Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | 36610 nr. B |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | 36610 nr. B |
Vastgesteld 28 november 2024
Het voorliggende wetsvoorstel heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.
Inleiding
De leden van de fracties van de BBB en D66 hebben met belangstelling kennisgenomen van de diverse wetsvoorstellen die onderdeel vormen van het Pakket Belastingplan 2025 en hebben enkele vragen over het voorliggende wetsvoorstel.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de fractie van de BBB zijn van mening dat de huidige fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten noodzakelijk zijn voor de continuïteit van de Nederlandse familiebedrijven die de motor van onze economie vormen. Zij zijn dan ook verheugd dat deze faciliteiten in stand blijven en kunnen zich volledig vinden in het in de Tweede Kamer aangenomen amendement.2 Door dit amendement wordt de ingangsdatum van het vereiste dat een belang van 5% in gewone aandelen moet worden gehouden om de faciliteiten toe te passen (het «5%-vereiste») bepaald op 1 januari 2026 of zoveel later op de datum dat de Europese Commissie de vorig jaar aangekondigde wijzigingen heeft goedgekeurd, waardoor de faciliteiten ook van toepassing worden voor zeer kleine belangen in familieverband, waarbij de verwateringsregeling op sommige punten is versoepeld.
De leden van de BBB-fractie hebben hier nog wel enkele vragen over. Zij hebben uit de beantwoording van vragen tijdens de technische briefing3 begrepen dat de reactie van de Europese Commissie minimaal één jaar kan duren en mogelijk nog langer op zich zal laten wachten. De leden van de BBB-fractie vragen wat een eventuele negatieve beslissing van de Europese Commissie zal betekenen. Zij vragen zich af of de beperking van de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten op grond van het 5%-vereiste dan ook zal komen te vervallen. Mocht dit het geval zijn dat horen zij graag hoe dit wordt vormgegeven en welke andere gevolgen dit heeft.
Daarnaast hebben de leden van de BBB-fractie nog enkele andere vragen over dit wetsvoorstel zoals dit luidt na de nota van wijziging.4 Vanwege de nu gekozen systematiek is het in de praktijk mogelijk dat aandeelhouders worden uitgesloten van de faciliteiten door handelingen van andere aandeelhouders, zo stellen de leden van de BBB-fractie. De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) heeft hier ook melding van gemaakt.5 Genoemde leden ontvangen graag een reactie hierop, meer in het bijzonder horen zij graag of deze gevolgtrekking juist is en of er mogelijkheden zijn om dit te voorkomen.
Ook horen de leden van de BBB-fractie graag een reactie op de stelling van de NOB «dat het opsplitsen in een preferent en niet-preferent deel in de praktijk erg complex zal zijn en de samenhang met de bezits- en voortzettingseis tot aanvullende complexiteit zal zorgen».6 In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel staat vermeld dat de uitvoeringstoets «alleen groene vlaggen [bevat] met alleen een gele vlag voor het onderdeel complexiteit».7 Dit betreffen de uitvoeringsgevolgen voor de Belastingdienst. De leden van de BBB-fractie vragen de regering of zij het met hen eens is dat dit niet voor de uitvoeringsgevolgen van de familiebedrijven geldt. Verder vragen zij in dit verband of de regering hierdoor een (grote) toename van bezwaar- of beroepschriftprocedures verwacht van familiebedrijven, al dan niet bijgestaan door hun adviseur.
