Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatsblad 2020, 233 | Wet |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatsblad 2020, 233 | Wet |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de rekentoets als onderdeel van het eindexamen voortgezet onderwijs te laten vervallen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet op het voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 29, vijfde lid, vervalt, onder vernummering van het zesde en zevende lid tot vijfde en zesde lid.
B
In artikel 56, tweede lid, wordt «artikel 29, tweede, vierde en vijfde lid» vervangen door «artikel 29, tweede en vierde lid».
C
Artikel 60 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het zesde lid vervalt, onder vernummering van het zevende tot en met negende lid tot het zesde tot en met achtste lid.
2. In het zesde en achtste lid (nieuw) wordt «College voor examens» vervangen door «College voor toetsen en examens».
D
Aan het slot van titel IVE wordt een afdeling toegevoegd, luidende:
1. De eindexamens omvatten voor leerlingen die geen eindexamen in het vak wiskunde afleggen een schoolexamen rekenen. Bij de vaststelling van de opgaven van dit schoolexamen worden de referentieniveaus rekenen in acht genomen die voor de desbetreffende schoolsoorten of voor dan wel binnen leerwegen zijn vastgesteld op grond van artikel 2, tweede lid, aanhef en onderdeel c, van de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden omtrent dit schoolexamen nadere voorschriften vastgesteld.
3. Dit artikel is ook van toepassing op leerlingen die het eindexamen afleggen aan een school die is aangewezen op grond van artikel 56.
4. Dit artikel vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
1. Het staatsexamen, bedoeld in artikel 60, eerste lid, omvat voor kandidaten die geen staatsexamen in het vak wiskunde afleggen een college-examen rekenen. Bij de vaststelling van de opgaven van dit college-examen worden de referentieniveaus rekenen in acht genomen die voor de desbetreffende schoolsoorten of voor dan wel binnen leerwegen zijn vastgesteld op grond van artikel 2, tweede lid, aanhef en onderdeel c, van de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden omtrent dit college-examen nadere voorschriften vastgesteld.
3. Dit artikel vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
De Wet voortgezet onderwijs BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 72, vijfde lid, vervalt, onder vernummering van het zesde en zevende lid tot vijfde en zesde lid.
B
In artikel 112, tweede lid, wordt «artikel 72, tweede, vierde en vijfde lid» vervangen door «artikel 72, tweede en vierde lid».
C
Artikel 116, zesde en zevende lid, vervallen.
D
Artikel 206, vierde lid, vervalt.
De Wet educatie en beroepsonderwijs wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 7.4.11, derde lid, vervalt «De examens van de opleidingen voortgezet algemeen volwassenenonderwijs omvatten een rekentoets. Bij de vaststelling van de opgaven van de rekentoets worden de referentieniveaus rekenen in acht genomen die voor de desbetreffende schoolsoorten zijn vastgesteld op grond van artikel 2, tweede lid, aanhef en onderdeel c, van de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere voorschriften omtrent deze toets vastgesteld.».
B
In hoofdstuk 12 wordt na titel 1 een titel ingevoegd, luidende:
1. Het eindexamen omvat voor degene die geen eindexamen in het vak wiskunde aflegt een instellingsexamen rekenen. Bij de vaststelling van de opgaven van dit instellingsexamen worden de referentieniveaus rekenen in acht genomen die voor de desbetreffende schoolsoort of leerweg daarbinnen zijn vastgesteld op grond van artikel 2, tweede lid, aanhef en onderdeel c, van de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden omtrent dit instellingsexamen nadere voorschriften vastgesteld.
3. Dit artikel is ook van toepassing op degene die het eindexamen van een erkende opleiding voortgezet algemeen volwassenonderwijs aflegt aan een instelling als bedoeld in artikel 1.4a.1.
4. Dit artikel vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Artikel 2, lid 2a, van de Wet College voor toetsen en examens vervalt.
