehandhaafd door de gemeente. Dit toezicht vindt structureel plaats. Daarnaast wordt er wel opgetreden tegen situaties waarbij de vlotte doorstroming van het verkeer wordt belemmerd.
Overtredingen Apv die niet actief worden gehandhaafd
Overlast door vuurwerk / carbid schieten
Er is onvoldoende capaciteit beschikbaar om controles te kunnen houden op het afsteken van vuurwerk en om veroorzakers van vuurwerkoverlast op heterdaad te betrappen. Toezicht en handhaving bij overlast door vuurwerk is een taak waarop door de politie wordt toegezien. Het schieten met carbid is in de Algemene plaatselijke verordening opgenomen. Daarom is de gemeente hiervoor wel aanspreekpunt voor de regelgeving. Door het college wordt bezien of het noodzakelijk is om een locatie aan te wijzen waar carbidschieten gedurende een bepaalde periode is toegestaan. Het toezicht daarop is reactief.
Het aanpakken van het dealen van drugs of drugsgerelateerde overlast in de openbare ruimte is een taak van de Politie. Indien een hennepkwekerij ontdekt wordt dan is er mogelijk wel een rol weggelegd voor de gemeente. Op grond van artikel 13b van de Opiumwet en het daarop gebaseerde Damoclesbeleid kan de burgemeester in geval van aanwezigheid van drugs of het telen of vervaardigen en het verhandelen van drugs een lokaal, bedrijfspand of een woning sluiten. Het doel is niet het opleggen van een straf, maar het wegnemen van de illegale en ongewenste situatie en het voorkomen van herhaling.
Winkels mogen binnen de gemeente Urk dagelijks open zijn tussen 06:00 uur en 22:00 uur. Op zondag mogen winkels niet open. Door de gemeente Urk wordt niet actief toegezien op de naleving van de winkelsluitingstijden. Mochten er echter klachten zijn dan zullen deze klachten actief worden opgepakt.
Privaatrechtelijke handhaving maakt geen onderdeel uit van het takenpakket van team Handhaving. Het toezien op de naleving van overeenkomsten die de gemeente met derden afsluit ligt op dit moment bij de organisatieonderdelen die deze overeenkomsten zijn aangegaan. De organisatieonderdelen zijn zelf verantwoordelijk voor het toezien op de naleving van de afgesloten overeenkomsten.
Indien onze toezichthouders misstanden zien op bovenstaande terreinen zullen zij dit signaal aan de daarvoor bevoegde instantie doorgeven.
Bijlage 6: Uitvoeringsprogramma OFGV 2019
De Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (OFGV) stelt ieder jaar per deelnemer een uitvoeringsprogramma op. In dit programma staat beschreven welke activiteiten en taken de OFGV in 2019 voor de betrokken deelnemer uitvoert. Voor u ligt het uitvoeringsprogramma van de gemeente Urk.
Het uitvoeringsprogramma bestaat uit twee hoofdstukken:
1.1 Nieuwe opzet uitvoeringsprogramma 2019
Dit uitvoeringsprogramma is een uitgewerkt programma op basis van het Besluit omgevingsrecht (art. 7.3 Bor). In het Bor is vastgelegd dat gemeenten en provincies voor de uitvoering van toezichts- en handhavingstaken op basis van een strategisch beleidskader een uitvoeringsprogramma vaststellen. In dit uitvoeringsprogramma moet worden aangegeven welke doelen de omgevingsdienst moet halen bij de uitvoering en handhaving en welke activiteiten daartoe door de omgevingsdienst worden uitgevoerd (art. 7.2 Bor).
Dit jaar is in het uitvoeringsprogramma ook een begin gemaakt met het koppelen van het strategische/operationele beleid van de deelnemende partijen aan de uitvoering van taken door de OFGV. Steeds meer deelnemende partijen van de OFGV willen graag inzichtelijk hebben hoe de uitgevoerde taken door de OFGV zich verhouden tot het beleid van de gemeente en bijdragen aan de daarin gestelde doelen. Dit stelt de deelnemers in staat om op basis van resultaten het beleid eventueel bij te stellen. Beleid laat zich echter niet altijd even makkelijk vertalen naar uitvoering. Dit vraagt goede afstemming aan de voorkant.
Door aan de voorkant een koppeling te maken tussen (gezamenlijk en specifiek) beleid van de deelnemende partijen kan de Big-8 cyclus gaan draaien/volledig doorlopen worden. Maak je deze koppeling vooraf, dan kan bij de tussentijdse verantwoording van de door de OFGV uitgevoerde taken worden aangegeven hoe dit zich verhoudt tot de gestelde doelen. Door het maken van deze koppeling streeft de OFGV naar meer ‘outcome’ gericht rapporteren. Hierdoor wordt beter inzichtelijk hoe het werk van de OFGV (resultaten) bijdraagt aan het welzijn van onze leefomgeving (outcome). Ook kunnen dan de juiste prioriteiten en doelen worden gesteld en/of kan daarop worden (bij)gestuurd.
Het omschakelen van output gericht naar ‘outcome’ gericht is een proces waarbij stap voor stap meerdere onderdelen van de rapportagecyclus betrokken worden. Een eerste stap is dus gezet in dit uitvoeringsprogramma, waarbij ook de bedrijfsbranches en thema’s zijn toegevoegd. Er wordt zo op een hoger abstractieniveau dan op taakniveau geprogrammeerd en gerapporteerd om een koppeling te maken met doelstellingen.
Dit geeft nog geen garantie dat hiermee volledig wordt voldaan aan het Bor, omdat de resultaten nog erg output (aantallen) gericht worden gepresenteerd en minder op outcome. Hier ligt voor zowel de partners als de OFGV een uitdaging om daar samen meer invulling aan te geven.
