Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatsblad 2010, 347 | Wet |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatsblad 2010, 347 | Wet |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat met de eilandgebieden Bonaire, Sint Eustatius en Saba is overeengekomen dat zij een staatsrechtelijke positie krijgen binnen het Nederlands staatsbestel en het in verband hiermee wenselijk is de bepalingen in de Kieswet betreffende het kiesrecht voor de leden van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal en van het Europees Parlement aan te passen en het kiesrecht voor de leden van de eilandsraad daarin op te nemen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Kieswet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel B 1, eerste lid en tweede lid, onderdeel b, wordt «de Nederlandse Antillen of Aruba» vervangen door: Aruba, Curaçao of Sint Maarten.
B
In artikel B 3, tweede lid, onderdeel b, wordt na «de Vreemdelingenwet 2000» ingevoegd: dan wel op grond van artikel 3 of artikel 6 van de Wet toelating en uitzetting BES.
C
In de artikelen D 3, vierde lid, M 14, M 15, M 16, eerste lid, N 17, tweede lid, N 18 en N 20, eerste lid, wordt «in de Nederlandse Antillen of in Aruba» telkens vervangen door: in Aruba, in Curaçao of in Sint Maarten.
D
In artikel E 1, tweede lid, wordt na «de Tweede Kamer» ingevoegd:, voor zover gelegen in het Europese deel van Nederland,.
E
In artikel G 1, tweede lid, wordt na «€ 450» ingevoegd: dan wel, indien het een groepering betreft die blijkens de statuten haar zetel heeft in Bonaire, Sint Eustatius of Saba, een waarborgsom van USD 450.
F
In artikel G 1, derde lid, onderdeel b, G 2, derde lid, onderdeel b, en G 3, derde lid, onderdeel b, wordt na «de Handelsregisterwet 2007» telkens ingevoegd: dan wel artikel 1a van de Handelsregisterwet BES.
G
In artikel G 2, tweede lid, wordt na «€ 225» ingevoegd: dan wel, indien het een groepering betreft die blijkens de statuten haar zetel heeft in Bonaire, Sint Eustatius of Saba, een waarborgsom van USD 225.
H
In de artikelen H 10, eerste lid, H 10a, eerste lid, I 2, eerste lid, onderdeel e, I 6, eerste lid, onderdeel c, R 9, eerste lid, R 9a, eerste lid, S 1, derde lid, onderdeel d, S 4, eerste lid, onderdeel c, Y 3, onderdeel b, sub 1°, Y 4, onderdeel b, sub 1°, Y 31 en Y 32, vijfde lid, wordt «Nederland» telkens vervangen door: het Europese deel van Nederland.
I
Aan artikel H 10, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:
Indien de kandidaat woonachtig is in één van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, is de gemachtigde met uitsluiting van de kandidaat bevoegd tot de handelingen, bedoeld in de artikelen V 2, eerste, vierde en vijfde lid, V 3, eerste en tweede lid, en W 2, eerste lid, onder f.
J
In artikel H 12, eerste lid, wordt na «€ 11 250» ingevoegd: dan wel, indien boven de kandidatenlijst de aanduiding is geplaatst van een groepering die blijkens de statuten haar zetel heeft in Bonaire, Sint Eustatius of Saba of, indien het een kandidatenlijst betreft waarboven geen aanduiding is geplaatst, indien de eerstgenoemde kandidaat ingezetene is van Bonaire, Sint Eustatius of Saba, een waarborgsom van USD 11 250.
K
In artikel H 13, eerste lid, wordt na «€ 1 125» ingevoegd: dan wel, indien boven de kandidatenlijst de aanduiding is geplaatst van een groepering die blijkens de statuten haar zetel heeft in Bonaire, Sint Eustatius of Saba of, indien het een kandidatenlijst betreft waarboven geen aanduiding is geplaatst, indien de eerstgenoemde kandidaat ingezetene is van Bonaire, Sint Eustatius of Saba, een waarborgsom van USD 1 125.
L
In artikel I 2, eerste lid, onderdeel e, vervalt de zinsnede:, indien het een verkiezing van de leden van de Tweede Kamer betreft,.
La
In artikel J 24, tweede lid, wordt «de Nederlandse, onderscheidenlijk de Nederlands-Antilliaanse of de Arubaanse politie» vervangen door: de Nederlandse politie, onderscheidenlijk de politie van Aruba, van Curaçao of van Sint Maarten.
M
In artikel M 13, derde lid, wordt «in de Nederlandse Antillen en in Aruba» vervangen door: in Aruba, in Curaçao en in Sint Maarten.
N
In artikel N 12, derde lid, wordt «of op grond van de artikelen 125 tot en met 129 van het Wetboek van Strafrecht» vervangen door:, op grond van de artikelen 125 tot en met 129 van het Wetboek van Strafrecht of op grond van de artikelen 131 tot en met 135 van het Wetboek van Strafrecht BES.
O
In artikel Y 5a wordt «de Nederlandse Antillen of Aruba» en «de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk Aruba» vervangen door: Aruba, Curaçao of Sint Maarten.
P
Na Afdeling V wordt een nieuwe afdeling ingevoegd, luidende:
De verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van de eilandsraden, van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en van het Europees Parlement in Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Deze wet en de daarop berustende bepalingen is mede van toepassing in Bonaire, Sint Eustatius en Saba, met inachtneming van het in deze afdeling bepaalde.
