Tweede Kamer der Staten-Generaal

36 550 IV Wijziging van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2023‒2024

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV);

  • 2. de begrotingsstaat voor het BES-fonds (H).

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenaamde begrotingstoelichting).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,H.M.de Jonge

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

De eerste suppletoire begroting geeft een beeld van de uitvoering van de begroting 2024 (Kamerstukken II 2023/24, 36410 IV, nr. 1).

In deze eerste suppletoire begroting worden in de tabellen cijfers over zes begrotingsjaren weergegeven, in voorgaande jaren waren dit maar vijf begrotingsjaren. Voor het begrotinsjaar 2029 zijn de middelen in de deze eerste suppletoire begroting toegevoegd.

Onderstaand is het overzicht te vinden van uitgaven in verband met coronamaatregelen van Koninkrijksrelaties (IV). Voor het BES-fonds (H) zijn er geen coronamaatregelen te melden.

Tabel 1 Extracomptabel overzicht coronamaatregelen Koninkrijksrelaties (bedragen x € 1.000)

Artikelnummer

naam maatregel/regeling

Bedrag verplichtingen 2023

Bedrag uitgaven 2023

Bedrag ontvangsten 2023

Relevante Kamerstukken

4

Landspakket Sint Maarten

249

249

0

Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 32

Totaal

 

249

249

0

 

Uitgangspunt bij de tabel budgettaire gevolgen van beleid is dat per artikel de beleidsmatige en technische mutaties toegelicht worden, die groter dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) zijn opgenomen, de zogenaamde staffel. In het kader van transparantie of anderszins kan het voorkomen dat mutaties beneden deze ondergrenzen ook worden toegelicht.

Tabel 2 Ondergrenzen conform RBV 2024

Begrotingsartikel

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

1. Versterken rechtsstaat

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln.

4. Bevorderen sociaaleconomische structuur

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln.

5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

6. Apparaat

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

7. Nog onverdeeld

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

1. BES-fonds

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 4 mln.

2 Beleid Koninkrijksrelaties

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Tabel 3 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2024 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Uitgaven 2024

Uitgaven 2025

Uitgaven 2026

Uitgaven 2027

Uitgaven 2028

Uitgaven 2029

Vastgestelde begroting 2024

 

223.203

172.553

172.587

192.766

155.980

0

Belangrijkste suppletoire mutaties

       

1) Grensbewaking

1

‒ 17.033

0

0

0

0

0

2) Recherche capaciteit

1

‒ 14.360

0

0

0

0

0

3) Rechtelijke macht

1

‒ 4.824

0

0

0

0

0

4) Slavernijverleden

2

3.333

26.999

10.666

10.666

9.666

5.333

5) Tijdelijke Werkorganisatie

4

‒ 13.337

0

6.669

6.668

0

0

6) Onderwijshuisvesting Curaçao

4

‒ 10.666

10.666

0

0

0

0

7) Klif Sint Eustatius

4

‒ 7.600

7.600

0

0

0

0

8) Tijdelijke Werkorganisatie overboeking naar BZK

7

‒ 2.936

0

0

0

0

0

9) Loon- en prijsbijstelling 2024

7

7.690

6.786

6.788

7.919

6.256

6.256

10) Extrapolaties 2029

Div

0

0

0

0

0

138.613

11) Overige mutaties

Div

‒ 4.283

3.198

3.234

3.457

2.071

2.463

        

Stand 1e suppletoire begroting 2024

 

159.187

227.802

199.944

221.476

173.973

152.665

Toelichting uitgavenmutaties

1. Grensbewaking

In het kader van de versterking van het grenstoezicht levert de Koninklijke Marechaussee (KMar) een bijdrage. Hiertoe is een protocol opgesteld en ondertekend tussen Nederland en de Caribische landen. Circa € 17 mln. wordt overgeboekt van de begroting van Koninkrijksrelaties naar de begroting van het ministerie van Defensie, onderdeel Koninklijke Marechaussee.

