Uitvoeringsregels woningsplitsing, woningomzetting en herbestemming monumentale niet voor bewoning bestemde gebouwen.

 

Gezien het voorstel aan Burgemeester en wethouders d.d. 18 april 2017; korr.no. 2017-12223;

Organisatieonderdeel BO-Ruimte;

 

Behorend bij de collegenota “Gewijzigd beleid splitsen en omzetten van woningen”, d.d. 12 juli 2016.

Behorend bij de collegenota “Aanpassing beleid kamergewijze verhuur”, d.d. 14 maart 2017.

Behorend bij de collegenota “Aanpassing uitvoeringsregels woningomzetting: uitkomsten nulmeting en experiment afstandscriterium”, d.d. 18 april 2017.

Aansluitend bij de raadsnota “Woonprogrammering Maastricht; onderdeel studentenhuisvesting”.

 

Inleiding

In het “Gewijzigd beleid splitsen en omzetten van woningen”, vastgesteld 12 juli 2016 en in werking getreden 22 juli 2016, is aangeduid hoe het beleidsinstrumentarium t.a.v. het splitsen en omzetten van woningen en het herbestemmen van niet voor bewoning bestemde gebouwen eruit ziet. Dit is vastgelegd in uitvoeringsregels.

Middels het collegebesluit “Aanpassing beleid kamergewijze verhuur”, vastgesteld 14 maart 2017 en in werking getreden 24 maart 2017, zijn enkele wijzigingen hierop aangebracht en is op experimentele basis een aanvullend beleidsinstrument (afstandscriterium) toegevoegd. Dit laatste instrument is toegevoegd op verzoek van en breed gedragen door diverse maatschappelijke stakeholders. Het is toegevoegd voor een periode beperkt tot en met 31 december 2018.

Middels het collegebesluit “Aanpassing uitvoeringsregels woningomzetting, vastgesteld 18 april 2017 en in werking getreden 28 april 2017, zijn deze wijzigingen, alsmede de uitkomsten van de stadsbrede nulmeting, opgenomen in gewijzigde uitvoeringsregels.

Met deze uitvoeringsregels wordt invulling gegeven aan de concrete toepassing van de diverse beleidsinstrumenten uit zowel de collegenota “Gewijzigd beleid splitsen en omzetten van woningen”, de collegenota “Aanpassing beleid kamergewijze verhuur” als de collegenota “Aanpassing uitvoeringsregels woningomzetting”.

In de raadsnota “Woonprogrammering Maastricht”, vastgesteld op 27 september 2016 en in werking getreden op 14 oktober 2016, wordt aangegeven hoeveel nieuwe woningen en/of wooneenheden (voor kamergewijze verhuur), door middel van woningsplitsing, woningomzetting en/of herbestemming van monumentale niet voor bewoning bestemde gebouwen, op jaarbasis mogen worden toegevoegd. Deze uitvoeringsregels sluiten hierop aan.

 

Begrippen

Begane grondvloer

Vloer van het gebouw het dichtst gelegen nabij peil.

 

Peil

  • a.

    voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang (of die) onmiddellijk aan een weg grenzen: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang of:

  • b.

    in geval van bouwwerken boven een wateroppervlak: de gemiddelde maaiveldhoogte van de aanliggende oevers, of:

  • c.

    in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;

 

Erf

Al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw.

 

Gebouw

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

 

Woningoppervlakte (WO)

De som van alle vloeroppervlakten van alle vertrekken binnen een woning met een minimale vrije hoogte van 2,1 meter. Daarbij meegerekend de oppervlakten van aan de woning verbonden en rechtstreeks via de woning bereikbare garages, bergingen etc. met een minimale hoogte van 2,1 meter.

Wijze van meten:

  • De oppervlaktes worden tussen de muren gemeten.

  • De hoogtes worden loodrecht boven de vloer gemeten.

  • De oppervlaktes van trapgaten, vides, muren & wanden en andere constructiedelen worden niet meegerekend.

