Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Rheden

 

De raad van de gemeente Rheden;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 mei 2018;

 

gelet op de artikelen 149, 151c en 151d van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Rheden.

 

ARTIKEL I

De Algemene Plaatselijke Verordening Rheden wordt als volgt gewijzigd:

 

A

Aan artikel 1:3 wordt een derde lid toegevoegd dat luidt:

 

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in tweede lid gelden voor het indienen van aanvragen om evenementenvergunningen de volgende uiterste termijnen, voorafgaand aan de dag waarop het evenement start:

    • a.

      voor een A-evenement als bedoeld in artikel 2:24, vierde lid (regulier evenement) 8 weken;

    • b.

      voor een B-evenement als bedoeld in artikel 2:24, vierde lid (aandachtevenement) 12 weken;

    • c.

      voor een C-evenement als bedoeld in artikel 2:24, vierde lid (risico-evenement) 16 weken.

 

B

Artikel 1:6 onder d. komt als volgt te luiden:

 

  • d.

    indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen of gedurende een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn;

 

C

Artikel 1:7 komt te luiden:

 

Artikel 1:7 Termijnen

  • 1.

    De vergunning of ontheffing geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet.

  • 2.

    De aard van de vergunning of ontheffing verzet zich in ieder geval tegen gelding voor onbepaalde tijd indien het aantal vergunningen of ontheffingen is beperkt en het aantal mogelijke aanvragers het aantal beschikbare vergunningen of ontheffingen overtreft.

 

D

Artikel 2:24, lid 3 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 3.

    Onder een klein evenement wordt verstaan: een kleinschalig ééndaags evenement, zoals een straatfeest of een buurtfeest.

 

Aan artikel 2:24 wordt een vierde lid toegevoegd dat als volgt luidt:

 

  • 4.

    Vergunningplichtige evenementen worden onderscheiden in drie categorieën:

    • a.

      regulier evenement (categorie A): een relatief eenvoudig evenement, waarbij het (zeer) onwaarschijnlijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu. Het vergt weinig maatregelen of voorzieningen van het bevoegde gezag om die dreiging weg te nemen of schadelijke gevolgen te beperken.

    • b.

      aandachtevenement (categorie B): een evenement, waarbij het mogelijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu. Het vergt enkele maatregelen of voorzieningen van het bevoegde gezag om die dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken.

    • c.

      risico-evenement (categorie C): een evenement, waarbij het (zeer) waarschijnlijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu. Het vergt meerdere en uitgebreidere maatregelen of voorzieningen van het bevoegde gezag om die dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken.

 

E

Artikel 2:25 komt te luiden:

 

Artikel 2:25 Evenement

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.

  • 2.

    Bij de indiening van de vergunningaanvragen worden de gegevens, bedoeld in artikel 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen, aangeleverd.

  • 3.

    Geen vergunning is vereist voor een klein evenement, indien:

    • a.

      het aantal bezoekers niet meer bedraagt dan 150 personen;

    • b.

      het evenement tussen 10.00 uur en 24.00 uur plaatsvindt:

    • c.

      er alleen muziek gespeeld of gedraaid wordt tussen 10.00 uur en 24.00 uur;

    • d.

      het evenement niet plaatsvindt op de rijbaan, (brom)fietspad of op andere wijze een belemmering vormt voor het verkeer en de hulpdiensten;

    • e.

      er alleen kleine objecten (partytent, opblaaskussen e.d.) worden geplaatst met een totale maximale oppervlakte van 50 m2, waarbij de individuele objecten niet groter dan 10m2 per object mogen zijn:

    • f.

      er een organisator of contactpersoon tijdens het evenement aanwezig is;

    • g.

      de organisator ten minste 10 dagen voorafgaand aan het evenement daarvan melding heeft gedaan aan de burgemeester.

  • 4.

    De burgemeester kan binnen 5 dagen na ontvangst van de melding besluiten een klein evenement te verbieden, indien er aanleiding is te vermoeden dat daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.

