Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatsblad 2012, 361 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatsblad 2012, 361 | AMvB |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 juli 2012, nr. IVV/OOG/12/10289;
Gelet op artikel V, eerste lid, van de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 25 juli 2012, no. W12.12.0271/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 1 augustus 2012, nr. IVV/OOG/2012/11962;
Hebben goedgevonden en verstaan:
In artikel 6a, eerste lid, van de Garantiewet Surinaamse pensioenen wordt «de leeftijd van 65 jaar» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet.
De Samenloopregeling Indonesische pensioenen 1960 wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 1a, en 27a, vierde lid, onderdeel a, wordt «de 65-jarige leeftijd» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
B
In de artikelen 2, derde lid, en 3, tweede lid, wordt «de leeftijd van 65 jaren» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
C
In artikel 4a, onderdelen a en b, wordt «de leeftijd van 15 jaren en die van 65 jaren» vervangen door: de aanvangsleeftijd en de pensioengerechtigde leeftijd, beide bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
D
In artikel 9, onderdelen a en c, wordt «de leeftijd van 15 jaren had bereikt en die van 65 jaren had of zou hebben bereikt» vervangen door: de aanvangsleeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, had bereikt en de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, had of zou hebben bereikt.
E
In artikel 26a, eerste lid, wordt «de leeftijd van 65 jaar» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
De Wet aanpassing pensioenvoorzieningen Bijstandkorps wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 9a wordt «de 65-jarige leeftijd» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
B
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de onderdelen c, d en e, wordt «de leeftijd van 15 jaren heeft bereikt en die van 65 jaren» vervangen door: de aanvangsleeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt en de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
2. In onderdeel f wordt «de leeftijd van 65 jaar» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
C
In artikel 19a, eerste lid, wordt «de leeftijd van 65 jaar» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
D
In de artikelen 19b, vierde lid, onderdeel a, en 19c, derde lid, onderdeel a, wordt «de 65-jarige leeftijd» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
Artikel 2, derde lid, van de Wet bevordering eigenwoningbezit wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «die jonger dan 65 jaar was» vervangen door: die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet had bereikt.
2. In de onderdelen b en d wordt «65 jaar of ouder waren» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, hadden bereikt.
3. In onderdeel c wordt «65 jaar of ouder was» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, had bereikt.
In artikel 5, eerste lid, onderdeel a, van de Wet inburgering wordt «65 jaar of ouder is» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt.
De Wet op de huurtoeslag wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «jonger dan 65 jaar is op 1 januari van het berekeningsjaar» vervangen door: op 1 januari van het berekeningsjaar jonger is dan de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
2. In de onderdelen b en d wordt «65 jaar of ouder zijn» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, hebben bereikt.
3. In onderdeel c wordt «65 jaar of ouder is op 1 januari van het berekeningsjaar» vervangen door: op 1 januari van het berekeningsjaar de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt.
B
In artikel 21, eerste lid, onderdeel c, onder 1°, wordt «65 jaar of ouder is» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt.
In artikel 1, eerste lid, aanhef, van de Wet van 16 juli 2001 tot het stellen van nadere regels in verband met de introductie van een toeslagregeling ter compensatie van het gemis aan overhevelingstoeslag per 1 januari 2001 ten aanzien van de Toeslagwet Indonesische pensioenen 1956 en enkele andere overzeese pensioenwetten alsmede het actualiseren van die wetten in verband met de inwerkingtreding van de Algemene nabestaandenwet (Stb. 377), wordt «de leeftijd van 65 jaar» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
In artikel 7, derde lid, van de TNO-wet wordt «de leeftijd van vijfenzestig jaren» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
In artikel 33, vijfde lid, van de Visserijwet 1963 wordt «de leeftijd van vijfenzestig jaar» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
In artikel 24, eerste lid, onderdeel d, van de Loodsenwet wordt «de leeftijd van vijfenzestig jaren» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
In artikel 13, derde lid, van de Wet privatisering Spoorwegpensioenfonds wordt «de leeftijd van 65 jaar bereikt» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, bereikt.