 

Gebruiksoppervlakte (GO)

Gebruiksoppervlakte als bedoeld in NEN 2580.

 

Verblijfsgebied (VG)

Gebruiksgebied of een gedeelte daarvan voor het verblijven van personen met een minimale vrije hoogte van 2,1 meter.

 

Hoofdverblijf

Feitelijk woonverblijf in de Basisregistratie Personen (BRP) of diens rechtsopvolgers.

 

Huishouden

Één of meer personen die op hetzelfde adres wonen en een economisch-consumptieve eenheid vormen, met de intentie om zelfstandig, bestendig, voor onbepaalde tijd, in gezinsverband of in een met een gezinsverband vergelijkbaar samenlevingsverband te wonen. Bewoners van wooneenheden (voor kamerverhuur) gezamenlijk worden hieronder niet begrepen.

 

Parkeernormen

De in de gemeente Maastricht geldende parkeernormen.

 

Woning

Een zelfstandig (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden. Kenmerkend voor de woning is de aanwezigheid van een eigen toiletruimte, badruimte en een keuken met kooktoestel.

 

Woning met kamergewijze verhuur

Het verschaffen van woonverblijf in één gedeelte van een woning middels meer dan één wooneenheid (voor kamergewijze verhuur). De bewoners hebben gezamenlijk één voordeur. Daarnaast delen de bewoners van de wooneenheden minimaal 1 van de volgende voorzieningen: badkamer, keuken of toilet.

 

Wooneenheid (voor kamergewijze verhuur)

Een onzelfstandig gedeelte van een woning met kamergewijze verhuur, welk gedeelte dient voor de huisvesting van één huishouden. Kenmerkend voor de wooneenheid is het gezamenlijk gebruik (met andere wooneenheden) van een toiletruimte, badruimte en/of een keuken. Een wooneenheid kan uit meerdere ruimtes bestaan.

 

Woongebouw

Gebouw waarin twee of meer woningen en/of woningen met kamergewijze verhuur gelegen zijn.

Een woongebouw is één pand.

 

Pand

De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig/constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.

 

Woningomzetting

Omzetting van een woning naar één of meer wooneenheden voor kamergewijze verhuur.

 

Woningsplitsing

Het bouwkundig en/of functioneel splitsen van één woning in twee of meer woningen dan wel het omzetten van één of meer wooneenheden naar één of meer woningen.

 

Herbestemmen naar woning of wooneenheid

Het in gebruik nemen van een bestaand gebouw ten behoeve van wonen, welk nu niet voor wonen bestemd is. Hieronder wordt verstaan het wonen in een woning of een wooneenheid.

 

Hospes/Hospita regeling

Het verhuren van wooneenheden in een woning waarbij de eigenaar het hoofdverblijf heeft in dezelfde woning als waar de wooneenheden gelegen zijn. Kenmerkend voor de hospes/ hospita regeling is dat de bewoner/ huurder van een wooneenheid de toiletruimte, badruimte en de keuken deelt met de eigenaar van de woning. De wooneenheid heeft géén eigen voorzieningen (te weten een toiletruimte, badruimte of keuken). De hospes/ hospita regeling is een specifieke vorm van woningomzetting.

 

Afwijken van het bestemmingsplan of beheersverordening

 

Burgemeester en Wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van een verbod zoals in het bestemmingsplan of in de beheersverordening opgenomen.

 

Aan het verbod tot woningsplitsing, het verbod tot woningomzetting, het verbod tot herbestemmen naar woningen en/of het verbod tot herbestemmen naar wooneenheden wordt in beginsel medewerking mogelijk geacht indien voldaan wordt aan de navolgende regels onder A., B 1.,B 2. en C.

