Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent ‘groene subsidie’ Subsidieregeling particuliere beschermwaardige houtopstanden Amsterdam

Burgemeester en wethouders van Amsterdam

 

Brengen ter algemene kennis dat zij in hun vergadering van 5 februari 2019 hebben besloten:

 

  • I.

    Vast te stellen de subsidieregeling Particuliere beschermwaardige houtopstanden Amsterdam

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ASA 2013: Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013;

  • b.

    Beschermwaardige houtopstand: houtopstand die voorkomt op de lijst zoals bedoeld in artikel 10 van de Bomenverordening Amsterdam 2014;

  • c.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam;

  • d.

    Eigenaar: degene die krachtens zakelijk recht of krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de houtopstand te beschikken;

  • e.

    ETT, European Tree Technician: een persoon die geslaagd is voor de opleiding tot European Tree Technician;

  • f.

    ETW, European Tree Worker: een persoon die geslaagd is voor de opleiding tot European Tree Worker;

  • g.

    Houtopstand: één of meerdere levende bomen, hakhout, heesters of struiken, boomvormers of andere houtachtige gewassen die onderdeel uitmaken van een houtwal, een grotere (lint)begroeiing van heesters en struiken of een beplanting van bosplantsoen met een omtrek van de stam van minimaal 31 centimeter, gemeten op 130 centimeter hoogte boven het maaiveld, gemeten langs de stam; in geval van meerstammigheid geldt de omtrek van de dikste stam.

  • h.

    Maatregelen: bewezen activiteiten die de duurzame instandhouding van bomen bevorderen;

  • i.

    Particuliere beschermwaardige houtopstand: een beschermwaardige houtopstand waarvan de gemeente Amsterdam niet de eigenaar is.

Artikel 2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013

De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 3 Doel subsidieregeling

Het doel van deze regeling is het duurzaam in stand houden van beschermwaardige particuliere houtopstanden binnen de gemeente Amsterdam, door onderzoek en advies en het treffen van noodzakelijke maatregelen voor het duurzaam in stand houden van de beschermwaardige houtopstanden.

Artikel 4 Subsidiabele activiteit

  • 1.

    Het college kan een eenmalige subsidie verlenen ten behoeve van:

    • a.

      onderzoek en advies uitgevoerd door een ETT’er met het oog op duurzame in stand houding van particuliere beschermwaardige houtopstanden en

    • b.

      maatregelen voortkomend uit een advies van een ETT’er, uitgevoerd door een ETW’er, die noodzakelijk zijn voor het duurzaam in stand houden van particuliere beschermwaardige houtopstanden.

  • 2.

    Onder maatregelen, als bedoeld in het lid 1.b, worden in ieder geval begrepen:

    • a.

      kroonsnoei (herstel- en stabilisatiesnoei);

    • b.

      kroonverankering;

    • c.

      achterstallige snoei;

    • d.

      groeiplaatsverbetering;

    • e.

      grondverbetering;

    • f.

      ziektebestrijding.

  • 3.

    Subsidiabele kosten zijn de kosten die door de aanvrager worden gemaakt en rechtstreeks betrekking hebben en naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn, voor onderzoek, advies en maatregelen met betrekking tot de duurzame instandhouding van particuliere beschermwaardige houtstanden.

  • 4.

    De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 3.000,- per beschermwaardige houtopstand.

  • 5.

    Voor een beschermwaardige houtopstand kan één keer per drie jaar een subsidieaanvraag worden ingediend.

Artikel 5 Subsidieplafond

Het college stelt voor de activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen een subsidieplafond vast van € 50.000 voor de duur van deze regeling of tot het subsidieplafond bereikt is.

Artikel 6 De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door de eigenaar van de grond waarop de beschermwaardige houtopstand zich bevindt of een natuurlijk- of rechtspersoon die krachtens een persoonlijk of zakelijk recht het feitelijk gebruik heeft van de grond waarop zich de beschermwaardige houtopstand bevindt.

Artikel 7 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2013 worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:

  • a.

    bewijs van eigendom of ander bewijs gerechtigde te zijn van de particuliere beschermwaardige houtopstand;

  • b.

    indien eigenaar en gebruiker van de grond niet hetzelfde zijn een ondertekende verklaring door zowel de eigenaar als de gebruiker van de grond waarop de beschermwaardige houtopstand zich bevindt;

  • c.

    een gespecificeerde ondertekende offerte;

  • d.

    bewijs van advisering door gecertificeerde ETT’er met minimaal vijf jaar ervaring in advisering van beschermwaardige houtopstanden;

  • e.

    bewijs dat uitvoering gaat plaatsvinden door een gecertificeerde ETW’er met minimaal vijf jaar ervaring.