  • 5.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op een wedstrijd op of aan de weg, in situaties waarin voorzien wordt door artikel 10 juncto 148 van de Wegenverkeerswet 1994.

 

F

Artikel 2:27 komt te luiden:

 

Artikel 2:27 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze afdeling wordt verstaan onder:

    • a.

      openbare inrichting:

      • 1.

        een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis;

      • 2.

        elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden verstrekt of bereid;

    • b.

      terras: een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse kunnen worden bereid of verstrekt.

  • 2.

    Onder openbare inrichting wordt mede verstaan een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse kunnen worden bereid of verstrekt.

 

G

Artikel 2:37 komt te luiden:

 

Artikel 2:37 Nachtregister

  • 1.

    De houder van een inrichting die bedrijfsmatig kamers verhuurt en of anderszins overnachting verzorgt is verplicht een register, als bedoeld in artikel 438 van het Wetboek van Strafrecht, bij te houden dat is ingericht volgens het door de burgemeester vastgestelde model.

  • 2.

    Het nachtregister wordt ter beschikking gesteld aan de hulpdiensten.

 

H

In artikel 2:38 wordt ‘naam, adres, woonplaats, geboortedatum, geboorteplaats’ vervangen door: ‘naam, woonplaats’.

 

I

Artikel 2:39, tweede lid, onder b, komt te luiden:

 

  • b.

    speelgelegenheden waarvoor de raad van bestuur van de kansspelautoriteit bevoegd is vergunning te verlenen;

 

J

Na artikel 2.40 wordt een nieuwe afdeling en nieuw artikel ingevoegd:

 

Afdeling 10A Toezicht op voor publiek toegankelijk gebouw, inrichting of ruimte

 

Artikel 2.40a Sluiting van een voor publiek toegankelijk gebouw, inrichting of ruimte

  • 1.

    De burgemeester kan de sluiting bevelen van een voor publiek toegankelijk gebouw, inrichting of ruimte als daar:

    • a.

      is gehandeld in strijd met artikel 1 van de Wet op de kansspelen;

    • b.

      door misdrijf verkregen zaken voorhanden, bewaard of verborgen zijn dan wel zijn verworven of overgedragen;

    • c.

      discriminatie heeft plaatsgevonden op grond van ras, geslacht, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook;

    • d.

      wapens als bedoeld in artikel 2 van de Wet wapens en munitie aanwezig zijn waarvoor geen ontheffing, vergunning of verlof is verleend of

    • e.

      zich andere feiten of omstandigheden hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het geopend blijven van het gebouw, de inrichting of de ruimte ernstig gevaar oplevert voor de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid, volksgezondheid en/of het milieu.

  • 2.

    De burgemeester trekt het sluitingsbevel in als naar zijn oordeel de in het eerste lid genoemde belangen voortzetting van de sluiting niet langer vereisen.

  • 3.

    De burgemeester draagt zorg voor het aanbrengen van het bevel tot sluiting bij de toegang van het gebouw, de inrichting of de ruimte, of in de directe nabijheid daarvan.

  • 4.

    De rechthebbende laat toe dat een afschrift van het sluitingsbevel wordt aangebracht.

  • 5.

    Het is verboden een gebouw, inrichting of ruimte te betreden waarvan de sluiting is bevolen.

  • 6.

    Het is de rechthebbende verboden zonder toestemming van de burgemeester bezoekers toe te laten of zelf het gebouw, de inrichting of de ruimte te betreden.

  • 7.

    Het derde, vierde, vijfde en zesde lid zijn van overeenkomstige toepassing als de burgemeester krachtens artikel 174a van de Gemeentewet of artikel 13b van de Opiumwet heeft besloten tot sluiting van een woning, een lokaal of een bij de woning of dat lokaal behorend erf.

 

K

In artikel 2:42, tweede lid, onderdeel b, wordt ‘kalk, krijt, teer’ vervangen door:

‘kalk, teer’.