2. Recherche capaciteit

De jaarlijkse ondermijningsmiddelen ten behoeve van het Recherchesamenwerkingsteam (RST) worden beschikbaar gesteld aan het ministerie van Justitie en Veiligheid. Dit betreft een overboeking van circa € 14,4 mln van de begroting van Koninkrijksrelaties.

3. Rechtelijke macht

De beschikbaar gestelde middelen voor de ondermijningaanpak Cariben 2024 worden overgeheveld van de begroting van Koninkrijksrelaties naar de begroting van Justitie en Veiligheid. Dit betreft middelen voor 2024 voor het Gemeenschappelijk Hof (€ 1,9 mln.), Openbaar Ministerie Aruba (€ 0,6 mln.) en het Parket-Generaal (€ 2,3 mln.).

4. Slavernijverleden

Dit zijn de middelen die naar aanleiding van de excuses beschikbaar zijn gesteld zijn gericht op kennis en bewustwording, erkenning, herdenking en de doorwerking van het trans-Atlantisch slavernijverleden voor de Caribische delen van het Koninkrijk.

5. Tijdelijke Werkorganisatie

De uitgaven van de middelen voor de ondersteuning van de uitvoering van de Landspakketen verlopen minder snel dan verwacht door onder andere een tekort in de uitvoeringscapaciteit. Daarnaast duurt de besluitvorming over complexe en majeure hervormingen langer. Daarom vindt een kasschuif van circa € 13,3 mln. plaats van 2024 naar de jaren 2026 en 2027.

6. Onderwijshuisvesting Curaçao

De voorbereidingen van het onderhoud aan scholen op Curaçao duurt langer dan eerder werd gedacht. Daarom wordt via een kasschuif circa € 10,6 mln. doorgeschoven van 2024 naar 2025.

7. Klif Sint Eustatius

In 2024 kan door vertraging niet alle beschikbare middelen voor de werkzaamheden aan de klif op Sint Eustatius worden ingezet. Daarom vindt een kasschuif van € 7,6 mln. plaats naar 2025.

8. Tijdelijke Werkorganisatie overboeking naar BZK

Er vindt een overboeking plaats naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van € 2,9 mln. van de KR begroting voor de dekking van de apparaatskosten van de Tijdelijke Werkorganisatie.

9. Loon- en prijsbijstelling 2024

Dit is de meerjarige loon- en prijsbijstelling voor Koninkrijksrelaties.

10. Extrapolatie 2029

In miljoenennotajaar 2024 is het jaar 2029 toegevoegd aan de begroting. De middelen voor 2029 zijn via de extrapolatie in de 1e suppletoire begroting toegevoegd.

Tabel 4 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2024 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Ontvangsten 2024

Ontvangsten 2025

Ontvangsten 2026

Ontvangsten 2027

Ontvangsten 2028

Ontvangsten 2029

Vastgestelde begroting 2024

 

49.958

186.899

203.899

127.676

218.821

0

Belangrijkste suppletoire mutaties

       

1) Leningen

5

95.807

23.038

23.038

23.038

23.038

23.038

2) Extrapolaties 2029

5

0

0

0

0

0

283.023

3) Diverse ontvangsten

Div

539

‒ 4.593

‒ 3.106

‒ 3.106

‒ 3.106

‒ 3.106

        

Stand 1e suppletoire begroting 2024

 

146.304

205.344

223.831

147.608

238.753

302.955

Toelichting ontvangstenmutaties

1. Leningen

Jaarlijks worden de aflossingen op de uitstaande leningen aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten hergewaardeerd tegen de actuele begrotingskoers en wordt het laatste jaar toegevoegd. Voor 2024 wordt er € 72,8 mln. aan renteontvangsten toegevoegd. Daarnaast zijn de ontvangsten uit aflossingen bijgesteld inclusief de toevoeging van de aflossing op de liquiditeitslening van Aruba die in 2024 begint (€ 23,0 mln.).