Daarmee is het programma anders van opzet dan voorgaande jaren. Met deze wijziging van het uitvoeringsprogramma veranderen de trimesterrapportages op termijn ook mee.
Bij het invoeren van de kostprijssystematiek is voor de indeling van de bedrijven een onderverdeling gemaakt in bedrijfsbranches. Ook in het concept Beleidskader VTH wordt per milieuthema/branche het risico samen met doelen en activiteiten beschreven. Deze indeling/werkwijze is overgenomen in het uitvoeringsprogramma van 2019. Dit betekent dat de uitvoering niet meer zoals voorheen naar het soort taak is ingedeeld maar naar milieuthema/branche. (Zie hoofdstuk 2 Thema’s en subthema’s).
Bij de programmering is aan de voorkant nu nog geen uitsplitsing te maken in het aantal te bezoeken bedrijven per branche. Bij de jaarrapportage 2019 is het de intentie om aan te geven hoeveel bedrijven er per branche zijn bezocht. Dit vraagt van de OFGV aanpassingen in de bedrijfsvoering die stap voor stap worden doorgevoerd. Te beginnen in het inrichten van de nieuwe ICT systemen met ingang van 2019. Tevens moet deze nieuwe inrichting van de systemen leiden tot een meer onderbouwde analyse van uitgevoerde activiteiten en vakinhoudelijk advies als input voor de nieuwe jaarcyclus.
Dit uitvoeringsprogramma is onderdeel van de beleidscyclus zoals beschreven in het Bor. Hierin zijn de minimumeisen verwoord waaraan elke professionele VTH-organisatie moet voldoen. Eisen die garant staan voor een adequate, herkenbare en structurele uitvoering van de VTH-taken. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een model dat diverse bestuurlijke en uitvoerende werkprocessen op een logische manier aan elkaar schakelt. Dit procesmodel is, vanwege zijn vorm, bekend onder de naam ‘Big-8’.
Het model van de Big-8 bestaat uit de volgende stappen:
De beide cirkels geven ook de domeinen weer van de strategische cyclus waarin de partner beweegt en de operationele cyclus waar de OFGV zich beweegt.
Op het snijvlak van beide cirkels is de afstemming aan de voorkant waarvan dit uitvoeringsprogramma de uitwerking is en de ‘outcome’ resultaten na uitvoering, verantwoord worden in de jaarrapportage 2019.
1.2 Randvoorwaarden/kanttekening
Indien gemeenten doelen hebben geformuleerd die een specifiek milieuthema raken neemt de OFGV die op in het uitvoeringsprogramma. Dit gebeurt met inachtneming van een uniforme en efficiënte werkwijze. Het uitgangspunt is een level playing field in de uitvoering van de wettelijke taken. Voor aanvullende programma’s van gemeenten zal apart moeten worden onderzocht wat de impact daarvan is op de taakuitvoering van de OFGV, hoe deze kunnen worden ingepast en welke gevolgen dat heeft. De bedrijfsvoering van de OFGV gaat daarbij uit van waarden als: efficiënt, kostenbewust, kwaliteit binnen termijn, heldere en tijdige communicatie. Deze zaken zijn vastgelegd in de procesbeschrijvingen van de OFGV. Doelstellingen van de gemeente met betrekking tot een milieuthema zijn zoveel mogelijk opgenomen bij de betreffende thema’s in hoofdstuk 2.
Kostprijssystematiek (KPS) en uitvoeringsprogramma
Het Algemeen Bestuur (AB) heeft op 28 juni 2017 besloten om per 1 januari 2018 de Kostprijssystematiek (KPS) in te voeren. In de KPS wordt uitgegaan van een uniforme werkwijze (‘level playing field’) waarbij onderlinge verschillen, zoals bijvoorbeeld reistijd, niet worden doorgerekend. Daarnaast is in de systematiek een risicogericht branchemodel uitgewerkt (formule = bedrijven * frequentie * productprijs). De taken van algemeen nut, zoals bijvoorbeeld de juridische expertise, bestuursondersteuning en het opstellen van de uitvoeringsprogramma’s zijn verwerkt in een randvoorwaardelijk takenpakket.
Door de invoering van het ‘level playing field’ voor frequenties van controles wordt een minimaal kwaliteitsniveau voor alle deelnemers vastgelegd. Het branchemodel is leidend voor het aantal producten voor vergunningen- en toezichtcontroles in de prognosetabel (bijlage 1) van dit uitvoeringsprogramma.
Verschil prognosetabel en verrekening
De KPS is vastgesteld voor een periode van drie jaar. De bijdrage van de deelnemers is daarmee voor drie jaar ‘vastgezet’. Na deze periode vindt een herrekening plaats. Dit wordt gedaan aan de hand van de ervaringsgegevens van de achterliggende drie jaar. Op deze manier wordt een eventuele ‘over’ of ‘onder’ productie over maximaal drie jaar verrekend met de productie voor de daarop volgende jaren. Over- of onderproductie per jaar komt standaard bij iedere deelnemer voor. De werkzaamheden laten zich niet begrenzen door een datum. Denk bijvoorbeeld aan doorlopende proceduretijden of nog uit te voeren hercontroles. Doordat de KPS steeds over een periode van drie jaar wordt berekend, levert dit geen problemen op. In feite is sprake van een soort ‘bandbreedte’ en ‘banddikte’:
Banddikte: bij de banddikte zitten er verschillen in de samenstelling van taken per deelnemer. Ook dat kan in de regel door het collectief (deelnemers gezamenlijk) worden opgevangen. Daardoor hoeven piekbelastingen (incidenten, zware ongevallen en dergelijke) niet direct tot hogere kosten te leiden. De collectieve organisatie kan flexibel inspelen op incidenten.