 

L

Artikel 2:77 komt te luiden:

 

Artikel 2:77 Cameratoezicht op openbare plaatsen

De burgemeester is bevoegd overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet te besluiten tot plaatsing van camera’s voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats als bedoeld in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties.

 

M

Na artikel 2:77 wordt een nieuw artikel 2:79 ingevoegd, luidende:

 

Artikel 2:79 Woonoverlast als bedoeld in artikel 151d Gemeentewet

  • 1.

    Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt, of tegen betaling in gebruik geeft aan een persoon die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen is ingeschreven, draagt er zorg voor dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.

  • 2.

    Als de burgemeester een last onder dwangsom of onder bestuursdwang oplegt naar aanleiding van een schending van deze zorgplicht kan hij daarbij aanwijzingen geven over wat de overtreder dient te doen of na te laten om verdere schending te voorkomen. De burgemeester stelt beleidsregels vast over het gebruik van deze bevoegdheid.

  • 3.

    De last kan in ieder geval worden opgelegd bij ernstige en herhaaldelijke:

    • a.

      geluid- of geurhinder;

    • b.

      hinder van dieren;

    • c.

      hinder van bezoekers of personen die tijdelijk in een woning of op een erf aanwezig zijn;

    • d.

      overlast door vervuiling of verwaarlozing van een woning of een erf;

    • e.

      intimidatie van derden vanuit een woning of een erf.

 

N

Door de toevoeging van artikel 2:79 wijzigt de titelaanduiding van Afdeling 15, voorafgaand aan het artikel 2:75 als volgt:

 

Afdeling 15 Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden, cameratoezicht op openbare plaatsen, en aanpak woonoverlast

 

O

Aan artikel 4:6 wordt een vierde lid toegevoegd, luidende:

 

  • 4.

    Het verbod van het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik van openbare sport- en speelvoorzieningen en –terreinen, voor zover het betreft de uitoefening van sport- en speelactiviteiten.

 

P

Aan artikel 4:11 wordt een derde lid toegevoegd, luidende:

 

  • 3.

    Het eerste lid is niet van toepassing als de burgemeester toestemming verleent voor het vellen van een houtopstand in verband met een spoedeisend belang voor de openbare orde of een direct gevaar voor personen of goederen.

 

Q

Artikel 5:13, lid 3 komt als volgt te luiden:

 

  • 3.

    Het verbod geldt niet voor een inzameling die wordt gehouden:

    • a.

      in besloten kring;

    • b.

      door een instelling met een CBF keurmerk;

    • c.

      door een andere, door het college aangewezen instelling.

 

R

Artikel 5:15 komt als volgt te luiden:

 

Artikel 5:15 Ventverbod

  • 1.

    Het is verboden te venten indien daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.

  • 2.

    Het is verboden te venten op zondagen en op maandag t/m zaterdag tussen 20.00 uur en 08.00 uur.

  • 3.

    Het verbod als bedoeld in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.

  • 4.

    Het op zondag geldende verbod, genoemd in het tweede lid, geldt niet voor de verkopers van ijswaren, snoepwaren en dergelijke voedingsmiddelen, die geschikt zijn voor directe consumptie.

 

S

Aan artikel 6:2 wordt een vierde lid toegevoegd dat als volgt luidt:

 

  • 4.

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2:10, 2:18, 2:23A, 2:73, 2:73A, 2:73B, 2:74, 2:74A, 4:6, 4:18, 5:11 en 5:34 van deze verordening zijn belast de buitengewone opsporingsambtenaren in dienst van vereniging Natuurmonumenten, Stichting Gelders Landschap & Kasteelen en Stichting Twickel of andere organisaties met rechtspersoonlijkheid die beheer en toezicht hebben op natuurterreinen waarvan zij rechthebbende zijn.

 

ARTIKEL II Slotbepalingen

 

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2018.

 

De Steeg, 28 juni 2018

 

De raad voornoemd,

 

voorzitter.

 

griffier.

 

 

Naar boven