I.
Vast te stellen de Verordening tot eerste wijziging van de Verordening loonkostensubsidie Participatiewet Beemster 2015, luidende:
|
Bestaande tekst (was)
|
Nieuwe tekst (wordt)
|
A
|
Artikel 1
1. Het college stelt vast of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie.
2. Hierbij neemt het college de volgende criteria in acht:
a. een persoon moet behoren tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet;
b.
die persoon is niet in staat met voltijdse
arbeid het wettelijk minimumloon te
verdienen,
en
c.
die persoon heeft mogelijkheden tot
arbeidsparticipatie.
3. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen adviseert het college met betrekking tot het oordeel of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen neemt daarbij de in het tweede lid neergelegde criteria in acht.
|
Artikel 1
1. Het college stelt vast of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie.
2. Hierbij neemt het college de volgende criteria in acht:
a. een persoon behoort tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet en is niet in staat met voltijdse arbeid het wettelijk minimumloon te verdienen en heeft mogelijkheden tot arbeids-participatie; of
b.
een persoon behoort tot de doelgroep
zoals bedoeld in artikel 10d, tweede
lid,
van de Participatiewet.
3. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen adviseert het college met betrekking tot het oordeel of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen neemt daarbij de in het tweede lid neergelegde criteria in acht.
|
B
De toelichting komt te luiden aldus:
Toelichting
Onder algemeen wordt na de eerste alinea een tweede alinea toegevoegd:
Op 1 januari 2017 is de ‘Wet stroomlijning loonkostensubsidie Participatiewet’ in werking getreden. Dat heeft geleid tot wijziging van artikel 10d van de Participatiewet en daaraan verbonden inhoudelijke aanpassingen van de regeling met betrekking tot loonkostensubsidie.
In de Participatiewet is middels artikel 10d, tweede lid, een nieuwe doelgroep opgenomen voor loonkostensubsidie. Deze doelgroep is opgenomen in de verordening en betreft jongeren:
- •
van het praktijkonderwijs, bedoeld in artikel 10f van de Wet op het voortgezet onderwijs;
- •
het voortgezet speciaal onderwijs, bedoeld in artikel 2 van de Wet op de expertisecentra, of
- •
de entreeopleiding, bedoeld in artikel 7.2.2., onderdeel a, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;
die binnen 6 maanden na het verlaten van school zijn gaan werken.
De werkgever van deze jongeren kan – ook als de dienstbetrekking al tot stand is gekomen – de gemeente verzoeken de loonwaarde vast te stellen.
Aan de nieuwe derde alinea wordt aan het eind (vóór behoren tot de doelgroep
loonkostensubsidie
) een bijzin toegevoegd: alsmede personen als bedoeld in artikel 10d, tweede lid, van de Participatiewet.
In de nieuwe vijfde alinea wordt, in de 1e zin, rechtens geldende loon vervangen door:
wettelijk minimum loon.
In de nieuwe zevende alinea wordt een bijzin toegevoegd aan het eind van de tekst bij het eerste aandachtstreepje: alsmede personen als bedoeld in artikel 10d, tweede lid, van de Participatiewet.
In de nieuwe zevende alinea wordt bij het tweede aandachtstreepje rechtens geldende loon vervangen door: wettelijk minimum loon.
Bij artikelsgewijze toelichting wordt bij artikel 1 aan het eind een bijzin toegevoegd: alsmede personen als bedoeld in artikel 10d, tweede lid, van de Participatiewet.