Gemeenteblad van Lingewaard
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lingewaard | Gemeenteblad 2019, 265163 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lingewaard | Gemeenteblad 2019, 265163 | Beleidsregels |
Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Lingewaard houdende regels omtrent Beleidskader Windenergie
Windenergie is op dit moment de voornaamste techniek voor energietransitie (de transitie naar duurzame elektriciteit en warmte). Windenergie gaat daarom zeker onderdeel uitmaken van de energiemix van de komende 20-30 jaar.
De gemeente Lingewaard staat positief ten aanzien van windenergie. De gemeenteraad heeft binnen gestelde kaders opgeroepen tot een positieve grondhouding ten opzichte van windenergie initiatieven.
Wat willen we bereiken met dit beleidskader?
We moeten met z’n allen werken aan een duurzaam Lingewaard, ook voor toekomstige generaties. Windenergie levert een bijdrage aan de verduurzaming van de energievoorziening. We hebben windenergie nodig om onze klimaatdoelstellingen te behalen en fossiele energiebronnen als kolen en aardgas te vervangen. De uitstoot van CO2 zal hierdoor verlaagd worden. Initiatieven voor windenergie roepen echter ook veel vragen op; onder meer over geluid, slagschaduw en uitzicht. De inpassing van windenergie dient te gebeuren op een verantwoorde manier, met oog voor natuur, landschap, leefbaarheid en het eerlijk verdelen van lusten en lasten.
Lingewaard is zich bewust van de realiteit en de noodzaak van de energietransitie. Ook in Lingewaard hebben we windenergie nodig. We willen het bevoegd gezag zijn voor windenergie projecten binnen onze gemeente, om op deze manier de belangen van de inwoners het beste te behartigen. We streven naar een rustig en ordelijk beeld, waarbij de windturbines onderdeel uitmaken van de totale beleving van het landschap in plaats van de landschapsbeleving te domineren. Vanuit samenwerking sturen wij actief op de kaders en verplichten wij initiatiefnemers:
Kosten voor de ontwikkeling van windenergie projecten zullen worden gedragen door de initiatiefnemers.
Om klimaatverandering tegen te gaan, de CO2 uitstoot te beperken en een duurzame energievoorziening voor de toekomst te garanderen, is er op dit moment een wereldwijde transitie van fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen gaande. Ook Nederland schakelt over op 100% duurzame energie. De opgave is groot en daarom moeten alle gemeenten een bijdrage leveren. Ook de gemeente Lingewaard heeft zich gecommitteerd aan het Gelderse Energie Akkoord (GEA) en hiermee aan het lokaal opwekken van duurzame energie en het uiteindelijk energieneutraal 1 zijn in 2050.
De Gemeente Lingewaard zit hiermee midden in een energietransitie, samen met heel Nederland.
Het uiteindelijke doel is om volledig energieneutraal te zijn in 2050, met tussenliggende mijlpalen:
In 2030 wordt 36 % van het energieverbruik duurzaam opgewekt 2 .
Windenergie is op dit moment de voornaamste techniek voor de transitie naar duurzame elektriciteit. Een moderne windturbine op land kan in Nederland stroom voor 4.300 3 huishoudens leveren.
Windenergie gaat daarom zeker onderdeel uit maken van de energiemix van de komende 20-30 jaar. Ook in Lingewaard gaan windturbines geplaatst worden. Dit willen wij echter op een verantwoorde manier doen, met oog voor natuur, landschap, leefbaarheid, en het eerlijk verdelen van lusten en lasten.
De huidige Beleidsnota Duurzaamheid (december 2015) bevat het huidige beleid met betrekking tot windenergie. Door de vele (technische) ontwikkelingen op het gebied van (wind)energie en de energietransitie, is dit beleid is niet meer actueel.
In 2017 heeft RoyalHaskoningDHV (RHDHV) in opdracht van het college van B&W van de gemeente Lingewaard een studie uitgevoerd, om te onderzoeken op welke locaties windenergieprojecten technisch mogelijk zijn binnen de gemeentegrenzen. De raad heeft destijds kennis genomen van het rapport van RHDHV [16].
