BIJLAGE 1, BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2, EERSTE LID, ONDERDEEL A, VAN DE TIJDELIJKE SUBSIDIEREGELING
ONTWIKKELADVIES VIJFENVEERTIGPLUSSERS
Beschrijving ontwikkeladviestraject en verplichte formats
Een ontwikkeladviestraject moet aan een aantal eisen voldoen om voor subsidie in aanmerking
te kunnen komen. Onderstaand wordt beschreven welke eisen dit zijn.
Ontwikkeladviestraject
Het ontwikkeladviestraject omvat gerichte interventies die resulteren in een ontwikkelplan
voor de korte- en langere termijn volgens het onderstaande format 1.2.
Van het ontwikkeladviestraject wordt een gespreksverslag gemaakt volgens het onderstaande
format 1.1.
Het ontwikkeladviestraject omvat minimaal de volgende activiteiten:
-
1. Registratie van de loopbaanadviseur op de website www.ontwikkeladvies45plus.nl.
-
2. Voor de start van een ontwikkeladviestraject vergewist de loopbaanadviseur zich ervan
dat de werkende voldoet aan de eisen die de regeling stelt aan de doelgroep die in
aanmerking komt voor een gesubsidieerd ontwikkeladvies.
-
3. De loopbaanadviseur stelt de identiteit van de werkende vast door een kopie te maken
van een wettig identiteitsbewijs. Deze kopie wordt bewaard in de administratie.
-
4. Ondertekening door de werkende van het formulier ‘Toestemmingsverklaring verwerking
persoonsgegevens werkende’ (format 1.4).
-
5. Het door de werkende alleen, of samen met de loopbaanadviseur, bij aanvang van het
eerste gesprek invullen van het digitaal intake formulier op www.ontwikkeladvies45plus.nl.
De loopbaanadviseur ontvangt na het verzenden van het intakeformulier een uniek nummer
per e-mail. Deze e-mail moet de loopbaanadviseur bewaren in zijn administratie. Het
nummer zal meerdere malen moeten worden verstrekt, zoals in de subsidieaanvraag.
-
6. De loopbaanadviseur voert gesprekken met de werkende met een tijdsbeslag van in totaal
minimaal vier uren.
-
7. De loopbaanadviseur stelt een gespreksverslag op conform format 1.1 en laat dit ondertekenen
door de werkende.
-
8. De loopbaanadviseur stelt samen met de werkende het ontwikkelplan op conform format
1.2. en laat dit ondertekenen door de werkende.
-
9. Het ontwikkeladviestraject wordt afgesloten met een door de werkende en de loopbaanadviseur
ingevulde en ondertekende prestatieverklaring conform format 1.3.
Inhoud ontwikkeladviesgesprekken
Onderwerpen die tijdens de ontwikkeladviesgesprekken aan bod moeten komen zijn:
-
• Situatieschets en bewustwording van de eigen situatie en toekomstperspectieven van
de werkende.
-
• Persoonsprofiel van de werkende, waaronder:
-
• Toekomstoriëntatie;
-
• Adviseren over financiële, persoonlijke en rechtspositionele consequenties en zicht
geven op instanties of sites waar kennis over deze zaken te halen is.
Ontwikkelplan
Als resultaat van de gesprekken stelt de werkende zelf of samen met de loopbaanadviseur
een ontwikkelplan op conform format 1.2. Hierin worden kort en bondig een aantal acties
beschreven die de werkende op de korte of de lange termijn kan inzetten om te werken
aan zijn wendbaarheid en om aan het werk te blijven tot het pensioen.
Tevens wordt in het ontwikkelplan beschreven waar de werkende terecht kan om (financiële)
ondersteuning te krijgen bij de uitvoering van zijn ontwikkelplan.
Punten die in elk geval aan de orde moeten komen in het ontwikkelplan zijn:
-
o Wie neemt welke acties op de korte en de lange termijn om beter voorbereid te zijn
op de toekomst?
-
o Wanneer en hoe kan er actie worden ondernomen?
-
o Mogelijkheden om persoonlijke ontwikkelvraagstukken en huidige beperkingen in bijvoorbeeld
energieniveau, financiële sfeer, de persoonlijke of gezinssfeer, leren en taalvaardigheid
aan te pakken.
-
o Indien van toepassing: suggesties voor het inzetten van andere experts om bovenstaande
belemmeringen te verhelpen.
Formats
Onderstaande formats zijn verplicht. Dit betekent dat wanneer deze niet of onvolledig
worden ingevuld, de loopbaanadviseur niet in aanmerking komt voor subsidie.
FORMAT 1.1 Gespreksverslag ontwikkeladviestraject
Naam deelnemer (werkende):
Burgerservicenummer werkende:
Uniek nummer (verstrekt door onderzoeksbureau Regioplan):
Startdatum ontwikkeladviestraject (datum eerste gesprek met de werkende):
Naam loopbaanadviseur:
Ad1) Situatieschets
Ad2) Persoonsprofiel
Ad3) Toekomstoriëntatie
Ad4) Overige relevante gesprekspunten
Dit gesprekverslag geeft goed weer wat tijdens het ontwikkeladviestraject is besproken
en aan de orde is geweest.
Plaats en datum:
Datum:
Handtekening deelnemer (werkende):
Plaats en datum:
Datum:
Handtekening loopbaanadviseur:
FORMAT 1.2 Ontwikkelplan
Naam deelnemer (werkende):
Burgerservicenummer werkende:
Uniek nummer (verstrekt door onderzoeksbureau Regioplan):
Startdatum ontwikkeladviestraject (datum eerste gesprek):
Naam loopbaanadviseur:
1) Actie/termijn/ondersteuning
|
|
|
|
|
2) Actie/termijn/ondersteuning
|
|
|
|
|
3) Actie/termijn/ondersteuning
|
|
|
|
|
4) Actie/termijn/ondersteuning
|
|
|
|
|
5) Actie/termijn/ondersteuning
|
|
|
|
|
Voor akkoord:
Plaats en datum:
Datum:
Handtekening deelnemer (werkende):
Plaats en datum:
Datum:
Handtekening loopbaanadviseur:
FORMAT 1.3 Prestatieverklaring ontwikkeladvies
Naam deelnemer ontwikkeladvies (werkende):
E-mail adres1:
Telefoonnummer1:
Burgerservicenummer:
Uniek nummer (verstrekt door onderzoeksbureau Regioplan):
Geboortedatum:
Functie:
In te vullen door deelnemer (werkende):
Ik verklaar deelgenomen te hebben aan een ontwikkeladviestraject bij ........... (naam
loopbaanadviseur), dat heeft bestaan uit:
-
• Een digitale intake vragenlijst
-
• Bespreking van/advies over:
-
• eigen situatie en toekomstperspectieven
-
• wie ben ik en wat kan ik
-
• toekomstoriëntatie
-
• toekomstmogelijkheden
-
• wat kan ik zelf gaan doen
-
• Het adviestraject is afgerond met:
Het ontwikkeladviestraject is gestart op (datum) ........... en geëindigd op (datum)
...........
Het bestond uit (aantal) ........... bijeenkomsten/sessies. In totaal bestond het
ontwikkeladviestraject uit ........... uur.
-
o Ik geef toestemming dat het ministerie van SZW contact met mij kan opnemen als onderdeel
van de controle op de aan mijn loopbaanadviseur verstrekte subsidie.
-
o Ik heb het formulier ondertekend waarmee ik toestemming geef voor inzage in mijn persoonsgegevens.
Plaats: ......................