Door deze werkwijze kunnen afwijkingen of wijzigingen per deelnemer worden besproken en uitgevoerd, zonder dat daardoor een verstorend effect voor het collectief ontstaat.
Prognosetabel OFGV 2019 (bijlage 1)
Het aantal producten in de bijgevoegde tabel (bijlage 1) is een prognose voor 2019. In zowel de Lente- als de Herfstrapportage worden de werkelijk gerealiseerde aantallen per deelnemer verantwoord. In de jaarrapportage wordt het totaal aantal gerealiseerde producten verantwoord. Ook wordt er een toelichting gegeven op de in 2019 uitgevoerde werkzaamheden. Het referentiejaar voor de huidige KPS-berekening is 2016. Als er door een deelnemer meer werkzaamheden worden gevraagd dan in het jaar 2016, wordt dit besproken met de betreffende deelnemer(s). Gezamenlijk wordt bekeken wat de mogelijkheden zijn. De extra vraag wordt vervolgens afgezet tegen de totale vraag aan producten van alle deelnemers. Als een significante of structurele kostenstijging optreedt, kan in het Algemeen Bestuur (AB) besproken worden hoe daar mee om te gaan.
Opname taken uitvoeringsprogramma
De activiteiten die de OFGV uitvoert in het kader van specifieke subsidies of in het kader van meerwerkopdrachten, zijn niet in dit uitvoeringsprogramma opgenomen. Deze activiteiten kennen een aparte opdrachtverstrekking per deelnemer. De verantwoording ervan verloopt via de subsidieverstrekker en/of bestuurlijke financiële rapportage. De zogenaamde randvoorwaardelijke taken (zoals bestuursondersteuning, informatiegestuurd werken, accountmanagement en de voorbereidingen Omgevingswet) dragen bij aan de kwaliteit van de OFGV maar zijn niet als producten in het uitvoeringsprogramma benoemd.
Het uitvoeringsprogramma geeft een verwachting weer van de taken die de OFGV in 2019 zal uitvoeren. Het is niet ongewoon dat accenten binnen het programma verschuiven. Door wisseling van prioriteiten van de deelnemers, wijzigingen in de vraag en/of de conjunctuur kan een specifieke taak meer of juist minder aandacht vragen. Dit kan van invloed zijn op andere activiteiten in het programma. Doet zich een dergelijke situatie voor, dan wordt (binnen of buiten de opdracht) naar een oplossing gezocht. Het is vanzelfsprekend dat daarover vervolgens in de trimesterrapportages wordt teruggekoppeld.
2.1 Toelichting opzet en wijze van programmeren
Dit hoofdstuk geeft een weergave van de taken die de OFGV in 2019 voor de gemeente Urk uitvoert.
In de nieuwe opzet, zoals aangegeven in hoofdstuk 1, is in dit hoofdstuk een indeling gemaakt volgens het branchemodel en thema’s. Per branche en thema zijn de strategische en operationele doelen (afkomstig uit coalitieakkoord en concept Beleidskader VTH) zoveel mogelijk aangegeven en de activiteiten die de OFGV inzet om deze doelen te bereiken c.q. bij te dragen aan. De genoemde activiteiten zijn gebaseerd op het takenpakket van de OFGV. De activiteiten hebben daarmee betrekking op zowel de ingebrachte basistaken als op de zogenaamde plustaken (vraag gestuurd).
2.2 Beleidsdoelen (nr. 1 van de Big-8: strategisch beleidskader)
In overeenstemming met het nieuwe Bor vormt het voorliggende uitvoeringsprogramma een uitwerking van het door de bevoegde gezagen geformuleerde uitvoerings- en handhavingsbeleid inclusief de bijbehorende (milieu)doelen. De OFGV zet zich in om deze doelen te bereiken c.q. bij te dragen en daarover aan de deelnemers te rapporteren. De rapportages geven inzicht in de voortgang van het uitgevoerde werk en daarmee het uitvoeringsprogramma.
Bij het uitwerken van de beleidsdoelen is er een onderverdeling te maken. Er zijn beleidsdoelen die bijvoorbeeld meer algemeen van aard zijn en niet direct een milieuthema benoemen. Er zijn ook beleidsdoelen die meer specifiek zijn en een milieuthema aangaan. De doelen zijn afkomstig uit het
collegeprogramma/omgevingsbeleid van de gemeente, aangevuld met beleidsdoelen en activiteiten uit het concept Beleidskader VTH en de PDC van de OFGV. Bij de uitwerking van dit uitvoeringsprogramma is bij de uitwerking van doelen en activiteiten onderscheid gemaakt tussen de volgende abstractieniveaus:
Niveau 1. (Strategisch algemeen, nr. 1 van de Big-8)
Doelstellingen en activiteiten die algemeen van aard zijn en niet gekoppeld aan een branche en/of thema. (Veelal doelen uit het collegeprogramma)
Niveau 2. (Strategisch aan thema, nr. 1 van de Big-8)
Doelstellingen en activiteiten die algemeen van aard zijn (gelden voor alle taken binnen de branche/thema) en raken aan de omgevingsthema’s. Voorbeeld:
Deze doelstellingen en activiteiten zijn algemeen van aard en veranderen alleen als onderliggende bronnen wijzigen (strategisch/operationeel beleidskader gemeente/provincie en/of concept Beleidskader VTH)
Niveau 3. (Operationeel beleid, nr. 2 van de Big-8)
Specifieke doelstellingen of activiteiten die gekoppeld zijn aan één of meer specifieke doelstellingen en/of activiteiten en gericht zijn op een aspect van het thema. Voorbeeld:
Deze doelstellingen / activiteiten zijn specifiek en veranderen alleen als onderliggende bronnen wijzigen (strategisch/operationeel beleidskader gemeente/provincie en/of concept Beleidskader VTH).