In artikel 4.1.5, eerste lid, onderdeel c, van de Wet educatie en beroepsonderwijs wordt «de pensioengerechtigde leeftijd» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
In artikel 63, eerste lid, onderdeel e, van de Wet op de expertisecentra wordt «de pensioengerechtigde leeftijd» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
In artikel 4.7, eerste lid, onderdeel c, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt «de pensioengerechtigde leeftijd» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
In artikel 60, eerste lid, onderdeel e, van de Wet op het primair onderwijs wordt «de pensioengerechtigde leeftijd » vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
In artikel 52, eerste lid, onderdeel e, van de Wet op het voortgezet onderwijs wordt «de pensioengerechtigde leeftijd» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
De Algemene nabestaandenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 1 wordt onder vervanging van de punt aan het eind van het artikel door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, waarvan de onderdeellettering aansluit op het laatste onderdeel, luidende:
de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet.
B
Artikel 2, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel b wordt «, jonger dan 65 jaar» vervangen door: die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt.
2. In onderdeel d wordt «, jonger van 65 jaar» vervangen door: die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt.
C
In de artikelen 15, derde lid, 63a, derde lid, onderdeel f, en 67, eerste lid, onderdeel a, wordt «de leeftijd van 65 jaar» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd.
D
In de artikelen 16, eerste lid, onderdeel c, tweede lid, en 18, derde lid, wordt «de 65-jarige leeftijd» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd.
E
In de artikelen 17, eerste en tweede lid, en 25, eerste lid, wordt «jonger dan 65 jaar» vervangen door: die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt.
F
In artikel 67 wordt «de 65-jarige leeftijd» telkens vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd.
De Liquidatiewet ongevallenwetten wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 6, derde lid, wordt «65 jaar of ouder is» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt.
B
In artikel 8, tweede lid, onderdeel b, wordt «de leeftijd van 65 jaar» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
C
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «de leeftijd van 65 jaar» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
2. In het tweede lid wordt «65 jaar en ouder is» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt.
D
In artikel 10, eerste, tweede en derde lid wordt «de leeftijd van 65 jaar» telkens vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
E
In artikel 17, derde lid, wordt «de leeftijd van 65 jaar» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
F
In artikel 18, eerste lid, wordt «de leeftijd van 65 jaar» telkens vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
In de artikelen artikel 22, eerste lid, en 42, onderdeel c, van de Noodwet arbeidsvoorziening wordt «maar nog niet die van vijfenzestig jaar» vervangen door: maar nog niet de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
De Pensioenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2, vierde lid, onderdeel a, en vijfde lid, onderdeel b, wordt «uiterlijk eindigt bij het bereiken van de ingangsdatum van de uitkering op grond van de Algemene Ouderdomswet» vervangen door: uiterlijk eindigt op de datum waarop volgens de Algemene Ouderdomswet recht op ouderdomspensioen ontstaat.
B
In artikel 8, vijfde lid, onderdeel b, artikel 14, eerste lid, en artikel 15, eerste lid, wordt «de pensioenleeftijd op grond van de Algemene Ouderdomswet» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
C
In artikel 63, tweede lid, wordt «de 65-jarige leeftijd» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
De Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 6 wordt «de leeftijd van 65 jaar» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
B
In artikel 14 wordt de zin «Deze wet vervalt met ingang van 1 december 2016» vervangen door: Deze wet vervalt met ingang van 31 juli 2017.
De Werkloosheidswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel j, wordt «65 jaar» telkens vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
2. Aan het eind van het artikel wordt, onder vervanging van de punt door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, waarvan de onderdeellettering aansluit op het laatste onderdeel, luidende:
de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet.
B
In artikel 3, eerste lid, wordt «65 jaar» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd.
C
In artikel 19, eerste lid, onderdeel i, wordt «de leeftijd van 65 jaar» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd.
D
In artikel 53, eerste en tweede lid, wordt «65 jaar» telkens vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd.
E
In artikel 67, onderdeel c, wordt «65 jaar» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt.