Datum: ......................
Handtekening werkende:
In te vullen door loopbaanadviseur die ontwikkeladviestraject heeft gegeven:
Ik heb mij ervan vergewist dat de werkende voldoet aan de eisen die de Tijdelijke
subsidieregeling ontwikkeladvies vijfenveertigplussers stelt.
Naam en handtekening loopbaanadviseur:
FORMAT 1.4 Toestemmingsverklaring verwerking persoonsgegevens werkende
Toestemmingsverklaring
U gaat een ontwikkeladviestraject volgen. Dit traject bestaat uit een aantal gesprekken
met uw loopbaanadviseur. Tijdens deze gesprekken werkt u samen met uw loopbaanadviseur
aan een ontwikkelplan.
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) betaalt dit traject: uw
loopbaanadviseur krijgt subsidie. Voordat het traject van start kan gaan, vragen we
uw toestemming voor een aantal zaken.
1. Inzage in uw ontwikkelplan en het -gespreksverslag voor controle
SZW kan bij uw loopbaanadviseur een controle uitvoeren. Hiermee wordt vastgesteld
of het ontwikkeladviestraject echt is uitgevoerd en of het volgens de regels is gebeurd.
Daarvoor is uw BSN-nummer nodig en is inzage in uw persoonlijke ontwikkelplan en het
gespreksverslag nodig. De controlerende ambtenaar van SZW heeft een geheimhoudingsplicht.
Hij zal geen kopieën maken of op een andere manier uw gegevens delen met derden. Het
ministerie wil alleen weten of er een door u ondertekend ontwikkelgespreksverslag
en ontwikkelplan is. En of het plan en het verslag op de juiste wijze zijn opgesteld.
2. Benadering voor onderzoeksdoeleinden door het door het ministerie ingeschakelde
onderzoeksbureau en medewerking aan onderzoek
Het ministerie wil graag weten wat het ontwikkeladviestraject de deelnemers heeft
opgeleverd. Een onderzoeksbureau, Regioplan, gaat dit onderzoek uitvoeren. Het onderzoeksbureau
zal u tweemaal vragen om een korte online enquête in te vullen. Daarvoor is het nodig
dat zij beschikken over uw contactgegevens. Uw gegevens worden anoniem verwerkt.
Door dit formulier te ondertekenen, geeft u toestemming. U vindt het goed dat uw persoonsgegevens
worden gebruikt zoals hierboven is beschreven. Uw toestemming geldt alleen voor de
twee beschreven doelen.
Als u geen toestemming geeft, kan uw loopbaanadviseur geen subsidie voor het ontwikkeladviestraject
aanvragen. U zult hier dan geen gebruik van kunnen maken of het zelf moeten betalen.
Deze toestemming is twee jaar geldig.
Plaats en datum:
Naam en handtekening deelnemer (werkende):
Burgerservicenummer:
BIJLAGE 2, BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2, EERSTE LID, ONDERDEEL B, VAN DE TIJDELIJKE SUBSIDIEREGELING
ONTWIKKELADVIES VIJFENVEERTIGPLUSSERS
Beschrijving training ontwikkeladvies leidinggevenden en verplichte formats
Een training ontwikkeladvies voor leidinggevenden moet aan een aantal eisen voldoen
om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen. Onderstaand wordt beschreven welke
eisen dit zijn.
De training voor leidinggevenden omvat minimaal de volgende activiteiten:
-
1. Registratie van de loopbaanadviseur op de website www.ontwikkeladvies45plus.nl.
-
2. Aanmelding door de loopbaanadviseur van de individuele training of groepstraining
(van drie tot tien leidinggevenden) ontwikkeladvies leidinggevende op de website
www.ontwikkeladvies45plus.nl.
-
3. Bij aanmelding ontvangt de loopbaanadviseur een uniek nummer dat noodzakelijk is om
subsidie te kunnen aanvragen. Iedere training of groepstraining dient afzonderlijk
te worden aangemeld.
-
4. Ondertekening door de deelnemers aan de training van de Toestemmingsverklaring verwerking
persoonsgegevens leidinggevende (format 2.3).
-
5. Een training ontwikkeladvies voor leidinggevenden van één of meerdere gesprekken of
bijeenkomsten van in totaal minimaal 3 uur.
-
6. In de training worden minimaal de onderstaande onderwerpen behandeld:
-
• Het eigenbelang van de leidinggevende en zijn organisatie bij het ondersteunen van
de werknemer in zijn deelname aan een ontwikkeladviestraject.
-
• De bedoeling en vorm van een ontwikkeladviestraject voor werkenden.
-
• Welke mogelijkheden er voor de werkenden zijn voor een vervolgtraject zoals het uitvoeren
van een ontwikkelplan.
-
• De manier waarop een leidinggevende een werkende hierbij kan begeleiden, informeren
en faciliteren.
-
• Algemene belemmeringen die werkenden kunnen hebben of ervaren en hoe je hiermee als
leidinggevende kunt omgaan.
-
• Welke belemmeringen en projecties een leidinggevende kan hebben die een eventueel
vervolg traject in de weg kunnen zitten en leren hoe hier als leidinggevende mee om
te gaan.
-
• De ontwikkelingen binnen de branche en de arbeidsmarkt, zodat de leidinggevende de
werkende hierover kan informeren.
-
• Gesprekstechnieken en vaardigheden om een werkende te kunnen begeleiden in het zetten
van vervolgstappen na een ontwikkeladviestraject.
-
7. Het laatste gesprek of de laatste trainingsbijeenkomst wordt afgesloten met het door
de deelnemende leidinggevende(n) invullen en ondertekenen van een prestatieverklaring
volgens format 2.1 voor individuele trainingen en format 2.2 voor groepstrainingen.
Deze prestatieverklaringen zijn nodig om een subsidieaanvraag in te kunnen dienen
voor het trainingstraject.
Formats
Onderstaande formats zijn verplicht. Dit betekent dat wanneer deze niet of onvolledig
worden ingevuld, de loopbaanadviseur niet in aanmerking komt voor subsidie.
FORMAT 2.1 Prestatieverklaring training ontwikkeladvies leidinggevenden individueel
Naam deelnemer:
Uniek nummer:
Burgerservicenummer:
E-mail adres2:
Telefoonnummer2:
Functie: ......................:......................
Ik verklaar deelgenomen te hebben aan een training ontwikkeladvies leidinggevenden
bij ........... (naam loopbaanadviseur).
In te vullen door loopbaanadviseur
De training heeft bestaan uit:
-
• Bewustwording van het eigenbelang voor mij als leidinggevende en mijn organisatie
bij het ondersteunen van de werkende in zijn deelname aan een ontwikkeladviestraject.
-
• De bedoeling en vorm van een ontwikkeladvies aan werkenden. Welke onderwerpen komen
daarin aan bod?
-
• Welke mogelijkheden er voor de werkende zijn voor een vervolgtraject zoals het uitvoeren
van een ontwikkelplan en de manier waarop ik als leidinggevende de werkende kan informeren
en faciliteren.
-
• Kennis over algemene belemmeringen die werkenden kunnen hebben of ervaren en hoe hier
mee om te gaan.
-
• Inzicht in mijn eigen belemmeringen, die een eventueel vervolg traject in de weg kunnen
zitten, en hoe deze mogelijk op te lossen.
-
• Kennis over de ontwikkelingen binnen de branche/arbeidsmarkt.
-
• Gesprekstechnieken en -vaardigheden.
De training bestond uit (aantal) ........... gesprekken/sessies van ongeveer ...........
uur per keer.
