Gemeenteblad van Rotterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2016, 6556 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2016, 6556 | Verordeningen |
Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2016
Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Rotterdam, elk voor zover het zijn bevoegdheden betreft,
gelezen het voorstel van de Algemeen Directeur van 8 december 2015; kenmerk 1147202;
gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 171, tweede lid, van de Gemeentewet;
overwegende, dat het om redenen van doelmatigheid wenselijk is hun daarvoor in aanmerking komende bevoegdheden te mandateren aan ondergeschikte ambtenaren of aan anderen, dan wel aan hen volmacht te verlenen tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen of aan hen machtiging te verlenen tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke handeling zijn;
Paragraaf 1 Algemene bepalingen en definities
Artikel 1.3 Algemeen: college: mandaten, volmachten en machtigingen
De door de het college van burgemeester en wethouders gemandateerden, gevolmachtigden en gemachtigden zijn bevoegd tot:
het opleggen van een last onder bestuursdwang, bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet, het opleggen van een last onder dwangsom, bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet juncto artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht en het uitoefenen van de bevoegdheden met betrekking tot het opleggen van een bestuurlijke boete, bedoeld in titel 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht in het kader van de handhaving van de aan hen gemandateerde bevoegdheden, met dien verstande dat dit artikellid niet van toepassing is op artikel 4.25 en artikel 11.11 van dit besluit;
Paragraaf 2 Centraal en decentraal bestuur: burgemeester, wethouders, griffier, hoofd Juridische diensten van het cluster Bestuurs- en Concernondersteuning, leerplichtambtenaar, gemeentearchivaris
Artikel 2.1 Burgemeester; collegemandaten
Aan de burgemeester wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot:
het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in hoofdstuk 2, afdeling 8 en hoofdstuk 3, artikel 3:3 van de APV Rotterdam 2012 en de daarop berustende bepalingen, met uitzondering van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 2:4, tweede lid van de APV Rotterdam 2012, voor zover de betreffende inrichting geen voor het publiek openstaand gebouw is als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet;
Artikel 2.2 Burgemeester; collegevolmachten
Aan de burgemeester wordt door het college van burgemeester en wethouders volmacht verleend tot het ondertekenen van publiekrechtelijke overeenkomsten.
Artikel 2.3 Burgemeester; collegemachtigingen
Aan de burgemeester wordt door het college van burgemeester en wethouders machtiging verleend tot het beslissen tot het gebruik van de Burgerzaal, Eerste Klas Trouwzaal en de Collegekamer.
Artikel 2.4 Elk lid van het college; collegemandaten
Aan elk lid van het college van burgemeester en wethouders afzonderlijk wordt door het college mandaat verleend tot:
het inwinnen van advies van de gebiedscommissies over het doen van een voornemen tot een voorstel aan de raad en over aangelegenheden die door hem worden afgedaan en waarbij de belangen van één of meer gebiedscommissies zijn betrokken, bedoeld in artikel 28, tweede respectievelijk vierde lid van de Verordening op de gebiedscommissies 2014, en daaronder begrepen het verstrekken van informatie, het opleggen van geheimhouding en het stellen van een termijn voor het uitbrengen van advies, bedoeld in respectievelijk het zesde, zevende en achtste lid van deze verordening;
in afwijking van het bepaalde in artikel 2.18: het nemen van beslissingen op bezwaarschriften, inclusief het beslissen op verzoeken om vergoeding van de proceskosten op grond van artikel 7.15 van de Algemene wet bestuursrecht, indien het besluit waartegen het bezwaarschrift is gericht, is genomen in (onder)mandaat namens het college door het hoofd Juridische diensten van het cluster Bestuurs- en Concernondersteuning of de algemeen directeur, en waartegen de (onder)gemandateerde niet te kennen heeft gegeven contrair te willen gaan aan het advies van de Algemene Bezwaarschriftencommissie.
Artikel 2.5 Elk lid van het college: collegevolmachten
Aan elk lid van het college van burgemeester en wethouders afzonderlijk wordt door het college volmacht verleend tot het besluiten tot het aangaan van obligatoire overeenkomsten, voor zover het onderwerp tot diens portefeuille behoort.
Artikel 2.7 Elk lid van het college; burgemeestersmandaten
Aan elk lid van het college van burgemeester en wethouders afzonderlijk wordt door de burgemeester mandaat verleend tot het geven van een last tot inbewaringstelling, bedoeld in artikel 20 van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen.
Artikel 2.8 Elk lid van het college; burgemeestersvolmachten
Aan elk lid van het college van burgemeester en wethouders afzonderlijk wordt door de burgemeester volmacht verleend tot het ondertekenen van, het verrichten van rechtshandelingen ter uitvoering van en het vertegenwoordigen van de gemeente in en buiten rechte met betrekking tot obligatoire overeenkomsten, voor zover het onderwerp tot hun portefeuille behoort.
Artikel 2.9 Elk lid van het college; burgemeestersmachtigingen
Aan elk lid van het college van burgemeester en wethouders afzonderlijk wordt door de burgemeester machtiging verleend tot het verrichten van de handelingen met betrekking tot de bekendmaking van de verkrijging van het Nederlanderschap, bedoeld in de artikelen 60a en 60b van het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap.
Artikel 2.10 Wethouder met Buitenruimte in de portefeuille; collegemandaten
Aan de wethouder met Buitenruimte in de portefeuille wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot het uitvoeren van de Verordening op de straatnamen en de nummering van gebouwen en onbebouwde terreinen, voor zover het betreft het geven van straatnamen, gehoord het advies van de Commissie van advies inzake straatnamen.
Artikel 2.11 Wethouder met Verkeer en Vervoer in de portefeuille; collegemandaten
Aan de wethouder met Verkeer en Vervoer in de portefeuille wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot het vaststellen van de milieuzone voor het kernwinkelgebied Rotterdam door middel van een verkeersbesluit op grond van artikel 18, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994.
Artikel 2.11a Wethouder met Cultuur in de portefeuille: collegemandaten
Aan de wethouder met Cultuur in de portefeuille wordt door het college mandaat verleend tot het tussentijds aanpassen van het evenementenoverzicht, bedoeld in artikel 2:25, tweede lid van de APV 2012.