Artikel 3.17, eerste lid, onderdeel b, aanhef, van de Wet arbeid en zorg komt te luiden:
b. zelfstandige: de persoon die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt, die:.
De Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 4 en 5 wordt «, jonger dan 65 jaar» telkens vervangen door: die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt.
B
In artikel 6 wordt «jonger dan 65 jaar» vervangen door: die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt.
C
In artikel 19, eerste lid, onderdeel a, wordt «de leeftijd van 65 jaar» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
De Wet financiering sociale verzekeringen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 10, tweede lid, wordt «bedoeld in het eerste lid» vervangen door: «, bedoeld in het eerste lid, » en wordt «de leeftijd van 65 jaar» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
B
Artikel 21 komt te luiden:
In artikel 9 van de Wet gevolgen brutering uitkeringsregelingen wordt «de leeftijd van 65 jaar» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
In de artikelen 2, eerste lid, onder 1°, en 22, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen wordt «de leeftijd van 65 jaar» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
In de artikelen 2, aanhef, en 22 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers wordt «de leeftijd van 65 jaar» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
Artikel 6, eerste lid, onderdeel f, van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen wordt vervangen door:
f. het bereiken of bereikt hebben van de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet.
In artikel 7, eerste lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wordt «, die de leeftijd van 23 jaar doch niet die van 65 jaar heeft bereikt» vervangen door: die de leeftijd van 23 jaar heeft bereikt doch niet de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3, eerste lid, wordt «, jonger dan 65 jaar» vervangen door: die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt.
B
Artikel 49, eerste lid, wordt «de leeftijd van 65 jaar» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
In artikel 61 van de Wet overgangsregeling arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt «de leeftijd van 65 jaar» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
In de artikelen 1, eerste lid, en 12, vierde lid, onderdeel b, van de Wet sociale werkvoorziening wordt «de leeftijd van 65 jaar» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
De Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 31, eerste lid, wordt «de pensioenleeftijd op grond van de Algemene Ouderdomswet» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
B
In artikel 75, tweede lid, wordt «de 65-jarige leeftijd,» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
De Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2:11, eerste lid, onderdeel e, komt te luiden:
e. het bereiken of bereikt hebben van de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet.
B
Artikel 3:19, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
a. met ingang van de dag waarop de jonggehandicapte de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, bereikt;.
De Wet werk en bijstand wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 1 wordt onder vervanging van de punt aan het eind van het artikel door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, waarvan de onderdeellettering aansluit op het laatste onderdeel, luidende:
pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet.
B
In artikel 6, eerste lid, onderdeel a, wordt «, jonger dan 65 jaar» vervangen door: jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd.
C
In de artikelen 9, eerste lid, wordt «jonger dan 65 jaar» vervangen door: jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd.
D
In artikel 13, vierde lid, wordt «personen van 65 jaar of ouder» vervangen door: personen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt.
E
Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift van het artikel wordt «65 jaar» vervangen door: pensioengerechtigde leeftijd.
2. De zinsnede «jonger dan 65 jaar» wordt vervangen door: jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd.
3. De zinsnede «jonger zijn dan 65 jaar» wordt vervangen door: jonger zijn dan de pensioengerechtigde leeftijd.
F
Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift van het artikel wordt «65 jaar of ouder» vervangen door: pensioengerechtigden.
2. In de aanhef wordt «Voor belanghebbenden van 65 jaar of ouder» vervangen door: Voor belanghebbenden die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt.
3. In onderdeel c wordt «65 jaar of ouder zijn» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt.
4. In onderdeel d wordt «65 jaar of ouder is» vervangen door «de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt» en wordt «jonger dan 65 jaar» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt.
G
In artikel 31, tweede lid, onderdeel n, wordt «voor een persoon jonger dan 65 jaar» vervangen door: voor een persoon die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt.
H
In artikel 33, vijfde lid, wordt «65 jaar of ouder is» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt,.
I
In artikel 35, derde lid, wordt «een persoon van 65 jaar of ouder» vervangen door: een persoon die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt.