De training is gegeven op de volgende data:
Datum:
|
van tot (tijdstip):
|
......................
|
......................
|
......................
|
......................
|
......................
|
......................
|
Daarnaast heeft een ...................... * plaatsgevonden.
*invullen indien een instrument is ingezet anders dan gesprekken.
In te vullen door de deelnemer:
-
• Ik verklaar deelgenomen te hebben aan genoemde training ontwikkeladvies leidinggevenden.
-
• Ik verklaar leidinggevende te zijn van werknemers of ambtenaren die vallen onder de
in de Tijdelijke subsidieregeling ontwikkeladvies vijfenveertigplussers genoemde beroepsgroepen
en verantwoordelijk te zijn voor het voeren van personeels- en functioneringsgesprekken.
-
• Ik geef toestemming om voor controle- of evaluatiedoeleinden contact met mij op te
nemen en heb het formulier toestemmingsverklaring verwerking persoonsgegevens leidinggevende
ondertekend.
Plaats: ......................
Datum: ......................
Handtekeningdeelnemer:
Plaats: ......................
Datum: ......................
Handtekening loopbaanadviseur:
FORMAT 2.2 Prestatieverklaring training ontwikkeladvies leidinggevenden groepsgewijs
Uniek nummer:
In te vullen door loopbaanadviseur
Ik verklaar een groepstraining ontwikkeladvies voor leidinggevenden te hebben gegeven
die heeft bestaan uit:
De training heeft bestaan uit:
-
• Bewustwording van het eigen belang van de leidinggevende en zijn organisatie bij het
ondersteunen van de werkende in zijn deelname aan een ontwikkeladviestraject.
-
• De bedoeling en vorm van een ontwikkeladvies aan werkenden. Welke onderwerpen komen
daarin aan bod?
-
• Welke mogelijkheden er voor de werkende zijn voor een vervolgtraject zoals het uitvoeren
van een ontwikkelplan en de manier waarop ik als leidinggevende de werkende kan informeren
en faciliteren.
-
• Kennis over algemene belemmeringen die werkenden kunnen hebben of ervaren en hoe hier
mee om te gaan.
-
• Inzicht in eigen belemmeringen, die een eventueel vervolg traject in de weg kunnen
zitten, en hoe deze mogelijk op te lossen.
-
• Kennis over de ontwikkelingen binnen de branche of arbeidsmarkt.
-
• Gesprekstechnieken en -vaardigheden.
Naam loopbaanadviseur:
Plaats: ......................
Datum: ......................
Handtekening:
In te vullen door de deelnemers:
-
• Ik verklaar deelgenomen te hebben aan genoemde training ontwikkeladvies leidinggevenden.
-
• Ik verklaar leidinggevende te zijn van werknemers of ambtenaren die vallen onder de
in de tijdelijke subsidieregeling ontwikkeladvies vijfenveertigplussers genoemde beroepsgroepen
en verantwoordelijk te zijn voor het voeren van personeels- en functioneringsgesprekken.
-
• Ik geef toestemming om voor controle of evaluatie doeleinden contact met mij op te
nemen.
-
• Ik heb de toestemmingsverklaring verwerking persoonsgegevens leidinggevende getekend.
Datum training
|
Naam + initialen deelnemer
|
Burgerservicenummer
|
e-mail
|
Telefoon1
|
Handtekening
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
X Noot
1Het ministerie van SZW is verantwoordelijk voor de controle op de verstrekte subsidies.
SZW kan contact met u opnemen in het kader van een controle op de aan uw loopbaanadviseur
verstrekte subsidie.
FORMAT 2.3 Toestemmingsverklaring verwerking persoonsgegevens leidinggevende
Toestemmingsverklaring
U gaat een trainingstraject volgen. Dit traject bestaat uit één of meerdere individuele
gesprekken met een loopbaanadviseur of een groepstraining. Het ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid (SZW) betaalt dit traject: uw loopbaanadviseur krijgt subsidie.
Voordat het traject van start kan gaan, vragen we uw toestemming voor een aantal zaken.
1. Controle op subsidieaanvraag loopbaanadviseur
SZW kan bij uw loopbaanadviseur een controle uitvoeren. Hiermee wordt vastgesteld
of de training echt is uitgevoerd. En of het volgens de regels is gebeurd.
2. Medewerking aan onderzoek
Het ministerie wil graag weten wat het trainingstraject de deelnemers heeft opgeleverd.
Een onderzoeksbureau (Regioplan) gaat dit onderzoek uitvoeren. Het onderzoeksbureau
zal een steekproef uit de deelnemers vragen om een korte online enquête in te vullen.
Door dit formulier te ondertekenen, geeft u toestemming dat SZW u indien zij dit wenselijk
acht u benadert met vragen over de gegeven training.
Ook geeft u toestemming dat de loopbaanadviseur uw contactgegevens voor onderzoeksdoeleinden
beschikbaar stelt aan het onderzoeksbureau Regioplan.
Uw toestemming geldt alleen voor de twee beschreven doelen.
Het tekenen van deze verklaring is een voorwaarde om deel te kunnen nemen aan de training.
Deze toestemming is twee jaar geldig.
Plaats en datum:
Naam leidinggevende:
Burgerservicenummer:
Handtekening
TOELICHTING
Algemeen
Op 7 juni 2016 heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) aan de
Tweede Kamer een brief gestuurd over het actieplan Perspectief voor vijftigplussers
(Kamerstukken II 2015/16, 29 544, nr. 724) (actieplan). Eén van de onderdelen van het actieplan is een proef met het aanbieden
van een gesubsidieerd tweede loopbaanadvies aan vijfenveertigplussers. De Tijdelijke
subsidieregeling ontwikkeladvies vijfenveertigplussers (subsidieregeling) is de nadere
uitwerking hiervan.
Langdurige werkloosheid en arbeidsongeschiktheid van vijftigplussers heeft een grote
financiële en sociale impact op de mensen die het treft en het overheidsbudget. Uitval
uit het werk dat men deed, een periode zonder baan en kennis en ervaring die niet
langer aansluit op de behoeften van de arbeidsmarkt zorgen er vaak voor dat vijftigplussers
moeizaam terug kunnen keren in het arbeidsproces. Ook als er voldoende banen beschikbaar
zijn. Om de arbeidsmarktpositie van vijftigplussers te verbeteren en daarmee toekomstige
langdurige werkloosheid en arbeidsongeschiktheid onder deze groep te voorkomen, heeft
het kabinet in overleg met de Stichting van de Arbeid deze subsidieregeling opgesteld.
Het doel van de gesubsidieerde ontwikkeladviezen is het bewustzijn over de noodzaak
van reflectie op de loopbaan te stimuleren bij oudere werkenden in een geselecteerd
aantal beroepsgroepen, die nog niet concreet met ontslag, werkloosheid of arbeidsongeschiktheid
bedreigd zijn. Het ontwikkeladviestraject heeft als doel hen toe te rusten om tijdig
een reëel beeld van het toekomstperspectief in hun huidige werk te krijgen en meer
regie op hun toekomstige loopbaan te nemen. Hiermee wordt beoogd de kans op toekomstige
(langdurige) werkloosheid te verkleinen. Leidinggevenden hebben hierin ook een rol.
Daarom is voor hen voorzien in gesubsidieerde trainingstrajecten.
