TOELICHTING
I. Algemeen
1. Inleiding
Het Ministerie van OCW stimuleert de opbouw en ontwikkeling van de landelijke digitale openbare bibliotheek en streeft daarbij
naar een situatie waarbij alle bibliotheekorganisaties in alle 12 provincies op de digitale openbare bibliotheek van Bibliotheek.nl
zijn aangesloten.
Met de Regeling aansluiting digitale bibliotheek in 2010 hebben 56 basisbibliotheken (waaronder de WSF-bibliotheken) en alle
Provinciale Service Organisaties (PSO’s) subsidie ontvangen om zich aan te sluiten bij Bibliotheek.nl. De regeling voor het
jaar 2011 geeft de overige basisbibliotheken de mogelijkheid tot aansluiting en stelt hiervoor middelen ter beschikking. De
inhoud van deze regeling is in hoge mate identiek aan de regeling die in 2010 is vastgesteld.
Het achterliggende maatschappelijke doel is het bereiken van een relevante aanwezigheid op internet van de openbare bibliotheken.
De openbare bibliotheek van de toekomst bestaat uit twee pijlers: de fysieke bibliotheek en de digitale bibliotheek. Met de
digitale bibliotheek speelt de openbare bibliotheek in op ingrijpende veranderingen in het informatie- en mediagebruik.
2. Aansluiting op de digitale bibliotheek
Van deelnemers aan deze subsidieregeling wordt verwacht dat zij zich aansluiten op de gemeenschappelijke informatie-infrastructuur
van Bibliotheek.nl. Deze aansluiting omvat in het kader van deze regeling in ieder geval de volgende componenten:
-
• een gemeenschappelijke website infrastructuur;
-
• de Nationale Bibliotheekcatalogus;
-
• het gemeenschappelijke centrale datawarehouse.
Een gemeenschappelijke website infrastructuur
De aansluiting op Bibliotheek.nl wordt zichtbaar voor de bibliotheekgebruiker door middel van een gezamenlijke webpresentie
in een landelijke huisstijl. Deze is zodanig opgezet, dat lokale componenten kunnen worden ingepast.
De Nationale Bibliotheek Catalogus
De Nationale Bibliotheek Catalogus (NBC) zal de titel- en bezitsgegevens bevatten van de openbare bibliotheken, de WSF-bibliotheken,
de Koninklijke Bibliotheek, de universiteitsbibliotheken en de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren. De NBC bouwt
voort op het Gemeenschappelijk Geautomatiseerd Catalogiseersysteem (GGC) dat ontwikkeld en beheerd wordt door het Consortium
Gemeenschappelijke Informatie Infrastructuur (GII). De beschikbaarheidgegevens zijn afkomstig uit de lokale bibliotheeksystemen.
De NBC is – anders dan het GGC – een publiekscatalogus. Door zijn onderwerpsontsluiting maakt de NBC het zoeken voor het brede
publiek gemakkelijker.
Het gemeenschappelijke centrale datawarehouse
Het centrale datawarehouse bevat informatie over de gebruikers en het gebruik van de openbare bibliotheek. De gegevens zijn
afkomstig van de individuele aangesloten bibliotheken en hebben onder meer betrekking op het zoek- en leengedrag van de gebruikers.
De gegevens worden gebruikt voor analyse en onderzoek. Zij kunnen op verschillende aggregatieniveaus worden gepresenteerd:
op individueel niveau, op groepsniveau en als totalen.
3. Subsidieverstrekking
Basisbibliotheken kunnen een bijdrage van € 37.000 ontvangen voor aansluiting op Bibliotheek.nl. Dit bedrag is afgeleid van
ervaringsgegevens van bibliotheken die hun websites hebben vernieuwd. De regeling biedt alle basisbibliotheken die geen subsidie
op basis van de Subsidieregeling aansluiting digitale bibliotheek hebben ontvangen, de mogelijkheid alsnog voor subsidie in
aanmerking te komen. Dit zijn circa 110 basisbibliotheken.
4. Administratieve lasten
Deze regeling is opgesteld conform de aanwijzingen voor subsidieverstrekking in het Uniform Subsidiekader van 15 december
2009.1 Het uniform subsidiekader heeft als doel het terugdringen van de administratieve lasten voor subsidieontvangers en overheid.