Niveau 4. (Voorbereiding, nr. 4 van de Big-8)
Toelichting op specifieke aandachtsthema en / prioriteitswijzigingen/ omstandigheden in dat geldende jaar.
2.3 Ontwikkelingen (nr. 7 Big-8: voorbereiding)
Concept Beleidskader VTH 2018-2022 (nr.2 Big-8: operationeel beleidskader)
Het concept Beleidskader VTH is door de OFGV in 2018 als concept-document opgeleverd, maar er zijn verschillen van inzicht met de partners over het verder te volgen proces. Op 5 september 2018 is door de voorzitter van het bestuur van de OFGV hierover gesproken met de ambtelijke vertegenwoordigers van de vijftien deelnemers. Afspraak is dat de beide provincies, Flevoland en Noord-Holland, de coördinatie over het vervolgtraject oppakken om te komen tot vaststelling van dit concept Beleidskader VTH door alle partners.
De OFGV bereidt zich in 2019 verder voor op de invoering van de Omgevingswet. Er is hier een projectgroep binnen de OFGV voor in het leven geroepen. De verwachting is dat door de wet veel zal veranderen voor de deelnemers en de omgevingsdienst. Gemeenten krijgen meer vrijheid en lokale afwegingsruimte en kunnen straks zelf omgevingswaarden bepalen. In de planvorming moet al nagedacht worden over hoe deze waarden gehaald kunnen worden of op welke manier bepaalde waarden beschermd kunnen worden. De OFGV beschikt over uitvoeringskennis en informatie die in deze fase al van belang kan zijn. Waar het uitvoerende werk nu in de regel achteraan in het proces plaatsvindt, is de verwachting dat de focus voor de uitvoering meer naar de voorkant verschuift. De afweging tussen beschermen en benutten zal aan de voorkant van het proces plaats moeten vinden. De OFGV gaat graag met de deelnemers in gesprek over de consequenties van deze verschuiving en op welke manier je nu een goede balans tussen benutten en beschermen voor elkaar krijgt.
De OFGV is goed aangesloten bij de landelijke ontwikkelingen. De ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving worden nauwlettend gevolgd en van de consultatie en inspraakmogelijkheid wordt nadrukkelijk gebruik gemaakt. De OFGV wil graag proefdraaien, oefenen en experimenteren met de deelnemers om ervaring op te doen met het werken volgens de Omgevingswet. Een eerste pilot over gedecentraliseerde milieubelastende activiteiten is in 2018 gestart met Lelystad en Noordoostpolder. Om te onderzoeken welke ondersteuning de OFGV kan geven bij het opstellen en uitvoeren van de (ambities in de) omgevingsvisies en omgevingsplannen staan we open om ook met andere deelnemers pilots te draaien. De OFGV participeert al in regionale projectgroepen Omgevingswet in Gooi en Vechtstreek en Flevoland. Daarnaast zoekt de OFGV ook samenwerking met andere omgevingsdiensten via ODNL en de programmaraden.
Na de bewustwordingsfase in het afgelopen jaar gaat de OFGV in 2019 aan de slag met het verdiepen van de kennis en expertise over bijvoorbeeld de kerninstrumenten, de bruidsschat5 en de regulering van milieu in het omgevingsplan. Ook wordt aandacht besteed aan de andere manier van werken, zoals de meer integrale advisering. Met een volgende fase van verankering in 2020 is het streven om als OFGV op tijd klaar te zijn voor de wet die naar verwachting op 1 januari 2021 in werking treedt.
Medio 2019 wordt verwacht dat de Amvb Activiteitenbesluit milieubeheer zal worden gewijzigd. Nieuw is dat bedrijven die onder de reikwijdte van artikel 2.15 van het Activiteitenbesluit milieubeheer vallen, verplicht worden vierjaarlijks het bevoegd gezag te informeren over de genomen energie maatregelen via een digitaal systeem. Dit staat bekend als Erkende Maatregelenlijst (EML). Tevens zullen de jaarlijkse energie verbruiksgegevens ook vastgelegd moeten worden in het digitaal systeem.
Wanneer het bedrijf ervoor kiest om af te wijken van de Erkende Maatregelenlijst, geldt een aanvullende voorwaarde aan de melding. Voor elke erkende maatregel die toepasselijk is bij zijn bedrijfsactiviteiten en die niet wordt toegepast in het bedrijf moet er een aanvullende motivering worden gegeven door de ondernemer.
Welke effecten deze wijzigingen hebben op de uitvoeringslasten van de OFGV zal in de loop van 2019 duidelijker worden. Het bevoegd gezag kan op basis van de aangeleverde gegevens informatie gestuurd toezichthouden en zo nodig handhavend optreden. Niet alle bedrijven zullen bezocht hoeven worden. Bedrijven die niet aan de informatieplicht hebben voldaan of waarvan het bevoegd gezag op basis van de verstrekte informatie aanleiding heeft, zullen namens het bevoegd gezag extra aandacht moeten krijgen in de vorm van handhaving of toezicht. Hierover moeten nog afspraken worden gemaakt.