2. Extrapolatie 2029

In miljoenennotajaar 2024 is het jaar 2029 toegevoegd aan de begroting. De middelen voor 2029 zijn via de extrapolatie in de 1e suppletoire begroting toegevoegd.

3 Beleidsartikelen Koninkrijksrelaties

3.1 Artikel 1. Versterken rechtsstaat

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Versterken rechtsstaat (bedragen x € 1.000)
  

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Art.

Verplichtingen

80.049

0

80.049

‒ 36.278

43.771

3.629

3.630

4.738

4.738

92.135

            
 

Uitgaven

80.049

0

80.049

‒ 36.278

43.771

3.629

3.630

4.738

4.738

92.135

            

1.0

Versterken rechtsstaat

80.049

0

80.049

‒ 36.278

43.771

3.629

3.630

4.738

4.738

92.135

 

Subsidies (regelingen)

1.044

0

1.044

‒ 1.016

28

‒ 1.016

‒ 1.016

‒ 1.016

‒ 1.016

28

 

Bestuurlijke aanpak

1.044

0

1.044

‒ 1.016

28

‒ 1.016

‒ 1.016

‒ 1.016

‒ 1.016

28

 

Opdrachten

2.118

0

2.118

‒ 1.919

199

‒ 2.118

‒ 2.118

0

0

0

 

Detentie - Algemeen

2.118

0

2.118

‒ 2.039

79

‒ 2.118

‒ 2.118

0

0

0

 

Diverse opdrachten

0

0

0

120

120

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

0

0

0

1.944

1.944

2.180

2.180

0

0

0

 

Detentie - Algemeen

0

0

0

1.944

1.944

2.180

2.180

0

0

0

 

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

0

972

972

1.074

1.074

1.074

1.074

1.074

 

Bestuurlijke aanpak

0

0

0

972

972

1.074

1.074

1.074

1.074

1.074

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

17.882

0

17.882

‒ 1.482

16.400

0

0

0

0

0

 

Detentie - Vastgoed

17.882

0

17.882

‒ 1.482

16.400

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

59.005

0

59.005

‒ 34.777

24.228

3.509

3.510

4.680

4.680

91.033

 

Grensbewaking (Defensie)

27.576

0

27.576

‒ 17.033

10.543

1.636

1.636

1.636

1.636

31.824

 

Recherchecapaciteit (JenV)

15.233

0

15.233

‒ 13.534

1.699

952

950

2.190

2.190

42.594

 

Rechterlijke macht (JenV)

11.332

0

11.332

‒ 4.210

7.122

658

661

591

591

11.488

 

Douane (Financiën)

4.864

0

4.864

0

4.864

263

263

263

263

5.127

            
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

            

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 6 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 1
 

2024

juridisch verplicht

6,3%

bestuurlijk gebonden

89,0%

beleidsmatig gereserveerd

2,3%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

2,4%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 1 is 6,3% juridisch verplicht.

Opdrachten

Detentie - Algemeen

Dit betreft een reallocatie van opdrachten naar bijdragen aan ZBO's/RWT's om de uitgaven op het juiste instrument te kunnen verantwoorden.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Detentie - Algemeen

Dit betreft een reallocatie van opdrachten naar bijdragen aan ZBO's/RWT's om de uitgaven op het juiste instrument te kunnen verantwoorden.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Grensbewaking (Defensie)

In het kader van de versterking van het grenstoezicht levert de Koninklijke Marechaussee (KMar) een bijdrage. Hiertoe is een protocol opgesteld en ondertekend tussen Nederland en de Caribische landen. Circa € 17 mln. wordt overgeboekt van de begroting van Koninkrijksrelaties naar de begroting van het ministerie van Defensie, onderdeel Koninklijke Marechaussee.

Recherchecapaciteit (JenV)

De jaarlijkse ondermijningsmiddelen ten behoeve van het Recherchesamenwerkingsteam (RST) worden beschikbaar gesteld aan het ministerie van Justitie en Veiligheid. Dit betreft een overboeking van circa € 14,4 mln van de begroting van Koninkrijksrelaties. Daarnaast is de loon- en prijsbijstelling 2024 toegevoegd aan het budget van het RST.