In december 2017 is door de gemeenteraad een motie aangenomen [Bijlage B] waarin de gemeenteraad het college oproept potentiële locaties voor duurzame energieopwekking vanuit een positieve grondhouding te bezien. Deze oproep is meegenomen in het college uitvoeringsprogramma 2018-2022. Voorliggend beleidskader is een verdere uitwerking hiervan. Dit beleidskader is een wijziging ten opzichte van het nu geldende beleid en zal een integraal onderdeel worden van het nieuwe duurzaamheidsbeleid.
Het beleidskader omvat de volgende aspecten. In de eerste plaats wordt er een korte algemene toelichting op windenergie gegeven. Vervolgens wordt een toelichting gegeven op windenergie binnen de gemeente Lingewaard. In het laatste hoofdstuk worden de beleidskaders gesteld waar potentiële projecten(ontwikkelingen) aan dienen te voldoen.
(Technische) ontwikkelingen gaan snel, daarom wordt dit kader eens in de 2 jaar geëvalueerd en indien nodig bijgesteld.
Dit beleidskader is alleen van toepassing op grote windturbines (vanaf 35 meter). Voor kleine windturbines zullen kaders van toepassing zijn die sterk afwijken van de kaders voor grote windturbines. De gemeente Lingewaard zal voor kleine windmolens een separaat beleidskader opstellen.
Gebaseerd op de huidige (technische) stand van zaken, is windenergie één van de meest uitontwikkelde, krachtigste en goedkoopste vormen van duurzame energie. Windenergie heeft binnen Nederland de potentie om een belangrijk deel van de energie-opwek voor haar rekening te nemen, door:
Moderne windturbines produceren een grote hoeveelheid elektriciteit. Een moderne windturbine produceert ongeveer een vergelijkbare hoeveelheid energie als 20 hectare zonnepanelen en bespaart hiermee circa 8.190 ton CO2 per jaar 4 .
3.2.1 Leefbaarheid en maatschappelijke acceptatie
Windturbines hebben effect op de leefomgeving van mens en natuur. Gezien de inrichting van Nederland, is het onmogelijk projecten in te passen zonder effecten op de directe omgeving. Hier is veel aandacht voor bij inwoners, bestuurders en politiek.
De effecten waar veel aandacht voor is, zijn (in willekeurige volgorde):
3.2.2 Landschappelijke inpassing en ruimtelijke ordening
Nederland is een dichtbevolkt en energie-intensief land. Ruimte om windenergie op te wekken is hier beperkter dan in andere landen. Toch zullen ook bij ons in de regio windturbines worden geplaatst om aan de klimaatdoelstellingen te kunnen voldoen. Moderne windturbines hebben een totale hoogte (tiphoogte) van 150-240 meter. Hierdoor valt niet meer te spreken van landschappelijk inpassing van de windturbines, ze vormen een nieuwe dominante laag in het landschap. Vanuit beleving en leesbaarheid van het landschap moet gestreefd worden naar een ordelijk beeld. De mate waarin, hangt voor een groot deel af van het landschapstype waarin windturbines opgesteld zijn. Met name in open gebieden dragen windturbines aanzienlijk bij aan de beeldvorming en beleving van het landschap. Verder bepalen vele factoren de beleving van de windturbines in het landschap. Voorbeelden hiervan zijn:
Het verschilt per project welk overheidsorgaan het bevoegd gezag is en welk orgaan de omgevingsvergunning verstrekt [5]:
Gezien het vermogen van de meeste windturbines, zullen alleen solitaire windturbineprojecten onder het gezag van de gemeente vallen. De provincie kan op verzoek van de gemeente van haar bevoegdheid afzien, waardoor de gemeente het bevoegd gezag wordt.