Artikel 8 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 9, eerste lid van de ASA 2013 weigert het college een subsidie te velrenen als:

  • a.

    bij een aanvraag voor onderzoek en advies korter dan drie jaar geleden een subsidie voor onderzoek en advies is aangevraagd en verleend voor dezelfde houtopstand;

  • b.

    bij een aanvraag voor maatregelen korter dan een jaar geleden een subsidie voor maatregelen is aangevraagd en verleend voor dezelfde houtopstand;

  • c.

    als de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet vallen onder de bij artikel 4 genoemde subsidiabele activiteiten.

Artikel 9 Aanvullende verplichtingen

Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2013, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    een door de gemeente aangestelde inspecteur wordt op zijn verzoek in de gelegenheid gesteld de uitgevoerde werkzaamheden te inspecteren;

  • b.

    uitvoering van maatregelen kan alleen op basis van voorafgaand onderzoek en advies door een ETT’er met minimaal 5 jaar ervaring;

  • c.

    de maatregelen worden uitgevoerd door een ETW’er met minimaal vijf jaar ervaring;

  • d.

    het onderzoek of de maatregelen binnen één jaar worden uitgevoerd;

  • e.

    de houtopstand in alle opzichten in stand wordt gehouden.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 maart 2019.

  • 2.

    Deze regeling vervalt van rechtswege op 1 januari 2020

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling particuliere beschermwaardige houtopstanden Amsterdam.

 

 

  • II.

    In te stemmen dat de voornoemde subsidieregeling op 1 maart 2019 in werking treedt.

     

  • III.

    In te stemmen met het verlenen van mandaat aan de directeur van Ruimte en Duurzaamheid om subsidie te verstrekken op basis van de subsidieregeling Particuliere beschermwaardige houtopstanden Amsterdam.

 

Burgemeester en wethouders voornoemd,

Femke Halsema,

Burgemeester

Peter Teesink,

Secretaris

Toelichting op de subsidieregeling particuliere beschermwaardige houtopstanden

Algemene toelichting bij de subsidieregeling

Inleiding

In Artikel 10 van de gemeentelijke Bomenverordening staat dat het college een lijst met beschermwaardige houtopstanden opstelt. Dit kunnen zowel gemeentelijke als particuliere beschermwaardige houtopstanden zijn.

De Adviescommissie beschermwaardige houtopstanden adviseert het college om een boom op de lijst te plaatsen. Het college besluit tot vaststelling of wijziging van de lijst met beschermwaardige houtopstanden. Alleen de particuliere beschermwaardige houtopstanden die op de bestuurlijk vastgestelde lijst staan komen in aanmerking voor subsidie.

 

Amsterdam heeft relatief weinig oude, bijzondere beschermwaardige houtopstanden. Daarom dienen deze extra bescherming te krijgen. De gemeente Amsterdam hecht er veel waarde aan dat ook particuliere, waardevolle houtopstanden voor de stad worden behouden. Door deze bomen op een lijst te plaatsen genieten deze bomen extra bescherming.

 

Een kapvergunning wordt in beginsel alleen verleend als er sprake is van een algemeen maatschappelijk belang en als in voldoende mate is onderzocht of er geen mogelijkheden zijn om de beschermwaardige houtopstand te behouden. Het voorbehoud dat voor zwaarwegende omstandigheden wordt gemaakt impliceert bovendien dat een bestuursorgaan moet beargumenteren waarom het vindt dat in een bepaald geval van die omstandigheden sprake is en waarom geen alternatieven mogelijk zijn.

 

Onderzoek naar het duurzaam behoud of het zoeken van alternatieven, zoals bijvoorbeeld het verplanten valt onder deze subsidieregeling.

 

Artikelsgewijze toelichting

In het artikelsgewijze deel wordt per bepaling in ieder geval aandacht besteed aan de vraag of bij die specifieke bepaling sprake is van een aanvulling op of van een afwijking van de ASA 2013. Dan wordt de (reden voor de) aanvulling of afwijking toegelicht.

 

Artikel 1 Begripsbepaling

Hier worden definities gegeven van een beschermwaardige houtopstand, de eigenaar, een ETT’er en ETW’er en de maatregelen.

 

Een beschermwaardige houtopstand bestaat uit één of meerdere levende bomen, hakhout, heesters of struiken, boomvormers of andere houtachtige gewassen met een omtrek van de stam van minimaal 31 centimeter, gemeten op 130 centimeter hoogte boven het maaiveld, gemeten langs de stam; in geval van meerstammigheid geldt de omtrek van de dikste stam. In de praktijk vaak aangeduid als monumentale bomen.

Ook zeer oude klimplanten of heesters kunnen op de lijst met beschermwaardige houtopstanden staan en komen in aanmerking voor deze subsidieregeling.

 

Artikel 2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam (ASA) 2013

In dit artikel wordt aangegeven dan naast de voorliggende regeling ook de ASA 2013 van toepassing is.

 

 

Artikel 3 Doel regeling

De vele kleinschalige groene bewonersinitiatieven leveren een substantiële bijdrage in het versterken van het groen in de stad of de verbetering van de bewustwording van het belang van groen in de stad. Verbeteren van het groen in Amsterdam is een grote opgave die alleen in gezamenlijkheid kan slagen.

