Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 27 november 2013, nr. 2013-0000722358, houdende de verlening van mandaat en machtiging in verband met het RNI Convenant Dienstverlening aan de daarbij aangesloten gemeenten (Besluit mandaat Registratie Niet-Ingezetenen)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 10:4 en artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien het RNI Convenant Dienstverlening en de daarin overeengekomen werkzaamheden genoemd in artikel 2,

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Minister:

de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

b. aangesloten gemeenten:

de in de Bijlage bij dit besluit genoemde gemeenten;

c. het convenant:

het RNI Convenant Dienstverlening afgesloten tussen de Minister en de aangesloten gemeenten afzonderlijk;

d. het college van burgemeester en wethouders:

het college van burgemeester en wethouders van een aangesloten gemeente;

e. de wet:

de Wet basisregistratie personen.

Artikel 2

  • 1. Ter uitvoering van het convenant wordt aan het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend voor het nemen van besluiten die verband houden met:

    • a. de inschrijving in de basisregistratie bedoeld in de artikel 2.66, in samenhang met artikel 2.67, van de wet;

    • b. de opneming van persoonsgegevens op grond van paragraaf 2.2.3 van de wet in verband met die inschrijving of in verband met een verzoek van de ingeschrevene op grond van artikel 2.70, derde lid, onderdeel b, van de wet;

    • c. het heffen van rechten op grond van artikel 36 van het Besluit basisregistratie personen;

    • d. de uitvoering van de artikelen 2.80 en 2.81, eerste tot en met derde lid, van de wet; en

    • e. de toepassing van de artikelen 3.22 en 3.23 van de wet.

  • 2. Onder mandaat wordt in dit besluit tevens verstaan machtiging tot het verrichten van feitelijke handelingen die verband houden met de in het eerste lid bedoelde taken.

Artikel 3

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan voor de in artikel 2 bedoelde aangelegenheden ondermandaat verlenen aan ambtenaren van de gemeente die zijn aangewezen om de inschrijving te verrichten.

  • 2. Het verlenen van ondermandaat geschiedt schriftelijk.

  • 3. Een afschrift van besluiten inzake ondermandaat wordt gezonden aan de Minister.

Artikel 4

Het krachtens mandaat ondertekenen van stukken geschiedt als volgt:

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

namens deze,

(handtekening)

Medewerker inschrijfvoorziening [naam gemeente]

Artikel 5

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders neemt bij de uitoefening van het mandaat de instructies van de Minister in acht.

  • 2. Indien de Minister het college een instructie geeft ter zake van de uitoefening van een in dit besluit gemandateerde bevoegdheid doet de Minister daarvan onverwijld mededeling in de Staatscourant.

Artikel 6

Het college van burgemeester en wethouders is niet bevoegd om zelfstandig verzoeken in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur, de Wet nationale ombudsman, dan wel verzoeken van gelijksoortig karakter, voor zover die verband houden met de uitvoering van de in artikel 2 van dit besluit bedoelde taken, namens de Minister af te doen. Dergelijke verzoeken worden door het college inhoudelijk voorbereid en ter afdoening aan de Minister voorgelegd.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet basisregistratie personen in werking treedt.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat Registratie Niet-Ingezetenen.

Dit besluit zal met Bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk.

BIJLAGE BIJ HET BESLUIT MANDAAT REGISTRATIE NIET-INGEZETENEN

Dit Besluit ziet op de navolgende aangesloten gemeenten:

Alkmaar,

Almelo,

Amsterdam,

Breda,

Den Haag,

Doetinchem,

Eindhoven,

Goes,

Groningen,

Heerlen,

Leeuwarden,

Leiden,

Nijmegen,

Rotterdam,

Terneuzen,

Utrecht,

Venlo,

Zwolle.

Naar boven