In de Elektriciteitswet 1998 (artikel 9e) staat beschreven dat indien een initiatiefnemer een principeverzoek indient bij een gemeente en die gemeente wijst dit verzoek af en de initiatiefnemer dient vervolgens een principeverzoek bij Provinciale Staten in, dan moet Provinciale Staten een inpassingsplan vaststellen, tenzij er bezwaren zijn vanuit een goede ruimtelijke ordening.
Er dient hierbij te worden gemeld dat er juridisch geen verplichting kan worden opgelegd aan initiatiefnemers tot het creëren van acceptatie/draagvlak. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in relatie tot windparken meermaals uitgesproken dat er geen wettelijke regel is die bepaalt dat een ruimtelijk plan alleen mogelijk is als daarvoor voldoende draagvlak in de omgeving bestaat. Een afweging dient op ruimtelijke gronden (‘goede ruimtelijke ordening’) gemaakt te worden en niet op de mate van verzet uit de omgeving.
De Rijksoverheid en het Interprovinciaal Overleg (IPO) hebben bepaald dat Nederland in 2020 over 6.000 megawatt aan windvermogen zou moeten beschikken. Die afspraak is vastgelegd in het landelijke Energieakkoord. Gelderland is verantwoordelijk voor 230,5 van de 6.000 MW aan windvermogen en voor de locaties waar de windmolens komen te staan.
In de Omgevingsvisie Gaaf Gelderland (februari 2019) [14] staat over de energietransitie dat Gelderland streeft naar een versnelde energietransitie, gericht op forse vergroting van het aandeel duurzame energie en passend bij de Gelderse kwaliteiten. Hiervoor is ruimte nodig. Dit raakt de leefomgeving van alle Gelderlanders en kan botsen met sterke Gelderse kwaliteiten – zoals de natuur, het rivierenlandschap met haar uiterwaarden, het zicht op ons mooie erfgoed. Samen met haar partners moet de provincie bepalen waar de noodzakelijke extra meters gemaakt worden en waar initiatieven zich niet en waar wel kunnen ontwikkelen en onder welke voorwaarden, bijvoorbeeld langs wegen of op vrijgekomen landbouwgronden. Niet zomaar en overal, maar met oog voor de kwaliteiten die Gelderland uniek maken. Hier zet de provincie zich voor in en pakken ze door, als dat nodig is.
In juni 2018 heeft Provinciale Staten een motie [15] aangenomen waarin wordt opgeroepen in overleg te gaan met gemeenten langs hoofdinfrastructuur in Gelderland om met hen gezamenlijke grootschalige duurzame (wind)energieprojecten te laten realiseren.
Ruimte voor windenergie is schaars, in Gelderland en dus ook in de gemeente Lingewaard. RHDHV heeft een verkennende studie uitgevoerd in opdracht van de gemeente Lingewaard. Hierin komt duidelijk naar voren dat, wanneer aanwezige belemmeringen worden gerespecteerd, er slechts een beperkt aantal locaties voor windenergie in Lingewaard in beginsel technisch mogelijk zijn. Eventuele projecten dienen nog wel zorgvuldig getoetst te worden op haalbaarheid, uitvoerbaarheid en ruimtelijke aanvaardbaarheid. Daarnaast speelt maatschappelijke aanvaardbaarheid een rol. De gemeente Lingewaard benadert windenergie vanuit een positieve grondhouding. Wij vinden echter ook dat de plaatsing van windturbines in onze gemeente niet mag leiden tot verrommeling van het landschap.
4.1 Landschappelijke inpassing en ruimtelijke ordening
Vanuit leesbaarheid van het landschap moet bij plaatsing van nieuwe windturbines in Lingewaard, gestreefd worden naar een rustig en ordelijk beeld, waarbij de windturbines onderdeel uitmaken van de totale beleving van het landschap in plaats van de landschapsbeleving te domineren. Bij plaatsing van solitaire windturbines 5 ontstaat een rommelig landschappelijk beeld.
