nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, VAN BUITENLANDSE ZAKEN
EN VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 juni 2008
Hierbij bieden wij U het Energierapport 2008 aan1. Het Energierapport is een integrale energievisie die op grond van
de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet tenminste één maal in
de 4 jaar wordt gemaakt2.
Het Energierapport 2008 gaat over de vraag hoe we zorgen voor een betrouwbare,
betaalbare en schone energievoorziening op de korte en lange termijn. Het
rapport besteedt aandacht aan de werking van de energiemarkten en de ontwikkeling
van energie-infrastructuren. Voor de beleidsdoelstelling «schoon»
bouwt het Energierapport 2008 voort op het werkprogramma Schoon & Zuinig3. Ook wordt met het rapport de kabinetsreactie «Energievoorzieningszekerheid
en buitenlands beleid» van mei 2006 nader ingevuld4. Daarbij wordt ook ingegaan op de betekenis van energiebesparing en
duurzame energie voor de betrouwbaarheid en de betaalbaarheid van de energievoorziening.
Ten opzichte van de drie voorgaande Energierapporten schetst dit Energierapport
2008 andere perspectieven en worden andere accenten gelegd5. Er is een fundamentele systeemverandering nodig om tot een duurzame
energiehuishouding te komen. De komende jaren moeten daarvoor belangrijke
stappen worden gezet. Een internationale blik en een duidelijke strategie
zijn vereisten om op een wereldmarkt die wordt gedomineerd door schaarste
de Nederlandse energievoorziening structureel veilig te stellen.
De Nederlandse energiemix wordt bezien vanuit een internationaal perspectief
en wordt beschouwd als onderdeel van een steeds beter gekoppelde (Noordwest-)Europese
energiemarkt. Gezien het belang van diversificatie staan we voor de opgave
kolencentrales in te passen in onze energiehuishouding, inclusief de afvang
en opslag van CO2. Hoewel in deze kabinetsperiode geen besluit
zal worden genomen over de bouw van nieuwe kerncentrales, zal
wel worden gedaan wat nodig is om kernenergie niet uit te sluiten als optie
voor de toekomst.
Voor het eerst wordt uitgebreid ingegaan op de energie-infrastructuur
in Nederland, die op afzienbare termijn uitgebreid en vernieuwd moet worden
om de transitie naar een duurzame energiehuishouding goed te kunnen faciliteren.
Daarnaast ligt er de opgave om te komen tot een infrastructuur voor CO2.
In het nieuwe energiebeleid staan de belangen van afnemers centraal. Goed
functionerende energiemarkten, zowel mondiaal als Europees en nationaal, blijven
van groot belang om deze belangen te borgen. Maar met marktwerking alleen
wordt geen duurzame energiehuishouding gerealiseerd. Op veel fronten is meer
samenwerking tussen bedrijven, burgers, kennisinstellingen en overheden nodig.
De publiek/private platforms voor energietransitie zijn daar goede voorbeelden
van.
Om te komen tot een duurzame energiehuishouding wordt ook een actief industrie-
en innovatiebeleid worden gevoerd. Het Kabinet ondersteunt de industrie bij
het benutten van de mogelijkheden die de energietransitie in binnen- en buitenland
biedt. Energie-innovatie krijgt deze kabinetsperiode een krachtige impuls.
Ongeveer tegelijk met het Energierapport 2008 worden de Industriebrief 2008
en de Integrale Innovatieagenda Energie aangeboden, waarin dit nader wordt
uitgewerkt.
Met het Energierapport 2008 reageert het Kabinet op twee recente adviezen
van respectievelijk de Algemene Energieraad (AER) en de Sociaal Economische
Raad (SER). Dit zijn het AER-advies «Brandstofmix in beweging. Op zoek
naar een goede balans» van januari 2008 en het SER-advies «Kernenergie
en een duurzame energievoorziening» van maart 2008. Tenslotte wordt
met het rapport een aantal toezeggingen nagekomen die het afgelopen jaar aan
Uw Kamer zijn gedaan. Een overzicht van deze toezeggingen is opgenomen in
de bijlagen bij het rapport (zie blz. 122 e.v. van het Energierapport 2008).
De minister van Economische Zaken,
M. J. A. van der Hoeven
De minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. Verhagen
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu
J. M. Cramer
XNoot
1Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.
XNoot
2Zie artikel 2 van respectievelijk de Elektriciteitswet 1998 (Staatsblad
jaargang 1998 nr. 427) en de Gaswet (Staatsblad jaargang 2000 nr. 305).
XNoot
3Werkprogramma Schoon & Zuinig, Kamerstukken II, 2007–2008, 31 209,
nr. 1.
XNoot
4Kamerstukken II, 2005–2006, 29 023, nr. 26.
XNoot
5Zie respectievelijk de Kamerstukken 1999–2000, 26 898, nr.
1, 2001–2002, 28 241, nr. 1 en 2004–2005, 29 023, nr.
14.