Gemeente Stadskanaal: Wijziging CAR-UWO (Z-19-059276/D/19/156467)

Het college van burgemeester en wethouders;

 

gelezen de ledenbrieven van het Landelijk Overleg over Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden (LOGA) van 16 september 2019 (TAZ/U201900565 en TAZ/U201900725), inhoudende wijziging van de CAR-UWO per 1 oktober 2019;

 

gelet op de wens en noodzakelijkheid tot het actueel houden van de rechtspositiebepalingen;

 

b e s l u i t :

 

de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst (CAR-UWO) als volgt te wijzigen:

 

 

 

Artikel I

 

  • A.

    In artikel 3:25 lid 1 worden de woorden ‘als hij één van de volgende aanvullende zorgverzekeringen heeft: Extra Zorg 3 of 4 bij IZA, Plus Collectief of Top Collectief bij CZ, Collectief Aanvullende 3 of 4 bij Menzis’ geschrapt.

 

  • B.

    Bijlage 1, Salarisverhoging, wordt als volgt aangevuld:

    Met ingang van 1 oktober 2019 worden de schaalbedragen verhoogd met 3,25 %.

    Degenen die op 28 juni 2019 op grond van de CAR-UWO in dienst zijn van de gemeente hebben recht op een eenmalige uitkering van € 750,-- bruto bij een volledige betrekking. De datum van 28 juni 2019 geldt als peildatum voor het dienstverband. De uitkering wordt in oktober 2019 betaalbaar gesteld.

    Bij een deeltijdbetrekking wordt dit bedrag naar rato vastgesteld.

    Medewerkers met een arbeidsduur van meer dan 36 uren per week, kunnen niet meer dan € 750,-- bruto ontvangen.

    De uitkering telt niet mee in de opbouw van het IKB en heeft geen invloed op de hoogte van bovenwettelijke uitkeringen.

    Zieke medewerkers die in dienst zijn op 28 juni 2019 hebben recht op de eenmalige uitkering. Dit geldt ook voor medewerkers die met (gedeeltelijke) betaald of (gedeeltelijk) onbetaald verlof zijn. De eenmalige uitkering wordt niet gekort.

    De oproepkrachten krijgen de eenmalige uitkering. Voor oproepkrachten is het aantal gewerkte uren in de maand juni 2019 leidend voor de maatstaf van de deeltijdfactor voor de betaling van de eenmalige uitkering.

    De WAADI en geldende cao, bijvoorbeeld ABU-cao, schrijven voor payroll en uitzendkrachten voor wanneer zij recht hebben op eenmalige uitkeringen bij de inlener (lees: de gemeente) gelden. Een eenmalige uitkering valt in beginsel niet onder de ‘inlenersbeloning’. Voor de payrollmedewerkers is in de CAR-UWO afgesproken dat zij een gelijke beloning ontvangen op grond van artikel 3:2a CAR. De eenmalige uitkering valt daaronder.

    Voor onderwijzend personeel in de kunsteducatie geldt de eenmalige uitkering wel. Voor oproepkrachten in de kunsteducatie is het aantal gewerkte uren in juni 2019, rekening houdend met de minimumgarantie van 15 uur per maand, de maatstaf voor de deeltijdfactor. Dit betekent dat als een oproepkracht in juni (peildatum) 2019 20 uur gewerkt heeft, de oproepkracht 20/156 ͤgedeelte ontvangt van de eenmalige uitkering; en dat als een oproepkracht in juni 2019 7 uur gewerkt heeft, de oproepkracht het minimum 15/156 ͤ gedeelte van de eenmalige uitkering ontvangt.

    Medewerkers die zijn ingeschaald in schaal A (Wet banenafspraak) hebben geen recht op de eenmalige uitkering. De geldende afspraak is dat de salarisbedragen in schaal A worden jaarlijks in januari geïndexeerd met de stijging van het minimumloon (WML). Per 1 januari 2020 treedt de WNRA in werking en valt de cao Gemeenten rechtstreeks onder de werking van de WML. De salarisbedragen in schaal A worden vanaf dat moment tweemaal per jaar in januari en juli geïndexeerd met het minimumloon (WML).

 

  • C.