Daarvoor zijn de uitvoering en het financieel beheer van rijkssubsidies vereenvoudigd. Het uniform subsidiekader kent drie
uitvoerings- en verantwoordingsarrangementen, afhankelijk van de hoogte van het subsidiebedrag. De subsidiebedragen in deze
regeling vallen in het tweede arrangement, namelijk vanaf € 25.000 tot € 125.000. Kenmerken daarvan zijn:
-
• Het bestuursorgaan verstrekt een vast bedrag voor een vooraf gedefinieerde prestatie;
-
• Verantwoording vindt plaats op basis van een prestatieverantwoording. Er is geen financiële verantwoording vereist;
-
• Als de subsidieontvanger constateert dat de prestatie niet, niet geheel of niet tijdig zal worden gerealiseerd, is de subsidieontvanger
verplicht dit te melden.
Toegepast op deze regeling betekent dit dat het administratieve verkeer tussen de subsidieontvanger en subsidiegever beperkt
kan blijven tot twee momenten: de subsidieaanvraag en de prestatieverantwoording. Voor het indienen van een aanvraag is een
standaard aanvraagformulier beschikbaar en voor de aanvraag tot vaststelling van de subsidie een standaard formulier voor
de prestatieverantwoording. Organisaties hoeven geen projectplan of begroting en evenmin een activiteitenverslag of financiële
verantwoording in te dienen. Dit beperkt de administratieve lasten aanzienlijk.
5. Uitvoering en handhaafbaarheid
Uitvoering
De subsidieregeling beschrijft welke prestaties bibliotheken moeten realiseren en stelt daar een termijn bij. De bibliotheken
moeten hun prestaties uiterlijk 31 december 2012 hebben gerealiseerd. Bibliotheken zullen een aantal activiteiten moeten ondernemen
om de prestaties te kunnen leveren. Dit betreft onder meer: de aansluiting van nieuwe interfaces en functionaliteiten, conversie
en migratie van data en het schonen van databestanden. De regeling bevat geen voorschriften over de wijze waarop de subsidieontvangers
deze activiteiten moeten uitvoeren. Van belang is slechts de vraag of de overeengekomen prestatie voor de voorgeschreven termijn
is gerealiseerd. Hiervoor is een standaardformulier prestatieverantwoording opgesteld.
Relatie met Bibliotheek.nl
Het tot stand brengen van de aansluiting op de landelijke digitale bibliotheek is een coproductie tussen Bibliotheek.nl en
de betreffende bibliotheek. De verantwoordelijkheid voor het realiseren van de prestaties, zoals in deze regeling omschreven,
ligt bij de subsidieontvangende bibliotheek. De feitelijke taakverdeling tussen deze partijen bij de aansluiting op de verschillende
onderdelen van de digitale bibliotheek is o.a. beschreven in het implementatieplan van Bibliotheek.nl dat te raadplegen is
via www.bibliotheek.nl.
Na subsidieverlening zal Bibliotheek.nl met de betreffende basisbibliotheek individuele afspraken maken over de wijze waarop
de aansluiting gerealiseerd kan worden. De bibliotheek zal ten behoeve daarvan Bibliotheek.nl in de gelegenheid moeten stellen
zich een beeld te vormen van de gebruikte IT-systemen en databestanden. Bibliotheek.nl kan op basis daarvan adviezen geven
over de gewenste aanpak.
Handhaafbaarheid
In de subsidieregeling is het uniform subsidiekader toegepast. Van toepassing is het verantwoordingsarrangement voor subsidies
vanaf € 25.000 tot € 125.000 (zie hierboven). Conform dit regime zijn de subsidieaanvraag en de prestatieverantwoording de
formele documenten voor handhaving van de uitvoering van de regeling. Daarnaast heeft de subsidieontvanger de plicht tussentijds
melding te doen, indien blijkt dat de prestatie niet conform de voorwaarden kan worden verricht. Na binnenkomst van de prestatieverantwoording
zal Bibliotheek.nl op verzoek van de minister steekproefsgewijs onder subsidieontvangers controleren of de prestaties zijn
verricht en de aansluiting op de landelijke digitale bibliotheek tot stand is gekomen.