Rechterlijke macht (JenV)

De beschikbaar gestelde middelen voor de ondermijningaanpak Cariben 2024 worden overgeheveld van de begroting van Koninkrijksrelaties naar de begroting van Justitie en Veiligheid. Dit betreft middelen voor 2024 voor het Gemeenschappelijk Hof (€ 1,9 mln.), Openbaar Ministerie Aruba (€ 0,6 mln.) en het Parket-Generaal (€ 2,3 mln.).

3.2 Artikel 2. Slavernijverleden

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Slavernijverleden (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2024 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

 
 

Verplichtingen

0

0

0

3.333

3.333

26.999

10.666

10.666

9.666

5.333

            
 

Uitgaven

0

0

0

3.333

3.333

26.999

10.666

10.666

9.666

5.333

            

2.0

Slavernijverleden

          
 

Subsidies (regelingen)

0

0

0

3.333

3.333

6.666

6.666

6.666

6.666

3.333

 

Maatschappelijke initiatieven

0

0

0

3.333

3.333

6.666

6.666

6.666

6.666

3.333

 

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

0

0

0

20.333

4.000

4.000

3.000

2.000

 

Maatregelen bewustwording, betrokkenheid en doorwerking slavernijverleden

0

0

0

0

0

20.333

4.000

4.000

3.000

2.000

            
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Tabel 8 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 2
 

2024

juridisch verplicht

0,0%

bestuurlijk gebonden

100,0%

beleidsmatig gereserveerd

0,0%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,0%

Juridisch verplicht

De middelen zijn 0% juridisch verplicht, maar wel 100% bestuurlijk gebonden. De invulling van de doelen vereist namelijk de ruimte om de middelen voor deze doelen te behouden over de jaargrenzen heen. Daarom hebben deze middelen 100% eindejaarsmarge. Dit geldt zowel voor de middelen voor maatschappelijke initiatieven als voor maatregelen voor bewustwording, betrokkenheid en doorwerking.

Uitgaven

Op 19 december 2022 heeft de minister-president namens de regering excuses aangeboden voor het handelen van de Nederlandse staat in het verleden: postuum aan alle tot slaaf gemaakten die wereldwijd onder dat handelen hebben geleden, aan hun dochters en zonen, en aan al hun nazaten tot in het hier en nu.

De middelen die naar aanleiding van de excuses beschikbaar zijn gesteld zijn gericht op kennis en bewustwording, erkenning, herdenking en de doorwerking van het trans-Atlantisch slavernijverleden. Uitgangspunten voor de invulling hiervan zijn: (1) navolgbaar- en inzichtelijkheid (2) programmering en bestemming van deze middelen. Dit vindt in gezamenlijkheid met ondere nazaten andere betrokken plaats Daar komt bij dat een begrotingsartikel het beste aansluit ‘bij de ambitie die het kabinet heeft uitgesproken om de invulling van het fonds van € 200 mln. laagdrempelig vorm te geven in samenspraak met onder andere nazaten en betrokken maatschappelijke en grass roots organisaties in Nederland, het Caribisch deel van het Koninkrijk en Suriname. Een begrotingsartikel borgt deze ruimte’ (Kamerstukken II 2022/23, 36284, nr. 28). Om aan te sluiten bij de behoefte van een wettelijke grondslag van deze toezegging in de kabinetsreactie is er in 2023 een begrotingsartikel aan de BZK-begroting (H7) toegevoegd.

Middelen voor Caribisch deel van het Koninkrijk

Op 29 september 2023 heeft de ministeriële stuurgroep slavernijverleden over de geografische balans van de besteding van de € 200 mln. het volgende besloten (Kamerstukken II 2022/23, 36284, nr. 34) (Kamerstukken II 2023/24, 36284 nr. 36):

  • Uit de € 100 mln. voor de regeling voor maatschappelijke initiatieven wordt € 33,3 mln. gereserveerd voor het Caribisch deel van het Koninkrijk, waarvoor een subsidieregeling wordt uitgewerkt.

