Besluit van de Minister van Economische Zaken van 16 oktober 2009, nr. WJZ/9182801, houdende de instelling van een Taskforce Intelligente Netten (Instellingsbesluit Taskforce Intelligente Netten)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de minister:

de Minister van Economische Zaken;

b. taskforce:

de Taskforce Intelligente Netten;

c. Intelligente Netten:

een energie-infrastructuur die de ontwikkeling naar een duurzame energievoorziening ondersteunt en waarmee tweewegdistributie tussen energiegebruikers onderling én producenten wordt gerealiseerd waardoor meer informatie wordt uitgewisseld en meer keuzemogelijkheden voor gebruikers van de energie-infrastructuur ontstaan;

d. belanghebbende partijen:

publieke en private partijen in Nederland die van belang zijn voor, en belang hebben bij, het realiseren van Intelligente Netten.

Artikel 2

  • 1. Er is een Taskforce Intelligente Netten.

  • 2. De taskforce heeft tot taak:

    • a. voor zover nodig een samenwerking tussen belanghebbende partijen op nationaal niveau te organiseren en te stimuleren;

    • b. een door belanghebbende partijen gedragen visie op de realisatie van Intelligente Netten in Nederland op te zetten en uit te werken;

    • c. een actieplan voor het realiseren van Intelligente Netten in Nederland op te stellen dat ten minste de volgende elementen bevat:

      • 1°. een samenhangende strategie voor de gewenste ontwikkeling van Intelligente Netten in Nederland waarbij een relatie wordt gelegd met de ontwikkeling van Intelligente Netten in andere landen;

      • 2°. een lijst van prioriteiten;

      • 3°. een overzicht van door de bij het actieplan betrokken belanghebbende partijen uit te voeren acties, met daarbij behorende termijnen en

      • 4°. een voortgangsmonitoring en bijstellingsmomenten.

    • d. voor zover nodig de visie, bedoeld in onderdeel b, en het actieplan, bedoeld in onderdeel c te actualiseren en bij te stellen;

    • e. ten behoeve van de realisatie van Intelligente Netten aanbevelingen te doen aan de minister;

    • f. de voortgang van de uitvoering van het actieplan te monitoren;

    • g. ten behoeve van demonstratieprojecten voor Intelligente Netten de daarbij betrokken belanghebbende partijen mobiliseren die hierin kunnen participeren of een ondersteunende rol kunnen vervullen.

Artikel 3

  • 1. De taskforce brengt vóór 1 mei 2010 verslag uit aan de minister van de resultaten van zijn taken genoemd in artikel 2, tweede lid, onderdelen a en b.

  • 2. De taskforce brengt vóór 1 december 2010 verslag uit aan de minister van zijn taken genoemd in artikel 2, tweede lid, onderdelen c en d.

  • 3. De taskforce brengt vanaf 1 december 2010 jaarlijks verslag uit aan de minister van zijn activiteiten.

Artikel 4

  • 1. De taskforce bestaat uit een voorzitter en ten minste zes en ten hoogste veertien andere leden.

  • 2. De voorzitter en de andere leden worden door de minister benoemd en kunnen door de minister worden geschorst en ontslagen.

Artikel 5

  • 1. De taskforce stelt zijn eigen werkwijze schriftelijk vast.

  • 2. De minister voorziet in het secretariaat van de taskforce.

  • 3. De minister kan waarnemers aanwijzen die het recht hebben de vergaderingen van de taskforce bij te wonen.

  • 4. Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de taskforce geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Economische Zaken. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de taskforce bewaard in het archief van dat ministerie.

  • 5. De taskforce verstrekt desgevraagd aan de minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 6

  • 1. Met ingang van 1 oktober 2009 worden tot lid van de taskforce benoemd:

    • a. de heer prof. dr. E.F. ten Heuvelhof, te Delfgauw, tevens voorzitter;

    • b. de heer ir. G. Bosveld, te Delfgauw;

    • c. de heer drs. M.A. Esseboom, te Oegstgeest;

    • d. mevrouw drs. A.C. van Huffelen, te Utrecht;

    • e. de heer ir. J.M. Kroon, te Aerdenhout;

    • f. de heer ir. H.J. Levelink, te Weert;

    • g. de heer ir. P.C. Molengraaf, te Delfgauw;

    • h. de heer ir. P. Nabuurs, te Antwerpen (België);

    • i. de heer ir. M.J.J. Scheepers, te Schagen;

    • j. de heer dr. J.W.A de Swart, te Westmaas;

    • k. mevrouw prof.dr.ir. M.P.C. Weijnen, te Leiden.

  • 2. De taskforce wordt ingesteld voor de duur van 4 jaar.

Artikel 7

Aan de voorzitter van de taskforce wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 1984 en de arbeidsduurfactor op 0,15.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Taskforce Intelligente Netten.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

Den Haag, 16 oktober 2009

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

TOELICHTING

1. Doel en aanleiding

De transitie naar een betaalbare, betrouwbare en schone energievoorziening vergt de ontwikkeling van smart grids of ‘Intelligente Netten’1, die elektriciteit effectiever, rendabeler, veiliger en duurzamer distribueren. De huidige elektriciteitsnetten zijn niet intelligent in de zin dat ze zijn ingericht op eenrichtingsverkeer vanuit centrale elektriciteitsproductie uit fossiele bronnen. Daardoor wordt het problematisch om ontwikkelingen te faciliteren als:

  • het gebruik van duurzame bronnen met een minder stuurbare productie (wind, zon);

  • een groei van decentrale productie van met name elektriciteit (micro-warmtekrachtkoppeling, wind, biogasinstallaties, zon photo voltaïsch, kleinschalige waterkracht);

  • een verandering van het vraagpatroon naar elektriciteit (bijv. als gevolg van het gebruik van elektrische auto’s en warmtepompen);

  • een betere afstemming van vraag en aanbod, ‘peakshaving’ of het nivelleren van de elektriciteitsvraag (consumenten die beter kunnen inspelen op prijsschommelingen, betere toepassingsmogelijkheden voor decentrale opslag van elektriciteit, hetgeen tegelijk leidt tot een betere benutting van bestaande netcapaciteit).