Artikel 2.11aa Wethouder met Cultuur in de portefeuille: collegevolmachten
Aan de wethouder met Cultuur in de portefeuille wordt door het college van burgemeester en wethouders volmacht verleend tot het uitoefenen van de bevoegdheden genoemd in de artikelen 6.4, 7.2, 7.4, 8, 10.3, onder a tot en met e, h, j en l, 10.8, 14.2, 14.4, 14.11, 15 en 18.1 van de statuten van de Stichting Bibliotheek Rotterdam.
Artikel 2.11b Wethouder met werkgelegenheid en economie in de portefeuille; collegemandaten
Aan de wethouder met werkgelegenheid en economie in de portefeuille wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot het uitvoeren en beheer van het EFRO-programma Kansen voor West 2014-2020, waaronder in ieder geval wordt verstaan het verlenen van subsidies en het sluiten van overeenkomsten in het kader van dit programma.
De wethouder met werkgelegenheid en economie in portefeuille is bevoegd tot het schriftelijk ondermandateren van de aan hem ingevolge het eerste lid gemandateerde bevoegdheden aan ondergeschikte medewerkers van zijn organisatie, de Programmamanager en de Programmasecretaris Kansen voor West 2014-2020.
Artikel 2.11d Wethouder met werkgelegenheid en economie in de portefeuille; burgemeestersvolmachten
De wethouder met werkgelegenheid en economie in de portefeuille wordt, in zijn hoedanigheid van Managementautoriteit voor het Programma Kansen voor West 2014-2020, door de burgemeester volmacht verleend tot het ondertekenen van overeenkomsten ter uitvoering en beheer van het EFRO-programma Kansen voor West 2014-2020.
Artikel 2.12 Griffier; collegemandaten
Aan de griffier wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot het nemen van beslissingen, bedoeld in de artikelen 30, derde lid, 35, 36, 38, tweede lid, 40 en 41 van de Wet bescherming persoonsgegevens en het ingevolge artikel 27 van deze wet melden van verwerkingen bij het College Bescherming Persoonsgegevens.
Artikel 2.13 Griffier; collegevolmachten
Aan de griffier wordt door het college van burgemeester en wethouders volmacht verleend tot:
Artikel 2.13a Griffier; burgemeestersvolmachten
Aan de griffier wordt door de burgemeester volmacht verleend tot het ondertekenen van, het verrichten van rechtshandelingen ter uitvoering van en het vertegenwoordigen van de gemeente in en buiten rechte met betrekking tot de obligatoire overeenkomsten genoemd in artikel 2.13 van dit besluit.
Artikel 2.18 Hoofd Juridische diensten van het cluster Bestuurs- en Concernondersteuning; collegemandaten
Aan het hoofd juridische diensten van het cluster Bestuurs- en Concernondersteuning wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot het nemen van beslissingen op bezwaarschriften, inclusief het beslissen op verzoeken om vergoeding van de proceskosten op grond van artikel 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze bevoegdheid niet, in artikel 2.4, vierde lid is opgedragen aan een lid van het college, en waarbij:
Artikel 2.18a Concerndirecteur Stadsontwikkeling: collegemandaten
Aan de concerndirecteur Stadsontwikkeling wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot het nemen van beslissingen op bezwaarschriften tegen besluiten op grond van de Huisvestingswet of de daarop gebaseerde verordening, inclusief het beslissen op verzoeken om vergoeding van de proceskosten, op grond van artikel 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht, waartegen de gemandateerde niet te kennen heeft gegeven contrair te willen gaan aan het advies van de Bezwarenadviescommissie Huisvesting regio Rotterdam.
Artikel 2.19 Leerplichtambtenaren; collegemandaten
Aan de leerplichtambtenaren, bedoeld in artikel 16 van de Leerplichtwet 1969, wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot het opleggen van een dwangsom, bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet juncto artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht, bij gebleken schoolverzuim en indien er gegronde redenen zijn aan te nemen dat de overtreding gemaakt gaat worden.
Artikel 2.20 Directeur Rekenkamer Rotterdam: collegevolmachten
Aan de directeur van de Rekenkamer Rotterdam wordt door het college gevolmacht:
het besluiten tot het aangaan van obligatoire overeenkomsten voortvloeiend uit zijn taakuitoefening, met uitzondering van garantiestellingen, borgtochtovereenkomsten en overeenkomsten bedoeld in artikel 10.8 van dit besluit, binnen het voor hem door de raad vastgestelde budget.
Artikel 2.21 Directeur Rekenkamer Rotterdam: burgemeestersvolmachten
Aan de directeur van de Rekenkamer Rotterdam wordt door de burgemeester gevolmacht:
Artikel 2.22 Gemeentelijk ombudsman Rotterdam: collegevolmachten
Aan de Gemeentelijke ombudsman Rotterdam wordt door het college gevolmacht:
het besluiten tot het aangaan van obligatoire overeenkomsten voortvloeiend uit zijn taakuitoefening, met uitzondering van garantiestellingen, borgtochtovereenkomsten en overeenkomsten bedoeld in artikel 10.8 van dit besluit, binnen het voor hem door de raad vastgestelde budget.
Artikel 2.23 Gemeentelijke ombudsman Rotterdam: burgemeestersvolmachten
Aan de Gemeentelijke ombudsman Rotterdam wordt door de burgemeester gevolmacht:
Artikel 2.24 Gemeentearchivaris; collegemandaten en -volmachten
Aan de gemeentearchivaris wordt door het college van burgemeester en wethouders gemandateerd:
het uitvoeren van de Archiefwet, met betrekking tot aan de gemeentelijke archiefbewaarplaats overgebrachte archieven, met inachtneming van het bepaalde in het Archiefbesluit, voor zover betrekking hebbend op artikel 7, artikel 8, eerste lid, onder b, artikel 15, tweede en derde lid en artikel 16, tweede lid, van de Archiefwet;
Paragraaf 3 Algemeen directeur: algemene bepalingen
Aan de algemeen directeur worden door het college van burgemeester en wethouders en door de burgemeester alle in deze paragraaf opgenomen bevoegdheden gemandateerd, gevolmacht en gemachtigd voor zover elders in dit besluit niet anders is bepaald.