 

A. Woonbeleid / woningbouwprogramma; stadsniveau

Beleid vastgesteld op 27 september 2016; in werking getreden op 14 oktober 2016

 

Voor de nieuw te realiseren woning(en) en/of de nieuw te realiseren wooneenheid voor kamergewijze verhuur wordt voldaan aan het gemeentelijk woningbouwprogramma.

 

Er hoeft niet voldaan te worden aan het gemeentelijk woningbouwprogramma, indien:

  • 1.

    De aangevraagde ‘woningsplitsing’ aantoonbaar bestond op peildatum 21 mei 2013, of;

  • 2.

    De aangevraagde ‘woningomzetting’ aantoonbaar bestond op peildatum 21 mei 2013, of;

  • 3.

    Het aangevraagde ‘herbestemmen naar wonen’ aantoonbaar bestond op peildatum 21 mei 2013.

 

B 1. Maximumpercentage kamergewijze verhuur; straatniveau

Beleid vastgesteld op 12 juli 2016; in werking getreden op 22 juli 2016

Maximumpercentages gewijzigd 14 maart 201; in werking getreden op 24 maart 2017

 

Woningomzetting en/of het herbestemmen naar wooneenheden voor kamergewijze verhuur is alleen mogelijk indien het maximumpercentage aan kamerverhuur per straat niet overschreden wordt.

 

Aan deze regels op straatniveau hoeft niet te worden voldaan, indien:

  • 1.

    De aangevraagde ‘woningomzetting’ aantoonbaar bestond op peildatum 21 mei 2013, of;

  • 2.

    Het aangevraagde ‘herbestemmen naar wooneenheden’ aantoonbaar bestond op peildatum 21 mei 2013, of;

  • 3.

    Het handelt om herbestemmen van panden of complexen naar grootschalige complexen studentenhuisvesting met meer dan 25 wooneenheden in één pand, die enigszins solitair zijn gelegen.

 

Voor ‘woningsplitsing’ en/of het ‘herbestemmen naar woningen’ gelden deze regels op straatniveau in het geheel niet.

Het percentage is de uitkomst van het aanwezige aandeel woningen met kamergewijze verhuur in relatie tot het aanwezige aantal woningen in een straat. De tot studentenhuisvesting herbestemde complexen met meer dan 25 wooneenheden in één pand en die enigszins solitair zijn gelegen, worden hierbij niet meegeteld.

 

De maximumnormen die niet overschreden mogen worden zijn:

  • In de stedelijke woonmilieus: 20%

  • In de stadsrandmilieus: 10%

Voor de centrumstedelijke woonmilieus is geen maximumnorm vastgesteld.

 

Een overzicht van de straten die uitkomen boven de gestelde normen is opgenomen in bijlage A behorende bij deze uitvoeringsregels. De straatpercentages worden periodiek bijgesteld middels collegebesluit. Bijlage A is te allen tijde de toetsingsgrondslag. Wijzigingen die na vaststelling van bijlage A ontstaan worden niet meegewogen.

 

B 2. Afstandscriterium kamergewijze verhuur; straatniveau

Vastgesteld op 18 april 2017; in werking getreden op 28 april 2017

 

Het afstandscriterium wordt op experimentele basis toegepast tot en met 31 december 2018.

Woningomzetting en/of het herbestemmen naar wooneenheden voor kamergewijze verhuur is alleen mogelijk indien een bepaalde afstand tot het dichtst bij gelegen andere pand met kamergewijze verhuur in acht wordt genomen. Voor woningen en/of woningen met kamergewijze verhuur in woongebouwen met 6 of meer woningen en/of woningen met kamergewijze verhuur gelden aanvullende regels.

 

Aan het afstandscriterium hoeft niet te worden voldaan, indien:

  • 1.

    De aangevraagde ‘woningomzetting’ aantoonbaar bestond op peildatum 21 mei 2013, of;

  • 2.

    Het aangevraagde ‘herbestemmen naar wooneenheden’ aantoonbaar bestond op peildatum 21 mei 2013, of;

  • 3.