2.4 Beleidsdoelen gemeente Urk (paragraaf 2.2: niveau 1)
Hieronder worden eventuele beleidsdoelen en locatiespecifieke omstandigheden van de gemeente Urk beschreven die niet direct onder te brengen zijn bij onderstaande (milieu)thema’s en waar de OFGV een bijdrage aan levert.
Urk is een toegankelijke gemeente die zich coöperatief opstelt om draagvlak te creëren. De gemeente Urk wil zich actief inzetten om de burgers meer te betrekken bij het lokale beleid. Heldere communicatie en goed verwachtingsmanagement zijn hierbij belangrijke punten voor de gemeente Urk.
Een goede gemeente is een veilige gemeente. Dat geldt voor iedereen. Alleen in een veilige leefomgeving is het goed toeven en werken.
De bovengenoemde doelstellingen van de gemeente Urk komen overeen met de werkwijze en procedures die de OFGV hanteert.
In de Wet milieubeheer staat dat bedrijven de milieubelasting moeten beperken. Dit betekent vooral het beschermen van de omgeving in het kader van veiligheid en volksgezondheid en het tegengaan van emissies naar bodem, water en lucht. De OFGV controleert of bedrijven zich aan de regels houden. Daarnaast kijkt de OFGV samen met bedrijven of er mogelijkheden zijn om het ontstaan van milieubelastende activiteiten te verminderen of te voorkomen. In een omgevingsvergunning kunnen regels worden opgenomen die verplichten doelmatig om te gaan met milieubeschermende voorzieningen.
De periodieke milieucontroles kunnen onderverdeeld worden in een aantal gespecificeerde producten. Denk aan themacontroles, initiële controles en opleveringscontroles. In de prognosetabel zijn de aantallen per gespecificeerd product aangegeven. Het aantal periodieke controles wordt berekend met behulp van het branchemodel. Het gaat om gemiddelde frequenties over langere perioden en meerdere jaren. Daarmee wordt een regionaal uniforme werkwijze gevolgd waarbij gelijksoortige bedrijven dezelfde aandacht krijgen.
Hieronder staan de algemene doelstellingen en activiteiten voor het thema Bedrijven beschreven. De doelen die cursief gedrukt staan zijn afkomstig uit het collegeprogramma van de gemeente. De overige doelen en activiteiten zijn afkomstig uit het concept Beleidskader VTH en de PDC van de OFGV. De doelen en activiteiten die onder het hoofdthema ‘Bedrijven’ staan zijn van toepassing op elke branche/subthema. Indien in de tabel Doelstellingen geen tekst staat opgenomen, is voor het betreffende thema nog geen doelstelling geformuleerd. De activiteiten in de tabel aan de rechterzijde zijn niet altijd één op één te koppelen aan de doelstellingen in de tabel aan de linkerzijde.
De prognosetabel is leidend bij de uitwerking van de taken in de onderstaande thema’s en subthema’s. Als in de tekst een activiteit staat opgenomen, maar niet in de prognosetabel is opgenomen met een 0 of een getal, dan geldt die activiteit niet voor dit uitvoeringsprogramma.
• Beschermen en bevorderen van de omgevingsthema’s; • Voorkomen en/of verminderen van vervuiling en overlast naar bodem, water, en lucht. |
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
De themacontrole bij vuurwerkverkooplocaties bestaat uit drie onderdelen. In het najaar worden de locaties bezocht voor een voorcontrole. Daarbij wordt onder meer gekeken of de installaties goed zijn onderhouden. Tijdens de verkoopdagen in december wordt er vervolgens fysiek toezicht gehouden. Op basis van het naleefgedrag van voorgaande jaren kan het voorkomen dat het ene verkooppunt vaker wordt gecontroleerd dan het andere. Uitgangspunt hierbij is dat elk bedrijf tijdens de verkoopdagen minimaal één keer controle krijgt.
De laatste controle, de zogenaamde nacontrole, vindt plaats in januari en/of februari van het opvolgende jaar. Er wordt dan gekeken of er nog vuurwerk aanwezig is. Is dit het geval dan moet de ondernemer ervoor zorgen dat er wordt voldaan aan de regels van het Vuurwerkbesluit. Zo niet dan treedt de OFGV handhavend op. De rapportage over de uitgevoerde controles vindt plaats als de nacontrole heeft plaatsgevonden. Dit is meestal in het daaropvolgende jaar.
Deze PDC codes gelden in principe voor alle branches en zijn daarom eenmalig opgenomen.
Subthema 1.1 Afval (Thema Bedrijven)
Hinder/leefbaarheid, Volksgezondheid, Financiële veiligheid, Economische veiligheid, en Fysieke veiligheid
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor deze branche beschreven.
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
Tijdens het aanhoudende warme weer en de droge periode die daardoor volgde zijn afvalbedrijven met risicovolle afvalopslagen in 2018 extra (en preventief) gecontroleerd op maatregelen ter voorkoming van brand door broei. Het gaat dan om bedrijven die bijvoorbeeld grote hoeveelheden bedrijfsafval of houtsnippers opslaan. Op basis van de ervaringen die zijn opgedaan tijdens deze controles wordt er in 2019 samen met de brandweer een hitteprotocol opgesteld voor afvalbedrijven. Het protocol beschrijft wanneer bedrijven extra controles krijgen, wat de risicofactoren zijn en welke (extra) maatregelen er nodig zijn om broei of zelfs brand te voorkomen.
Subthema 1.2 Akkerbouw en Landbouw (Thema Bedrijven)
Hinder/leefbaarheid, Volksgezondheid, Financiële veiligheid, Economische veiligheid, en Fysieke veiligheid
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor deze branche beschreven.