In deze afdeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. openbaar lichaam: openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba;
b. het Gemeenschappelijk Hof: het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
1. Voor de toepassing van de bij of krachtens deze wet gestelde bepalingen in Bonaire, Sint Eustatius en Saba wordt, voor zover deze afdeling niet anders bepaalt, telkens in die bepalingen gelezen in plaats van:
a. «de gemeente»: het openbaar lichaam;
b. «de burgemeester»: de gezaghebber;
c. «burgemeester en wethouders»: het bestuurscollege;
d. «de gemeenteraad»: de eilandsraad;
e. «de secretarie van de gemeente»: het bestuurskantoor.
2. Indien uitsluitend de gemeente, de burgemeester of burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage wordt bedoeld, geldt het eerste lid, onder a tot en met c, niet.
In de artikelen J 8, vierde lid, en J 24, eerste lid, onder a, wordt voor de toepassing in Bonaire, Sint Eustatius en Saba in plaats van «een identificatiemiddel als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht» dan wel «een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht» gelezen: een document als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de identificatieplicht BES.
1. Op de dag van de kandidaatstelling kunnen bij de gezaghebbers van Sint Eustatius en Saba op het bestuurskantoor, van negen tot vijftien uur, kandidatenlijsten worden ingeleverd voor kieskring 20 (Bonaire). In de in artikel H 1 bedoelde openbare kennisgeving wordt door de gezaghebbers van Sint Eustatius en Saba tevens melding gemaakt van deze mogelijkheid.
2. Voor de toepassing van artikel H 3, eerste en vierde lid, treden de gezaghebbers van Sint Eustatius en Saba in dat geval in de plaats van de voorzitter van het hoofdstembureau.
3. De inleveraar doet bij de inlevering blijk van zijn identiteit door middel van een document als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de identificatieplicht BES.
4. De gezaghebbers van Sint Eustatius en Saba beoordelen van elke kandidatenlijst die bij hen wordt ingeleverd en de op grond van de artikelen H 3, H 4, H 9 en H 12 bij de kandidatenlijsten overgelegde stukken, de authenticiteit en leggen hun bevindingen vast in een begeleidingsverklaring. Bij ministeriële regeling wordt voor de begeleidingsverklaring een model vastgesteld.
5. De gezaghebbers van Sint Eustatius en Saba dragen er zorg voor dat de kandidatenlijsten, de bij de kandidatenlijsten overgelegde stukken en de begeleidingsverklaringen langs elektronische weg uiterlijk op de dag van de kandidaatstelling om vijftien uur dertig ter kennis worden gebracht van het hoofdstembureau. De gezaghebbers maken van deze stukken gewaarmerkte afschriften en bewaren deze totdat de beslissing van het hoofdstembureau, bedoeld in artikel I 4, onherroepelijk is geworden.
6. Voorts dragen zij er zorg voor dat de kandidatenlijsten met de daarbij overgelegde stukken in een pak worden gedaan, dat wordt verzegeld. Het verzegelde pak wordt zo spoedig mogelijk per post naar het hoofdstembureau overgebracht.
Verklaringen van ondersteuning van een lijst die wordt ingeleverd in Sint Eustatius of Saba, die worden afgelegd in Bonaire, kunnen tevens door een persoon die ingevolge artikel H 5 op de lijst is vermeld en die bevoegd is tot het herstel van verzuimen, op de dag van de kandidaatstelling, van negen tot vijftien uur, worden ingeleverd bij het hoofdstembureau van kieskring 20 (Bonaire).
1. Indien het hoofdstembureau een of meer verzuimen als bedoeld in artikel I 2 heeft geconstateerd ten aanzien van een lijst die in Sint Eustatius of Saba is ingeleverd, geeft het, in afwijking van artikel I 2, eerste lid, onverwijld langs elektronische weg kennis hiervan aan de gezaghebber van dat openbaar lichaam.
2. De gezaghebber geeft van de verzuimen onverwijld bij aangetekende brief of tegen gedagtekend ontvangstbewijs kennis aan degene die de lijst heeft ingeleverd.
3. Onverminderd artikel I 2, tweede, vijfde en zesde lid, kan degene die de lijst in Sint Eustatius of Saba heeft ingeleverd het verzuim of de verzuimen, in de kennisgeving aangeduid, herstellen op het bestuurskantoor aldaar.
4. De gezaghebbers van Sint Eustatius en Saba beoordelen van de ter herstel van de geconstateerde verzuimen ingeleverde stukken, de authenticiteit en leggen hun bevindingen vast in een begeleidingsverklaring. Bij ministeriële regeling wordt voor de begeleidingsverklaring een model vastgesteld.
5. De gezaghebbers dragen er zorg voor dat de ter herstel van de verzuimen ingeleverde stukken en de begeleidingsverklaring terstond langs elektronische weg ter kennis van het hoofdstembureau worden gebracht. De gezaghebbers maken van deze stukken gewaarmerkte afschriften en bewaren deze totdat de beslissing van het hoofdstembureau, bedoeld in artikel I 4, onherroepelijk is geworden.
6. Voorts dragen zij er zorg voor dat de stukken in een pak worden gedaan, dat wordt verzegeld. Het verzegelde pak wordt zo spoedig mogelijk per post naar het hoofdstembureau overgebracht.