    Het handelt om herbestemmen van panden of complexen naar grootschalige complexen studentenhuisvesting met meer dan 25 wooneenheden in één pand, die enigszins solitair zijn gelegen.

Voor ‘woningsplitsing’ en/of het ‘herbestemmen naar woningen’ geldt het afstandscriterium in het geheel niet.

 

Aan de toepassing van het afstandscriterium worden randvoorwaarden gesteld:

  • 1.

    Het afstandscriterium wordt alleen toegepast in de stedelijke woonmilieus en de stadsrandmilieus, en;

  • 2.

    Er wordt gemeten vanaf het pand of de woning waar de aanvraag op van toepassing is, en;

  • 3.

    De geometrie zoals opgenomen in de basisregistratie adressen en gebouwen is leidend. (bagviewer.kadaster.nl) en;

  • 4.

    De door het college van B&W vastgestelde nulmeting kamergewijze verhuur is leidend. (geregistreerde legale en illegale kamerverhuur)

 

B 2.1. Afstandscriterium

Burgemeester en Wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het verbod tot ‘woningomzetting’ en/of ‘herbestemmen naar wooneenheden’ indien tussen twee panden met kamergewijze verhuur minimaal 4 panden zonder kamergewijze verhuur liggen.

 

De volgende criteria zijn van toepassing:

  • 1.

    Bij een doorbreking van een straat door een zijstraat of kruising van straten worden de panden die om de hoek gelegen zijn niet in de berekening betrokken, en;

  • 2.

    Bij een doorbreking van een straat door een zijstraat of kruising worden aan de andere kant van de zijstraat of kruising liggende panden niet in de berekening betrokken.

De criteria zijn nader toegelicht in bijlage B bij deze uitvoeringsregels.

 

B 2.2. Aanvullend afstandscriterium voor woongebouwen met 6 of meer woningen en/of woningen met kamergewijze verhuur

Burgemeester en Wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het verbod tot ‘woningomzetting’ en/of ‘herbestemmen naar wooneenheden’ bij woongebouwen met 6 of meer woningen en/of woningen met kamergewijze verhuur, indien tussen twee woningen met kamergewijze verhuur minimaal twee woningen gelegen zijn.

De volgende criteria zijn van toepassing:

  • 1.

    Er wordt haaks gemeten, en:

  • 2.

    Er wordt in horizontale en verticale richting gemeten, en;

  • 3.

    Er wordt boven, onder, links en rechts gemeten.

 

C. Uitvoeringsregels woningsplitsing, woningomzetting en/of herbestemmen naar woningen en wooneenheden; pandniveau

Vastgesteld op 12 juli 2016; in werking getreden op 22 juli 2016

Deze regels zijn van toepassing op alle vergunningsaanvragen welke zien op ‘woningsplitsing’, ‘woningomzetting’ en/of ‘herbestemmen naar woningen of wooneenheden’.

 

C 1. Woningsplitsing

Burgemeester en Wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het verbod tot woningsplitsing indien:

  • 1.

    De te splitsen woning een minimale woningoppervlakte heeft van 110 m2.

  • 2.

    De nieuwe woningen ieder afzonderlijk een gebruiksoppervlakte hebben van minimaal 18 m2.

  • 3.

    Voor de nieuwe woningen wordt voldaan aan de gemeentelijke parkeernormen;

  • 4.

    Er een afwentelingsovereenkomst tussen initiatiefnemer en gemeente is gesloten met betrekking tot planschade;

  • 5.

    De nieuwe woningen beschikken over een bruikbare en bereikbare, al dan niet inpandige, voorziening om fietsen te stallen op het eigen erf, waarbij:

    • a.

      Per woning een bruikbaar oppervlakte van 1,5 m2 aan stallingsruimte aanwezig dient te zijn;

    • b.

      Een inpandige stalling voor fietsen is gelegen in een afzonderlijke ruimte.

  • 6.