J
In artikel 36, eerste lid, wordt «van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar» vervangen door: die ouder is dan 21 jaar maar die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt.
K
In artikel 37, tweede lid, wordt «een werknemer, jonger dan 65 jaar,» vervangen door: een werknemer die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt.
L
In artikel 41, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. De zinsnede «jonger dan 65 jaar die» wordt vervangen door: die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt die.
2. De zinsnede «of een persoon jonger dan 65 jaar zonder adres» wordt vervangen door: of zonder adres is.
M
Artikel 47a, de onderdelen a en b, worden vervangen door:
a. alleenstaanden en alleenstaande ouders die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt;
b. gehuwden, van wie beide echtgenoten de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt dan wel van wie één echtgenoot de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt.
N
In artikel 47d, derde lid, onderdeel a, wordt «die 65 jaar of ouder is» vervangen door: die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt.
De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt «zelfstandige: de persoon, jonger dan 65 jaar» vervangen door: zelfstandige: de persoon die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt.
B
In artikel 18, tweede lid, wordt «, jonger dan 65 jaar, die» vervangen door: die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt en die.
C
Artikel 43, onderdeel g, komt te luiden:
g. het bereiken of bereikt hebben van de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet;.
Artikel II, eerste lid, van de Wet van 23 oktober 1993 tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet (wijziging in de verhouding van ouderdomspensioen en toeslag) (Stb. 592) wordt vervangen door:
1. De bepalingen van de Algemene Ouderdomswet, zoals die wet luidde vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet, blijven ook op en na die datum van toepassing op de pensioengerechtigde die vóór die datum recht heeft op ouderdomspensioen voor een gehuwde pensioengerechtigde van wie de echtgenoot jonger is dan 65 jaar, zolang deze echtgenoot de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt.
De Ziektewet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3, eerste lid, wordt «, jonger dan 65 jaar,» vervangen door: die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt en.
B
In artikel 29, vierde lid, wordt «Geen ziekengeld wordt uitgekeerd op en na de dag waarop de verzekerde de leeftijd van 65 jaar bereikt» vervangen door: Geen ziekengeld wordt uitgekeerd op en na de dag waarop de verzekerde de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, bereikt.
C
In artikel 46, derde lid, onderdeel a, wordt «degene die de leeftijd 65 jaar heeft bereikt» vervangen door: degene die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt.
D
Artikel 64 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «de leeftijd van 65 jaar» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
2. In het tweede lid wordt «, jonger dan 65 jaar» vervangen door: die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt.
Artikel 322, lid 1, onderdeel b, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek komt te luiden:
b. hij de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt;.
In artikel 54, eerste lid, van de Wet bescherming persoonsgegevens wordt «de leeftijd van vijfenzestig jaar» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
Artikel 475d, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel b wordt «, doch jonger dan 65 jaar zijn» vervangen door: zijn, maar nog niet de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, hebben bereikt.
2. In onderdeel c wordt «een alleenstaande van 65 of ouder en een alleenstaande ouder van 65 jaar of ouder» vervangen door: een alleenstaande en een alleenstaande ouder vanaf het moment dat zij de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, hebben bereikt.
In de artikelen 7, derde lid, 18, en 20 derde lid, van de Wet rechtspositionele voorzieningen rampbestrijders wordt «de leeftijd van 65 jaar» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
In artikel 1, tweede lid, onderdeel c, van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding wordt «de leeftijd van 65 jaar» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
In artikel 15, eerste lid, van de Wet verplaatsing bevolking wordt «de leeftijd van 65 jaar» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
De Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 12, tweede lid, onderdeel a, wordt «65 jaar of ouder is» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt.
B
Artikel 31f wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «de vijfenzestigjarige leeftijd nog niet heeft bereikt» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt.
2. In onderdeel b wordt «de vijfenzestigjarige leeftijd heeft bereikt» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt.
C
In artikel 42c, eerste lid, onderdeel a, wordt «de 65-jarige leeftijd bereikt» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, bereikt.
De Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 11, tweede lid, onderdeel a, wordt «65 jaar of ouder is» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt.
B
Artikel 28f wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «de vijfenzestigjarige leeftijd nog niet heeft bereikt» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt.
2. In onderdeel b wordt «de vijfenzestigjarige leeftijd heeft bereikt» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt.
C
In artikel 35h, eerste lid, onderdeel a, wordt «de 65-jarige leeftijd bereikt» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, bereikt.
De Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 16, tweede lid, onderdeel b, ten eerste, wordt «65 jaar of ouder is» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt.
B
Artikel 35b wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «de vijfenzestigjarige leeftijd nog niet heeft bereikt» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt.
2. In onderdeel b wordt «de vijfenzestigjarige leeftijd heeft bereikt» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt.
C
In artikel 49b, eerste lid, onderdeel a, wordt «de 65-jarige leeftijd bereikt» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, bereikt.
De Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 10, tweede lid, onderdelen a en b, wordt «de leeftijd van 65 jaar bereikt» telkens vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, bereikt.
B
In artikel 14, vierde lid, onderdeel b, wordt «de 65-jarige leeftijd» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
C
In artikel 15, derde lid, onderdeel b, wordt «de 65-jarige leeftijd» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
D
In artikel 17, eerste lid, aanhef, wordt «65 jaar of ouder is» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt.
E
Artikel 19, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «de leeftijd van 65 jaar nog niet heeft bereikt» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt.
2. In onderdeel b wordt «65 jaar of ouder is, en pensioengerechtigd» vervangen door: «de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene ouderdomswet, heeft bereikt, en pensioengerechtigd is».
F
In artikel 59, eerste lid, onderdeel a, wordt «de 65-jarige leeftijd bereikt» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, bereikt.
De Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 9, tweede lid, wordt «de 65-jarige leeftijd heeft bereikt» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt.
B
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, aanhef, wordt «de 65-jarige leeftijd nog niet heeft bereikt» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt.
2. In het tweede lid, aanhef, wordt «de 65-jarige leeftijd heeft bereikt» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt.
C
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, aanhef, wordt «de 65-jarige leeftijd nog niet heeft bereikt» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt.
2. In het tweede lid, aanhef, wordt «de 65-jarige leeftijd heeft bereikt» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt.
D
In artikel 20, derde lid, onderdeel b, wordt «de 65-jarige leeftijd» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
E
In artikel 21, derde lid, onderdeel b, wordt «de 65-jarige leeftijd» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,.
F
In artikel 23, eerste lid, aanhef, wordt «65 jaar of ouder is» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt.
G
Artikel 24, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a, aanhef, wordt «de leeftijd van 65 jaar nog niet heeft bereikt» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt.
2. In onderdeel b, aanhef, wordt «de leeftijd van 65 jaren heeft bereikt» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt.
H
Artikel 28, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «de leeftijd van 65 jaar nog niet heeft bereikt» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt.
2. In onderdeel b wordt «65 jaar of ouder is, en pensioengerechtigd» vervangen door: «de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene ouderdomswet, heeft bereikt, en pensioengerechtigd is».
I
In artikel 59, eerste lid, onderdeel a, wordt «de 65-jarige leeftijd bereikt» vervangen door: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, bereikt.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot
Tavarnelle, 2 augustus 2012
Beatrix
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H. G. J. Kamp
Uitgegeven de achtste augustus 2012
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven
De leeftijd waarop men recht krijgt op het AOW-ouderdomspensioen wordt vanaf 2013 stapsgewijs verhoogd naar 67 jaar in 2023 en vanaf 2024 gekoppeld aan de stijging van de levensverwachting. De pensioenrichtleeftijd in het fiscale kader voor aanvullende pensioenen (Witteveenkader) wordt per 1 januari 2014 verhoogd naar 67 jaar. Vervolgens wordt deze pensioenrichtleeftijd op vergelijkbare wijze als de AOW-leeftijd gekoppeld aan de ontwikkeling van de levensverwachting.