Lingewaard streeft naar een ordelijk landschappelijk beeld, waarbij windturbines worden gekoppeld aan bestaande grootschalige infrastructuur en glastuinbouw.
Binnen de gemeente Lingewaard hechten we waarde aan een goede ruimtelijke ordening en een gebalanceerd evenwicht tussen landschap en natuur en mogelijke windturbines.
De gemeente Lingewaard wil graag de regie houden over elk (windenergie)project dat in de gemeente geïnitieerd wordt. Wij zijn als beste in staat de belangen van onze gemeente en onze inwoners te behartigen en aan te sturen op een zo breed mogelijk draagvlak. We willen dan ook bevoegd gezag zijn voor elk windenergieproject binnen onze gemeentegrenzen. Wanneer wij dit in beginsel niet zijn, zullen wij aan de Provincie vragen het bevoegd gezag over te dragen aan Lingewaard. Doorgaans zal de Provincie meewerken aan deze vraag.
Het bevoegd gezag stelt ons in staat om:
In beginsel is de provincie bevoegd gezag. Het is aan de gemeente om sturend op te kunnen treden bij mogelijke plaatsing van windturbines binnen de eigen gemeentegrenzen. Hierdoor kan de gemeente zelf onderzoek doen naar en conclusies trekken over de vraag of windenergieprojecten in overeenstemming zijn met een goede ruimtelijke ordening.
Onder de Energiewet kan een project alleen worden afgewezen op basis van ruimtelijke ordening. Het ontbreken van draagvlak heeft geen juridische gevolgen. Het is belangrijk dat hierover duidelijk wordt gecommuniceerd naar inwoners, om inwoners hiervan bewust te maken. Lingewaard is zich bewust van de realiteit en de noodzaak van de energietransitie. Vanuit de noodzaak hebben wij een positieve grondhouding over windenergie en werken wij binnen onze beleidskaders mee aan initiatieven. Deze kaders zijn opgenomen in hoofdstuk 5.
5 Kaders windenergie in Lingewaard
Een hedendaags windenergie project dient aan vele voorwaarden te voldoen. Veel voorwaarden liggen verankerd in landelijke wet- en regelgeving. Hierbij moet onder andere rekening gehouden worden met:
Er dient sprake te zijn van een haalbaar en uitvoerbaar plan, dat getuigt van een goede ruimtelijke ordening. In dit hoofdstuk zetten we uiteen welke kaders Lingewaard in aanvulling op de landelijke wet- en regelgeving stelt. Deze kaders hebben zowel betrekking op de ontwikkeling van windenergieprojecten, als ook op de operationele fase. De kaders bieden een stevig fundament voor maatschappelijke acceptatie. Het uiteindelijke doel voor gemeente Lingewaard is een haalbaar en uitvoerbaar plan met voldoende acceptatie en een goede verdeling van lusten en lasten.
De kaders hebben betrekking op de volgende onderwerpen (in willekeurige volgorde):
De kaders worden hier onder verder toegelicht.
Bij de kaders maken wij onderscheid tussen de volgende groepen, afhankelijk van afstand tot de mogelijke windturbine(s). Er is geen onderscheid in woning, bedrijfspand etc.
Bovenstaande afstanden zijn onder andere geïnspireerd door het Handboek Omgevingsparticipatie van de Nederlandse Vereniging Omwonenden Windturbines (NLVOW) [6].
Voor het project dient de initiatiefnemer, in samenspraak en samenwerking met de gemeente, een duidelijk communicatieplan, inclusief planning, op te zetten.
Hierin wordt ruimte gemaakt voor huisbezoeken, informatieavonden en een klankbordgroep.
Omwonenden worden aangeschreven, direct omwonenden worden persoonlijk benaderd. Omwonenden worden regelmatig geïnformeerd over het project, ontwikkeling en voortgang. Inwoners worden via algemene kennisgevingen geïnformeerd over het project.
De initiatiefnemer spant zich aantoonbaar in voor het oprichten van een klankbordgroep en draagt zorg dat deze klankbordgroep een afspiegeling is van betrokken inwoners en belangen.