Ervaringen uit het verleden in de praktijk van loopbaanadvisering hebben geleerd dat
het beschikbaar stellen van loopbaan- en scholingsinstrumenten alleen niet voldoende
is om werkenden, die niet van nature bezig zijn met hun loopbaan, ertoe aan te zetten
hiermee aan de slag te gaan. Psychologische barrières, gezinssituatie, het onvoldoende
doordrongen zijn van de urgentie, angst om bij leidinggevenden het onderwerp aan te
kaarten, of de benodigde (tijds)investering belemmeren vaak het daadwerkelijk gebruik
van beschikbare instrumenten en het daadwerkelijk investeren in de toekomstige loopbaan.
Het ontwikkeladvies is een integraal en persoonlijk advies. Dit advies wordt door
onafhankelijke en professionele loopbaanadviseurs uitgevoerd. Het advies moet allereerst
bewustzijn creëren over de huidige en toekomstige arbeidsmarktpositie en inzicht geven
in de huidige competenties en loopbaanmogelijkheden. Aanvullend worden de mensen gecoacht,
waarbij informatie wordt verstrekt over de kanssectoren, de middelen en instrumenten
die ter beschikking staan voor bijvoorbeeld bij- of omscholing en wat eventuele financiële
en arbeidsrechtelijke consequenties zijn van een baanwisseling. Bovenstaande zal resulteren
in een concreet ontwikkelplan met acties die de deelnemer op korte en langere termijn
kan ondernemen om het loopbaanperspectief te verbeteren. Hiervoor is een standaard
format (bijlage 1, format 1.2) gemaakt, dat de loopbaanadviseur samen met de werknemer
invult.
Het is belangrijk om een goed onderscheid te maken tussen het ontwikkeladviestraject
en een loopbaantraject. Een ontwikkeladviestraject is preventief en dient om bewustzijn
te creëren, zodat de ouder wordende werkende meer regie kan gaan nemen over de toekomst
van zijn loopbaan. Een loopbaantraject wordt ingezet om actief vervolgstappen te gaan
zetten in de loopbaan. Een loopbaantraject kan een vervolg zijn op een ontwikkeladviestraject,
maar maakt er geen deel van uit. Vervolgtrajecten dienen op andere wijze gefinancierd
te worden, bijvoorbeeld uit bestaande voorzieningen vanuit O&O- fondsen of CAO-afspraken.
De middelen voor deze subsidieregeling zijn afkomstig van het budget dat beschikbaar
is gesteld voor het actieplan. Dit is leidend geweest voor het vaststellen van de
minimum leeftijd van de werkenden waarvoor subsidie kan worden aangevraagd. Na overleg
met deskundigen uit de geselecteerde beroepsgroepen en loopbaanprofessionals is, met
oog op het preventieve karakter van het ontwikkeladvies, besloten het instrument niet
pas vanaf 50 jaar beschikbaar te stellen, maar de minimum leeftijd voor deelname aan
een ontwikkeladvies op 45 jaar te zetten.
De subsidieregeling heeft nadrukkelijk een preventief karakter en is gericht op niet
acuut met ontslag bedreigde, actief werkenden. De regeling is niet bedoeld voor inactieven,
zoals werkzoekenden die al werkloos, langdurig ziek of arbeidsongeschikt zijn of voor
werkenden waarvoor er al een concrete ontslagdreiging bestaat. Zij kunnen een beroep
doen op de voor deze doelgroep al bestaande middelen, zoals (reïntegratie-instrumenten
in het kader van de sociale verzekeringswetten of de Participatiewet of de transitievergoeding
bij ontslag hiervoor aanwenden. Ook werkenden die gebruik kunnen maken van een sociaal
plan of van werk-naar-werktrajecten gericht op versterking van de arbeidsmobiliteit,
behoren niet tot de doelgroep van deze regeling.
Voor het bepalen of iemand actief werkend is in een beroep, wordt de grens van gemiddeld
minimaal twaalf uur per week gehanteerd. Dit sluit aan bij de door het CBS gehanteerde
nationale definitie voor werkloosheid. Deze nationale definitie hanteert twaalf uur
per week. Het CBS heeft voor de nationale definitie destijds gekozen voor het criterium
van twaalf uur, omdat dit beter aansluit bij de beleving van werkenden: ‘Iemand die
minimaal twaalf uur per week werkt, noemt dat meestal zijn of haar belangrijkste bezigheid3’.
De regeling staat ook open voor binnen de geselecteerde beroepsgroepen actieve zzp-ers
en voor werkenden met flexibele contracten. De feitelijke werksituatie en niet de
arbeidsrechtelijke verhoudingen zijn bepalend voor wie in aanmerking kan komen voor
een gesubsidieerd ontwikkeladviestraject.
De gesubsidieerde trajecten zijn beschikbaar voor een beperkt aantal beroepsgroepen
Vanwege de beperkte looptijd, het beschikbare budget van het actieplan en om het instrument
zo gericht en effectief mogelijk in te zetten, is gekozen de gesubsidieerde trajecten
ter beschikking te stellen aan een beperkt aantal beroepsgroepen. Over de selectie
van de beroepsgroepen, heeft overleg plaats gevonden met de Stichting van de Arbeid
en de decentrale sociale partners. Aan de hand van de lijst met krimpberoepen van
het UWV en een lijst met beroepen uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden NEA
2014 van CBS en TNO, met een verhoogd risico op uitval, is een eerste inventarisatie
gemaakt van beroepsgroepen die potentieel voor deelname aan een pilot in aanmerking
zouden kunnen komen. Deze lijst is aangevuld met enkele beroepsgroepen die, gezien
de daar spelende problematiek, vanuit de sociale partners zijn voorgedragen. Deze
lijst is vervolgens teruggebracht tot zeven beroepsgroepen waarvoor de subsidieregeling
ook daadwerkelijk is opengesteld. Bij de selectie hebben de volgende kenmerken en
voorwaarden een rol gespeeld:
-
• De problematiek van de beroepsgroep moet zich ertoe lenen: ontwikkelingen in de aard
van het werk en/of het kunnen volhouden van de werkzaamheden tot pensioenleeftijd.
-
• Er wordt nog geen vergelijkbaar product aan de doelgroep aangeboden.
-
• De beroepsgroep heeft een substantiële omvang van werkenden uit de doelgroep: er moeten
voldoende potentiële gebruikers zijn om leerervaringen op te kunnen doen.
-
• Er is een infrastructuur die benut kan worden voor de ontwikkeling en implementatie,
waaronder het gericht benaderen van de beoogde beroepsgroep.
-
• De vertegenwoordigende sociale partners en/of beroepsverenigingen zijn enthousiast
om hier mee aan de slag te gaan en zullen het gebruikmaken van de geboden mogelijkheden
stimuleren.
Met twee beroepsgroepen zijn nog gesprekken gaande over deelname. Daarom kan de lijst
van deelnemende beroepsgroepen gedurende de looptijd van de regeling nog worden uitgebreid.
Dit is één van de redenen waarom met de vastgestelde subsidieplafonds per beroepsgroep
het totaal beschikbare subsidiebudget voor de regeling nog niet beschikbaar is gesteld.
Hiermee wordt voorkomen dat een of twee grote of voorlopende beroepsgroepen het gehele
beschikbare subsidiebudget zouden verbruiken en de andere of later startende beroepsgroepen
geen gebruik meer kunnen maken van de regeling. Een andere reden is dat hiermee flexibiliteit
mogelijk is in de uiteindelijke verdeling van het beschikbare budget waardoor rekening
kan worden gehouden met de eerste ervaringen met de gesubsidieerde trajecten. Zo kunnen
gedurende de looptijd van de regeling de subsidieplafonds per beroepsgroep gericht
worden opgehoogd. In totaal is 20 miljoen euro beschikbaar voor de subsidieregeling,
dit is inclusief uitvoerings- en evaluatiekosten.