II. Artikelsgewijs
Artikel 1
De begripsbepalingen in deze regeling zijn geïnspireerd op omschrijvingen in het Bibliotheekcharter2.
Een basisbibliotheek kan een privaatrechtelijke organisatie (veelal stichting) of een dienstonderdeel van een gemeente zijn.
De basisbibliotheek is de rechtspersoon en niet één van de vestigingen van de rechtspersoon. Zo kan een basisbibliotheek meerdere
vestigingen in één of meerdere gemeenten hebben, maar kan alleen de overkoepelende organisatie subsidie aanvragen.
Artikel 2
Dit artikel beschrijft de prestaties waarvoor de minister subsidie kan verstrekken. Hoofddoel in operationele zin is de aansluiting
op de digitale bibliotheek van Bibliotheek.nl. Van een aansluiting is sprake, indien de drie elementen die in het tweede lid
worden genoemd, tot stand zijn gebracht. Deze elementen zijn: de gemeenschappelijke website-infrastructuur, de Nationale Bibliotheek
Catalogus en het gemeenschappelijke centrale datawarehouse. De inhoudelijke achtergronden daarvan zijn beschreven in het algemeen
deel van deze toelichting.
Artikel 3 en 4
Een basisbibliotheek kan een bedrag van € 37.000 aan subsidie aanvragen, tenzij het een rechtspersoon betreft aan wie subsidie
is verleend op grond van de Subsidieregeling aansluiting digitale bibliotheek.
Artikel 5
Een aanvraag kan worden ingediend door middel van een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier. Een projectplan
en begroting zijn niet nodig. De aanvraagtermijn kan daardoor relatief kort zijn. Na publicatie van de regeling hebben bibliotheken
ongeveer acht weken voor het indienen van een aanvraag. De aanvraag moet vóór 1 september 2011 bij het Ministerie van OCW
binnen zijn anders wordt deze niet in behandeling genomen.
Een bibliotheek kan slechts één aanvraag indienen. Bij de indiening van een aanvraag wordt gebruik gemaakt van het aanvraagformulier
dat ten behoeve van deze regeling op de website www.cultuursubsidie.nl bekend is gemaakt. Dit aanvraagformulier dient ondertekend te zijn door een bevoegd orgaan, m.a.w.
voorzien van een handtekening van de persoon die conform de statuten tekeningsbevoegd is.
De subsidieaanvraag gaat vergezeld van een afschrift van de laatstelijk gewijzigde statuten, van de inschrijving in de Kamer
van Koophandel en van de bankrekening van de bibliotheek, tenzij deze documenten reeds zijn ingediend bij een aanvraag op
grond van de Subsidieregeling aansluiting digitale bibliotheek in 2010 en de gegevens niet zijn gewijzigd.
Artikel 7
Onderhavige regeling is een specifieke projectsubsidieregeling die haar grondslag vindt in het Besluit op het specifiek cultuurbeleid.
Regels over projectsubsidies in het algemeen ten behoeve van cultuuruitingen zijn neergelegd in Hoofdstuk 5 van de Regeling
op het specifiek cultuurbeleid. Voor zover mogelijk worden in specifieke projectsubsidieregelingen de bepalingen van Hoofdstuk
5 van de Regeling op het specifiek cultuurbeleid gevolgd en van overeenkomstige toepassing verklaard. Op deze wijze wordt
het subsidieproces ten aanzien van cultuuruitingen zo eenduidig mogelijk ingekleed. Daarnaast zijn in de bepalingen in de
Regeling op het specifiek cultuurbeleid de Aanwijzingen voor subsidieverstrekking verwerkt.
In dit artikel worden de bepalingen uit de Regeling op het specifiek cultuurbeleid van overeenkomstige toepassing verklaard
die betrekking hebben op weigeringsgronden ten aanzien van aanvragen en verplichtingen voor subsidieontvangers. Voor de subsidieontvangers
in onderhavige regeling zijn alleen de verplichtingen voor subsidieontvangers van een bedrag tot € 125.000 van toepassing.