Een en ander wordt geregeld in het voorstel van wet tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet werk en bijstand, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met stapsgewijze verhoging en koppeling aan de stijging van de levensverwachting van de pensioenleeftijd (Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd) (Kamerstukken II 2011/12, 33 290).
De Algemene Ouderdomswet (AOW) is een fundamenteel onderdeel van de Nederlandse sociale zekerheidswetgeving. De leeftijdsgrens van 65 jaar is daardoor diep geworteld in het Nederlandse recht en speelt ook op tal van andere terreinen een rol. De verhoging van de AOW-leeftijd vraagt daarom ook om aanpassingen op andere terreinen dan de AOW en de aanvullende pensioenen. In het wetsvoorstel verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd is reeds aangekondigd dat de benodigde wijzigingen zullen worden geregeld in een separaat aanpassingstraject (Kamerstukken II 2011/12, 33 290, nr. 3, blz. 2).
In artikel V van het wetsvoorstel is een bijzondere bepaling opgenomen die er in voorziet dat wetten die als gevolg van de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd aanpassing behoeven, aangepast kunnen worden bij algemene maatregel van bestuur, voor zover dit noodzakelijk is voor de toepassing van die wetten of ter voorkoming van onaanvaardbare gevolgen. De onderhavige algemene maatregel van bestuur berust op deze wettelijke grondslag. Na het tot stand komen van deze algemene maatregel van bestuur wordt zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen acht weken een voorstel van wet tot goedkeuring van deze algemene maatregel van bestuur aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal gezonden (zie artikel V, derde lid).
Omdat mensen door het stapsgewijs verhogen van de AOW-leeftijd verschillende AOW-leeftijden kunnen hebben, is er voor gekozen in de wetgeving de leeftijdsgrens van «65 jaar» – daar waar mogelijk – te vervangen door «de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet».
Hoewel om wetgevingstechnische redenen in artikel 1 van de AOW een definitiebepaling is opgenomen van het begrip «pensioengerechtigde leeftijd» wordt verwezen naar het nieuwe artikel 7a van de AOW omdat in dat artikel de AOW-leeftijd is verwerkt.
Wijzigingen in leeftijdsafhankelijke regelingen in de fiscale wetgeving, maken geen onderdeel uit van deze algemene maatregel van bestuur. Aanpassingen hiervan zijn voorzien in het wetgevingspakket bij Belastingplan 2013 dat in het najaar van 2012 wordt aangeboden aan de Tweede Kamer.
De wijziging in Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) in verband met de verhoging van de pensioenleeftijd en de verhoging van de pensioenrichtleeftijd geschiedt bij separaat wetsvoorstel. Dit omdat in de Appa, die een regeling voor het aanvullend pensioen voor politieke ambtsdragers behelst, het wijzigen van de pensioenleeftijd van 65 jaar in een flexibele pensioengerechtigde leeftijd, een complexe aanpassing van de Appa vereist. Bovendien dient op basis van artikel 63 van de Grondwet een aanpassing van de geldelijke voorzieningen voor leden van de Staten-Generaal bij wet plaats te vinden waarvoor een twee derde meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen is vereist in beide kamers der Staten-Generaal.
Het besluit is voor een uitvoeringstoets voorgelegd aan de Sociale verzekeringsbank (SVB), het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV), de Belastingdienst/Toeslagen en het Uitvoeringspanel gemeenten. Ook is het besluit voorgelegd aan de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor een toezichtbaarheidstoets.
De SVB vindt de wijzigingen uitvoerbaar en kan deze gelijktijdig invoeren met de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd. De juridische redactionele opmerkingen zijn overgenomen.
Het UWV acht de wijzigingen uitvoerbaar onder voorwaarde dat de voorgestelde juridische aanpassingen worden overgenomen. De juridische aandachtspunten zijn overgenomen.