De aanpak en vormgeving van het ontwikkeladviestraject, zoals beschreven in bijlage
1, en het trainingstraject, beschreven in bijlage 2, zijn in samenwerking met de sociale
partners in de betreffende beroepsgroep en experts op het terrein van loopbaanadvies
vorm gegeven. Daarbij is rekening gehouden met de beroepsspecifieke omstandigheden
en problematiek.
Training en advies leidinggevenden
Bewustwording en een goede inbedding van het ontwikkeladviestraject binnen het beleid
van de organisatie zijn van groot belang om mensen in beweging te krijgen. Daarom
is het van belang dat ook de leidinggevenden zich voldoende bewust zijn van hun eigen
taak én verantwoordelijkheid voor het creëren van een veilige stimulerende omgeving
voor oudere werknemers om na te denken over de langere termijn loopbaan. Ook zij moeten
voldoende toegerust zijn om de dialoog over de loopbaan met de medewerkers aan te
gaan, ook als dit betekent dat het vervolg van de loopbaan buiten de onderneming ligt.
Omdat de leidinggevende een belangrijke rol speelt voor het succes van een ontwikkeladviestraject,
zullen naast het feitelijke ontwikkeladviestraject voor werkenden, ook trainingen
voor leidinggevenden van werkenden uit de gekozen beroepsgroepen worden gesubsidieerd.
De training voor leidinggevenden komt voor subsidie in aanmerking als het leidinggevenden
betreft die verantwoordelijk zijn voor het voeren van personeels- en functioneringsgesprekken
met medewerkers die behoren tot de doelgroep van de regeling. Het is hierbij niet
noodzakelijk dat er ook daadwerkelijk een ontwikkeladviestraject gevolgd wordt door
een medewerker van de leidinggevende. Beide trajecten staan los van elkaar. Werknemers
kunnen een ontwikkeladvies volgen zonder dat hun leidinggevende hier kennis van heeft.
Het is aan de werknemer om te bepalen of hij zijn deelname aan en de uitkomsten van
het ontwikkeladviestraject bespreekt met zijn leidinggevende.
De eerste stap in de training ontwikkeladvies leidinggevenden is erop gericht het
bewustzijn van het eigenbelang van de leidinggevende bij het ondersteunen van de werknemer
te vergroten. Een werknemer die zich niet op tijd bewust wordt en niet de regie neemt
op de loopbaan, heeft een grotere kans uit te vallen door lichamelijke en psychische
klachten. Met als gevolg een verhoogd ziekteverzuim. Hiernaast zijn er werkenden waarvoor
voorzienbaar is dat de werkzaamheden op termijn zullen komen te vervallen. Of dat
de werkzaamheden zodanig zullen veranderen dat deze niet meer passend zullen zijn.
Met als gevolg boventalligheid. Zowel ziekteverzuim als boventalligheid hebben grote
financiële gevolgen voor de organisatie en de arbeidsproductiviteit in het geheel.
Het is daarmee ook in het belang van de organisatie de werknemer wendbaar te houden
voor de arbeidsmarkt. De praktijk leert dat zowel de werknemer als de leidinggevende
lage prioriteit geven aan het actief bespreken van deze wendbaarheid en hier veelal
niet samen over in gesprek gaan. Een reden kan zijn dat er geen tijd is, vanwege hoge
werkdruk, roosters die gevuld moeten worden, onderbezetting of dat de leidinggevende
bang is dat een goede werknemer de organisatie vroegtijdig gaat verlaten. Het is echter
in ieders belang dat de leidinggevende tijdig met de werknemer in gesprek gaat over
het toekomstperspectief op het werk. De leidinggevende kijkt samen met de werknemer
wat er nodig en mogelijk is en waar er tijd of middelen vrij gemaakt kunnen worden
die de werknemer ondersteunen om activiteiten te gaan ontplooien om wendbaar te blijven
tot aan het pensioen.
Doel van de training ontwikkeladvies leidinggevenden is dat leidinggevenden zich meer
bewust worden van de effecten die ontwikkeladviestrajecten kunnen opleveren voor de
organisatie en de werkenden en ook meer de consequenties gaan inzien als hier geen
aandacht voor is. Ook wordt de leidinggevende beter toegerust om het gesprek over
een ontwikkeladviestraject en een eventueel vervolg daarop met de werknemer te voeren
op een voor beiden prettige manier. Werknemers kunnen te maken hebben met bijvoorbeeld
angsten voor financiële onzekerheid of om uit hun comfortzone te komen. Of zijn bang
dat het ontwikkeladvies outplacement als doel heeft. Tevens blijkt dat werknemers
vanwege tijdgebrek lage prioriteit geven aan hun eigen ontwikkeling. Ook de in de
doelgroep vaak aanwezige sterk gevoelde loyaliteit naar werkgever en collega’s, staat
het denken over en ondernemen van acties gericht op toekomstig ander werk vaak in
de weg. De leidinggevende zal in gesprek moeten gaan met de werknemer om eventuele
belemmeringen naar boven te halen en bespreekbaar te maken. Verder kan de leidinggevende
zelf te maken hebben met eigen belemmeringen. Denk hierbij aan vooroordelen ten aanzien
van specifieke medewerkers of de angst dat goede medewerkers zullen vertrekken na
inzet van het ontwikkeladvies. Door hierop zicht te krijgen, zal de leidinggevende
beter in staat zijn een gesprek te voeren met de werknemer om deze te motiveren gebruik
te gaan maken van het ontwikkeladvies en om gezamenlijk een beeld te schetsen van
wat er nodig is om wendbaar te blijven op de arbeidsmarkt.
Vormgeving van de subsidieregeling
Om te komen tot een passende, uitvoerbare en gedragen regeling heeft de Stichting
van de Arbeid samen met het Ministerie van SZW op 27 oktober 2016 een expertmeeting
georganiseerd met experts op het terrein van loopbaanadvies en heeft in april 2017
een marktconsultatie onder loopbaanadviseurs plaatsgevonden. De resultaten hiervan
zijn meegenomen bij de vormgeving van de subsidieregeling.
Om de uitvoeringslast van de deelnemende werkenden en bedrijven zoveel mogelijk te
beperken, is ervoor gekozen de subsidieaanvragen te laten doen door de loopbaanadviseurs
die de trajecten aanbieden. Zij kunnen subsidie ontvangen voor ontwikkeladvies- en
trainingstrajecten.
Het initiatief tot het aanvragen van een ontwikkeladvies- of trainingstraject bij
een loopbaanadviseur komt van de leidinggevenden en werkenden in de beroepen, die
voldoen aan de eisen in de regeling. Zij kunnen zelf kiezen welke loopbaanadviseur
zij inschakelen. Wel moet de loopbaanadviseur, al dan niet in loondienst bij een rechtspersoon,
voldoen aan de in de regeling opgenomen kwaliteitscriteria. Uitgangspunt hierbij is
dat de adviseur beschikt over ruime kennis en ervaring met de doelgroep en een kwalificatieniveau
heeft dat gelijk of gelijkwaardig is aan dat wat vereist wordt voor een registratie
bij de beroepsvereniging voor loopbaanprofessionals Noloc (Noloc) of een certificering
door het Career Management Institute CMI (CMI).