De klankbordgroep bestaat bij voorkeur in ieder geval uit omwonenden, al kunnen er kunnen desgewenst ook inwoners en/of andere stakeholders in plaatsnemen. De klankbordgroep heeft als doel te participeren in het ontwikkelproces van het initiatief. De klankbordgroep adviseert de initiatiefnemer en is in staat keuzes voor de initiatiefnemer te maken en keuzes van de initiatiefnemer te beïnvloeden. De initiatiefnemer legt verantwoordelijkheid af aan de gemeente over de resultaten van de klankbordgroep.
De effecten op de omgeving worden getoetst aan de hand van een Milieueffectrapportage (m.e.r.), ook al is het plan wettelijk niet m.e.r. plichtig. Het uiteindelijke Milieueffectrapport (MER) wordt, net zoals de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD), ter beoordeling voorgelegd aan de Commissie m.e.r.. De Commissie m.e.r. adviseert over de inhoud van milieueffectrapporten. Dit is wettelijk niet verplicht, maar als gemeente Lingewaard hechten wij waarde aan een deskundige advisering van een onafhankelijke instantie.
De gemeente wenst een open en onderbouwde discussie te voeren over de ruimtelijke inpassing van de windturbine(s), in een zogenoemd ruimte-atelier. De ruimte-ateliers ontstijgen de gemeentegrenzen, met name wanneer initiatieven aan de grenzen van onze gemeente worden gepland. Omwonenden dienen een stem te krijgen in deze ruimte ateliers. Daarom dienen direct omwonenden en/of leden van een klankbordgroep uitgenodigd te worden voor de ruimte-ateliers.
Belangrijke onderwerpen tijdens de ruimte-ateliers zijn de positie(s) van de windturbine(s), in relatie tot de omgeving (inclusief gebouwde en/of vergunde windprojecten in de omgeving), het formaat van de windturbine(s) en de verhouding tussen ashoogte, tiphoogte en rotordiameter. De initiatiefnemer dient hiervoor (interactieve) 3D animaties aan te leveren, eventueel met meerdere scenario’s.
De initiatiefnemer richt een omgevingsfonds op, ten behoeve van de omwonenden en de omgeving. De oprichting en organisatie van het omgevingsfonds dient te geschieden in goed overleg tussen initiatiefnemer, gemeente en omwonenden (bij voorkeur georganiseerd in een klankbordgroep). Zodra de windturbine(s) operationeel zijn, komt gedurende de periode dat de windturbine(s) operationeel zijn jaarlijks minimaal €0,50 per geproduceerde MWh ten goede van dit omgevingsfonds. Dit bedrag van €0,50/MWh is de minimale norm waartoe de sector zichzelf verplicht en waar alleen in overleg met de omgeving van afgeweken kan worden; bijvoorbeeld in ruil voor een geheel andere toezegging [2].
Het omgevingsfonds wordt bij voorkeur beheerd door omwonenden en niet door de initiatiefnemer en/of gemeente. Het omgevingsfonds is bedoeld om te investeren in (duurzame) verbeteringen van de omgeving en/of natuur.
5.6 Compensatie grondeigenaren en omwonenden
Wanneer windturbines in een lijnopstelling en/of clusteropstelling worden gepland welke meerdere (tussenliggende) percelen bestrijkt, dient vóór vastleggen van de layout van het windpark afspraken gemaakt te worden met alle grondeigenaren binnen het projectgebied. De afspraken dienen onder andere duidelijke grondvergoedingen te bevatten, voor percelen die bebouwd gaan worden (windturbinefundament, kraanopstelplaats, toegangsweg etc.) en percelen binnen het windpark die niet bebouwd gaan worden.
Optioneel kunnen ook grondeigenaren aangrenzend aan het plangebied of in de directe nabijheid van het plangebied worden gecompenseerd, afhankelijk van de impact van het initiatief. Planschade (welke voor rekening van de initiatiefnemer is) is hierbij het minimum. Gebalanceerde verdeling van lusten en lasten blijft hierin de leidraad.