De overweging van het UWV om het voorschot op hun toekomstige AOW in het Inkomensbesluit sociale zekerheidswetten uit te zonderen van het inkomensbegrip van de Toeslagenwet en AOW is niet overgenomen. Het voorschot is bedoeld om overbruggingsproblemen te voorkomen. Als iemand recht op toeslag op grond van de Toeslagenwet heeft, dan zal die persoon geen overbruggingsproblemen kennen: deze toeslag zal immers doorlopen tot aan de nieuwe AOW-leeftijd.
De Belastingdienst/Toeslagen heeft bij de uitvoeringstoets laten weten dat de wijzigingen uitvoerbaar zijn per 1 januari 2013. Daarbij dient wel voor een beperkte periode een aparte werkwijze te worden toegepast voor een beperkte groep mensen die huurtoeslag ontvangen, omdat het systeem niet meer voor 1 januari 2013 aangepast kan worden.
In het uitvoeringspanel is aangegeven dat de wijzigingen uitvoerbaar zijn.
De Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een toezichtbaarheidstoets uitgevoerd. De Inspectie geeft hierin aan in dit besluit geen belemmeringen te zien ten aanzien van de toezichtbaarheid.
De eenmalige uitvoeringskosten van de SVB worden geraamd op € 55.000. Dit heeft betrekking op het aanpassen van de systemen alsmede de verschillende communicatie uitingen voor de Wet uitvoering van de wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WOII. De structurele uitvoeringskosten blijven ongeveer gelijk.
De eenmalige kosten voor de Belastingdienst/Toeslagen bedragen € 200.000.
Het UWV raamt de eenmalige kosten op € 1.236.000. Daarnaast nemen de structurele uitvoeringskosten toe door een hoger volume aan uitkeringen. Lopende uitkeringen lopen na het bereiken van de 65-jarige leeftijd door tot de nieuwe AOW-gerechtigde leeftijd. De kosten lopen op van € 1,4 miljoen in 2013 naar € 6,6 miljoen in 2017. Daarnaast leidt het langer doorlopen van de uitkeringen ook tot extra uitkeringslasten, maar deze zijn opgenomen in het wetsvoorstel verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd.
(in mln euro’s) |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
---|---|---|---|---|---|---|
Incidentele kosten SVB |
0,055 |
|||||
Incidentele kosten Belastingdienst |
0,200 |
|||||
Incidentele kosten UWV |
1,236 |
|||||
Structurele kosten UWV |
1,4 |
2,2 |
2,9 |
4,5 |
6,6 |
|
Totaal uitvoeringskosten |
1,491 |
1,4 |
2,2 |
2,9 |
4,5 |
6,6 |
Voor een toelichting op de diverse artikelen wordt verwezen naar het algemene deel van deze toelichting met uitzondering van een toelichting op een enkel artikel(onderdeel).
In dit onderdeel wordt de datum waarop de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria (Tijdelijke wet BIA) vervalt, aangepast. De huidige datum waarop deze wet vervalt is 1 december 2016. Dit is geregeld in artikel 14 van die wet. Deze vervaldatum is gerelateerd aan de maximale duur waarop recht op een uitkering op grond van deze wet kan bestaan. Uitgaande van artikel 2, eerste lid, juncto artikel 6 van de Tijdelijke wet BIA kunnen personen die op 31 december 1986 de leeftijd van 35 jaar hadden bereikt tot de dag waarop de leeftijd van 65 jaar wordt bereikt recht op een uitkering hebben. Dat is dus tot maximaal 31 december 2016 (en niet zoals de wet nu luidt: 1 december 2016).
Nu artikel 6 wordt aangepast dient ook artikel 14 te worden aangepast. De datum in artikel 14 dient te worden gewijzigd in 31 juli 2017. De persoon die op 31 december 1986 35 jaar is geworden, bereikt immers op 31 juli 2017 de leeftijd van 65 jaar en zeven maanden (de pensioengerechtigde leeftijd in 2017).
De inwerkingtreding van dit besluit is gekoppeld aan de inwerkingtreding van artikel I van de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd. Beoogd wordt laatstgenoemd artikel met ingang van 1 januari 2013 in werking te laten treden.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid a.i., J. W. E. Spies
Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2012-361.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.