Intelligente Netten moeten leiden tot een tweewegdistributie tussen energiegebruikers onderling én producenten met meer informatie, keuzemogelijkheden en deelname van gebruikers van de energie-infrastructuur resulterend in een groter maatschappelijk en economisch nut. Een optimale uitnutting van het elektriciteitsnetwerk, een goede benutting van de flexibiliteit in de elektriciteitsvraag, de afstemming van vraag en aanbod van (duurzame) productie zullen leiden tot lagere maatschappelijke kosten.Ook gaat het bij Intelligente Netten om ontwikkelingen ‘achter de meter’ waarbij de consument tegelijk ook producent is van energie, en/of waar huizen en/of wijken onafhankelijk worden van het net.

Voor Intelligente Netten zullen nieuwe technologieën moeten worden ontwikkeld en moeten worden geïmplementeerd in de bestaande elektriciteitsnetten zonder dat de levering er onder lijdt. Verder zullen Intelligente Netten moeten worden meegenomen in de plannen voor vervangingsinvesteringen van elektriciteitsnetten. Dit zal invloed hebben op de investeringsmodellen en commerciële kaders van het elektriciteitssysteem.

Het is vooralsnog niet exact te voorzien hoe een en ander verder invulling en richting zal krijgen. Vooralsnog wordt er van uitgegaan dat de uitgebreide ‘uitrol’ van Intelligente Netten met name in de periode 2015–2020 zal plaatsvinden. In de jaren daaraan voorafgaand zal dit grondig moeten zijn voorbereid door onder meer uitgebreide praktijktesten, en moeten de nodige leer- en aanpassingstrajecten zijn doorlopen door de betreffende organisaties.

2. Taak en samenstelling

Om een transitie naar Intelligente Netten te bereiken is een gezamenlijke visie nodig. Het kabinet start daarom als aangekondigd in het Energierapport 2008 (Kamerstukken II 2007/08, 31 510, nr. 1)2 met de instelling van een Taskforce Intelligente Netten.

De taskforce krijgt de taak om een visie op de transitie naar Intelligente Netten op de midden- en lange termijn uit te werken en aan te geven hoe deze visie kan worden gerealiseerd en welke concrete acties, zoals investeringsprogramma’s, hiervoor nodig zijn. De taskforce kan aanbevelingen aan de Minister van Economische Zaken doen zodat er een integraal en evenwichtig transitiepad wordt uitgezet ten aanzien van technologisch en niet-technologische ontwikkelingen.

De taskforce inventariseert en benadert de relevante partijen die nodig zijn voor de beoogde transitie naar Intelligente Netten zodat de verschillende stakeholders optimaal en effectief worden betrokken. Te denken valt aan de beheerders van netten (TenneT en regionale netbeheerders), de gebruikers van netten (opwekkers – decentrale – elektriciteit, gebruikers van elektriciteit en warmte). Maar ook de niet-commerciële aanbieders van kennis (universiteiten, ECN, TNO), aanbieders van commerciële ‘smart-grid’-producten en -diensten’ (KEMA, ICT, elektronica, energiediensten). Verder zijn er een aantal actoren die een rol spelen in het creëren van de randvoorwaarden voor Intelligente Netten bijvoorbeeld die van de gebouwde omgeving: gemeenten, projectontwikkelaars, woningbouwcorporaties et cetera. Daarnaast zal door de taskforce rekening worden gehouden met de relevante wet- en regelgeving en toezicht. Zo zal de NMa/directie Regulering Energie en Vervoer als waarnemer de vergaderingen van de taskforce kunnen bijwonen.

Al deze activiteiten zijn zowel organisatorisch als inhoudelijk van aard en kunnen worden beschouwd als een kwartiermakersfase die door de taskforce in mei 2010 wordt afgerond. De taskforce zal tevens samenwerking en afstemming zoeken met bijvoorbeeld andere platforms op het gebied van energietransitie of fora die voor verwante onderwerpen zoals de elektronische auto (het in te stellen Formule E-team) een vergelijkbare functie hebben.

Na de kwartiermakersfase volgt de concretiseringsfase in de periode mei 2010–november 2010 waarin de visie wordt aangescherpt en de lijst van uit te voeren acties wordt opgesteld. De uitvoeringsfase van het actieplan is voorzien vanaf december 2010.

Met het oog op de taken is de taskforce – met uitzondering van de voorzitter – vooralsnog samengesteld uit personen afkomstig van belanghebbende partijen die een verantwoordelijke positie bekleden.

Aan het eind van de kwartiermakersfase en bij het begin van de uitvoeringsfase van het actieplan kan blijken dat een andere samenstelling van de taskforce wenselijk is.

Het Ministerie van Economische Zaken voorziet in het secretariaat van de taskforce.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.


XNoot
1

In het Energierapport wordt ‘smart grids’ nog vertaald als ‘slimme netten’. Om verwarring met de ‘slimme meter’ te voorkomen wordt in onderhavig besluit gesproken over ‘Intelligente Netten’.

XNoot
2

http://www.ez.nl/dsresource?objectid=158410&type=PDF

Naar boven