Artikel 3.3 College: algemene mandaten
Voor zover elders in dit besluit niet anders bepaald, wordt door het college van burgemeester en wethouders aan de algemeen directeur mandaat verleend tot:
het besluiten tot aangaan en ondertekenen van, het verrichten van rechtshandelingen ter uitvoering van en het vertegenwoordigen van de gemeente in en buiten rechte met betrekking tot publiekrechtelijke overeenkomsten in het kader van de uitvoering van de aan hem overgedragen bevoegdheden, met dien verstande dat voor bedragen boven € 250.000,– mede het besluit van zijn plaatsvervanger of een door de (onder)gemandateerde aangewezen ambtenaar of medewerker benodigd is, met uitzondering van schades;
het nemen van besluiten op verzoeken om subsidie op grond van de Subsidieverordening Rotterdam 2005 en 2014 en daarop gebaseerde regelgeving, dan wel op grond van een andere autonome verordening met gebruikmaking van de bevoegdheden, bedoeld in de afdelingen 4.2.3 tot en met 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht;
het besluiten tot een digitale meningspeiling, bedoeld in artikel 2, tweede lid van de Verordening inspraak, burgerinitiatief en referenda Rotterdam 2014, het besluiten of inspraak wordt verleend bij deze voorbereiding van beleid, bedoeld in artikel 1, derde lid van deze verordening, en het vaststellen van een andere inspraakprocedure voor een of meer beleidsvoornemens, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van deze verordening.
Artikel 3.4 College: algemene volmachten
Voor zover elders in dit besluit niet anders bepaald, wordt door het college van burgemeester en wethouders aan de algemeen directeur volmacht verleend tot:
het besluiten tot het aangaan van obligatoire overeenkomsten, met uitzondering van het verstrekken van leningen en garanties aan en het openen van een kredietfaciliteit ten behoeve van rechtspersonen bedoeld in de Regeling financiën Rotterdam 2013, in het kader van de uitvoering van de aan hem overgedragen bevoegdheden, met dien verstande dat: voor bedragen boven € 250.000,– mede het besluit van zijn plaatsvervanger of een door de (onder)gemandateerde aangewezen ambtenaar of medewerker benodigd is;
Artikel 3.5 College: algemene machtigingen
Voor zover elders in dit besluit niet anders bepaald, wordt door het college van burgemeester en wethouders aan de algemeen directeur machtiging verleend tot:
Artikel 3.6 Burgemeester: algemene mandaten
Voor zover elders in dit besluit niet anders bepaald, wordt door de burgemeester aan de algemeen directeur mandaat verleend tot:
Artikel 3.7 Burgemeester: algemene volmachten
Voor zover elders in dit besluit niet anders is bepaald, wordt door de burgemeester aan de algemeen directeur volmacht verleend tot:
het ondertekenen van, het verrichten van rechtshandelingen ter uitvoering van en het vertegenwoordigen van de gemeente in en buiten rechte met betrekking tot de obligatoire overeenkomsten genoemd in artikel 3.4, tweede en derde lid van dit besluit met de in dat artikellid aangegeven financiële begrenzingen;
Paragraaf 4 Algemeen directeur; middelen en control; veiligheid
Artikel 4.1 Middelen en control; collegevolmachten
Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders volmacht verleend tot:
Artikel 4.2 Middelen en control; collegemachtigingen
Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders machtiging verleend tot het aanwijzen van handelaren, bedoeld in artikel 9 van de Uitvoeringsregels leningen, uitzettingen en derivaten 2006.
Artikel 4.3 Middelen en control; burgemeestersvolmachten
Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester volmacht verleend tot:
het ondertekenen van obligatoire overeenkomsten tot het verstrekken van leningen aan, het verlenen van garanties aan en het openen van kredietfaciliteiten ten behoeve van rechtspersonen, bedoeld in de Regeling Financiën Rotterdam 2013. Hieronder wordt mede verstaan het ondertekenen van overeenkomsten waarmee ten behoeve van de gemeente recht van hypotheek op onderpand wordt gevestigd, die dient als zekerheid voor hetgeen de gemeente te vorderen heeft uit hoofde van de lening of garantie;
Artikel 4.4 Veiligheid; collegemandaten
Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders gemandateerd:
het verlenen van een vergunning voor het gebruik van de weg of weggedeelten anders dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, bedoeld in artikel 2:10 van de APV Rotterdam 2012, voor zover betrekking hebbend op voorstellingen of vertoningen op of aan de weg (niet-commerciële activiteiten), indien het horeca betreft en voor zover deze bevoegdheid niet (in ondermandaat) is opgedragen aan de concerndirecteur Stadsontwikkeling of de concerndirecteur Stadsbeheer;
Artikel 4.5 Veiligheid; collegemachtigingen
Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders machtiging verleend tot:
Artikel 4.6 Veiligheid; burgemeestersmandaten
Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester mandaat verleend tot:
het vragen van advies, bedoeld in artikel 9, van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur bij het Bureau Bibob, met betrekking tot vergunningen waarop de Wet Bibob betrekking heeft, zulks met het jaarlijks in kennis stellen van de burgemeester van de op grond van dit artikel genomen besluiten;
het verlenen van een ontheffing tot het verlenen van een ontheffing voor het, op zondag, verwekken van gerucht, bedoeld in artikel 3, derde lid van de Zondagswet en het houden van openbare vermakelijkheden, bedoeld in artikel 4, derde lid, van deze wet, voor zover het gebied waarbinnen dit plaatsvindt, niet binnen een gebied is gelegen of de grenzen van het gebied overschrijdt;
het in ontvangst nemen van een kennisgeving van een samenkomst tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging, bedoeld in artikel 2:3, eerste lid, van de APV Rotterdam 2012 juncto de Wet openbare manifestaties, voor zover de samenkomst plaatsvindt binnen meerdere gebieden of buiten de grenzen van de gebieden;
het verlenen van een vergunning voor het gebruik van de weg of weggedeelten anders dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, bedoeld in artikel 2:10 van de APV Rotterdam 2012, indien het horeca betreft en voor zover deze bevoegdheid niet (in ondermandaat) is opgedragen aan de concerndirecteur Stadsontwikkeling of de concerndirecteur Stadsbeheer;
Artikel 4.7 Veiligheid; burgemeestersvolmachten
Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester volmacht verleend tot het indienen van klachten inzake taxatie- en hypotheekfraude bij het openbaar ministerie en het indienen van tuchtklachten bij de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie op grond van artikel 99 van de Wet op het notarisambt en bij de betreffende beroepsorganisaties van taxateurs of makelaars, een en ander in het kader van het uitvoeren van de integrale aanpak vastgoed- en hypotheekfraude.