Artikel 8
Dit artikel noemt de termijn waarbinnen de prestaties moeten zijn verricht. Basisbibliotheken hebben na subsidieverlening
tot 31 december 2012 de tijd om de aansluiting op Bibliotheek.nl tot stand te brengen.
Artikel 9
Na de subsidieverlening wordt meteen een voorschot van 100 procent van het subsidiebedrag overgemaakt aan de subsidieontvanger.
Bevoorschotting op dit niveau is gewenst, omdat de basisbibliotheken direct na aanvang een groot aantal werkzaamheden zullen
moeten verrichten (o.a. het opschonen van databestanden). De kosten daarvan hebben zij niet in hun begrotingen kunnen voorzien.
Bovendien is directe bevoorschotting van 100 procent het meest doelmatig voor zowel de subsidieontvanger als de minister,
gezien de relatief lage bedragen van de subsidie en de korte periode waarbinnen de activiteiten afgerond dienen te zijn.
Artikel 10
De beschikking tot subsidieverlening vermeldt de datum waarop de aansluiting op de digitale bibliotheek gerealiseerd moet
zijn. Binnen dertien weken na de datum die genoemd is in de verleningsbeschikking, dient de subsidieontvanger een aanvraag
in tot vaststelling van de subsidie. Deze aanvraag geschiedt met gebruikmaking van een formulier op de website www.cultuursubsidie.nl
waarop de subsidieontvanger aangeeft dat de prestatie waarvoor subsidie is verleend, is verricht.
De minister beslist vervolgens binnen 22 weken op de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.
Artikel 11
Met dit artikel worden de artikelen 2 en 6 van de Subsidieregeling aansluiting digitale bibliotheek gewijzigd. Het betreft
allereerst een aangepaste omschrijving van de door PSO’s te verrichten activiteiten. In de uitvoeringspraktijk blijkt dat
niet alle PSO’s zelf op de in artikel 2 genoemde drie onderdelen van de landelijke digitale bibliotheek hoeven te worden aangesloten,
voordat de aansluiting van basisbibliotheken in de betreffende provincie mogelijk is. In die gevallen betreffen de activiteiten
van de PSO’s voornamelijk het geschikt maken van de provinciale IT-diensten voor de aansluiting van de basisbibliotheken.
De prestaties van de PSO’s zijn daarom in meer algemene termen omschreven. Tevens krijgen de subsidieontvangers (basisbibliotheken,
WSF-bibliotheken en de PSO’s) een ruimere termijn om de prestaties te leveren. Alle bibliotheken die in 2010 op grond van
de Subsidieregeling aansluiting digitale bibliotheek subsidie hebben ontvangen, dienen hun prestaties voor 1 april 2012 afgerond
te hebben. Het blijkt namelijk technisch niet mogelijk om de bibliotheken binnen de oorspronkelijke termijn aan te sluiten.
Artikel 12
De wijzigingen in de Subsidieregeling aansluiting digitale bibliotheek zijn met terugwerkende kracht van toepassing op de
bibliotheken aan wie op grond van die subsidieregeling subsidie is verleend. De wijzigingen zijn ten gunste van de subsidieontvangers
en reeds met hen gecommuniceerd. De prestaties van de PSO’s worden beperkter en de termijn waarbinnen de prestaties verricht
dienen te zijn, wordt voor alle subsidieontvangers ruimer.
Artikel 13
In deze regeling wordt afgeweken van het beleid van Vaste Verander Momenten. Reden hiervoor is het financiële belang dat de
basisbibliotheken hierbij hebben. Zonder financiële ondersteuning is het voor de bibliotheekorganisaties lastig om zich op
korte termijn aan te sluiten op de landelijke digitale bibliotheek. Realisatie van en aansluiting op de landelijke digitale
bibliotheek is door alle belanghebbenden in het bibliotheekveld gewenst en overeengekomen in het Bibliotheekcharter 2010–2012.
De wijzigingen in de Subsidieregeling aansluiting digitale bibliotheek werken terug tot en met het moment waarop die regeling
in werking trad. Daarmee zijn de prestaties van de PSO’s en de termijnen waarbinnen de prestaties verricht moeten zijn altijd
onderdeel geweest van die regeling.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
H. Zijlstra.