    De nieuwe woningen beschikken over een bruikbare en bereikbare, al dan niet inpandige, locatie voor het opslaan van huishoudelijk afval van minimaal 0,5 m2 per woning, waarbij;

    • a.

      Een inpandige locatie voor de opslag van afval is gelegen in een afzonderlijke ruimte;

    • b.

      De inpandige locatie voor de opslag van afval mag onderdeel uitmaken van de inpandige stalling van fietsen;

    • c.

      De locatie voor de opslag van afval mag ook op eigen erf in de buitenlucht aanwezig zijn mits dit op een niet naar de openbare weg gekeerde zijde van het terrein is. In dat geval zijn de onderdelen 6a. en 6b. niet van toepassing.

    • d.

      Bovenstaand lid c. is niet van toepassing indien het erf waarop het pand gelegen is, alleen naar de openbare weg gekeerd is.

 

C 2. Woningomzetting

Burgemeester en Wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het verbod tot woningomzetting indien:

  • 1.

    De om te zetten woning een minimale woningoppervlakte heeft van 110 m2.

  • 2.

    De wooneenheden voor kamergewijze verhuur ieder afzonderlijk een verblijfsgebied hebben van minimaal 5 m2.

  • 3.

    Voor kamergewijze verhuur wordt voldaan aan de gemeentelijke parkeernormen;

  • 4.

    Er een afwentelingsovereenkomst tussen initiatiefnemer en gemeente is gesloten met betrekking tot planschade;

  • 5.

    De te realiseren wooneenheid voor kamergewijze verhuur beschikt over een bruikbare en bereikbare, al dan niet inpandige, voorziening om fietsen te stallen op het eigen erf, waarbij:

    • a.

      Per wooneenheid een bruikbaar oppervlakte van 1,5 m2 aan stallingsruimte aanwezig dient te zijn;

    • b.

      Een inpandige stalling voor fietsen is gelegen in een afzonderlijke ruimte.

  • 6.

    De te realiseren wooneenheid voor kamergewijze verhuur beschikt over een bruikbare en bereikbare, al dan niet inpandige, locatie voor het opslaan van huishoudelijk afval van minimaal 0,5 m2 per wooneenheid, waarbij;

    • a.

      Een inpandige locatie voor de opslag van afval is gelegen in een afzonderlijke ruimte;

    • b.

      De inpandige locatie voor de opslag van afval mag onderdeel uitmaken van de inpandige stalling van fietsen;

    • c.

      De locatie voor de opslag van afval mag ook op eigen erf in de buitenlucht aanwezig zijn mits dit op een niet naar de openbare weg gekeerde zijde van het terrein is. In dat geval zijn de onderdelen 6a. en 6b. niet van toepassing.

    • d.

      Bovenstaand lid c. is niet van toepassing indien het erf waarop het pand gelegen is, alleen naar de openbare weg gekeerd is.

 

C 3. Herbestemmen naar woningen

Burgemeester en Wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het verbod tot het ‘herbestemmen naar woningen’ indien:

  • 1.

    Het verzoek tot herbestemmen planologisch stedenbouwkundig aanvaardbaar is;

  • 2.

    De nieuwe woningen ieder afzonderlijk een gebruiksoppervlakte hebben van minimaal 18 m2.

  • 3.

    Voor de nieuwe woningen wordt voldaan aan de gemeentelijke parkeernormen;

  • 4.

    Er een afwentelingsovereenkomst tussen initiatiefnemer en gemeente is gesloten met betrekking tot planschade;

  • 5.

    De nieuwe woningen beschikken over een bruikbare en bereikbare, al dan niet inpandige, voorziening om fietsen te stallen op het eigen erf, waarbij:

    • a.

      Per woning een bruikbaar oppervlakte van 1,5 m2 aan stallingsruimte aanwezig dient te zijn;

    • b.

      Een inpandige stalling voor fietsen is gelegen in een afzonderlijke ruimte.

  • 6.