Paragraaf 5 Algemeen directeur: maatschappelijke ontwikkeling
Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot:
Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders volmacht verleend tot:
Artikel 5.3 Collegemachtigingen
Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders machtiging verleend tot:
Artikel 5.4 Burgemeestersmandaten
Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester mandaat verleend tot het verhalen van de kosten verbonden aan de bezorging van lijken in het kader van de uitvoering van de Wet op de lijkbezorging.
Paragraaf 6 Algemeen directeur: werk en inkomen
Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot:
het laten vervallen van het recht van pand of hypotheek, waarbij de gemeente Rotterdam pand- of hypotheekhouder is inzake een vordering in het kader van de Algemene Bijstandswet, zoals deze bestond tot 1 januari 1996, de Algemene bijstandswet zoals deze bestond tot 1 januari 2004, de Wet inkomensvoorziening kunstenaars, zoals deze bestond tot 1 januari 2005, de Wet werk en inkomen kunstenaars, zoals deze bestond tot 1 januari 2012 of de Wet werk en bijstand;
Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders volmacht verleend tot:
Artikel 6.5 Burgemeestersvolmachten
Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester volmacht verleend tot het vertegenwoordigen van de gemeente Rotterdam bij het verlijden van de notariële akte van hypotheekstelling en verpanding die betrekking heeft op een door het college van burgemeester en wethouders verstrekte uitkering in de vorm van een geldlening in het kader van de Participatiewet, tot 1 januari de Wet werk en bijstand.
Paragraaf 7 Algemeen directeur: stadsontwikkeling
Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot:
het ondertekenen van bekendmakingen, welke voortvloeien uit de artikelen 22, 23, eerste lid, 26 en 28, zesde lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de artikelen 2.4, 3.1, 3.6, 3.7, 3.8, 6.12, 6.14 en 6.15 van de Wet ruimtelijke ordening, artikel 1.3.1 van het Besluit ruimtelijke ordening, artikel 7.11 van de Wet milieubeheer, de artikelen 2.3 en 2.11 van de Crisis- en herstelwet en artikel 9 van de Wegenwet, in samenhang met afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht;
het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 3, eerste lid en tweede lid en artikel 4, eerste lid van de Planschaderegeling 2005, artikel 3, tweede lid van de Planschadeverordening, de artikelen 6.4, 6.24, vierde lid en 6.4a, tweede lid van de Wet ruimtelijke ordening en de artikelen 6.1.2.1 en 6.1.3.1 van het Besluit ruimtelijke ordening;
het nemen van verkeersbesluiten, bedoeld in artikel 18, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede het treffen van maatregelen en het nemen van besluiten, niet zijnde verkeersbesluiten, op grond van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, met inachtneming van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer in het kader van verkeer- en vervoerdoeleinden;
het nemen van verkeersbesluiten, bedoeld in artikel 18 van de Wegenverkeerswet 1994 op wegen onder provinciaal beheer en het nemen van verkeersbesluiten, bedoeld in artikel 19, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 op wegen onder beheer van een waterschap en in plaats van het bevoegde waterschap op grond van artikel 19, vijfde lid van de Wegenverkeerswet 1994, een en ander voor zover deze bevoegdheid met instemming van de raad bij zijn besluit van 22 februari 1996 door het college van Gedeputeerde Staten aan ons is gedelegeerd bij besluit van 27 februari 1996;
het uitvoeren van artikel 4.24 Besluit geluidhinder, inzake het treffen van maatregelen met betrekking tot de geluidwering aan de gevel, alsmede het uitvoeren van hoofdstuk 6 Besluit geluidhinder, met betrekking tot bepalingen inzake de medewerking van eigenaren en bewoners voor het treffen van maatregelen aan de gevel;
het verlenen van vergunningen, bedoeld in artikel 2:10 van de APV Rotterdam 2012 voor het gebruik van de weg of weggedeelten anders dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, bedoeld in artikel 2:10 van de APV Rotterdam 2012, voor zover betrekking hebbend op voorstellingen en vertoningen op of aan de weg (niet-commerciële activiteiten) en voor zover deze bevoegdheid niet in ondermandaat is opgedragen aan de directeur Veiligheid of de concerndirecteur Stadsbeheer;
het besluiten tot en geven van aanwijzingen aan de rechthebbende op een bouwwerk tot het aanbrengen, onderhouden, wijzigen en verwijderen van voorwerpen, borden of voorzieningen ten behoeve van het openbaar verkeer of de openbare verlichting, bedoeld in artikel 2:21, eerste en tweede lid, van de APV Rotterdam 2012;
het verlenen, wijzigen of intrekken van een vergunning voor het plaatsen, aanbrengen of hebben van voorwerpen, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water, bedoeld in artikel 5:24 van de APV Rotterdam 2012, voor zover deze bevoegdheid niet in ondermandaat is opgedragen aan de directeur Veiligheid;
het uitvoeren van de Verordening woninggebonden subsidies 1995 en de op deze verordening gebaseerde handleidingen voor de categorieën Nieuwbouw en Reno Sociaal 1992, met uitzondering van de artikelen 8, 10, 12, 14, 15, 19, eerste lid, 40, derde lid, 79, eerste lid, onder a, 80, eerste en tweede lid, 111, derde lid, 112, tweede lid, 122 van genoemde verordening;
het verlenen van een subsidie op grond van de Regionale verordening woninggebonden subsidies en het behandelen van gereedmeldingen op grond van deze verordening tot en met het voorleggen van deze aanvragen en het doen van gereed meldingen bij de Stadsregio Rotterdam, zulks met uitzondering van de artikelen 24, vierde lid, 76, eerste en tweede lid, 77, eerste, tweede, derde en vijfde lid, 81,82, tweede lid, onder a en derde lid 103, vijfde lid en 107 van deze verordening;
het uitvoeren van de Nadeelcompensatieverordening Randstadrail Rotterdam en Rotterdam Centraal voor zover de aanvraag betrekking heeft op nadeel door werkzaamheden van Rotterdam Centraal en een bedrag van € 2 miljoen niet te boven gaat, met dien verstande dat voor aanvragen die tevens Randstadrail Rotterdam betreffen de instemming van de directeur RET is vereist;
Artikel 7.2 College volmachten
Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders volmacht verleend tot:
het besluiten tot het aangaan, wijzigingen en beëindigen van garantiestellingen ten behoeve van leningen in het kader van particuliere woningverbetering alsmede het vaststellen van uitvoeringsbepalingen, bedoeld in artikel 6 van Paragraaf 1 van de door de gemeente Rotterdam op 1 november 2004 gesloten samenwerkingsovereenkomst met de Stichting Nationaal Restauratiefonds, zoals nadien gewijzigd, inzake de subsidiëring en financieringsmethodiek in de particuliere woningverbeteringsector;
uitgifte en verwerving van onroerende zaken en appartementsrechten, waaronder in ieder geval wordt begrepen het ver- en aankopen van onroerende zaken en appartementsrechten en het uitgeven in erfpacht daarvan, alsmede het vestigen en verwerven van beperkt zakelijke rechten, met uitzondering van overeenkomsten betreffende garantiestellingen en borgtochten;
het beslissen op verzoeken om schadevergoeding verschuldigd uit onrechtmatige daad of uit een toerekenbare tekortkoming jegens derden en de uitbetaling van schadevergoeding, tot een bedrag van ten hoogste € 50.000,– per geval, voor zover deze bevoegdheid niet in ondermandaat is opgedragen aan de concerndirecteur Werk en Inkomen;
Artikel 7.3 Collegemachtigingen
Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders machtiging verleend tot het afgeven en ondertekenen van een EG-verklaring van overeenstemming, bedoeld in de EG-machinerichtlijn.
Artikel 7.4 Burgemeestersmandaten
Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester mandaat verleend tot:
het stellen van een termijn met betrekking tot het verwijderen van terrassen indien dit voor het uitvoeren van openbare werken of om enigerlei andere reden noodzakelijk is, bedoeld in artikel 2:30b van de APV Rotterdam 2012, voor zover deze bevoegdheid niet (in ondermandaat) is opgedragen aan de directeur Veiligheid;
Artikel 7.5 Burgemeestersvolmachten
In afwijking van het bepaalde in artikel 1.4, tweede lid, van dit besluit, verleent de burgemeester aan de algemeen directeur tevens de bevoegdheid om ondervolmacht te verlenen aan de medewerkers verbonden aan het notariskantoor dat verantwoordelijk is voor het passeren van de notariële akten, zowel aan hen tezamen als aan een ieder van hen afzonderlijk.
Paragraaf 8 Algemeen directeur: stadsbeheer
Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot:
het verlenen van een vergunning voor het gebruik van de weg of weggedeelten anders dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, bedoeld in artikel 2:10 van de APV Rotterdam 2012, voor zover deze bevoegdheid niet (in ondermandaat) is opgedragen aan de directeur Veilig of de concerndirecteur Stadsontwikkeling;
het inzamelen en het transport van stedelijk afvalwater binnen het grondgebied van de gemeente Rotterdam en het verzoeken om ontheffingen als bedoeld in artikel 10.33 van de Wet milieubeheer, alsmede het in dit kader besluiten tot het aangaan, uitvoeren, wijzigen en beëindigen van beheerovereenkomsten met waterbeheerders;
Wegenverkeerswet 1994 en in de artikelen 10, 23, eerste lid, onder b, c, f en g, 24, eerste lid, onder a, b, d en e, en 62 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, voor zover het betreft de verkeersborden E1 tot en met E13, met uitzondering van de haven- en industriegebieden en voor zover het stilstaand verkeer betreft;
het verlenen van toestemming aan de directeur van de RDW tot het verlenen van ontheffingen voor exceptionele transporten als bedoeld in artikel 4 van het Besluit ontheffingverlening exceptionele transporten, met dien verstande dat bij exceptionele transporten in of door het havengebied deze toestemming pas wordt verleend nadat hierover advies van de directeur Havenbedrijf Rotterdam NV is verkregen;
Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders volmacht verleend tot:
Artikel 8.4 Burgemeestersmandaten
Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester mandaat verleend tot:
het maken en uitreiken van bestuurlijke waarschuwingen met betrekking tot situaties en overtredingen van de verboden als bedoeld in hoofdstuk 2, afdeling 8, van de APV Rotterdam 2012 juncto het handhavingsarrangement bij de horecanota, alsmede het maken en uitreiken van bestuurlijke waarschuwingen met betrekking tot het overtreden van de verbodsbepalingen in de Drank- en Horecawet conform het handhavingsarrangement bij de Drank- en Horecawet;
Paragraaf 9 Algemeen directeur: dienstverlening
Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot:
het uitoefenen van de bevoegdheden met betrekking tot de huisvestingsvergunning, bedoeld in hoofdstuk 2 juncto artikel 4.1 (voor zover betrekking hebbend op hoofdstuk 2) van de Huisvestingsverordening aangewezen gebieden Rotterdam, voor zover deze bevoegdheid niet is opgedragen aan de woningcorporaties, bedoeld in artikel 11.12 van dit besluit;
Artikel 9.1a College: ondermandaat namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders, namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, ondermandaat verleend voor het nemen van besluiten met betrekking tot registratie van niet-ingezetenen, genoemd in het Besluit mandaat Registratie Niet-Ingezetenen (Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 27 november 2013; Stcrt. 2013, nr. 34447).
Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders machtiging verleend tot:
Artikel 9.4 Burgemeestersmandaten
Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester mandaat verleend tot:
het nemen van beslissingen, het afdoen van stukken, het ondertekenen van uitgaande brieven en het verrichten van overige handelingen ten aanzien van aangelegenheden die verband houden met de aan de burgemeester bij of krachtens de Rijkswet op het Nederlanderschap verleende bevoegdheden en opgedragen taken;
Artikel 9.5 Burgemeestersvolmachten
Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester volmacht verleend tot het uitoefenen van de bevoegdheden met betrekking tot bewaring van gevonden zaken, bedoeld in de artikelen 5: 5 tot en met 5:10 van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 9.7 Gebieden: burgemeestersmandaten
Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester mandaat verleend tot:
het verlenen van een evenementenvergunning voor een A-evenement, bedoeld in artikel 2:25, eerste, vierde en vijfde lid van de APV Rotterdam 2012, voor zover het evenement plaatsvindt binnen de grenzen van een gebied, met dien verstande dat aan de vergunning alleen andere dan de door de burgemeester daarvoor opgestelde standaardvoorschriften en –beperkingen worden verbonden na overleg met de directeur Veilig;
Artikel 9.8 gebieden: burgemeestersvolmachten
Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester volmacht verleend tot het ondertekenen van obligatoire overeenkomsten met betrekking tot participatie, representatie en subsidiëring van bewonersinitiatieven, waarvan het besluiten tot het aangaan daarvan in punt 2.08 van Bijlage 1 bij de Verordening op de Gebiedscommissies 2014 is gedelegeerd aan de gebiedscommissies, voorzover het hiertoe verleende budget toereikend is.
Paragraaf 10 Algemeen directeur: Bestuurs- en Concernaangelegenheden: juridische aangelegenheden; inkoop en aanbesteding diensten
Artikel 10.1 Juridische aangelegenheden; collegemandaten
Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot:
het besluiten tot het voeren van rechtsgedingen, zowel eisend als verwerend, of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder f, van de Gemeentewet, tenzij deze bevoegdheid is ondergemandateerd aan de concerndirecteur Dienstverlening of de concerndirecteur Werk en Inkomen;
Artikel 10.2 Juridische aangelegenheden; collegevolmachten
Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders volmacht verleend tot het besluiten tot:
het voeren van rechtsgedingen, zowel eisend als verwerend, of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder f, van de Gemeentewet, tenzij deze bevoegdheden zijn (onder)gevolmacht aan de concerndirecteur Werk en Inkomen of de concerndirecteur Stadsontwikkeling;
Artikel 10.4 Juridische aangelegenheden; burgemeestersmandaten
Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester, in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, mandaat verleend tot:
Artikel 10.5 Juridische aangelegenheden; burgemeestersvolmachten
Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester volmacht verleend tot het besluiten om namens de burgemeester in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan civielrechtelijke rechtsgedingen te voeren, zowel eisend als verwerend, of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder f, van de Gemeentewet.
Artikel 10.6 Centraal bestuur; burgemeestersvolmachten
Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester volmacht verleend tot het ondertekenen van inschrijfformulieren voor de inschrijving van de gemeente Rotterdam en haar vestigingen en de formulieren voor het doorgeven van wijzigingen aan de Kamer van Koophandel.
Artikel 10.8 Inkoop en aanbesteding diensten; collegevolmachten
Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders volmacht verleend tot:
een en ander binnen de kaders gesteld door de concerndirectie.
Artikel 10.11 Inkoop en aanbesteding diensten; burgemeester namens college: volmachten
Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester, namens het college op grond van artikel 171 van de Gemeentewet, volmacht verleend tot het ondertekenen van en het verrichten van rechtshandelingen ter uitvoering van overeenkomsten genoemd in artikel 10.8, eerste lid van dit besluit.
Artikel 10.12 Bestuurlijke aangelegenheden; collegemandaten
Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot: het vaststellen van het register, bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Artikel 10.13 Bestuurlijke aangelegenheden; collegevolmachten
Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders volmacht verleend tot het beslissen op aanvragen voor de toekenning en registratie van domeinnamen en aliassen en het bijhouden hiervan in een register als bedoeld in de Beleidsregels inzake de toekenning en registratie van domeinnamen, onder het aan de gemeente Rotterdam toegekende domein ‘rotterdam.nl’.
Artikel 10.14 Bestuurlijke aangelegenheden; collegemachtigingen
Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders machtiging verleend tot het besluiten op verzoeken tot toestemming aan medewerkers en studenten van de Erasmus Universiteit Rotterdam tot gebruik en toegang van de gemeentelijke databanken, waarbij aan dit gebruik en de toegang voorwaarden kunnen worden verbonden. Tot het beschikbaar stellen van data wordt alleen overgegaan na het raadplegen van het gemeentelijk organisatieonderdeel waarop de informatie betrekking heeft.
Paragraaf 11 Bevoegdheden buiten het concern
Artikel 11.1 Politiechef van de regionale eenheid Rotterdam; college: mandaat
Aan de politiechef van de regionale eenheid Rotterdam wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot:
Artikel 11.2 Politiechef van de regionale eenheid Rotterdam: burgemeestersmandaten
Aan de politiechef van de regionale eenheid Rotterdam wordt door de burgemeester mandaat verleend tot:
het maken en uitreiken van bestuurlijke waarschuwingen op grond van:
het maken en uitreiken van bestuurlijke waarschuwingen met betrekking tot situaties en tot overtreding van de verboden bedoeld in hoofdstuk 2, afdeling 8 van de APV Rotterdam 2012 juncto het handhavingsarrangement bij de horecanota, alsmede het maken en uitreiken van bestuurlijke waarschuwingen met betrekking tot het overtreden van de verbodsbepalingen in de Drank- en Horecawet conform het handhavingsarrangement bij de Drank- en Horecawet;
Artikel 11.3 Hulpofficier van justitie; burgemeestersmandaten
Aan de hulpofficier van justitie wordt door de burgemeester mandaat verleend tot het uitvoeren van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 2, eerste, derde, zevende en achtste lid en artikel 5, eerste lid, van de Wet tijdelijk huisverbod.
Artikel 11.3a Hulpofficier van justitie: burgemeestersvolmacht
Aan de hulpofficier van justitie wordt door de burgemeester volmacht verleend tot het zich doen vertegenwoordigen bij de opening van de deuren en van het huisraad, bedoeld in artikel 444, tweede lid van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Artikel 11.4 Algemeen directeur Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond
Aan de Algemeen directeur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot:
het zorgdragen voor de bestuursrechtelijke handhaving van het bepaalde bij of krachtens de Brandbeveiligingsverordening 2013, de hoofdstukken I tot en met III en artikel 92 van de Woningwet en het Bouwbesluit 2012, met het oog op het voorkomen en beperken van brand en het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand in bouwwerken en gebouwen;
Artikel 11.5 Algemeen directeur Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond; collegemachtigingen
Aan de algemeen directeur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond wordt door het college van burgemeester en wethouders machtiging verleend tot het aanwijzen van toezichthouders, bedoeld in artikel 5.10, derde lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Artikel 11.6 Officier van dienst Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond; burgemeesters mandaten
Aan de officier van dienst van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond en alle boven hem geplaatste operationeel leidinggevenden van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, wordt door de burgemeester mandaat verleend tot het inwerkingstellen van het waarschuwingssysteem teneinde de burgers te waarschuwen voor acuut gevaar bij een ramp of zwaar ongeval, bedoeld in artikel 11a, eerste lid, van de Wet rampen en zware ongevallen.
Artikel 11.7 Havenmeester Rotterdam; collegemandaten
Aan de havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V., wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot:
het uitoefenen van de bevoegdheden bedoeld in de artikelen 1.4, 1.5, 1.6, 1.7, 3.1, 3.1a, 3.2, 3.2a, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6, 3.7, 3.8, 3.9, 3.10, 3.13, 4.1, 4.4, 4.6, 4.7, 4.8, 4.10, 5.2, 5.5, 5.5a, 5.5b, 5.5c, 5.8, 5.11, 6.2, 6.5, 6.6, 6.9, 6.9a, 6.10, 6.12, 6.13, 7.1, 7.2, 7.3, 8.1, 9.3, 10.1, 10.2b, 10.3, 10.6, 11.1.3, 11.2.1, 11.2.3, 11.3.2, 11.4.2, 13.2 en 14.1 van de Havenbeheersverordening Rotterdam 2010;
het uitoefenen van de bevoegdheden bedoeld in de artikelen 1.4, 1.5, 1.6, 1.7, 3.1, 3.1a, 3.2, 3.2a, 3.4, 3.5, 3.6, 3.7, 3.8, 3.9, 3.10, 3.13, 4.1, 4.4, 4.7, 4.8, 4.10, 5.5, 5.8, 5.11, 6.9a, 6.10, 6.12, 6.13, 9.3, 10.3 en 11.1.3 van de Havenbeheersverordening Rotterdam 2010 voor zover het wateren betreft die in beheer zijn van het cluster Stadsontwikkeling.
een en ander onder de verplichting om zich door middel van het jaarverslag van Havenbedrijf Rotterdam N.V. te verantwoorden over het gebruik van bovengenoemde bevoegdheden in het jaar waarop het jaarverslag ziet.
Artikel 11.8 Havenmeester Rotterdam; burgemeester: mandaat
Aan de havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V., in zijn hoedanigheid als Havenveiligheidsfunctionaris (Port Security Officer), wordt door de burgemeester mandaat, volmacht of machtiging verleend tot:
het opleggen van een last onder bestuursdwang, bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet of het opleggen van een last onder dwangsom, bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet juncto artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht in het kader van de handhaving van de hem in de vorige leden van dit artikel gemandateerde bevoegdheden;
een en ander met inachtneming van de algemene en bijzondere aanwijzingen, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Havenbeveiligingswet;
het aan de gezagvoerder van een schip dat een internationale reis maakt, bij aankomst in de burgerhaven, verzoeken om een gezondheidsverklaring, bedoeld in artikel 51, eerste lid en om aanvullende gegevens over de gezondheidstoestand aan boord, bedoeld in artikel 51, derde lid, van de Wet publieke gezondheid;
in geval van een melding als bedoeld in artikel 50 van de Wet publieke gezondheid of indien anderszins blijkt van omstandigheden aan boord van een schip dat een internationale reis maakt, die een ernstig gevaar voor de volksgezondheid kunnen meebrengen, bepalen van maatregelen met betrekking tot de toelating tot of de onttrekking aan het vrije verkeer van het schip in de burgerhaven, bedoeld in artikel 53, eerste lid en het verzoeken aan de gezagvoerder om een overzicht van gegevens van passagiers, bedoeld in artikel 53, derde lid, sub b, van deze wet.
Artikel 11.8a Havenmeester van Rotterdam: burgemeester: ondermandaat namens de Minister van Infrastructuur en Milieu
Aan de havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V., in zijn hoedanigheid als Havenveiligheidsfunctionaris (Port Security Officer), wordt door de burgemeester, namens de Minister van Infrastructuur en Milieu, ondermandaat verleend ten aanzien van het uitoefenen van de bevoegdheden van de bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 18 van de Regeling havenstaatcontrole 2011.
Artikel 11.9 Directeur DCMR; collegemandaten
Aan de directeur van de DCMR Milieudienst Rijnmond wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot:
Artikel 11.10 Directeur DCMR; burgemeestersmandaten
Aan de directeur van de DCMR Milieudienst Rijnmond wordt door de burgemeester mandaat verleend tot:
het maken en uitreiken van bestuurlijke waarschuwingen bij nadelige beïnvloeding van het woon- en leefklimaat door openbare inrichtingen als artikel 2:28, zesde lid, respectievelijk artikel 3:13, tweede lid van de APV Rotterdam 2012 en het bij de horecanota 2012-2016 behorende handhavingsarrangement omtrent overschrijding van de geluidsnormen is bepaald;
het maken en uitreiken van bestuurlijke waarschuwingen bij nadelige beïnvloeding van het woon- en leefklimaat bij incidentele festiviteiten als bedoeld in artikel 4:3 van de APV Rotterdam 2012, in samenhang met hetgeen hierover in het bij de horecanota behorende handhavingsarrangement omtrent overschrijding van de geluidsnormen is bepaald;
het maken en uitreiken van bestuurlijke waarschuwingen en, zulks in afwijking van het bepaalde in artikel 1.4, vierde lid juncto artikel 1.3, vijfde lid, van dit Besluit, het opleggen van een last onder bestuursdwang, bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet en het opleggen van een last onder dwangsom bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet juncto artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht, met betrekking tot het bepaalde omtrent het ter beschikking stellen en houden van consumentenvuurwerk, bij of krachtens artikel 2:72 van de APV Rotterdam 2012;
het overeenkomstig artikel 2.3b.1 APV sluiten van gebouwen van waaruit consumentenvuurwerk ter beschikking wordt gesteld en gehouden, wanneer dit is vereist in het belang van de openbare orde, ter voorkoming of beperking van overlast of ter voorkoming van nadelige beïnvloeding van het woon- of leefklimaat;
het maken en uitreiken van bestuurlijke waarschuwingen en het opleggen van een last onder bestuursdwang, bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet met betrekking tot de naleving van de aan een evenementenvergunning bedoelde geluidsvoorschriften, bedoeld in artikel 2:25, eerste en vijfde lid, van de APV Rotterdam 2012.