Subsidietoekenning vindt plaats aan de loopbaanadviseur, die het ontwikkeladvies-
of trainingstraject heeft uitgevoerd of diens werkgever. Het risico van niet voldoen
aan de subsidiecriteria en daarmee afwijzing van de subsidieaanvraag, ligt bij de
loopbaanadviseur. De loopbaanadviseur is zelf verantwoordelijk erop toe te zien dat
aan alle subsidiecriteria is en wordt voldaan.
Dit betekent dat de loopbaanadviseur voor aanvang van het traject de verplichting
heeft bij de deelnemer te informeren of deze voldoet aan de in de regeling genoemde
eisen.
Verantwoording en dossiervorming
Voor relatief kleine subsidies zoals de subsidies die op grond van deze regeling zullen
worden verstrekt, geldt dat de administratieve lasten tot een minimum worden beperkt.
De bij het aanvragen van de subsidie vereiste op te sturen documenten en informatie
is daarom tot een minimum beperkt. Dit ontslaat de loopbaanadviseur er niet van de
rechtmatigheid van de verstrekte subsidies desgevraagd aan te tonen aan de uitvoerder
van de subsidieregeling. SZW heeft de bevoegdheid te controleren en maatregelen te
nemen om fraude of oneigenlijk gebruik te voorkomen en op te sporen. Hoewel de regeling
geen eisen stelt aan de administratie, dient de loopbaanadviseur zich er wel bewust
van te zijn dat hij verplicht is gedurende zeven jaren bewijsstukken te bewaren. Als
de subsidieverstrekking wordt gecontroleerd, is het zaak dat de loopbaanadviseur aantoont
dat de gesubsidieerde activiteiten voldoende zijn uitgevoerd en dat aan alle aan de
subsidie verbonden verplichtingen is voldaan (zie verder het artikelsgewijze deel
van deze toelichting).
Evaluatie
Eén van de doelen van de subsidieregeling is dat kennis kan worden opgedaan over de
effecten van ontwikkeladvies- en trainingstrajecten en de wijze waarop de doelgroepen
bereikt kunnen worden. Dit moet kennis opleveren die later, bij gebleken effectiviteit,
kan worden gebruikt voor een bredere inzet van het instrument en de inrichting van
dergelijke trajecten in andere sectoren en beroepsgroepen.
Om de effecten te kunnen meten is het van belang dat er een nulmeting en vervolgmeting
bij de deelnemers plaatsvindt. Deze metingen worden uitgevoerd door een onafhankelijk
onderzoeksbureau: Regioplan.
Doordat de subsidieaanvraag pas na afloop van het volledige traject wordt ingediend,
is bij Regioplan niet bekend wanneer een deelnemer start met het traject. Om toch
nulmetingen bij de deelnemers te kunnen realiseren, is ervoor gekozen het ontwikkeladviestraject
te starten met het invullen van een intake en nulmeting via een webenquête van Regioplan.
Na het invullen van deze enquête wordt een uniek nummer verstrekt dat geldt als bewijs
voor deelname aan deze verplichte intake. Toekenning van een uniek nummer is geen
garantie dat het subsidieplafond op het moment van de feitelijke subsidieaanvraag
nog niet bereikt zal zijn en de aanvraag nog voor subsidie in aanmerking komt. Informatie
over de uitputting van het beschikbare subsidiebedrag is te vinden op www.agentschapszw.nl
De werkende dient voorafgaand door ondertekening van het formulier Toestemmingsverklaring
verwerking persoonsgegevens (opgenomen in bijlage 1, format 1.4 bij de regeling) toestemming
te geven. Het verlenen van toestemming en invullen van de nulmeting is voorwaarde
voor deelname aan een gesubsidieerd ontwikkeladviestraject.
Een vergelijkbare procedure wordt gevolgd voor de training ontwikkeladvies voor leidinggevenden.
De loopbaanadviseur moet de training van te voren aanmelden en ontvangt daarbij ook
een uniek nummer. Bij een steekproef van de aanmeldingen zal de loopbaanadviseur gevraagd
worden de contactgegevens van de deelnemers toe te sturen aan Regioplan. Het is verplicht
aan dit verzoek te voldoen. De deelnemers zijn verplicht om voor aanvang van de training
het formulier Toestemmingsverklaring verwerking persoonsgegevens leidinggevende (bijlage
2, format 2.3) te ondertekenen waarin zij voor deze gegevenslevering toestemming geven.
Artikelsgewijs
Algemeen
Deze subsidieregeling is gebaseerd op de Kaderwet SZW-subsidies. Dit betekent dat
ook de op die wet gebaseerde Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS (Kaderregeling)
van toepassing is. Dit heeft tot gevolg dat een aantal zaken niet in deze subsidieregeling
is opgenomen, maar te vinden is in de Kaderregeling. Zo is SZW bevoegd om bij terugvordering
van ten onrechte betaalde subsidies gemaakte kosten en verschuldigde wettelijke rente
in rekening te brengen (artikel 1.8 van de Kaderregeling).
Artikel 1. Definities
Artikel 1 bevat een aantal definities. In onderdeel a is beschreven wat onder een
loopbaanadviseur wordt verstaan. Artikel 3 stelt nadere eisen aan de loopbaanadviseur
die subsidie wil aanvragen. Naast de loopbaanadviseur kan ook de rechtspersoon die
een loopbaanadviseur in dienst heeft, subsidie aanvragen voor een door de loopbaanadviseur
uitgevoerd ontwikkeladvies- of trainingstraject (onderdeel b). Het is toegestaan dat
een rechtspersoon subsidies aanvraagt voor trajecten die zijn uitgevoerd door een
loopbaanadviseur, die bij hem in dienst is, ten behoeve van leidinggevenden en werkenden
die eveneens voor dezelfde rechtspersoon werkzaam zijn.
Alleen niet werkloze werknemers, ambtenaren en zelfstandigen zonder personeel van
vijfenveertig jaar en ouder kunnen een gesubsidieerd ontwikkeladviestraject doorlopen
(onderdeel c). Niet van belang is of werknemers en ambtenaren een tijdelijke arbeidsovereenkomst
hebben of een overeenkomst voor onbepaalde tijd. Wanneer een werknemer of ambtenaar
echter langdurig ziek is, kan hij geen ontwikkeladviestraject volgen omdat hij aanspraak
kan maken op andere, door de werkgever in verband met zijn ziekte beschikbaar gestelde
voorzieningen. Als er een sociaal plan is opgesteld door de werkgever, kunnen de werknemers
en ambtenaren die binnen de werkingssfeer van dit plan vallen, geen gesubsidieerd
ontwikkeladviestraject volgen. Deze mensen kunnen een beroep doen op door de werkgever
in het kader van het sociaal plan beschikbaar gestelde voorzieningen. Ook werkloze
werknemers en ambtenaren die recht hebben op een uitkering of re-integratieondersteuning
vanuit de Werkloosheidswet of Participatiewet komen niet in aanmerking voor een gesubsidieerd
ontwikkeladvies op basis van deze regeling. Tot slot is het ontwikkeladviestraject
alleen beschikbaar voor personen die gemiddeld twaalf uren of meer per week werkzaam
zijn. Bij het vaststellen van het aantal uren dat iemand werkzaam is, mag uit worden
gegaan van het gebruikelijk gemiddeld aantal gewerkte uren over het achterliggende
half jaar. Periodes waarbinnen niet is gewerkt, bijvoorbeeld in verband met vakantie,
mogen hierbij buiten beschouwing worden gelaten.
