Besluit van 25 januari 2018 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van enige onderdelen van de Wet van 21 november 2015 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met de totstandkoming van het personenregister kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en de mogelijkheid te komen tot meertalige buitenschoolse opvang (Stb. 2015, 452), de Wet van 23 augustus 2016 tot aanpassing van enige bepalingen in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met de reparatie van enige onvolkomenheden (Stb. 2016, 319), de Wet van 31 mei 2017 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met de herijking en harmonisatie van enige kwaliteitseisen voor kindercentra en peuterspeelzalen, de innovatie van die kwaliteitseisen en het aanpassen van enige eisen aan de kwaliteit van voorschoolse educatie (Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang) (Stb. 2017, 251), de Wet van 31 mei 2017 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en enkele andere wetten in verband met de harmonisatie van de regelgeving met betrekking tot kindercentra en peuterspeelzalen (Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) (Stb. 2017, 252), en de Verzamelwet SZW 2018

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 januari 2018, nr. 2017-0000199210,

Gelet op artikel II van de Wet van 21 november 2015 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met de totstandkoming van het personenregister kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en de mogelijkheid te komen tot meertalige buitenschoolse opvang (Stb. 2015, 452), artikel III van de Wet van 23 augustus 2016 tot aanpassing van enige bepalingen in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met de reparatie van enige onvolkomenheden (Stb. 2016, 319), artikel II van de Wet van 31 mei 2017 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met de herijking en harmonisatie van enige kwaliteitseisen voor kindercentra en peuterspeelzalen, de innovatie van die kwaliteitseisen en het aanpassen van enige eisen aan de kwaliteit van voorschoolse educatie (Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang) (Stb. 2017, 251), artikel XXVIII van de Wet van 31 mei 2017 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en enkele andere wetten in verband met de harmonisatie van de regelgeving met betrekking tot kindercentra en peuterspeelzalen (Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) (Stb. 2017, 252), en artikel XXXVI van de Verzamelwet SZW 2018;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Artikel I, onderdelen A, voor zover het betreft de begrippen «continue screening kinderopvang en peuterspeelzaalwerk», «ingeschrevene», «justitiële documentatie» en «personenregister kinderopvang en peuterspeelzaalwerk», B, C, onder 3 tot en met 9, en E, onder 3 tot en met 6, van de Wet van 21 november 2015 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met de totstandkoming van het personenregister kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en de mogelijkheid te komen tot meertalige buitenschoolse opvang (Stb. 2015, 452) treedt in werking met ingang van 1 maart 2018.

Artikel 2

Artikel II, onderdelen A tot en met G, van de Wet van 23 augustus 2016 tot aanpassing van enige bepalingen in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met de reparatie van enige onvolkomenheden (Stb. 2016, 319) treedt in werking met ingang van 1 maart 2018.

Artikel 3

Artikel I, onderdeel JA, van de Wet van 31 mei 2017 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met de herijking en harmonisatie van enige kwaliteitseisen voor kindercentra en peuterspeelzalen, de innovatie van die kwaliteitseisen en het aanpassen van enige eisen aan de kwaliteit van voorschoolse educatie (Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang) (Stb. 2017, 251) treedt in werking met ingang van 1 maart 2018.

Artikel 4

Artikel I, onderdelen A, onder 1, onderdelen e tot en met g, F en G, van de Wet van 31 mei 2017 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en enkele andere wetten in verband met de harmonisatie van de regelgeving met betrekking tot kindercentra en peuterspeelzalen (Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) (Stb. 2017, 252) treedt in werking met ingang van 1 maart 2018, nadat artikel I, onderdelen A, voor zover het betreft de begrippen «continue screening kinderopvang en peuterspeelzaalwerk», «ingeschrevene», «justitiële documentatie» en «personenregister kinderopvang en peuterspeelzaalwerk», B, C, onder 3 tot en met 9, en E, onder 3 tot en met 6, van de Wet van 21 november 2015 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met de totstandkoming van het personenregister kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en de mogelijkheid te komen tot meertalige buitenschoolse opvang (Stb. 2015, 452) in werking is getreden.

Artikel 5

De artikelen XXIX en XXX van de Verzamelwet SZW 2018 treden in werking met ingang van 28 februari 2018.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 25 januari 2018

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark

Uitgegeven de zevende februari 2018

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit regelt de inwerkingtreding van enkele onderdelen van vijf verschillende wetten, te weten: de Wet van 21 november 2015 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met de totstandkoming van het personenregister kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en de mogelijkheid te komen tot meertalige buitenschoolse opvang (Stb. 2015, 452), de Wet van 23 augustus 2016 tot aanpassing van enige bepalingen in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met de reparatie van enige onvolkomenheden (Stb. 2016, 319), de Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang, de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk, en de Verzamelwet SZW 2018. De desbetreffende onderdelen van genoemde wetten houden alle verband met het personenregister kinderopvang. Op grond van het personenregister kinderopvang worden diegenen die op grond van de Wet kinderopvang over een verklaring omtrent gedrag moeten beschikken continu gescreend om te bezien of zij nog voldoen aan de eisen die gelden voor afgifte van een verklaring omtrent gedrag. Met dit inwerkingtredingsbesluit wordt geregeld dat het personenregister kinderopvang in werking treedt met ingang van 1 maart 2018. De artikelen XXIX en XXX van de Verzamelwet SZW 2018 regelen dat de Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang en de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk zodanig worden gewijzigd dat (voor wat betreft de nog niet in werking getreden artikelen van die wetten) niet de «Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen», maar de «Wet kinderopvang» (zoals de wet met ingang van 1 januari 2018 heet) wordt gewijzigd. Artikel 5 van dit inwerkingtredingsbesluit regelt dat de artikelen XXIX en XXX van de Verzamelwet SZW 2018 in werking treden met ingang van 28 februari 2018. Op deze manier is wetgevingstechnisch geborgd dat de in de artikelen 3 en 4 van dit inwerkingtredingsbesluit genoemde onderdelen van de Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang en de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk met ingang van 1 maart 2018 in werking kunnen treden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark

Naar boven