1. De voorzitter van het hoofdstembureau van kieskring 20 (Bonaire) draagt er zorg voor dat afschriften van de kandidatenlijsten en, indien vereist, verklaringen van ondersteuning onmiddellijk na het onderzoek van de lijsten langs elektronische weg worden verzonden aan de gezaghebbers van Sint Eustatius en Saba.
2. De op de voet van artikel I 1, derde lid, toegezonden afschriften van ingeleverde kandidatenlijsten, worden door de voorzitter van het hoofdstembureau zodra deze zijn ontvangen eveneens langs elektronische weg verzonden aan de gezaghebbers van Sint Eustatius en Saba.
3. De gezaghebbers van Sint Eustatius en Saba leggen de stukken, bedoeld in het eerste en tweede lid, op het bestuurskantoor voor een ieder ter inzage, zodra deze zijn ontvangen.
Artikel I 5, aanhef en onder a, is niet van toepassing indien een lijst op de dag van de kandidaatstelling tussen negen en vijftien uur bij de gezaghebbers van Sint Eustatius of Saba op het bestuurskantoor is ingeleverd.
1. De gemeenschappelijke verklaring, bedoeld in artikel I 10, eerste lid, kan tevens worden ingeleverd bij de gezaghebbers van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op het bestuurskantoor.
2. De gezaghebber beoordeelt de authenticiteit van de gemeenschappelijke verklaring en legt zijn bevindingen vast in een begeleidingsverklaring. Bij ministeriële regeling wordt voor de begeleidingsverklaring een model vastgesteld.
3. De gezaghebber draagt er zorg voor dat de gemeenschappelijke verklaring en de begeleidingsverklaring langs elektronische weg uiterlijk op de dag na de kandidaatstelling om zeventien uur (Europees-Nederlandse tijd) ter kennis worden gebracht van het centraal stembureau. De gezaghebber maakt van deze stukken gewaarmerkte afschriften en bewaart deze totdat de beslissing van het hoofdstembureau, bedoeld in artikel I 4, onherroepelijk is geworden.
4. Voorts draagt hij er zorg voor dat de gemeenschappelijke verklaring zo spoedig mogelijk per post naar het centraal stembureau wordt overgebracht.
De voorzitter van het hoofdstembureau van kieskring 20 (Bonaire) brengt het proces-verbaal, bedoeld in artikel I 18, vijfde lid, langs elektronische weg terstond na de zitting ter kennis van het centraal stembureau.
1. De gezaghebbers van Sint Eustatius en Saba dragen er zorg voor dat de in artikel N 12, eerste lid, genoemde processen-verbaal en de opgave van de door hen vastgestelde aantallen stemmen langs elektronische weg onverwijld na de vaststelling ter kennis worden gebracht van de voorzitter van het hoofdstembureau. De gezaghebbers maken van deze stukken gewaarmerkte afschriften en bewaren deze totdat het centraal stembureau de uitslag van de verkiezing heeft bekendgemaakt en over de toelating van de gekozenen is beslist.
2. Voorts dragen zij er zorg voor dat de stukken, bedoeld in het eerste lid, zo spoedig mogelijk per post naar het hoofdstembureau worden overgebracht.
1. De voorzitter van het hoofdstembureau van kieskring 20 (Bonaire) draagt er zorg voor dat het proces-verbaal, bedoeld in artikel O 3, langs elektronische weg terstond nadat de leden het proces-verbaal hebben getekend, ter kennis wordt gebracht van het centraal stembureau.
2. De voorzitter van het hoofdstembureau doet tevens het proces-verbaal, bedoeld in artikel O 3, langs elektronische weg aan de gezaghebbers van Sint Eustatius en Saba toekomen.
3. De gezaghebbers leggen het afschrift van het proces-verbaal op het bestuurskantoor voor een ieder ter inzage, zodra dit is ontvangen.
4. De voorzitter van het hoofdstembureau draagt er ten slotte zorg voor dat de stukken genoemd in artikel O 4, tweede lid, langs elektronische weg terstond ter kennis worden gebracht van de Tweede Kamer en zo spoedig mogelijk tevens per post worden overgebracht.
De bij of krachtens deze wet gestelde bepalingen betreffende de verkiezing van de leden van de gemeenteraden, betreffende het begin van en de veranderingen in het lidmaatschap van de gemeenteraad en betreffende de beëindiging van het lidmaatschap en tijdelijke vervanging als lid, zijn, voor zover deze afdeling niet anders bepaalt, van overeenkomstige toepassing op de eilandsraden.
De leden van de eilandsraden worden gekozen door degenen die op de dag van de kandidaatstelling ingezetenen zijn van het openbaar lichaam, mits zij Nederlander zijn en op de dag van de stemming de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt.
De politieke groepering die een verzoek tot registratie van de aanduiding als bedoeld in artikel G 3 indient bij het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de eilandsraad betaalt aan het openbaar lichaam een waarborgsom van USD 112,50.
In de artikelen H 10, eerste lid, I 2, eerste lid, onderdeel e, en I 6, eerste lid, onderdeel c, wordt in plaats van «het Europese deel van Nederland» telkens gelezen: het openbaar lichaam waar hij zich kandidaat stelt.
Voor elke kandidatenlijst die wordt ingeleverd in een van de openbare lichamen, wordt aan dat openbaar lichaam een waarborgsom betaald van USD 225.
De benoemde die woonachtig is in het openbaar lichaam waar hij zich kandidaat stelt of de gemachtigde van de benoemde die buiten het openbaar lichaam waar hij zich kandidaat stelt maar binnen Nederland woonplaats heeft, legt het afschrift van gegevens uit de basisadministratie persoonsgegevens, bedoeld in artikel V 3, tweede lid, over, waaruit tevens het Nederlanderschap van de benoemde blijkt.
1. De leden van de Eerste Kamer worden in de openbare lichamen gekozen door de leden van de eilandsraden. Bonaire, Sint Eustatius en Saba worden voor deze verkiezing tezamen beschouwd als een provincie.
2. De leden van de eilandsraden komen per openbaar lichaam in vergadering bijeen tot het uitbrengen van hun stem.
3. De bij of krachtens deze wet gestelde bepalingen betreffende de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer zijn, voor zover deze afdeling niet anders bepaalt, van overeenkomstige toepassing op de verkiezing van deze leden door de leden van de eilandsraden, met dien verstande dat telkens in die bepalingen mede wordt gelezen in plaats van:
a. «de provincie»: de openbare lichamen tezamen;
b. «provinciale staten» en «staten»: de eilandsraad;
c. «de commissaris van de Koning»: de gezaghebber;
d. «gedeputeerde staten»: het bestuurscollege;
e. «de provinciale griffie»: het bestuurskantoor;
f. «statenlid»: eilandsraadslid;
g. «statenvergadering»: vergadering van de eilandsraad.
1. De gemeenschappelijke verklaring, bedoeld in artikel S 8, eerste lid, kan tevens op de dag van de kandidaatstelling, van negen tot zeventien uur, worden ingeleverd bij de gezaghebbers van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op het bestuurskantoor.
2. De gezaghebber beoordeelt de authenticiteit van de gemeenschappelijke verklaring en legt zijn bevindingen vast in een begeleidingsverklaring. Bij ministeriële regeling wordt voor de begeleidingsverklaring een model vastgesteld.
3. De gezaghebber draagt er zorg voor dat de gemeenschappelijke verklaring en de begeleidingsverklaring langs elektronische weg uiterlijk op de dag na de dag van de kandidaatstelling om zeventien uur (Europees-Nederlandse tijd) ter kennis worden gebracht van het centraal stembureau. De gezaghebber maakt van deze stukken gewaarmerkte afschriften en bewaart deze totdat de beslissing van het centraal stembureau, bedoeld in artikel S 2, onherroepelijk is geworden.
4. Voorts draagt hij er zorg voor dat de gemeenschappelijke verklaring zo spoedig mogelijk per post naar het centraal stembureau wordt overgebracht.
1. De gezaghebber beoordeelt van elke kandidatenlijst die bij hem wordt ingeleverd en de op grond van de artikelen R 7 en R 8 bij de kandidatenlijsten overgelegde stukken, de authenticiteit, en legt zijn bevindingen vast in een begeleidingsverklaring. Bij ministeriële regeling wordt voor de begeleidingsverklaring een model vastgesteld.
2. De gezaghebber draagt er zorg voor dat de kandidatenlijsten langs elektronische weg uiterlijk op de dag van de kandidaatstelling om achttien uur ter kennis worden gebracht van de gezaghebbers van de andere openbare lichamen.
3. De gezaghebber doet de hem op grond van het vorige lid toegezonden kandidatenlijsten tevens onverwijld voor een ieder ter inzage leggen op het bestuurskantoor.
4. De gezaghebber draagt er zorg voor dat de bij hem ingeleverde kandidatenlijsten, de bij de kandidatenlijsten overgelegde stukken en de begeleidingsverklaringen langs elektronische weg uiterlijk op de tweede dag na de kandidaatstelling ter kennis worden gebracht van de voorzitter van het centraal stembureau. De gezaghebber maakt van deze stukken gewaarmerkte afschriften en bewaart deze totdat de beslissing van het centraal stembureau, bedoeld in artikel S 2, onherroepelijk is geworden.
5. Voorts draagt hij er zorg voor dat het verzegelde pak met de lijsten, bedoeld in artikel R 11, tweede lid, nadat de handelingen bedoeld in dat artikel zijn verricht, onverwijld per post naar de voorzitter van het centraal stembureau wordt overgebracht.
1. Indien het centraal stembureau een of meer verzuimen als bedoeld in artikel S 1, derde lid, heeft geconstateerd ten aanzien van een lijst die in een openbaar lichaam is ingeleverd, geeft het, in afwijking van artikel S 1, derde lid, onverwijld langs elektronische weg kennis hiervan aan de gezaghebber van dat openbaar lichaam.
2. De gezaghebber geeft van de verzuimen onverwijld bij aangetekende brief of tegen gedagtekend ontvangstbewijs kennis aan degene die de lijst heeft ingeleverd.
3. Onverminderd artikel S 1, vierde en vijfde lid, kan degene die de lijst heeft ingeleverd uiterlijk op de derde dag na de zitting van het centraal stembureau, het verzuim of de verzuimen, in de kennisgeving aangeduid, herstellen op het bestuurskantoor van negen tot zeventien uur.
4. De gezaghebber beoordeelt van de ter herstel van de geconstateerde verzuimen ingeleverde stukken, de authenticiteit en legt zijn bevindingen vast in een begeleidingsverklaring. Bij ministeriële regeling wordt voor de begeleidingsverklaring een model vastgesteld.
5. De gezaghebber draagt er zorg voor dat de ter herstel van de verzuimen ingeleverde stukken en de begeleidingsverklaring terstond langs elektronische weg ter kennis van het centraal stembureau worden gebracht. De gezaghebber maakt van deze stukken gewaarmerkte afschriften en bewaart deze totdat de beslissing van het centraal stembureau, bedoeld in artikel S 2, onherroepelijk is geworden.
6. Voorts draagt hij er zorg voor dat de stukken in een pak worden gedaan, dat wordt verzegeld. Het verzegelde pak wordt zo spoedig mogelijk per post naar het centraal stembureau overgebracht.
Op de pakken met de stembiljetten met een blanco stem, met de ongeldig verklaarde stembiljetten en met de geldige stembiljetten, als bedoeld in artikel T 10, tweede en derde lid, wordt de naam van het openbaar lichaam vermeld.
1. De voorzitter van het stembureau in een openbaar lichaam draagt er zorg voor dat een afschrift van het proces-verbaal van de stemming en van de stemopneming, bedoeld in artikel T 11, onverwijld na afloop van de stemming langs elektronische weg ter kennis wordt gebracht van het centraal stembureau. De voorzitter maakt van het proces-verbaal een gewaarmerkt afschrift en bewaart deze totdat het centraal stembureau de uitslag van de verkiezing heeft bekendgemaakt en over de toelating van de gekozenen is beslist.
2. Voorts draagt hij er zorg voor dat het proces-verbaal en de verzegelde pakken zo spoedig mogelijk per post naar de voorzitter van het centraal stembureau worden overgebracht.
1. In afwijking van artikel U 2, eerste lid, eerste volzin, geldt een stem uitgebracht in een openbaar lichaam voor een aantal stemmen gelijk aan het getal dat wordt verkregen door het inwonertal van dat openbaar lichaam te delen door het honderdvoud van het aantal leden waaruit de eilandsraad van dat openbaar lichaam bestaat.
2. Als het inwonertal van een openbaar lichaam geldt het inwonertal dat door het Centraal Bureau voor de Statistiek overeenkomstig het derde lid is gepubliceerd.
3. Het Centraal Bureau voor de Statistiek publiceert op dezelfde wijze als bepaald in artikel U 2, derde en vierde lid, de inwonertallen van de openbare lichamen.
4. Het centraal stembureau maakt de stemwaarden die overeenkomstig dit artikel in samenhang met artikel U 2 zijn vastgesteld, gelijktijdig en op dezelfde wijze openbaar als bepaald in artikel U 2, vijfde lid.
In afwijking van artikel U 3 vermenigvuldigt het centraal stembureau ten aanzien van elk openbaar lichaam de aantallen op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen en de stemcijfers van de lijsten met de voor dat openbaar lichaam geldende stemwaarde en telt per lijst tezamen de aldus verkregen aantallen op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen onderscheidenlijk de stemcijfers.
1. Op de werkdag vóór de dag van de kandidaatstelling kunnen bij de gezaghebber op het bestuurskantoor, van negen tot vijftien uur kandidatenlijsten worden ingeleverd. In de in artikel H 1 bedoelde openbare kennisgeving wordt door de gezaghebber tevens melding gemaakt van deze mogelijkheid.
2. Voor de toepassing van artikel H 3, eerste en vierde lid, in samenhang met artikel Y 9, tweede lid, treedt de gezaghebber in de plaats van de voorzitter van het centraal stembureau.
3. In afwijking van artikel H 4, derde lid, ondertekent de kiezer, die als zodanig is geregistreerd in een openbaar lichaam en die een verklaring wenst af te leggen dat hij een kandidatenlijst ondersteunt die wordt ingeleverd in één van de openbare lichamen, deze verklaring binnen een termijn van zeven dagen voorafgaand aan of op de dag van inlevering, bedoeld in het eerste lid, eerste volzin.
4. De gezaghebber beoordeelt van elke kandidatenlijst en de op grond van de artikelen H 3, H 4, H 9, H 12, Y 13 en Y 14 bij de kandidatenlijsten overgelegde stukken, de authenticiteit en legt zijn bevindingen vast in een begeleidingsverklaring. Bij ministeriële regeling wordt voor de begeleidingsverklaring een model vastgesteld.
5. De gezaghebber draagt er zorg voor dat de kandidatenlijsten, de bij de kandidatenlijsten overgelegde stukken en de begeleidingsverklaringen langs elektronische weg uiterlijk op de dag van de kandidaatstelling om vijftien uur (Europees-Nederlandse tijd) ter kennis worden gebracht van de voorzitter van het centraal stembureau. De gezaghebber maakt van deze stukken gewaarmerkte afschriften en bewaart deze totdat de beslissing van het centraal stembureau, bedoeld in artikel I 4, onherroepelijk is geworden.
6. Voorts draagt hij er zorg voor dat de kandidatenlijsten met de daarbij overgelegde stukken in een pak worden gedaan, dat wordt verzegeld. Het verzegelde pak wordt zo spoedig mogelijk per post naar het centraal stembureau overgebracht.
Verklaringen van ondersteuning van een lijst die wordt ingeleverd in een openbaar lichaam, die worden afgelegd in het Europese deel van Nederland, kunnen tevens door een persoon die ingevolge artikel H 5 op de lijst is vermeld en die bevoegd is tot het herstel van verzuimen, op de dag van de kandidaatstelling, van negen tot vijftien uur, worden ingeleverd bij de voorzitter van het centraal stembureau of bij het door deze aan te wijzen lid van dat bureau.
1. Indien het centraal stembureau een of meer verzuimen als bedoeld in artikel I 2, eerste lid, in samenhang met artikel Y 15, eerste lid, heeft geconstateerd ten aanzien van een lijst die in een openbaar lichaam is ingeleverd, geeft het, in afwijking van artikel I 2, eerste lid, onverwijld langs elektronische weg kennis hiervan aan de gezaghebber van dat openbaar lichaam.
2. De gezaghebber geeft van de verzuimen onverwijld bij aangetekende brief of tegen gedagtekend ontvangstbewijs kennis aan degene die de lijst heeft ingeleverd.
3. Onverminderd artikel I 2, tweede, vijfde en zesde lid, in samenhang met artikel Y 15, tweede en derde lid, kan degene die de lijst heeft ingeleverd uiterlijk op de tweede dag na de dag van de kandidaatstelling, het verzuim of de verzuimen, in de kennisgeving aangeduid, herstellen op het bestuurskantoor, op de dag van de kandidaatstelling van tien tot zeventien uur en op de eerste en de tweede dag van negen tot zeventien uur.
4. De gezaghebber beoordeelt van de ter herstel van de geconstateerde verzuimen ingeleverde stukken, de authenticiteit en legt zijn bevindingen vast in een begeleidingsverklaring. Bij ministeriële regeling wordt voor de begeleidingsverklaring een model vastgesteld.
5. De gezaghebber draagt er zorg voor dat de ter herstel van de verzuimen ingeleverde stukken en de begeleidingsverklaring terstond langs elektronische weg ter kennis van het centraal stembureau worden gebracht. De gezaghebber maakt van deze stukken gewaarmerkte afschriften en bewaart deze totdat de beslissing van het centraal stembureau, bedoeld in artikel I 4, onherroepelijk is geworden.
6. Voorts draagt hij er zorg voor dat de stukken in een pak worden gedaan, dat wordt verzegeld. Het verzegelde pak wordt zo spoedig mogelijk per post naar het centraal stembureau overgebracht.
1. De voorzitter van het centraal stembureau draagt er zorg voor dat de kandidatenlijsten en, indien vereist, verklaringen van ondersteuning onmiddellijk na het onderzoek van de lijsten langs elektronische weg worden verzonden aan de gezaghebber.
2. De gezaghebber legt de stukken, bedoeld in het eerste lid, op het bestuurskantoor voor een ieder ter inzage, zodra deze zijn ontvangen.
Artikel I 5, aanhef en onder a, is niet van toepassing indien een lijst op de werkdag vóór de dag van de kandidaatstelling tussen negen en vijftien uur bij de gezaghebber op het bestuurskantoor is ingeleverd.
1. De gemeenschappelijke verklaring, bedoeld in artikel Y 19, eerste lid, in samenhang met artikel I 10, eerste lid, kan tevens op de werkdag vóór de dag van de kandidaatstelling, van negen tot zeventien uur, worden ingeleverd bij de gezaghebbers van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op het bestuurskantoor.
2. De gezaghebber beoordeelt de authenticiteit van de gemeenschappelijke verklaring en legt zijn bevindingen vast in een begeleidingsverklaring. Bij ministeriële regeling wordt voor de begeleidingsverklaring een model vastgesteld.
3. De gezaghebber draagt er zorg voor dat de gemeenschappelijke verklaring en de begeleidingsverklaring langs elektronische weg uiterlijk op de dag van de kandidaatstelling om zeventien uur (Europees-Nederlandse tijd) ter kennis worden gebracht van het centraal stembureau. De gezaghebber maakt van deze stukken gewaarmerkte afschriften en bewaart deze totdat de beslissing van het centraal stembureau, bedoeld in artikel I 4, onherroepelijk is geworden.
4. Voorts draagt hij er zorg voor dat de gemeenschappelijke verklaring zo spoedig mogelijk per post naar het centraal stembureau wordt overgebracht.
1. Het bestuursorgaan zendt geschriften tot behandeling waarvan kennelijk een ander bestuursorgaan bevoegd is, onverwijld door naar dat orgaan, onder gelijktijdige mededeling daarvan aan de afzender.
2. Het bestuurorgaan zendt geschriften die niet voor hem bestemd zijn en die ook niet worden doorgezonden, zo spoedig mogelijk terug aan de afzender.
Degene die een verzoek indient als bedoeld in artikel D 5, verschaft de gegevens en bescheiden die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen.
1. In afwijking van artikel 7 van de Wet administratieve rechtspraak BES wordt het beroep tegen een beschikking van het bestuurscollege als bedoeld in artikel D 6, een beschikking van de gezaghebber of de door hem daartoe aangewezen ambtenaar als bedoeld in de artikelen K 8, eerste lid, L 11, eerste lid, en M 4, eerste lid, en tegen een beschikking van de eilandsraad als bedoeld in de artikelen X 5, derde lid, en X 8, vierde lid, ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof.
2. Op het beroep zijn de hoofdstukken 3 en 6, met uitzondering van § 1 en § 3, van de Wet administratieve rechtspraak BES van overeenkomstige toepassing.
3. De artikelen 54 en 55 van de Wet administratieve rechtspraak BES zijn niet van toepassing.
4. In afwijking van artikel 17, vijfde lid, van de Wet administratieve rechtspraak BES bedraagt de termijn binnen welke de bijschrijving of storting van het verschuldigde bedrag dient plaats te vinden, twee weken. De president van het Gemeenschappelijk Hof kan een kortere termijn stellen.
5. Het Gemeenschappelijk Hof behandelt de zaak met overeenkomstige toepassing van § 2 van hoofdstuk 6 van de Wet administratieve rechtspraak BES. Aan het bestuursorgaan wordt terstond een afschrift van het beroepschrift toegezonden.
1. In afwijking van artikel 7 van de Wet administratieve rechtspraak BES wordt het beroep tegen een beschikking op grond van de artikelen G 1, Q 6 en Y 2, in samenhang met artikel G 1, die is gericht op een politieke groepering die blijkens de statuten haar zetel heeft in Bonaire, Sint Eustatius of Saba, ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof.
2. De artikelen G 5, tweede lid, aanhef en onder a, en Ya 42, tweede tot en met vijfde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
1. Tegen een beschikking op grond van de artikelen I 4, S 2 en Y 2 in samenhang met artikel I 4 van deze wet die betreft:
a. een kandidatenlijst waarboven bij de inlevering van de lijst een aanduiding is geplaatst van een politieke groepering die blijkens de statuten haar zetel heeft in Bonaire, Sint Eustatius of Saba, of
b. een kandidatenlijst waarboven geen aanduiding is geplaatst maar waarvan de eerstgenoemde kandidaat ingezetene is van Bonaire, Sint Eustatius of Saba, kan door een belanghebbende, in afwijking van artikel 7 Wet administratieve rechtspraak BES, en iedere kiezer uitsluitend beroep worden ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof.
2. De artikelen I 7, derde tot en met vijfde lid, I 8 en Ya 42, tweede tot en met vijfde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
Tegen een beschikking op grond van de artikelen G 2, G 4 of I 4 die wordt genomen in het kader van de verkiezing van de leden van provinciale staten, kan uitsluitend beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
1. In afwijking van artikel 7 van de Wet administratieve rechtspraak BES wordt het beroep tegen een beschikking op grond van de artikelen G 3 of G 4 die wordt genomen in het kader van de verkiezing van de leden van de eilandsraad, ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof.
2. Tegen een beschikking op grond van artikel I 4 die wordt genomen in het kader van de verkiezing van de leden van de eilandsraad, kan door een belanghebbende, in afwijking van artikel 7 van de Wet administratieve rechtspraak BES, en iedere kiezer uitsluitend beroep worden ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof.
3. Artikel G 5, tweede lid, aanhef en onderdelen b en c, is van overeenkomstige toepassing indien het betreft een beschikking op grond van artikel G 3 of G 4.
4. De artikelen I 7, derde tot en met vijfde lid, en I 8 zijn van overeenkomstige toepassing indien het betreft een beschikking op grond van artikel I 4.
5. Artikel Ya 42, tweede tot en met vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.
1. In het ingevolge artikel G 3, eerste lid, in samenhang met artikel Ya 13 door het centraal stembureau voor de leden van de eilandsraad bij te houden register van aanduidingen schrijft het centraal stembureau ambtshalve als aanduiding in, de aanduiding van de politieke groepering die een vereniging is met volledige rechtsbevoegdheid en wier aanduiding was geplaatst boven een kandidatenlijst waaraan bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van de eilandsraad van de voormalige eilandgebieden Bonaire, Sint Eustatius of Saba een of meer zetels zijn toegekend.
2. Indien de aanduiding van een politieke groepering als bedoeld in het eerste lid, geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een op de voet van artikel G 1 geregistreerde aanduiding van een andere politieke groepering en daardoor verwarring te duchten is, neemt het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de eilandsraad een beschikking als bedoeld in artikel G 4, tweede lid, dat de doorwerking van de op grond van artikel G 1 geregistreerde aanduiding niet plaatsvindt.
1. Indien binnen een termijn van twee maanden na inwerkingtreding van de wet van 17 mei 2010 tot wijziging van de Kieswet in verband met de nieuwe staatsrechtelijke positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbaar lichaam binnen Nederland (Stb. 347) de kandidaatstelling plaatsvindt voor de verkiezing van de leden van de eilandsraad, geldt voor die verkiezing het volgende.
2. De kennisgeving die heeft plaatsgevonden op grond van artikel G 1, achtste lid, voor de verkiezing van de leden van provinciale staten, geldt tevens voor de verkiezing van de leden van de eilandsraad.
3. In afwijking van de artikelen G 3, G 4 en G 5 gelden voor de verkiezing van de leden van de eilandsraad de volgende tijdstippen:
a. in afwijking van artikel G 3, eerste en zesde lid, in samenhang met artikel Ya 13, kunnen verzoeken tot registratie of tot wijziging van de registratie van aanduidingen van politieke groeperingen worden ingediend tot uiterlijk de vijftiende dag voor de dag van de kandidaatstelling;
b. de beslissing van het centraal stembureau op een verzoek, bedoeld in onderdeel a, wordt genomen binnen drie dagen en terstond aan de gemachtigde bekendgemaakt, alsmede terstond ter openbare kennis gebracht op de in het openbaar lichaam gebruikelijke wijze;
c. een beschikking als bedoeld in artikel Ya 48, tweede lid, in samenhang met artikel G 4, tweede lid, wordt genomen uiterlijk op de twaalfde dag voor de dag van de kandidaatstelling;
d. in afwijking van artikel G 5, tweede lid, onder b en c, in samenhang met artikel Ya 46, wordt een beroepschrift tegen:
1°. een beschikking als bedoeld in onderdeel b ingediend uiterlijk op de derde dag na de dagtekening van de openbare kennisgeving, bedoeld in artikel G 3, vijfde lid, dan wel na de dag waarop de beschikking wordt geacht te zijn geweigerd;
2°. een beschikking als bedoeld in onderdeel c ingediend uiterlijk op de derde dag na de dag waarop die beschikking is bekendgemaakt, dan wel na de dag waarop de beschikking geacht wordt te zijn geweigerd;
e. het Gemeenschappelijk Hof doet uitspraak uiterlijk op de zevende dag nadat het beroepschrift is ontvangen en indien de uitspraak strekt tot gegrondverklaring van het beroep, bepaalt hij dat zijn uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde beschikking. De president van het Gemeenschappelijk Hof stelt partijen en het centraal stembureau onverwijld in kennis van de uitspraak.
Bij de kandidaatstelling voor de eerste verkiezing van de leden van de eilandsraad na inwerkingtreding van de wet van 17 mei 2010 tot wijziging van de Kieswet in verband met de nieuwe staatsrechtelijke positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbaar lichaam binnen Nederland (Stb. 347), wordt voor de toepassing van de artikelen H 4, achtste lid, H 14, tweede lid, en I 14, eerste en tweede lid, voor «de laatstgehouden verkiezing van de leden van de gemeenteraad», dan wel voor «de laatstgehouden verkiezing van de leden van het desbetreffende vertegenwoordigend(e) orgaan» gelezen: de laatstgehouden verkiezing van de leden van de eilandsraad van de voormalige eilandgebieden Bonaire, Sint Eustatius of Saba.
1. Artikel Ya 47 en dit artikel vervallen vijf jaar na inwerkingtreding van de wet van 17 mei 2010 tot wijziging van de Kieswet in verband met de nieuwe staatsrechtelijke positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbaar lichaam binnen Nederland (Stb. 347).
2. De artikelen Ya 48, Ya 49 en Ya 50 vervallen vier jaar na inwerkingtreding van de wet van 17 mei 2010 tot wijziging van de Kieswet in verband met de nieuwe staatsrechtelijke positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbaar lichaam binnen Nederland (Stb. 347).
Q
Artikel Z 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «Wetboek van Strafrecht» ingevoegd: dan wel, indien de ontzetting wordt uitgesproken door de strafrechter in Bonaire, Sint Eustatius of Saba, artikel 32, onder 1°, 2° en 4°, van het Wetboek van Strafrecht BES.
2. In het tweede lid wordt na «Wetboek van Strafrecht» ingevoegd: dan wel, indien de ontzetting wordt uitgesproken door de strafrechter in Bonaire, Sint Eustatius of Saba, artikel 32, onder 3°, van het Wetboek van Strafrecht BES.
R
De tabel, bedoeld in artikel E 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder «Nummer van de kieskring» wordt onder «19.» ingevoegd: 20..
2. Onder «Gebied waarover de kieskring zich uitstrekt» wordt achter «20.» ingevoegd: De openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
3. Onder «Gemeente waar het hoofdstembureau is gevestigd» wordt achter «20.» ingevoegd: Bonaire.
1. Indien het bij koninklijke boodschap van 29 oktober 2009 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Kieswet houdende verhoging van de voorkeurdrempel, beperking van de mogelijkheid tot het aangaan van lijstencombinaties alsmede vaststelling van het tijdstip van de stemming voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer (Kamerstukken 32 191) tot wet is of wordt verheven, en eerder in werking is getreden of treedt dan, onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treedt als deze wet, wordt in artikel I van deze wet na onderdeel N een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:
Na
In artikel T 1, tweede lid, wordt na «vijftien uur» ingevoegd: (Europees-Nederlandse tijd).
2. Indien het bij koninklijke boodschap van 29 oktober 2009 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Kieswet houdende verhoging van de voorkeurdrempel, beperking van de mogelijkheid tot het aangaan van lijstencombinaties alsmede vaststelling van het tijdstip van de stemming voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer (Kamerstukken 32 191) tot wet is of wordt verheven, en later in werking treedt dan deze wet, wordt in artikel I, onderdeel F, onderdeel 2, van die wet na «vijftien uur» ingevoegd: (Europees-Nederlandse tijd).
1. Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen en onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
2. Onverminderd het eerste lid, kan artikel I, onderdeel P, hoofdstuk Ya, paragraaf 4, pas in werking treden als de Grondwet voorziet in het kiesrecht van de leden van de eilandsraden van Bonaire, Sint Eustatius en Saba voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot
Gegeven te ’s-Gravenhage, 17 mei 2010
Beatrix
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Th. B. Bijleveld-Schouten
Uitgegeven de eerste september 2010
De Minister van Justitie,
E. M. H. Hirsch Ballin
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2010-347.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.