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
In 2019 wordt er door de OFGV specifiek gecontroleerd op de aanwezigheid van afdekkingen van mestbassins. Om de ammoniakemissie terug te dringen is het per 1 januari 2018 verplicht om mestbassins af te dekken. Mestbassins van voor 1987 hadden deze verplichting niet, maar moeten dit nu wel. In het werkgebied van de OFGV zijn nog veel oudere, onafgedekte mestbassins aanwezig. Daarom wordt er in 2019 dit specifieke punt meegenomen bij de controles.
Subthema 1.3 Bouwnijverheid (Thema Bedrijven)
Hinder/leefbaarheid, Volksgezondheid, Financiële veiligheid, Economische veiligheid, en Fysieke veiligheid
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor deze branche beschreven.
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
In 2018 is binnen het werkgebied van de OFGV geconstateerd dat bedrijven onder andere in de bouwnijverheid (bedrijfsmatig) bedrijfsafval van derden innemen waarvoor geen vergunning is aangevraagd. Hiervoor is een vergunning vereist. Specifieke aandacht gaat daarom in 2019 uit naar bedrijven die (bedrijfsmatig) bedrijfsafval van derden in ontvangst nemen en opslaan.
Subthema 1.4 Detailhandel (Thema Bedrijven)
Hinder/leefbaarheid, Volksgezondheid, Fysieke veiligheid
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor deze branche beschreven.
Subthema 1.5 Fokken en houden van dieren (Thema Bedrijven)
Binnen de gemeente Urk is deze branche niet of nauwelijks van toepassing.
Subthema 1.6 Glas- en Tuinbouw (Thema Bedrijven)
Binnen de gemeente Urk is deze branche niet of nauwelijks van toepassing.
Subthema 1.7 Groothandel (Thema Bedrijven)
Financiële/economische veiligheid
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor deze branche beschreven.
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
De OFGV besteed in 2019 specifieke aandacht aan bedrijven die een grote hoeveelheid gevaarlijke stoffen opslaan. Als hier aanleiding voor is vinden er ook (onaangekondigd) aspectcontroles plaats. Bij deze controles wordt zowel de opslag en registratie van gevaarlijke stoffen meegenomen als de instructie aan en deskundigheid van het personeel over het werken met deze stoffen. Dit wordt gedaan om te voorkomen dat bij een calamiteit een onbeheersbare situatie ontstaat.
Subthema 1.8 Handel in en reparatie van auto's, motorfietsen en aanhangwagens (Thema Bedrijven)
Financiële/economische veiligheid, Natuur/economische veiligheid, Volksgezondheid
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor deze branche beschreven.
Subthema 1.9 Horeca, sport en recreatie (Thema Bedrijven)
Hinder/leefbaarheid, Financiële/economische veiligheid
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor deze branche beschreven.
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen deze branche uitvoert.
Subthema 1.10 en 1.11 Industrie 1 en 2 (Thema Bedrijven) Metaal / Papier / Rubber / Kunststof / Chemie
Volksgezondheid, Hinder/leefbaarheid, Fysieke veiligheid
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor dit punt beschreven.
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
De OFGV besteedt in 2019 specifieke aandacht aan bedrijven die een grote hoeveelheid gevaarlijke stoffen opslaan. Als hier aanleiding voor is vinden er ook (onaangekondigd) aspectcontroles plaats. Bij deze controles wordt zowel de opslag en registratie van gevaarlijke stoffen meegenomen als de instructie aan en deskundigheid van het personeel over het werken met deze stoffen. Dit wordt gedaan om te voorkomen dat bij een calamiteit een onbeheersbare situatie ontstaat.
Subthema 1.12 Industrie 3 (Thema Bedrijven) Voedingsmiddelen/Textiel, Hout
Hinder/leefbaarheid, Klimaatbescherming, Volksgezondheid, Fysieke veiligheid, Financiële/economische veiligheid
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor deze branche beschreven.
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen deze branche uitvoert.
De OFGV besteedt in 2019 specifieke aandacht aan bedrijven die een grote hoeveelheid gevaarlijke stoffen opslaan. Als hier aanleiding voor is vinden er ook (onaangekondigd) aspectcontroles plaats. Bij deze controles wordt zowel de opslag en registratie van gevaarlijke stoffen meegenomen als de instructie aan en deskundigheid van het personeel over het werken met deze stoffen. Dit wordt gedaan om te voorkomen dat bij een calamiteit een onbeheersbare situatie ontstaat.
Subthema 1.13 Jachthavens (Thema Bedrijven)
Het toezicht op de jachthaven Urk is afgestemd op de toezichtfrequentie van deze branche. De (milieu)risico’s van deze branche zijn beperkt. Dat betekent dat de controle frequentie vrij laag ligt.
Subthema 1.14 Kantoren/verblijfsgebouwen (Thema Bedrijven)
Volksgezondheid, Klimaatbescherming
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor deze branche beschreven.
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
Indien een natte koeltoren aanwezig is bij deze branche, vindt thematisch toezicht hierop plaats. Tijdens het toezicht wordt gecontroleerd op de aanwezigheid van een risicoanalyse, een actueel legionellabeheersplan en een bijgewerkt logboek waarin de uitgevoerde activiteiten voor legionellapreventie worden bijgehouden. Dit om de mogelijkheid van een legionellabesmetting zoveel als mogelijk te voorkomen.
Subthema 1.15 Nutsbedrijven (Thema Bedrijven)
Binnen de gemeente Urk is deze branche niet of nauwelijks van toepassing.
Subthema 1.16 Reparatie en installatie machines en apparatuur (Thema Bedrijven)
Geen invulling vanuit VTH-Beleidskader
Voor deze branche gelden de algemene doelstellingen en activiteiten onder het thema ‘Bedrijven’.