Ondernemers voor de inkomstenbelasting (IB-ondernemers) kennen geen preferente aandelen, maar er zijn wel situaties denkbaar die in economische zin vergelijkbaar zijn, zo merken de leden van de BBB-fractie op. Als voorbeeld wijzen zij op het geval dat winstreserves zijn voorbehouden door een firmant in een vennootschap onder firma (vof). In dergelijke situaties worden die firmanten niet uitgesloten van de bedrijfopvolgingsregeling (BOR) noch van de doorschuifregeling (DSR) in de inkomensbelasting. Dit houdt in dat ondernemers die hun onderneming drijven in de vorm van een kapitaalvennootschap, worden gediscrimineerd ten opzichte van IB-ondernemers, aldus de leden van de BBB-fractie. Gezien het feit dat is beoogd om beide soorten ondernemers zoveel mogelijk fiscaal neutraal te behandelen, is er volgens de leden van de BBB-fractie mogelijk sprake van een onrechtvaardig onderscheid.8 Zij vragen de regering een reactie op het voorgaande te geven. De leden van de BBB-fractie vragen verder in hoeverre een dergelijk onderscheid juridisch houdbaar is wanneer een belastingplichtige of houder van preferente aandelen zich hier bij de rechter op beroept en informeren of de kans bestaat dat de rechter de belastingplichtige uiteindelijk in het gelijk zal stellen.
Misbruik dient te worden aangepakt, laat daar geen misverstand over bestaan, zo benadrukken de leden van de BBB-fractie. Volgens de leden van de BBB-fractie is er echter sprake van «overkill» nu er ook heel veel reguliere situaties door deze bepalingen worden getroffen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan «tracking stocks», lidmaatschapsrechten in een coöperatie (door de gelijkschakeling met winstbewijzen waarvoor de faciliteiten niet gelden) en letteraandelen. Ook de NOB wijst daar al op.9 De leden van de BBB-fractie horen graag hoe de regering hiertegen aan kijkt. Zij vragen de regering of zij mogelijkheden ziet om «overkill» in reguliere situaties te voorkomen: bijvoorbeeld door lidmaatschapsrechten in een coöperatie voor de toepassing van deze faciliteiten gelijk te schakelen met aandelen of anderszins.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Aan dit wetsvoorstel wordt een definitie van preferente aandelen toegevoegd. Deze preferente aandelen komen niet in aanmerking voor de bedrijfsopvolgingsregeling, zo merken de leden van de D66-fractie op. Zij vragen wat de gevolgen zullen zijn van de toevoeging van de definitie van preferente aandelen als dit wetsvoorstel wordt aangenomen. Ook informeren zij naar de consequenties van de toevoeging van deze definitie voor managementparticipaties als dit wetsvoorstel wordt aangenomen.
De leden van de vaste commissie voor Financiën zien de reactie van de regering met belangstelling tegemoet en ontvangen de nota naar aanleiding van het verslag graag uiterlijk vrijdag 29 november 2024.
De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, Van Ballekom
De griffier van de vaste commissie voor Financiën, De Man
Samenstelling:
Kroon (BBB) (ondervoorzitter), Van Wijk (BBB), Heijnen (BBB), Griffioen (BBB), Martens (GroenLinks-PvdA), Crone (GroenLinks-PvdA), Karimi (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Rosenmöller (GroenLinks-PvdA), Van Ballekom (VVD) (voorzitter), Geerdink (VVD), Vogels (VVD), Bovens (CDA), Bakker-Klein (CDA), Aerdts (D66), Moonen (D66), Van Strien (PVV), Visseren-Hamakers (PvdD), Baumgarten (JA21), Van Apeldoorn (SP), Holterhues (CU), Van den Oetelaar (FVD), Schalk (SGP), Hartog (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)
Amendement van het lid Stoffer d.d. 15 oktober 2024 ( Kamerstukken II 2024/25, 36 610, nr. 8).
De vaste commissie voor Financiën heeft op 18 november 2024 een technische briefing ontvangen over het pakket Belastingplan 2025.
Nieuwsbericht op de website van NOB d.d. 17 oktober 2024 « Reactie op het Wetsvoorstel aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025 en de nota van wijziging», p. 1.
Nieuwsbericht op de website van NOB d.d. 17 oktober 2024 « Reactie op het Wetsvoorstel aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025 en de nota van wijziging», p. 1.
Nieuwsbericht op de website van NOB d.d. 17 oktober 2024 « Reactie op het Wetsvoorstel aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025 en de nota van wijziging», p. 4.
Nieuwsbericht op de website van NOB d.d. 17 oktober 2024 « Reactie op het Wetsvoorstel aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025 en de nota van wijziging», p. 4.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36610-B.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.