    Bijlage IIa van de CAR-UWO als volgt te wijzigen:

    Salaristabel gemeenteambtenaren per 1 oktober 2019, nieuwe structuur

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Periodiek

 

2

3

4

5

6

7

8

9

10

0

 

1622

1663

1711

1760

1877

2106

2411

2675

2885

1

 

1677

1732

1787

1844

1963

2195

2508

2789

3020

2

 

1731

1801

1864

1928

2048

2284

2606

2903

3154

3

 

1786

1869

1939

2012

2134

2372

2703

3017

3288

4

 

1840

1938

2016

2096

2219

2461

2801

3131

3422

5

 

1895

2006

2092

2180

2305

2550

2899

3245

3557

6

 

1948

2075

2169

2264

2390

2639

2997

3359

3691

7

 

2003

2144

2245

2348

2476

2728

3095

3473

3825

8

 

2057

2212

2321

2432

2561

2817

3192

3587

3960

9

 

2112

2281

2397

2516

2647

2905

3290

3701

4094

10

 

2166

2350

2474

2599

2733

2994

3388

3815

4228

11

 

2221

2418

2550

2684

2818

3083

3485

3929

4362

13*

 

2276

2486

2626

2769

2903

3172

3582

4043

4496

15*

 

2331

2554

2702

2854

2988

3261

3679

4157

4630

17*

 

2386

2622

2778

2939

3073

3350

3776

4271

4764

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Periodiek

10A

11

11A

12

13

14

15

0

3180

3456

3805

4153

4636

4925

5296

1

3318

3599

3948

4296

4777

5095

5492

2

3456

3742

4091

4437

4917

5264

5688

3

3594

3885

4233

4577

5057

5433

5883

4

3731

4028

4375

4718

5197

5602

6079

5

3869

4171

4516

4858

5337

5772

6275

6

4006

4315

4656

4998

5477

5941

6471

7

4144

4456

4796

5138

5618

6111

6666

8

4282

4596

4936

5278

5758

6280

6862

9

4418

4736

5076

5418

5898

6449

7057

10

4553

4877

5216

5559

6038

6618

7253

11

4689

5017

5357

5699

6178

6788

7449

13*

4961

5157

5498

5839

6318

7128

7645

15*

5097

5297

5639

5979

6458

7298

7841

17*

5233

5437

5780

6119

6598

7468

8037

 

  • D.

    Bijlage IVa1 van de CAR-UWO als volgt te wijzigen:

    Salarisschalen kunstzinnige vorming per 1 oktober 2019

Ervaringsjaar/periodiek

5

6

7

8

9

10

Aanloopbedrag 1

1906

1945

1986

2038

2310

2701

Aanloopbedrag 2

0

2038

2099

2171

2442

2827

Aanloopbedrag 3

0

0

0

2310

2571

2962

0

1986

2171

2242

2442

2701

3033

1

2038

2242

2310

2507

2765

3113

2

2099

2310

2377

2571

2827

3187

3

2171

2377

2442

2634

7894

3250

4

2242

2442

2507

2701

2962

3320

5

2310

2507

2571

2765

3033

3391

6

2377

2571

2634

2827

3113

3457

7

2442

2634

2701

2894

3187

3518

8

2507

2701

2765

2962

3250

3580

9

2571

2765

2827

30333

3320

3642

10

2634

2827

2894

3113

3391

3705

11

0

2894

2962

3187

3457

3775

12

0

0

3033

3250

3518

3844

13

0

0

3113

3320

3580

3907

14

0

0

3187

3391

3642

3967

15

0

0

3250

3457

3705

4026

Uitloopbedrag 1

2765

3033

3391

3642

3844

4151

Uitloopbedrag 2

0

3187

3518

3844

3967

4281

Uitloopbedrag 3

0

0

0

3967

4091

4419

 

Artikel II

Artikel I treedt in werking een dag na bekendmaking met terugwerkende kracht tot 1 oktober 2019.

 

 

 

Aldus besloten in de vergadering van 15 oktober 2019.

Burgemeester en wethouders

de heer G.J. van der Zanden

secretaris

mevrouw F.T. de Jonge

burgemeester

Naar boven