Participatie betekent in dit beleidskader 2 dingen: participatie in de ontwikkeling en financiële participatie. Financiële participatie richt zich op lokaal eigenaarschap. De vorm van participatie ligt niet vast, maar gedacht kan worden aan het beschikbaar stellen van aandelen en/of obligaties. De condities voor de investerende inwoners dienen hiervoor gunstiger te zijn dan de dan geldende marktvoorwaarden.
Streven is minimaal 50% lokaal eigenaarschap, al is dit afhankelijk van de interesse van inwoners om te participeren. De initiatiefnemer moet aantonen welke stappen hij heeft ondernomen om lokaal eigenaarschap te verwezenlijken in het project.[7] Voor participatie dient de Gedragscode van de NWEA [2] als leidraad.
Gezien de tijdelijkheid van windenergie bestrijken de omgevingsvergunningen initieel een termijn van 20 jaar, in overeenstemming met de ontwerplevensduur van windturbines van 20 jaar. Na het verstrijken van de omgevingsvergunning dienen de windturbine(s) volledig (inclusief fundament) afgebroken en verwijderd te worden. ). Het afbreken van de windturbine(s) en het in terrein in originele staat terug te brengen, is de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de windturbine(s).
Eigenaar/initiatiefnemer kan een verzoek indienen bij de gemeente, waarbij de eigenaar van de windturbine(s) samen met de gemeente de beslissing neemt om de vergunning te verlengen, mits technisch verantwoord [8] of de windturbines te vervangen door nieuwe windturbines (mogelijk nieuwe vergunningsaanvraag
5.9 Eventuele overlast bouw- en operationele fase
Tijdens bouw en inbedrijfstelling van de windturbine(s), dient overlast voor de inwoners geminimaliseerd te worden. Tijdens de bouw en inbedrijfstelling zorgt de initiatiefnemer voor een goede informatievoorziening aan de omwonenden, en eventuele betrokken inwoners, over de werkzaamheden en eventuele gevolgen.
Tijdens de bouw- en operationele fase is het voor inwoners duidelijk waar zij terecht kunnen voor op en/of aanmerkingen.
Windenergieprojecten kennen vele stakeholders. Onderstaande lijst geeft een opsomming van de stakeholders die erkend dienen te worden voor en/of in het proces. Het is aan de initiatiefnemer de afweging te maken, in samenspraak met de gemeente, wanneer en in welke mate de stakeholders betrokken moeten worden. Sommige stakeholders dienen in een vroeg stadium betrokken te worden. De initiatiefnemer dient hier zorg voor te dragen.
Nederlandse Praktijkrichtlijn 8400 Externe link: https://www.nen.nl/NEN-Shop/Norm/NPR-84002016-en.htm
De Beleidsregel voor het plaatsen van windturbines op, in of over rijkswaterstaatswerken wordt binnenkort vervangen door een nieuwe richtlijn. Dit zal onder meer gevolg hebben voor de toegestane afstand tussen een windturbine en de vaarweg om te voorkomen dat radarecho’s van de rotor op de radarbeeldschermen van de binnenvaartschepen worden geprojecteerd. De nieuwe (nog concept) richtlijn vertalende naar de nu geplande locatie komt dit vermoedelijk neer op een windturbine afstand van de halve diameter van de rotor + 30 m achter de lijn door kribbakens aan de landzijde.
aan de raad van de gemeente lingewaard
steller(s) : H. Arends, R. Derksen, J. Janssen, M. van de Woerdt, F. Schut
onderwerp : Voorkeurslocatie windenergie
De raad van de gemeente Lingewaard, in vergadering bijeen d.d. 13 december 2017
gehoord de tijdens de Inforonde d.d. 30 november 2017 verstrekte informatie en daaropvolgende gedachtewisseling
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-265163.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.