Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Voorst 2019 (1e wijziging)

 

DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2019, nummer 2019-73602;

B E S L U I T:

vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Voorst 2019 (1e wijziging).

Artikel I

Het derde lid van artikel 2.1.1.1 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 3.

    Het is verboden zich te begeven naar of zich te bevinden op openbare plaatsen die door het bevoegde bestuursorgaan in het belang van de openbare veiligheid of ter voorkoming van ongeregeldheden zijn afgezet.

Artikel II

De titel van artikel 2.1.3.1 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

Verspreiden geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen

Artikel III

Het eerste lid van artikel 2.1.4.3 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 1.

    Het is verboden ten behoeve van publiek als straatartiest, straatmuzikant, straatfotograaf, tekenaar, filmoperateur of gids op te treden op door de burgemeester in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu aangewezen openbare plaatsen.

Artikel IV

Het vierde lid van artikel 2.1.5.2 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 4.

    Het verbod is voorts niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Wegenwet, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Keur van het Waterschap Veluwe, de Wegenverordening Gelderland 2010, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur 2015.

Artikel V

Artikel 2.2.3 wordt gewijzigd en komt te luiden:

Artikel 2.2.3 Ordeverstoring

  • 1.

    Het is verboden bij een evenement de orde te verstoren.

  • 2.

    Het is verboden enig gereedschap, voorwerp of middel te vervoeren of bij zich te hebben met de kennelijke bedoeling daarmee bij een evenement de orde te verstoren.

  • 3.

    Het is verboden bij een evenement zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een doel of werkzaamheid in strijd met de openbare orde.

  • 4.

    Het verbod van lid 3 geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht.

  • 5.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt onder evenement verstaan elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak en een herdenkingsplechtigheid.

Artikel VI

Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 11 is gewijzigd en komt als volgt te luiden:

Afdeling 11 Maatregelen ter voorkoming van overlast, gevaar of schade

Artikel VII

Na 2.4.10 artikel wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat komt te luiden:

Artikel 2.4.10a Verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties

  • 1.

    Het is verboden op openbare plaatsen of in voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een werkzaamheid of doel in strijd met de openbare orde.

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht.

Artikel VIII

Na artikel 2.10.4 wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat komt te luiden:

Artikel 2.10.5 Tegengaan onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat

  • 1.

    In dit artikel wordt verstaan onder:

  • a.

    exploitant: natuurlijke persoon of de bestuurder van een rechtspersoon of, indien van toepassing, de tot vertegenwoordiging van die rechtspersoon bevoegde natuurlijke persoon, voor wiens rekening en risico de bedrijfsmatige activiteiten worden uitgeoefend;

  • b.

    beheerder: de natuurlijke persoon die door de exploitant is aangesteld voor de feitelijke leiding over de bedrijfsmatige activiteiten;

  • c.

    bedrijf: de bedrijfsmatige activiteit die plaatsvindt in een voor het publiek toegankelijk gebouw, niet zijnde een seksinrichting, of een daarbij behorend perceel of enig andere ruimte, niet zijnde een woning die als zodanig in gebruik is.

  • 2.

    De burgemeester kan gebouwen, gebieden of bedrijfsmatige activiteiten aanwijzen waar(op) het verbod uit het derde lid van toepassing is. Een gebouw of gebied wordt uitsluitend aangewezen als in of rondom dat gebouw dan wel in dat gebied naar het oordeel van de burgemeester de leefbaarheid of de openbare orde en veiligheid onder druk staat. Een aanwijzing van een gebouw of gebied kan zich tot één of meer bedrijfsmatige activiteiten beperken. Een bedrijfsmatige activiteit wordt uitsluitend aangewezen als naar het oordeel van de burgemeester de leefbaarheid of openbare orde en veiligheid door de bedrijfsmatige activiteit onder druk staat.

  • 3.

    Het is verboden om zonder vergunning van de burgemeester een bedrijf uit te oefenen:

  • a.

    in een door de burgemeester op grond van het tweede lid aangewezen gebouw of gebied voor door de burgemeester benoemde bedrijfsmatige activiteiten; of

  • b.

    indien de uitoefening van het bedrijf een door de burgemeester op grond van het tweede lid aangewezen bedrijfsmatige activiteit betreft.