Artikel 2. Te subsidiëren activiteiten
Op grond van deze regeling wordt voor twee vastomlijnde soorten activiteiten subsidie
verstrekt: ontwikkeladviestrajecten voor werkenden en trainingstrajecten ontwikkeladvies
voor leidinggevenden. In bijlage 1 bij deze regeling is beschreven aan welke eisen
een ontwikkeladviestraject moet voldoen. Bijlage 2 beschrijft de eisen die worden
gesteld aan een training ontwikkeladvies voor leidinggevenden. In het algemeen deel
van de toelichting is beschreven dat de subsidie voor werkenden en hun leidinggevenden
in een beperkt aantal beroepsgroepen beschikbaar is. In het tweede lid van artikel
2 zijn deze beroepsgroepen opgesomd.
Artikel 3. Eisen loopbaanadviseur
Een loopbaanadviseur kan op grond van het tweede lid subsidie aanvragen wanneer hij
drie jaar relevante werkervaring heeft en bij de Noloc is geregistreerd als loopbaanprofessional
of als erkend CMI register loopbaanprofessional. Een registratie bij het CMI als CMI-gecertificeerde
loopbaanprofessional voldoet ook om een aanvraag te kunnen indienen.
Wanneer een loopbaanadviseur niet is geregistreerd, gelden alle eisen in het eerste
lid.
Een loopbaanadviseur moet over de vereiste opleidingen en kennis beschikken om het
loopbaantraject naar behoren te kunnen uitvoeren. Dit zijn in ieder geval opleidingen
en trainingen die als relevant worden aangemerkt bij de erkenning door Noloc voor
Noloc erkend loopbaanprofessional. Desgevraagd toont de loopbaanadviseur aan dat hij
aan de opleidingseisen bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, heeft voldaan door
het overleggen van diploma’s en certificaten.
De toets op drie jaar relevante werkervaring vindt niet plaats als de betrokken adviseur
is geregistreerd bij het CMI als CMI-gecertificeerde loopbaanprofessional (RL) omdat
deze toets al door het CMI is uitgevoerd. Daarbij is overigens niet van belang welk
type certificering heeft plaatsgevonden (A, B of C). De door Noloc erkende adviseurs
en alle niet-geregistreerde adviseurs, moeten kunnen aantonen dat zij minimaal drie
jaar relevante werkervaring hebben.
Bij het beoordelen van de vraag of de loopbaanadviseur minimaal drie jaar relevante
werkervaring heeft, worden de volgende aspecten meegewogen. De adviseur heeft de afgelopen
drie jaren gemiddeld vijfentwintig cliënten of meer begeleid in individuele trajecten.
De adviseur heeft actuele kennis van de beschikbare opleidingsmogelijkheden, cursussen,
trainingen en workshops binnen de sector of beroepsgroep en vergelijkbare werkomgevingen
waarin de cliënt werkzaam is aan wie het ontwikkeladvies wordt gegeven.
De drie jaar relevante werkervaring kan de loopbaanadviseur desgevraagd aantonen door
middel van bijvoorbeeld zijn LinkedIn profiel, zijn zakelijke website, zijn CV, het
verstrekken van referenties of een schriftelijke verklaring over de relevante werkervaring.
Een andere manier om relevante werkervaring aan te tonen is door middel van facturen
aan cliënten en hun werkgevers.
Artikel 4. Subsidieplafond
Het beschikbare budget is verdeeld over de beroepsgroepen: voor iedere afzonderlijke
beroepsgroep genoemd in artikel 2, tweede lid, en voor de beroepsgroep leidinggevenden
is € 1,5 miljoen beschikbaar. Voor ambulancepersoneel en meldkamerpersoneel ten behoeve
van de ambulancedienst is een kleiner bedrag beschikbaar gesteld omdat het aantal
werkenden in deze beroepsgroep beduidend kleiner is dan in de andere beroepsgroepen.
Artikel 5. Rangschikking
De subsidie wordt toegekend op basis van volgorde van ontvangst van de aanvragen.
Op grond van artikel 2.3 van de Kaderregeling geldt dat wanneer de subsidieaanvrager
op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht in de gelegenheid is gesteld
om zijn onvolledige subsidieaanvraag aan te vullen, het tijdstip van ontvangst van
de volledige subsidieaanvraag geldt als het tijdstip van ontvangst van de aanvraag.
Op de dag van overschrijding van het subsidieplafond worden alle op die dag voor 17.00
uur ingediende aanvragen als gelijktijdig ingediend beschouwd.
Artikel 6. Subsidiebedrag
De subsidies die op grond van deze regeling worden verstrekt, zijn forfaitaire bedragen.
Dit betekent dat de bedragen vaststaan en de subsidieaanvrager niet de werkelijk gemaakte
kosten hoeft aan te tonen.
De training ontwikkeladvies leidinggevenden kan op individuele basis of als groepstraining
worden gegeven. Van groepstraining is sprake bij een training van drie tot en met
maximaal tien deelnemers. Dit betekent dat hiervoor één subsidieaanvraag kan worden
ingediend. Het is niet toegestaan per deelnemer van de groepstraining een afzonderlijke
aanvraag in te dienen. In het geval dat een training echter gelijktijdig aan twee
personen wordt gegeven, wordt dit beschouwd als twee individuele trainingen en kan
de loopbaanadviseur hiervoor twee aparte subsidieaanvragen indienen.
Artikel 7. Specifieke eisen aan de subsidieaanvraag
Om een aanvraag te kunnen indienen, zal de loopbaanadviseur of het bedrijf waarvoor
deze werkzaam is, zich eerst moeten aanmelden als aanvrager bij SZW. Daarna ontvangt
de aanvrager de gegevens waarmee kan worden ingelogd in het elektronische aanvraagformulier.
Op grond van artikel 3, derde lid, van de Kaderwet SZW-subsidies kan de minister bij
het verwerken van persoonsgegevens in het kader van subsidieverstrekking gebruik maken
van het burgerservicenummer (BSN), bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet algemene
bepalingen burgerservicenummer met het oog op rapportage over en evaluatie van de
besteding van subsidie. Het vierde lid van artikel 3 van de Kaderwet SZW-subsidies
schrijft voor dat de subsidieontvanger bij het verstrekken van persoonsgegevens aan
de Minister in verband met de besteding van de subsidie het BSN vermeldt van de persoon
op wie de persoonsgegevens betrekking hebben.
Het aanvragen van een subsidie op grond van deze regeling is feitelijk pas mogelijk
vanaf 26 maart 2018. Op die datum is vanaf 9:00 uur het benodigde elektronische aanvraagformulier
van SZW beschikbaar. Om het mogelijk te maken dat werkenden al snel na de start van
deze subsidieregeling een ontwikkeladviestraject kunnen volgen en leidinggevenden
een training ontwikkeladvies leidinggevenden, is in het vierde lid een uitzondering
opgenomen. Subsidieaanvragen voor trajecten die zijn uitgevoerd tussen de datum waarop
deze regeling is gepubliceerd en 26 maart 2018 kunnen van 26 maart 2018 9:00 uur tot
en met 4 mei 2018 17:00 uur worden ingediend.
Alleen volledige aanvragen kunnen in behandeling worden genomen. Wanneer een aanvraag
onverhoopt toch niet volledig is, zal SZW de loopbaanadviseur een brief sturen met
het verzoek de aanvraag alsnog te completeren. Wanneer dit niet is gebeurd binnen
de voorgeschreven termijn, zal de aanvraag buiten behandeling worden gelaten op grond
van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht en kan het ontwikkeladvies- of trainingstraject
niet meer in aanmerking komen voor subsidie. De loopbaanadviseur kan niet opnieuw
een aanvraag indienen omdat de indieningstermijn dan is verstreken (artikel 7, eerste
lid, van de regeling).