A
Artikel 3, eerste lid, onderdeel b, vervalt, onder verlettering van de onderdelen c tot en met e tot b tot en met d.
B
In artikel 4 wordt «artikel 3, eerste lid, onderdelen a tot en met d» vervangen door «artikel 3, eerste lid, onderdelen a tot en met c».
C
Artikel 7, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «artikel 3, eerste lid, onderdelen a tot en met d» vervangen door «artikel 3, eerste lid, onderdelen a tot en met c».
2. In onderdeel b wordt «artikel 3, eerste lid, onderdeel e» vervangen door «artikel 3, eerste lid, onderdeel d».
D
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «artikel 3, eerste lid, onderdelen a tot en met d» vervangen door «artikel 3, eerste lid, onderdelen a tot en met c».
2. In het tweede lid wordt «artikel 3, eerste lid, onderdeel e» vervangen door «artikel 3, eerste lid, onderdeel d».
Indien het bij koninklijke boodschap van 4 oktober 2019 ingediende voorstel van wet houdende Regels over het voortgezet onderwijs (Wet voortgezet onderwijs 20xx) tot wet is of wordt verheven en artikel 13.5, eerste lid, van die wet:
a. eerder in werking treedt of is getreden dan artikel I van deze wet, wordt deze wet als volgt gewijzigd:
A
Artikel I van deze wet komt als volgt te luiden:
De Wet voortgezet onderwijs 20xx wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2.53 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het vierde lid vervalt, onder vernummering van het vijfde lid tot vierde lid.
2. In het vierde lid (nieuw), onderdeel f, vervalt «en de rekentoets».
B
In artikel 2.72, tweede lid, onderdeel b, vervalt «of van de rekentoets».
C
Artikel 2.75 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het vijfde lid vervalt, onder vernummering van het zesde lid tot vijfde lid.
2. In het vijfde lid (nieuw), onderdeel c, vervalt «en de rekentoets».
D
In artikel 2.81, eerste lid, onderdeel c, wordt «het college-examen, het centraal examen en de rekentoets» vervangen door «het college-examen en het centraal examen».
E
In artikel 2.82, tweede lid, vervalt «of bij de rekentoets» en «, respectievelijk van verdere deelname aan de rekentoets».
F
In artikel 13.1, derde lid, wordt «artikel 2.53, vijfde lid, onderdelen a, d en e» vervangen door «artikel 2.53, vierde lid, onderdelen a, d en e».
B
Artikel II van deze wet vervalt.
b. later in werking treedt dan artikel I van deze wet, wordt de Wet voortgezet onderwijs 20xx als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2.53 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het vierde lid vervalt, onder vernummering van het vijfde lid tot vierde lid.
2. In het vierde lid (nieuw), onderdeel f, vervalt «en de rekentoets».
B
In artikel 2.72, tweede lid, onderdeel b, vervalt «of van de rekentoets».
C
Artikel 2.75 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het vijfde lid vervalt, onder vernummering van het zesde lid tot vijfde lid.
2. In het vijfde lid (nieuw), onderdeel c, vervalt «en de rekentoets».
D
In artikel 2.81, eerste lid, onderdeel c, wordt «het college-examen, het centraal examen en de rekentoets» vervangen door «het college-examen en het centraal examen».
E
In artikel 2.82, tweede lid, vervalt «of bij de rekentoets» en «, respectievelijk van verdere deelname aan de rekentoets».
F
In artikel 13.1, derde lid, wordt «artikel 2.53, vijfde lid, onderdelen a, d en e» vervangen door «artikel 2.53, vierde lid, onderdelen a, d en e».
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. In dat besluit kan worden bepaald dat deze wet, met uitzondering van artikel I, onderdeel D, en artikel III, onderdeel B, terugwerkt tot en met een in dat besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot
Gegeven te ’s-Gravenhage, 1 juli 2020
Willem-Alexander
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob
Uitgegeven de achtste juli 2020
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2020-233.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.