 

De aanwezigheid van houtopstanden heeft een positieve invloed op de gezondheid van mensen en heeft een gunstige invloed op de reductie van regenwaterafstroming, het verlagen van de hoeveelheid fijn stof en schadelijke gassen, het stedelijke warmte-eiland-effect en de biodiversiteit in de stad. Het doel van deze binnengemeentelijke afspraken is om op gronden binnen de gemeente Amsterdam oude, waardevolle houtopstanden zo lang mogelijk in stand te houden.

Het in stand houden van deze houtopstanden draagt ertoe bij dat het bomenbestand in de stad op peil blijft. Dit is een van de doelstellingen van de Bomenverordening 2016.

 

Artikel 4 Subsidiabele activiteit

Dit artikel geeft aan welke activiteiten voor subsidie in aanmerking komen en welk bestuursorgaan hierover beslist.

 

Artikel 4.1 College kan een eenmalige subsidie verlenen

De kosten voor onderzoek en advies aan een beschermwaardige houtopstand worden uitgevoerd door een van de circa 200 gecertificeerde European TreeTechnians (ETT).

De maatregelen voortkomend uit het advies van een European TreeTechnician worden uitgevoerd door een European TreeWorker (ETW).

 

Artikel 4.2 Maatregelen

Alle maatregelen zijn gericht op een duurzame instandhouding, waarbij alle beschikbare kennis op het gebied van ‘veterane snoei’ als basis wordt gebruikt.

Alleen bewezen maatregelen komen in aanmerking voor subsidie.

 

Artikel 4.3 Subsidiabele kosten

Dit artikel geeft aan welke kosten subsidiabel zijn. Het betreffen kosten die rechtstreeks verbonden zijn aan het realiseren van de activiteit. Als de aanvrager de omzetbelasting (BTW) kan verrekenen, bijvoorbeeld met de Belastingdienst, beperkt de subsidie zich tot de ‘kale' kosten.

 

Artikel 5 Subsidieplafond

In dit artikel wordt het totaal budget vermeld dat beschikbaar is als subsidiebijdrage voor uitvoering van deze regeling binnen een afgesproken termijn. Als dit plafond bereikt is, dan is het budget op en stopt de regeling, en kan er geen aanspraak meer worden gedaan op de subsidieregeling.

 

Artikel 6 De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door de eigenaar van de grond waarop de beschermwaardige houtopstand zich bevindt of een natuurlijk- of rechtspersoon die krachtens een persoonlijk of zakelijk recht het feitelijk gebruik heeft van de grond waarop zich de beschermwaardige houtopstand bevindt.

 

Artikel 7 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

Naast de standaard verplichtingen die bij elke aanvraag moeten worden aangeleverd, zoals in de ASA 2013 is opgenomen, moet er bij de aanvraag voor deze regeling een aantal aanvullende specifieke gegevens overlegd worden om de aanvraag goed te kunnen beoordelen. Welke specifieke gegevens aangeleverd moet worden, staat in dit artikel opgenomen.

 

Artikel 8 Weigeringsgronden

Naast de weigeringsgronden zoals geformuleerd in de ASA 2013 zijn er voor deze regeling een aantal aanvullende weigeringsgronden van toepassing die specifiek van aard zijn op deze activiteit. De weigeringsgronden staan in dit artikel opgenomen.

In ieder geval worden niet als subsidiabele kosten aangemerkt de kosten voor:

  • toepassing van ‘genezingsmiddelen’ waar geen onafhankelijk onderzoek naar is gedaan en die binnen het vakgebied van boomverzorging niet als algemeen aanvaard te boek staan komen niet in aanmerking voor subsidie. Zo wordt geen subsidie verstrekt aan een behandeling met knoflookproducten tegen bijvoorbeeld luis of een warmtebehandeling tegen kastanjebloedingsziekte.

  • aanleveren van de specifieke documenten;

  • niet in redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat.

 

Artikel 9 Aanvullende verplichtingen

Naast de verplichting zoals opgenomen in de ASA 2013 zijn er voor deze regeling een aantal aanvullende specifieke verplichtingen opgenomen. Deze verplichtingen zijn specifiek van aard op deze activiteit en staan in dit artikel opgenomen.

 

Alleen een ETT’er met een geldig certificaat mag deze werkzaamheden uitvoeren. Een actuele lijst is te vinden op https://www.eac-arboriculture.com/certified-european-tree-technicians.aspx

 

Alleen een ETW’er met een geldig certificaat mag deze werkzaamheden uitvoeren. Een actuele lijst met de geldigheidsduur van het certificaat is te vinden op: https://www.eac-arboriculture.com/certified-european-tree-workers.aspx

 

Artikel 10 inwerkingtreding

Ingangsdatum, looptijd en citeertitel worden hier behandeld.

 

 

Naar boven