Besluit van 24 april 2013 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van onderdelen van de Wet van 24 mei 2012 tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met nationale visa en enkele andere onderwerpen (Stb. 2012, 258), het Besluit van 29 juni 2012, houdende wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000, het Besluit modern migratiebeleid, het Besluit politiegegevens en het Uitvoeringsbesluit Remigratiewet in verband met nationale visa en enkele andere onderwerpen (Stb. 2012, 308), de Wet modern migratiebeleid en het Besluit modern migratiebeleid

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 18 april 2013, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 374017;

Gelet op artikel III van de Wet van 24 mei 2012 tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met nationale visa en enkele andere onderwerpen (Stb. 2012, 258), artikel V van het besluit van 29 juni 2012, houdende wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000, het Besluit modern migratiebeleid, het Besluit politiegegevens en het Uitvoeringsbesluit Remigratiewet in verband met nationale visa en enkele andere onderwerpen (Stb. 2012, 308), artikel XV van de Wet modern migratiebeleid en artikel XIV van het Besluit modern migratiebeleid;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Met ingang van 1 juni 2013 treden de volgende wetten en besluiten (of onderdelen daarvan) in werking, in de hieronder aangegeven volgorde:

  • 1. de Wet van 24 mei 2012 tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met nationale visa en enkele andere onderwerpen (Stb. 2012, 258), met uitzondering van artikel I, onderdelen A, onder 2, Ca, F, Ga en L;

  • 2. het Besluit van 29 juni 2012, houdende wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000, het Besluit modern migratiebeleid, het Besluit politiegegevens en het Uitvoeringsbesluit Remigratiewet in verband met nationale visa en enkele andere onderwerpen (Stb. 2012, 308), met uitzondering van artikel I, onderdelen C tot en met H, en artikel III, onderdeel A;

  • 3. de Wet modern migratiebeleid, voor wat betreft artikel VIII, onder 1;

  • 4. de Wet modern migratiebeleid, met uitzondering van artikel I, onderdeel K, onder 2 en artikel VIII, onder 1 en 3;

  • 5. het Besluit modern migratiebeleid, voor wat betreft:

    • artikel I, onderdelen B, D, G, onder 2, Ga, H, onder 1 en 2, met uitzondering van de zinsnede «of vermogende vreemdeling» in artikel 3.4, eerste lid, onder b, Ha, I, onder 1, Ia tot en met M, O, Q tot en met S, T, onder 1 en 5, U, voor wat betreft artikel 3.23b, eerste lid, onder d, en derde lid, W, Y, Z, AA, EE, FF, voor wat betreft artikel 3.30a, tweede lid, 3.30b, vierde lid en 3.30c, GG, HH, JJ tot en met ZZ, met uitzondering van de zinsnede «of vermogende vreemdeling» in artikel 3.58, achtste lid, AAA, met uitzondering van artikel 3.59d, BBB, onder 1, 3 en 4, DDD, FFF, GGG, onder 1 en 3, III, JJJ, KKK, NNN, PPP, QQQ, voor wat betreft artikel 3.89c, RRR, SSS, TTT, voor wat betreft artikel 3.91b en 3.91d, UUU, onder 1 en 4, VVV, YYY tot en met EEEE, GGGG, HHHH, IIII, KKKK, LLLL, MMMM, NNNN, onder 1 tot en met 6, OOOO, QQQQ, onder 2, RRRR, SSSS, TTTT, VVVV, WWWW, XXXX, ZZZZ, AAAAA, CCCCC, onder 1 en 2, DDDDD en EEEEE;

    • artikel II tot en met V;

    • artikel VI, onderdeel 1;

    • artikel VII;

    • artikel VIII, onderdeel A;

    • artikel IX tot en met XII;

    • artikel XIII, onder 2.

Onze Minister van Veiligheid en Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 24 april 2013

Beatrix

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

Uitgegeven de derde mei 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Door dit inwerkingtredingsbesluit treden per 1 juni 2013 achtereenvolgens de Wet nationale visa1, het Besluit nationale visa,2 de Wet modern migratiebeleid3 en het Besluit modern migratiebeleid4 achtereenvolgens in werking. Het gaat om vrijwel alle nog niet in werking getreden onderdelen van deze regelingen. De grondslag om een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verstrekken aan vermogende vreemdelingen treedt echter vooralsnog niet in werking (artikel 3.29a Vreemdelingenbesluit 2000, zoals gewijzigd door het Besluit modern migratiebeleid).5

Per 1 juni 2013 treden in verband met de Wet modern migratiebeleid en het Besluit modern migratiebeleid eveneens in werking:

  • Artikel V van het Besluit van 31 augustus 2010 tot wijziging van het Besluit inburgering, het Besluit participatiebudget en enkele andere besluiten (wijzigingen inburgeringsplicht en verdeelsleutel participatiebudget) (Stb. 2010, 331);