    De nieuwe woningen beschikken over een bruikbare en bereikbare, al dan niet inpandige, locatie voor het opslaan van huishoudelijk afval van minimaal 0,5 m2 per woning, waarbij;

    • a.

      Een inpandige locatie voor de opslag van afval is gelegen in een afzonderlijke ruimte;

    • b.

      De inpandige locatie voor de opslag van afval mag onderdeel uitmaken van de inpandige stalling van fietsen;

    • c.

      De locatie voor de opslag van afval mag ook op eigen erf in de buitenlucht aanwezig zijn mits dit op een niet naar de openbare weg gekeerde zijde van het terrein is. In dat geval zijn de onderdelen 5a. en 5b. niet van toepassing.

    • d.

      Bovenstaand lid c. is niet van toepassing indien het erf waarop het pand gelegen is, alleen naar de openbare weg gekeerd is.

 

C 4. Herbestemmen naar wooneenheden

Burgemeester en Wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het verbod tot ‘het herbestemmen naar wooneenheden’ indien:

  • 1.

    Het verzoek tot herbestemmen planologisch stedenbouwkundig aanvaardbaar is;

  • 2.

    De wooneenheden voor kamergewijze verhuur ieder afzonderlijk een verblijfsgebied hebben van minimaal 5 m2.

  • 3.

    Voor kamergewijze verhuur wordt voldaan aan de gemeentelijke parkeernormen;

  • 4.

    Er een afwentelingsovereenkomst tussen initiatiefnemer en gemeente is gesloten met betrekking tot planschade;

  • 5.

    De te realiseren wooneenheid voor kamergewijze verhuur beschikt over een bruikbare en bereikbare, al dan niet inpandige, voorziening om fietsen te stallen op het eigen erf, waarbij:

    • a.

      Per wooneenheid een bruikbaar oppervlakte van 1,5 m2 aan stallingsruimte aanwezig dient te zijn;

    • b.

      Een inpandige stalling voor fietsen is gelegen in een afzonderlijke ruimte.

  • 6.

    De te realiseren wooneenheid voor kamergewijze verhuur beschikt over een bruikbare en bereikbare, al dan niet inpandige, locatie voor het opslaan van huishoudelijk afval van minimaal 0,5 m2 per wooneenheid, waarbij;

    • a.

      Een inpandige locatie voor de opslag van afval is gelegen in een afzonderlijke ruimte;

    • b.

      De inpandige locatie voor de opslag van afval mag onderdeel uitmaken van de inpandige stalling van fietsen;

    • c.

      De locatie voor de opslag van afval mag ook op eigen erf in de buitenlucht aanwezig zijn mits dit op een niet naar de openbare weg gekeerde zijde van het terrein is. In dat geval zijn de onderdelen 5a. en 5b. niet van toepassing.

    • d.

      Bovenstaand lid c. is niet van toepassing indien het erf waarop het pand gelegen is, alleen naar de openbare weg gekeerd is.

 

C 5.Maatwerk

Een verzoek tot maatwerk is mogelijk voor het gestelde onder punt C 1. t/m C.4. van de afwijkingsregels met betrekking tot het stallen van fietsen. Met een verzoek tot maatwerk kan enkel ingestemd worden, indien het creëren van een bruikbare en bereikbare voorziening om fietsen te stallen op eigen erf of in het eigen pand, daaronder begrepen bij de woning behorende bouwwerken, aantoonbaar niet mogelijk is. Uitgangspunt van een maatwerkoplossing is dat er géén fietsen in de openbare ruimte geplaatst worden.

 

C 6. Hospes/Hospita regeling

Burgemeester en Wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het verbod tot ‘woningomzetting’ en/of het ‘herbestemmen naar wooneenheden’ door middel van het toepassen van de hospes/ hospita regeling indien:

  • a.

    De eigenaar van de woning ter plaatse het hoofdverblijf heeft en voor minimaal 50% economisch en juridisch eigenaar van deze woning is;

  • b.

    De wooneenheden ieder afzonderlijk een gebruiksoppervlakte hebben van minimaal 5 m2;

  • c.

    Niet meer dan twee wooneenheden in de woning gerealiseerd worden of aanwezig zijn.

 

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van Maastricht d.d. 18 april 2017,

 

de secretaris,

P.J. Buijtels,

 

de burgemeester,

J.M. Penn-te Strake

 

BIJLAGE A BIJ UITVOERINGSREGELS SPLITSEN EN OMZETTEN

STRATEN UITKOMEND BOVEN NORM KAMERGEWIJZE VERHUUR

* Bron: " Nul-meting " door V&L ( periode nov. 2016 t/m mrt. 2017)

 

 

 

Straatnaam

Percentage *

Maximaal straatpercentage

Aan het Heugemerwater

12%

10%

Acht Zaligheden

33%

20%

Adelbert van Scharnlaan D

50%

10%

Adelbert van Scharnlaan G

13%

10%

Adelbert van Scharnlaan H

17%

10%

Adelbert van Scharnlaan S

13%

10%

Akersteenweg

12%

10%

Antoon Lipkensstraat

73%

20%

Atropabeemd

15%

10%

Bloemenweg

22%

20%

Borgharenweg

38%

10%

Brandenburgerplein

29%

20%

Burgemeester Lespinassestraat

14%

10%

Cabergerweg

50%

20%

Cimbalenstraat

13%

10%

Concordiastraat

41%

10%

Condéstraat

41%

20%

De Beente

28%

10%

Demertstraat

12%

10%

Dolmansstraat

10%

10%

Electronstraat

12%

10%

Frankenstraat

23%

20%

Franquinetstraat

26%

20%

Frans van de Laarstraat

100%

10%

Galileastraat

22%

10%

Galjoenweg

100%

10%

Gilles Doyenstraat

24%

10%

Hebronstraat

13%

10%

Jeruzalemweg

100%

10%

Joseph Hollmanstraat

24%

20%

Kasteel Bleienbeekstraat

31%

20%

Kasteel Daelenbroeckstraat

25%

20%

Kasteel Schaloenstraat

37%

10%

Keizer Arnulfstraat

20%

20%

Keurmeestersdreef

13%

10%

Keurmeestersplein

11%

10%

Kolonel Millerstraat

100%

20%

Kolpingstraat

29%

20%

Koning Clovisstraat

29%

20%

Koningsplein flat

28%

20%

Kremersdreef

15%

10%

Lochterstraat

13%

10%

Lyonnetstraat

23%

20%

Majellastraat

44%

10%

Malpertuisstraat

19%

10%

Melissabeemd

17%

10%

Mimosabeemd

21%

10%

Nijverheidsweg

14%

10%

Orleansplein

31%

20%

Oude Smeermaeserweg

25%

10%

Overste Lockettstraat

22%

20%

Ovidiushof

21%

10%

Pelikaanstraat

20%

10%

Populierweg

15%

10%

President Kennedyplein

100%

10%

Prinsenlaan

63%

20%

Raadhuisstraat

23%

10%

Renier Nafzgerstraat

55%

20%

Schaapbroekweg

20%

10%

Schepen de Wicstraat

21%

10%

Secretaris Waberstraat

29%

10%

Speciedonk

13%

10%

Steegstraat

11%

10%

Sterre der Zeestraat

20%

10%

Tinnegietersdreef

11%

10%

Tischbeinstraat

20%

20%

Touwslagersdreef

24%

10%

Wanstraat

50%

10%

Wethouder van Caldenborghlaan

12%

10%

Wijngaardstraat

13%

10%

Wolkammersdreef

18%

10%

 

 

 

 

Aldus besloten door het college van Burgemeester en Wethouders van Maastricht d.d. 18 april 2017.

De secretaris,

P.J. Buijtels

De Burgemeester,

J.M. Penn-te Strake

Naar boven