Artikel 8. Subsidievaststelling zonder verlening en beslistermijn
Aangevraagde subsidies worden meteen vastgesteld. Er vindt geen voorafgaande subsidieverlening
plaats.
In afwijking van artikel 7.3, vierde lid, van de Kaderregeling wordt binnen 22 weken
beslist op een aanvraag tot subsidieverstrekking. In beginsel zal binnen de reguliere
beslistermijn van dertien weken worden beslist, tenzij er sprake is van piekbelasting
bij de uitvoerder.
Artikel 9. Weigering van de subsidie
Een aanvraag voor subsidie wordt afgewezen wanneer de activiteiten waarvoor de subsidie
wordt aangevraagd niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of wanneer de subsidieontvanger
niet aan andere verplichtingen uit deze regeling heeft voldaan. In aanvulling daarop
is in artikel 9 geregeld dat de aanvraag ook wordt afgewezen wanneer de subsidieaanvraag
niet voldoet aan de daaraan in of op grond van de Kaderwet SZW-subsidies en bij deze
regeling gestelde eisen. Of wanneer er geen subsidie meer beschikbaar is: het subsidieplafond
is bereikt. Wanneer onvoldoende zeker is dat de administratie van de subsidieontvanger
voldoet aan de gebruikelijke eisen wordt evenmin subsidie verstrekt. Met ‘gebruikelijke
eisen’ wordt gedoeld op de eisen die onder meer voortvloeien uit de artikelen 2:10
en 3:15i van het Burgerlijk Wetboek. De administratie moet, kort gezegd, zo zijn ingericht
dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen kunnen worden gekend en moet
gedurende zeven jaren worden bewaard.
Tot slot regelt artikel 9 dat er geen dubbele financiering kan plaatsvinden: wanneer
de activiteiten al geheel of gedeeltelijk op een andere manier zijn of worden gefinancierd,
wordt de aanvraag afgewezen. Andere financiering kan bestaan uit een andere subsidie.
Maar ook uit financiering door O&O- en A&O-fondsen of een sociaal plan.
Artikel 10. Meewerken aan onderzoek
In het eerste lid, onderdelen a en b, is geregeld dat de loopbaanadviseur meewerkt
aan een controle door SZW. Dit kan een controle zijn om vast te stellen of subsidie
kan worden verstrekt. Of een controle om achteraf na te gaan of de subsidie terecht
is verstrekt. Wanneer blijkt dat de subsidie ten onrechte is verstrekt, wordt deze
geheel of gedeeltelijk teruggevorderd. De kosten hiervan zijn voor rekening van de
subsidieontvanger. Ook kan verschuldigde wettelijke rente in rekening worden gebracht
over het terug te betalen bedrag (artikel 1.8 van de Kaderregeling).
Als de subsidieverstrekking wordt gecontroleerd, is het zaak dat de loopbaanadviseur
aantoont dat de gesubsidieerde activiteiten voldoende zijn uitgevoerd en dat aan alle
aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan. Onderstaand wordt beschreven
op welke wijze de loopbaanadviseur dit in ieder geval kan doen. Als de loopbaanadviseur
onderstaande stukken kan overleggen, mag hij ervan uitgaan dat SZW de subsidieverstrekking
en het voldoen aan de daaraan verbonden verplichtingen afdoende kan controleren.
-
1. Een afschrift van de e-mail waarin het unieke nummer door Regioplan, bedoeld in de
bijlagen 1 en 2, is verstrekt.
-
2. Indien van toepassing: het bewijs van erkenning door Noloc of certificering door CMI.
-
3. Wanneer de loopbaanadviseur niet door CMI is gecertificeerd: stukken waaruit blijkt
dat hij minimaal drie jaar relevante werkervaring heeft.
-
4. Wanneer de loopbaanadviseur niet door CMI is gecertificeerd of door Noloc is erkend:
afschriften van de diploma’s en certificaten die aantonen dat de adviseur voldoet
aan de eisen gesteld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a.
-
5. Een kopie van het identiteitsbewijs van de loopbaanadviseur.
In geval van een ontwikkeladviestraject horen hier ook de volgende stukken bij:
-
1. een kopie van het identiteitsbewijs van de werkende;
-
2. het door de werkende en de loopbaanadviseur ondertekende gespreksverslag ontwikkeladvies,
bedoeld in format 1.1 in bijlage 1;
-
3. het door de werkende en de loopbaanadviseur ondertekende ontwikkelplan, bedoeld in
format 1.2 in bijlage 1;
-
4. de door de werkende ingevulde en door werkende en loopbaanadviseur ondertekende prestatieverklaring,
bedoeld in format 1.3 in bijlage 1; en
-
5. de door de werkende ondertekende toestemmingsverklaring verwerking persoonsgegevens,
bedoeld in format 1.4 in bijlage 1.
In geval van een trainingstraject voor leidinggevenden dienen de volgende stukken
te worden bewaard:
-
1. een beschrijving van het uitgevoerde trainingstraject en de data en tijdstippen waarop
de contactmomenten hebben plaatsgevonden;
-
2. de door de leidinggevende of leidinggevenden en de loopbaanadviseur ondertekende prestatieverklaring,
bedoeld in de formats 2.1 en 2.2 in bijlage 2; en
-
3. de door de leidinggevende of leidinggevenden ondertekende toestemmingsverklaring verwerking
persoonsgegevens, bedoeld in format 2.3 in bijlage 2.
Op grond van de artikelen 2:10 en 3:15i van het Burgerlijk Wetboek moeten de bedoelde
bescheiden gedurende zeven jaren worden bewaard.
Het is toegestaan dat de loopbaanadviseur de genoemde stukken digitaliseert door pdf-bestanden
te bewaren.
Het Ministerie van SZW schakelt onderzoeksbureau Regioplan in om te onderzoeken wat
de effecten zijn van deze subsidieregeling. Om dit beleidsonderzoek te kunnen uitvoeren
is medewerking nodig van alle betrokkenen: de loopbaanadviseur, de werkende en de
leidinggevende. Dit is geregeld in het eerste lid, onderdeel c, en het tweede lid.
Artikel 11. Melding fraude
Wanneer blijkt dat de subsidie ten onrechte is verstrekt, wordt deze geheel of gedeeltelijk
teruggevorderd. De kosten hiervan zijn voor rekening van de subsidieontvanger. Ook
kan wettelijke rente in rekening worden gebracht over het terug te betalen bedrag
(artikel 1.8 van de Kaderregeling).
Als het gerechtvaardigde vermoeden bestaat dat een loopbaanadviseur fraude heeft gepleegd
bij het verkrijgen van subsidie, kan SZW hiervan melding maken bij het Openbaar Ministerie.
Wanneer de loopbaanadviseur een erkend of gecertificeerd loopbaanadviseur is, kan
ook melding worden gedaan bij Noloc respectievelijk CMI. Dit kan tot gevolg hebben
dat de betrokken adviseur zijn erkenning of certificering verliest.
Artikel 12. Inwerkingtreding en vervaldatum
De regeling vervalt met ingang van 1 juli 2019. Alleen voor ontwikkeladvies- en trainingstrajecten
die voor 1 juli 2019 zijn afgerond, kan subsidie worden verstrekt, zo lang het subsidiebudget
niet is uitgeput.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees