Vragen van de leden Timmermans en Dikkers (beiden PvdA) aan de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken en de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over Nederlandse bedrijven die geen heil zien in Uruzgan (ingezonden 31 maart 2011).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht dat Nederlandse bedrijven nauwelijks aan de slag zijn gegaan in Afghaanse provincie Uruzgan?1

Vraag 2

Welke projectaanvragen zijn gehonoreerd vanuit het Fonds Economische Opbouw Uruzgan (FEOU) in respectievelijk 2009 en 2010? Welke bedragen zijn hiermee gemoeid?

Vraag 3

Kunt u aangeven wat de verklaring is voor het gegeven, dat ondanks het beschikbare budget vanuit het FEOU, er nauwelijks economische activiteiten in de regio zijn opgestart? Hoeveel aanvragen zijn er nu nog in behandeling?

Vraag 4

Is het waar dat het projectvoorstel van bureau Ferendi, die een haalbaarheidsstudie naar de regio doet, wegens gebrek aan kwaliteit per direct is gestaakt?

Vraag 5

Is het waar dat de werkzaamheden van het FEOU tijdelijk zijn opgeschort? Indien ja, waarom?

Vraag 6

Deelt u de mening van de Voorzitter van VNO-NCW, Bernard Wientjes, dat het wenselijk zou zijn het Nederlands Centrum voor Handelsbevordering vanaf nu het voortouw te laten nemen bij het bevorderen van handelsklimaat in de regio?

Vraag 7

Deelt u de mening dat, gezien de ervaring met projectaanvragen in de instabiele regio Uruzgan, er meer dan alleen investeringen door het bedrijfsleven nodig zijn om de economische activiteiten in ontwikkelingslanden te ontplooien? Zo nee, waarom niet? Zo ja, aan welke begeleidende programma’s denkt u dan?

Vraag 8

Hoe gaat u de ervaringen opgedaan in Uruzgan verwerken in de nieuwe bedrijfslevenprogramma’s?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Ferrier (CDA), ingezonden 31 maart 2011 (vraagnummer 2011Z06690).


X Noot
1

Trouw, «Bedrijfsleven laat Uruzgan links liggen», 26 maart 2011.

Naar boven