  • 4.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 kan de burgemeester een vergunning als bedoeld in het derde lid weigeren:

  • a.

    in het belang van het voorkomen of beperken van overlast of strafbare feiten;

  • b.

    indien de leefbaarheid in het gebied door de wijze van exploitatie nadelig wordt beïnvloed of dreigt te worden beïnvloed;

  • c.

    de exploitant of beheerder in enig opzicht van slecht levensgedrag is;

  • d.

    indien redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de feitelijke toestand niet met het in de aanvraag vermelde in overeenstemming zal zijn;

  • e.

    indien niet voldaan is aan de bij of krachtens lid vijf en zes gestelde eisen met betrekking tot de aanvraag;

  • f.

    indien er aanwijzingen zijn dat in het bedrijf personen werkzaam zijn of zullen zijn in strijd met het bij of krachtens de Wet arbeid vreemdelingen of Vreemdelingenwet 2000 bepaalde;

  • g.

    indien de vestiging of de exploitatie in strijd is met een geldend bestemmingsplan, een geldend ruimtelijk exploitatieplan, een geldende beheersverordening, een geldend voorbereidingsbesluit of de Wet milieubeheer.

  • 5.

    De vergunning wordt aangevraagd door de exploitant. Een aanvraag om een vergunning wordt ingediend door gebruikmaking van een door de burgemeester vastgesteld formulier. Bij de aanvraag om een vergunning wordt vermeld voor welke bedrijfsmatige activiteiten de vergunning wordt gevraagd, en worden in ieder geval de volgende gegevens en bescheiden overgelegd:

  • a.

    de persoonsgegevens en een geldig identiteitsbewijs van de exploitant of beheerder;

  • b.

    het adres en telefoonnummer waar de bedrijfsmatige activiteiten worden uitgeoefend;

  • c.

    het nummer van inschrijving in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel;

  • d.

    indien van toepassing de verblijftitel van de exploitant of beheerder;

  • e.

    een document waaruit blijkt dat de exploitant gerechtigd is over de ruimte te beschikken waarin het bedrijf wordt gevestigd.

  • 6.

    Indien de burgemeester dat nodig acht voor de beoordeling van een aanvraag kan hij verlangen dat aanvullende gegevens worden overgelegd.

  • 7.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1.6 kan de burgemeester een vergunning als bedoeld in het derde lid intrekken of wijzigen indien:

  • a.

    door het bedrijf de openbare orde wordt aangetast of dreigt te worden aangetast; of

  • b.

    door het bedrijf de leefbaarheid in het gebied door de wijze van de exploitatie nadelig wordt beïnvloed of dreigt te worden beïnvloed; of

  • c.

    de voorwaarden uit de vergunning of de plichten voortvloeiend uit dit artikel niet worden nageleefd; of

  • d.

    de exploitant of beheerder in enig opzicht van slecht levensgedrag is; of

  • e.

    de exploitant of beheerder betrokken is of ernstige nalatigheid kan worden verweten bij activiteiten of strafbare feiten in of vanuit het bedrijf danwel toestaat of gedoogt dat strafbare feiten of activiteiten worden gepleegd waarmee de openbare orde nadelig wordt beïnvloed; of

  • f.

    er strafbare feiten in het bedrijf hebben plaatsgevonden of plaatsvinden; of

  • g.

    er aanwijzingen zijn dat in het bedrijf personen werkzaam zijn of zullen zijn in strijd met het bij of krachtens de Wet arbeid vreemdelingen of Vreemdelingenwet 2000 bepaalde; of

  • h.

    de bedrijfsmatige activiteiten door de exploitant zijn beëindigd dan wel sprake is van een gewijzigde exploitatie; of

  • i.

    redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de feitelijke toestand niet met het in de vergunning vermelde in overeenstemming is; of

  • j.

    de vestiging of de exploitatie in strijd is met een geldend bestemmingsplan, een geldend ruimtelijk exploitatieplan, een geldende beheersverordening, een geldend voorbereidingsbesluit, de Wet milieubeheer of een gebiedsplan.