Subthema 1.17 Tankstations (Thema Bedrijven)
Financiële/economische veiligheid
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor deze branche beschreven.
Subthema 1.18 Transport en opslag (Thema Bedrijven)
Klimaatbescherming, Hinder/leefbaarheid
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor deze branche beschreven.
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
De OFGV besteedt in 2019 specifieke aandacht aan bedrijven die een grote hoeveelheid gevaarlijke stoffen opslaan. Als hier aanleiding voor is vinden er ook (onaangekondigd) aspectcontroles plaats. Bij deze controles wordt zowel de opslag en registratie van gevaarlijke stoffen meegenomen als de instructie aan en deskundigheid van het personeel over het werken met deze stoffen. Dit wordt gedaan om te voorkomen dat bij een calamiteit een onbeheersbare situatie ontstaat.
Subthema 1.19 Overig (Thema Bedrijven)
Klimaatbescherming, Hinder/leefbaarheid
Hieronder staan de algemene doelstellingen en activiteiten voor dit thema beschreven.
Volksgezondheid, Hinder/leefbaarheid, Natuur/economische veiligheid
In het werkgebied van de OFGV vindt veel grondverzet plaats. Het grondverzet wordt geregeld via het Besluit bodemkwaliteit en de bijbehorende Regeling bodemkwaliteit. Hierin zijn regels opgenomen, waarbij de normen voor het toepassen van grond en bagger afhankelijk zijn van zowel de kwaliteit als de functie van de ontvangende bodem. Toezichthouders van de OFGV voeren het toezicht inclusief de administratieve controle en de handhaving op naleving van de regelgeving bij grondverzet uit. Daarnaast bewaakt de OFGV het algemene belang van een schone bodem. De Wet bodembescherming (Wbb) bepaalt dat verontreiniging of aantasting van de bodem gemeld moet worden. Door deze meldingen krijgt de overheid meer zicht op (verontreinigde) grondstromen en meer grip op bodemsaneringen die derden in eigen beheer uitvoeren. Dat is nodig omdat de overheid het algemeen belang van een schone bodem moet bewaken.
Hieronder staan de algemene doelstellingen en activiteiten voor dit thema beschreven.
• Controle op het verwijderen van verontreinigingen (het bewaken van termijnen en de kwaliteit van saneringen); • Het adviseren over de kwaliteit van de bodem, bij ruimtelijke ontwikkelingen; |
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
In 2019 wordt gericht toezicht gehouden op risicovolle werken. Om deze in beeld te krijgen bekijkt de OFGV welke bedrijven vaak overtredingen begaan. Deze bedrijven krijgen extra aandacht in het veld. Daarnaast inventariseert de OFGV welke projecten de gemeente dit jaar heeft waar grondverzet wordt uitgevoerd. Hiervoor wordt een projectenkalender opgesteld. Zo kan gerichter toezicht worden gehouden.
Thema 3: Energiebesparing / duurzaamheid
De OFGV is namens de gemeenten en de provincie vergunningverlener, toezichthouder en handhaver op het gebied van energiebesparing bij bedrijven. Er is een aantal wettelijke regelingen en verplichtingen waaraan bedrijven moeten voldoen. De OFGV houdt hier toezicht op en werkt samen met verschillende maatschappelijke initiatieven om energiebesparing bij bedrijven te stimuleren.
Hieronder staan de algemene doelstellingen en activiteiten voor het thema Energiebesparing/duurzaamheid beschreven.
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
De wet- en regelgeving rond de energietransitie en het klimaatbeleid is op het moment van schrijven van dit uitvoeringsprogramma sterk in ontwikkeling. In detail zijn de uitkomsten nog onduidelijk. De OFGV probeert zoveel mogelijk te anticiperen op deze ontwikkelingen binnen de kaders van de opdracht. Vanwege de urgentie neemt de OFGV ook zijn verantwoordelijkheid. Desalniettemin is het takenpakket als gevolg van het klimaatbeleid en de energietransitie significant toegenomen. Over de financiële en capacitaire gevolgen van deze taakuitbreiding moet nog overleg plaatsvinden.
Het toezicht op energiebesparing in de reguliere controles is beperkt tot de volgende acties: Bij alle controles wordt het stroom- en gasverbruik opgevraagd en geregistreerd. Indien bedrijven behoren tot de categorie midden- of grootverbruikers, dan worden zij gewezen op de Erkende Maatregel Lijsten (EML) en gevraagd deze te doorlopen en te implementeren. In deze lijsten wordt per branche aangegeven welke energiebesparende maatregelen gangbaar zijn. De bedrijven dienen alle maatregelen te nemen die zich binnen 5 jaar tijd terugbetalen.
Vanaf 2019 wordt de wetgeving rondom energiebesparing verder uitgebreid. Bedrijven die midden-of grootverbruiker zijn worden, door een uitbreiding van het Activiteitenbesluit en Activiteitenregeling, verplicht elke vier jaar aan de nieuwe informatieplicht energiebesparing te voldoen. Zij dienen dan vierjaarlijks het bevoegd gezag te informeren over de uitgevoerde maatregelen met betrekking tot energiebesparing. Het Rijk stelt fondsen beschikbaar via het gemeentefonds voor de uitvoering van deze nieuwe taak.
Volksgezondheid en Hinder/leefbaarheid
Al geruime tijd is bekend dat asbest gezondheidsrisico’s met zich mee kan brengen. Het verwijderen van asbest is daarom aan strenge regels gebonden. De OFGV houdt toezicht op de wijze hoe er om wordt gegaan met het verwijderen en vervoeren van asbest. Ook wordt er gehandhaafd op naleving van de wettelijke voorschriften. Daarnaast verzorgt de OFGV de behandeling van of advisering over een asbestsloopmelding.