  • de Wet van 18 november 2010 tot aanpassing van de Wet arbeid vreemdelingen in verband met de introductie van de referent in de Vreemdelingenwet 2000 en verkorting van de wachttermijn voor seizoenswerkers (Stb. 2010, 800); de inwerkingtreding geschiedt bij separaat koninklijk besluit;

  • Artikel V van het Besluit van 15 juni 2011 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van onderdelen van het Besluit modern migratiebeleid en tot wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Besluit inburgering in verband met die inwerkingtreding (Stb. 2011, 291);

  • het Besluit van 22 april 2013 tot wijziging van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen in verband met versterking van de uitvoering en de handhaving, ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en het modern migratiebeleid. De inwerkingtreding geschiedt bij separaat koninklijk besluit. Conform de voorrangsregels uit aanwijzing 173a van de Aanwijzingen voor de regelgeving worden op 1 juni eerst de wijzigingsopdrachten uit het Besluit modern migratiebeleid actief en onmiddellijk daarna die van het Besluit tot wijziging van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen.

De volgende bepalingen wijzigen de Wet modern migratiebeleid en het Besluit modern migratiebeleid voordat die wet en dat besluit in werking treden:

  • Artikel II van het Besluit van 27 maart 2012 tot wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000, het Besluit modern migratiebeleid en het Besluit inburgering (aanscherping eisen gezinsmigratie) (Stb. 2012, 148); onmiddellijk na inwerkingtreding van het Besluit modern migratiebeleid treedt in werking het Besluit van ... tot wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 (gezinsmigratie ongehuwde partners) waardoor een deel van de wijzigingen van het Besluit modern migratiebeleid wordt teruggewijzigd;

  • Artikel IV van het Besluit nationale visa (Stb. 2012, 308);

  • Artikel 49, tweede lid, Invoerings- en aanpassingswet Politiewet 2012 (Stb. 2012, 316);

  • Artikel II van het Besluit van 20 juli 2012, houdende wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Besluit modern migratiebeleid in verband met het afschaffen van het rechtmatige verblijf hangende beklag bij het gerechtshof tegen de beslissing van het openbaar ministerie tot niet of niet verdere vervolging van de verdachte van mensenhandel (Stb. 2012, 359);

  • Artikel 3.7 van het Aanpassingsbesluit Politiewet 2012 (Stb. 2012, 615);

  • Artikel II van het Besluit van ... houdende wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Besluit modern migratiebeleid in verband met de aanpassing van het buitenschuldbeleid voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen;

  • Artikel II van de Wet van ... tot Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met richtlijn 2004/38/EG betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden (Kamerstukken 33 286; onder voorbehoud).

De volgende bepalingen brengen wijzigingen aan in de Wet nationale visa of het Besluit nationale visa voordat die wet en dat besluit in werking treden:

  • Artikel IV, onder b, van de Wet van 15 december 2011 tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van de richtlijn nr. 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PbEU L 348/98) (Stb. 2011, 663);

  • Artikel 3.9 van het Aanpassingsbesluit Politiewet 2012 (Stb. 2012, 615).

Met de inwerkingtreding op 1 juni 2013 wordt afgeweken van het beleid ten aanzien van vaste verandermomenten. Een van de gronden op basis waarvan van dit beleid mag worden afgeweken, is indien er aanmerkelijke private of publieke voordelen van vervroeging van invoering zijn. Hiervan is sprake. Referenten en vreemdelingen zijn gebaat bij eerdere inwerkingtreding dan 1 juli, omdat het modern migratiebeleid tot een aanmerkelijke lastenreductie leidt.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven


X Noot
1

Wet van 24 mei 2012 tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met nationale visa en enkele andere onderwerpen (Stb. 2012, 258). Deze wet is reeds voor enkele onderdelen in werking getreden op 7 juli 2012 door een klein koninklijk besluit (Stb. 2012, 309).

X Noot
2

Besluit van 29 juni 2012, houdende wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000, het Besluit modern migratiebeleid, het Besluit politiegegevens en het Uitvoeringsbesluit Remigratiewet in verband met nationale visa en enkele andere onderwerpen (Stb. 2012, 308). Dit besluit is reeds voor enkele onderdelen in werking getreden op 7 juli 2012 door een klein koninklijk besluit (Stb. 2012, 309).

X Noot
3

Stb. 2010, 290. Er is nog geen onderdeel van deze wet in werking getreden.

X Noot
4

Stb. 2010, 307. Dit besluit is voor een klein deel in werking getreden op 31 juli 2010 (als gevolg van artikel XIV van dat besluit) en is voor een ander klein deel in werking getreden op 19 juni 2011 door een koninklijk besluit (Stb. 2011, 291).

X Noot
5

Niet in werking treden twee onderdelen die «Minister van Justitie» wijzigen in «Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel» (artikel I, onderdeel A, onder 2, van de Wet nationale visa en artikel III, onderdeel A, van het Besluit nationale visa).

Naar boven