Artikel 11.11 Directeur RET N.V.; collegemandaten
Aan de directeur RET N.V. wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot het beslissen op aanvragen om nadeelcompensatie in het kader van de Nadeelcompensatieverordening Randstadrail Rotterdam en Rotterdam Centraal, voor zover en met dien verstande dat:
Artikel 11.12 Woningcorporaties; collegemandaten
Aan de directeur-bestuurders van de woningcorporaties die in Rotterdam zelfstandige woonruimte onder de huurprijsgrens verhuren wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot:
elk voor zover het eigen bezit betreft in het toepassingsgebied van hoofdstuk 2 van de Huisvestingsverordening aangewezen gebieden Rotterdam 2014:het uitoefenen van de bevoegdheden met betrekking tot de huisvestingsvergunning, bedoeld in hoofdstuk 2 juncto artikel 4.1 (voor zover betrekking hebbend op hoofdstuk 2) van de Huisvestingsverordening aangewezen gebieden Rotterdam 2014;
Artikel 11.13 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
Aan de algemeen directeur van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot het verlenen van ontheffingen, bedoeld in artikel 149, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994, juncto artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, voor zover betrekking hebbend op artikel 3 van het Besluit Beleidsregels ontheffingen milieuzone Rotterdam 2013 of zoals nadien gewijzigd.
Artikel 11.14 ANWB; burgemeestersmandaten
Aan de hoofddirecteur van de ANWB wordt door de burgemeester mandaat verleend tot het afgeven van internationale rijbewijzen aan ingezetenen van de gemeente Rotterdam, bedoeld in artikel 117 van de Wegenverkeerswet.
Artikel 11.15 Directeur Centrum Beeldende Kunst; collegemandaten
Aan de directeur Centrum Beeldende Kunst wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot het uitvoeren van de Regeling Ontwikkeling- en Onderzoekssubsidies voor Rotterdamse Kunstenaars.
Artikel 11.16 directeur publieke gezondheid GGD Rotterdam-Rijnmond; collegemandaten, -volmachten en -machtigingen
Aan de directeur publieke gezondheid GGD Rotterdam-Rijnmond wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat, volmacht en machtiging verleend tot:
Artikel 11.17 Exploitant van Rotterdam The Hague Airport; burgemeestersmandaten
Aan de exploitant van Rotterdam The Hague Airport wordt door de burgemeester mandaat verleend tot:
het aan de gezagvoerder van een luchtvaartuig dat een internationale reis maakt, bij aankomst in de burgerluchthaven, verzoeken om een gezondheidsverklaring, bedoeld in artikel 51, eerste lid en om aanvullende gegevens over de gezondheidstoestand aan boord, bedoeld in artikel 51, derde lid, van de Wet publieke gezondheid;
in geval van een melding als bedoeld in artikel 50 van de Wet publieke gezondheid of indien anderszins blijkt van omstandigheden aan boord van een luchtvaartuig dat een internationale reis maakt, die een ernstig gevaar voor de volksgezondheid kunnen meebrengen, bepalen van maatregelen met betrekking tot de toelating tot of de onttrekking aan het vrije verkeer van het luchtvaartuig in de burgerluchthaven, voor zover het betreft het afzonderen van het luchtvaartuig op het luchtvaartterrein, bedoeld in artikel 53, eerste lid en het verzoeken aan de gezagvoerder om een overzicht van gegevens van passagiers, bedoeld in artikel 53, derde lid, sub b, van deze wet.
Artikel 11.18 Voorzitter van het Jeugdbeschermingsplein
Aan de voorzitter van het Jeugdbeschermingsplein wordt door het college van burgemeester en wethouders machtiging verleend tot het volgende:
Artikel 11.19 Implementatiemanager van het Advies- en Meldpunt Veilig Thuis
Aan de implementatiemanager van het Advies- en Meldpunt Veilig Thuis wordt door het college van burgemeester en wethouders machtiging verleend tot de uitvoering van artikel 4.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, als volgt:
Artikel 11.20 Manager Crisis Interventie Team (CIT) en (gebieds)managers Gecertificeerde Instelling
Aan de Manager Crisis Interventie Team en de (gebieds)managers van de Gecertificeerde Instelling, wordt door het college van burgemeester en wethouders volmacht dan wel machtiging verleend tot het indienen van een verzoek bij de kinderrechter, bedoeld in artikel 6.1.8, eerste lid, juncto de artikelen 6.1.2, eerste lid, 6.1.3, eerste lid, en 6.1.4, eerste lid, van de Jeugdwet, tot het verzoeken van een machtiging, een spoedmachtiging en een voorwaardelijke machtiging om een jeugdige in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven.
Artikel 12.1 Intrekking oude regeling
Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2012 wordt ingetrokken.
Artikel 12.2 Overgangsbepaling
Besluiten die zijn genomen en (rechts)handelingen die zijn verricht in (onder)mandaat, -volmacht en -machtiging, gebaseerd op het MVMR 2012, worden geacht te zijn genomen, respectievelijk verricht op grond van dit besluit, totdat de ambtenaar of medewerker die het besluit heeft genomen of de rechtshandeling heeft verricht, is geplaatst bij een organisatieonderdeel als bedoeld in artikel 2, tweede of derde lid, van de Regeling organisatie 2016 én totdat door de algemeen directeur of de concerndirecteur een besluit tot (verdere) ondermandatering, -volmacht of -machtiging, op grond van artikel 3.2 van dit besluit, voor de betreffende functie is genomen.
Bijlage 2 behorende bij MVMR 2016.
Lijst van wetten en verordeningen, genoemd in artikel 8.1, vierde lid, MVMR 2012: Het uitoefenen van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet, inclusief het op kosten van de overtreder van de navolgende regelgeving doen wegnemen, beletten, verrichten of in de vorige toestand herstellen van hetgeen in strijd met na te noemen bepalingen is gedaan of nagelaten: Geldend vanaf 1 januari 2013.
Dit gemeenteblad 2015, nummer 233, is uitgegeven op 31 december 2015 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-6556.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.