Hieronder staan de algemene doelstellingen en activiteiten voor dit thema beschreven.
• Naleving van de wet- en regelgeving om milieuschade en hinder van de |
• Toezicht op een veilige en correcte verwijdering van asbest; |
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
Op basis van ervaringen in 2018 is de prioritering van controles op basis van de risicoklasse voor asbest aangepast. Dit komt doordat gebleken is dat risicoklasse 1 saneringen lastig te controleren zijn omdat de sanering vaak snel is afgerond. Projecten waar op grote schaal asbest wordt verwijderd onder risicoklasse 1 worden wel nog in 2019 steekproefsgewijs gecontroleerd.
Risicoklasse 2 en 2a saneringen worden in 2019 regelmatig gecontroleerd.
Bij risicoklasse 2 saneringen wordt met name worden gekeken naar:
Hinder/leefbaarheid, Volksgezondheid
Te veel en/of ongewenst geluid kan leiden tot hinder en gezondheidsschade. Daarom bestaat er wetgeving en beleid waarin is geregeld welk geluidniveau in welke situatie aanvaardbaar is en welk geluidniveau niet meer aanvaardbaar is. De OFGV zorgt bij de advisering en toezicht en bewaking van de geluidzones rond bedrijventerreinen voor een aanvaardbare geluidsituatie.
Hieronder staan de algemene doelstellingen en activiteiten voor dit thema beschreven.
Thema 6: Overige taken en dienstverlening
Fysieke veiligheid, Financiële/economische veiligheid, Natuur/economische veiligheid, Volksgezondheid, Klimaatbescherming, Hinder/ leefbaarheid
Een aantal ondersteunende diensten van de OFGV dragen productief bij aan de kwaliteit van andere VTH-producten. Dit zijn dienstverlenende taken als informatiebeheer en het verstrekken van milieu-informatie, maar ook juridische ondersteuning en activiteiten in het kader van de regionale samenwerking.
Hieronder staan de algemene doelstellingen en activiteiten voor dit thema beschreven.
Subthema 6.1 Juridische ondersteuning
De juridische ondersteuning bij vergunningverlening, handhaving, bezwaar, beroep etc. wordt gerekend tot de zogenaamde randvoorwaardelijke taken. Over de uitgevoerde taken wordt verslag gedaan in de rapportages. Daarom zijn deze taken als expliciete producten in de prognosetabel opgenomen.
De in deze productgroep opgenomen juridische producten zijn generiek. Ze zijn dus niet te onderscheiden naar beleidsterrein of milieuaspect. Het gaat om juridische ondersteuning ten aanzien van de volgende producten:
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor dit subthema beschreven.
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
Subthema 6.2 Regionale samenwerking
De OFGV organiseert via zijn kenniscentrum opleidingen waar de medewerkers van deelnemende partijen zich kunnen inschrijven. Te denken valt aan cursussen op het gebied van Omgevingswet, geluid, bodem, asbest en andere vakinhoudelijk opleidingen toegespitst op de uitvoering van de overheidstaken op VTH gebied. Daarnaast voert de OFGV diverse taken uit ter bevordering van de regionale samenwerking op het gebied van VTH in het werkgebied van de OFGV.
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor dit subthema beschreven.
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
Subthema 6.3 Informatiebeheer en milieu-informatie
De OFGV maakt relevante informatie voor partners en derden beschikbaar. Daarnaast beantwoordt de OFGV vragen over inhoudelijke en procedurele aspecten van milieuonderwerpen.
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor dit subthema beschreven.
Subthema 6.4 Overige advisering
De OFGV geeft advies op milieuaspecten bij ruimtelijke planvorming, bij calamiteiten of met betrekking tot het beleid of de reguliere taakuitoefening van het bevoegd gezag. Adviezen die hier genoemd staan hebben betrekking op meerdere thema’s of thema’s die niet in bovenstaand programma zijn opgenomen.
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor dit subthema beschreven.
• Bijdragen aan de kwaliteit van en samenwerking bij de uitvoering van de VTH-producten |
• Adviseren over diverse vraagstukken die niet onder één van de bovenstaande thema’s vallen |
Bijlage 1: Prognosetabel OFGV 2019 gemeente Urk
Bijlage 2: Branchemodel gemeente Urk 2018
In het branchemodel worden voor groepen milieurelevante bedrijven in specifieke branches op uniforme wijze frequenties berekend waarin bepaalde producten zullen voorkomen. Het betreft gemiddelde frequenties over langere perioden van meerdere jaren.
Onderstaand is aangegeven welke gemiddelde aantallen er specifiek voor uw gemeente gelden voor de betreffende producten.
De onderliggende frequenties zijn gemeente-specifiek omdat deze afhankelijk zijn van het aandeel eenvoudige, standaardmatige en complexe bedrijven in uw bedrijvenbestand. Daarom is onderstaand tevens aangegeven welk type bedrijven voor uw gemeente van toepassing is.
Daarmee wordt een regionaal uniforme werkwijze gevolgd waarbij gelijksoortige bedrijven eenzelfde hoeveelheid aandacht krijgen.
Het aantal producten kan jaarlijks fluctueren, bijvoorbeeld indien er naar aanleiding van klachten tijdelijk meer aandacht nodig is, waarbij het meerjaren-gemiddelde als referentie kan gelden.
Bijlage 7: Overzicht verwacht aantal controles brandveiligheid 2019
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-96453.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.