  • 8.

    Indien een bedrijf in strijd met het verbod uit het derde lid van deze bepaling wordt geëxploiteerd of indien een van de situaties als bedoeld in het zevende lid, sub a tot en met i, van toepassing is, kan de burgemeester de sluiting van het bedrijf bevelen.

  • 9.

    Het is een ieder verboden een overeenkomstig het achtste lid van deze bepaling gesloten bedrijf te betreden of daarin te verblijven.

  • 10.

    De sluiting kan door de burgemeester worden opgeheven indien later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven.

  • 11.

    De exploitant is verplicht elke verandering in de uitoefening van zijn bedrijf waardoor deze niet langer in overeenstemming is met de in de vergunning opgenomen gegevens zo spoedig mogelijk aan de burgemeester te melden. De burgemeester verleent een gewijzigde vergunning, als het bedrijf aan de vereisten voldoet.

  • 12.

    Het is verboden een bedrijf voor bezoekers geopend te hebben zonder dat de exploitant of beheerder aanwezig is.

  • 13.

    De exploitant en de beheerder zien erop toe dat in het bedrijf geen strafbare feiten plaatsvinden.

  • 14.

    In afwijking van het derde lid geldt dit verbod voor de exploitant die op het moment van inwerkingtreding van het aanwijzingsbesluit reeds onder het aanwijzingsbesluit vallende bedrijfsmatige activiteiten verricht, voor die bestaande activiteiten op bestaande locaties eerst drie maanden na inwerkingtreding van het aanwijzingsbesluit of met ingang van inwerkingtreding van het besluit tot weigering of intrekking van een door hem aangevraagde vergunning, voor zover dat eerder is.

  • 15.

    Op de vergunning als bedoeld in het derde lid is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

Artikel IX

Het opschrift van hoofdstuk 4, afdeling 1 is gewijzigd en komt als volgt te luiden:

Afdeling 1 Voorkomen of beperken geluidhinder en hinder door verlichting

Artikel X

Het vierde lid van artikel 4.1.5 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 4.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet geluidhinder, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit, het Activiteitenbesluit milieubeheer, het Bouwbesluit 2012 of de Provinciale milieuverordening Gelderland.

Artikel XI

Het opschrift van artikel 4.4.1 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

Artikel 4.4.1 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest en dergelijke Artikel XII

Na artikel 4.6.1 wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat komt te luiden:

Artikel 4.6.2 Verbod op het oplaten van ballonnen

  • 1.

    Het is verboden ballonnen, van welk materiaal dan ook, door middel van hete lucht, dan wel door middel van helium of andere gassen op te laten stijgen.

  • 2.

    Onder een ballon wordt mede verstaan: herdenkingsballon, vuurballon, gelukslampion, Thaise wensballon, papierballon, geluksballon, ufoballon, etc.

  • 3.

    Onder een ballon wordt in dit verband niet verstaan een heteluchtballon bedoeld voor personenvervoer. Dit is een luchtvaartuig.

  • 4.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in het eerste lid.

Artikel XIII

* Na artikel 4.6.2 wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat komt te luiden:

Artikel 4.6.3 Verbod op het verspreiden van plastic confetti

  • 1.

    Het is verboden plastic confetti, in welke vorm en op welke wijze ook, te verspreiden in de openbare ruimte.

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in het eerste lid.

Artikel XIV

Het opschrift van hoofdstuk 5 is gewijzigd en komt als volgt te luiden:

Hoofdstuk 5 Andere onderwerpen betreffende de huishouding van de gemeente

Artikel XV

Het derde lid van artikel 5.2.2.2 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 of artikel 6 van de Verordening winkeltijden gemeente Voorst 2014.

Artikel XVI

Het derde lid van artikel 5.4.1 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, het Besluit omgevingsrecht, de Zondagswet of het Besluit geluidproductie sportmotoren.

Artikel XVII

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij is geplaatst.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2019.

drs. B.J.M. Jansen, griffier

drs. J.T.H.M. Penninx, burgemeester

Naar boven