  • Uit de € 100 mln. voor maatregelen voor bewustwording, betrokkenheid en doorwerking wordt € 33,3 mln. gereserveerd voor het Caribisch deel van het Koninkrijk, waarmee invulling kan worden gegeven aan de op 19 december 2022 gedane toezeggingen (en indien gewenst en mogelijk nog meer) (Kamerstukken II 2022/23, 36284, nr. 1). Ieder (ei)land werkt hiervoor aan een eigen (herstel)agenda en momenteel worden samen met departementen (zoals VWS en OCW) voorstellen voor (intereilandelijke) projecten ontwikkeld.

Subsidies (regelingen)

Maatschappelijke initiatieven

Dit betreft uitgaven om invulling te geven aan de subsidieregeling voor maatschappelijke initiatieven Trans-Atlantisch slavernijverleden voor de Caribische delen van het Koninkrijk. Het streven is dat de regeling in de zomer van 2024 gepubliceerd wordt in de Staatscourant en Staatsbladen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Het gaat om circa € 33,3 mln., verdeeld over de jaren 2024 tot en met 2029. Deze middelen zijn overgeboekt van de begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (HVII) naar de begroting van Koninkrijksrelaties (HIV).

Bijdrage aan medeoverheden

Maatregelen voor bewustwording, betrokkenheid en doorwerking

Dit betreft uitgaven voor bewustwording, betrokkenheid en doorwerking van slavernijverleden voor de Caribische delen van het Koninkrijk. De middelen zijn bedoeld voor initiatieven die bijdragen aan ten minste één van de drie doelstellingen: kennis en bewustwording; erkenning en herdenken; en doorwerking en verwerking. De invulling van deze middelen geschiedt in samenwerking met nazaten, vertegenwoordigers uit het Caribisch deel van het Koninkrijken en overige betrokkenen. Voor 2025 is € 20,3 mln. overgeboekt van de begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (HVII) naar de begroting van Koninkrijksrelaties (HIV).

3.3 Artikel 4. Bevorderen sociaaleconomische structuur

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur (bedragen x € 1.000)
  

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Art.

Verplichtingen

81.525

0

81.525

‒ 40.113

41.412

11.569

580

960

545

9.687

            
 

Uitgaven

83.919

0

83.919

‒ 40.113

43.806

11.569

580

960

545

13.687

            

4.1

Curaçao, Sint Maarten en Aruba

62.154

0

62.154

‒ 32.261

29.893

3.516

‒ 96

284

‒ 131

7.043

 

Subsidies (regelingen)

53.388

0

53.388

‒ 36.472

16.916

‒ 2.583

‒ 7.580

‒ 8.585

0

0

 

Diverse subsidies

100

0

100

0

100

0

0

0

0

0

 

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

38.988

0

38.988

‒ 24.806

14.182

‒ 13.249

‒ 7.580

‒ 8.585

0

0

 

Onderwijshuisvesting Curaçao

14.300

0

14.300

‒ 11.666

2.634

10.666

0

0

0

0

 

Opdrachten

1.662

0

1.662

3.901

5.563

4.098

5.483

6.868

‒ 132

1.630

 

Opdrachten landen

1.662

0

1.662

‒ 1.099

563

‒ 902

‒ 517

‒ 132

‒ 132

1.630

 

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

0

0

0

5.000

5.000

5.000

6.000

7.000

0

0

 

Inkomensoverdrachten

5.268

0

5.268

0

5.268

0

0

0

0

5.268

 

Toeslagen op pensioenen NA

5.268

0

5.268

0

5.268

0

0

0

0

5.268

 

Bijdrage aan medeoverheden

1.678

0

1.678

322

2.000

2.000

2.000

2.000

0

0

 

Onderwijshuisvesting Curaçao

1.678

0

1.678

‒ 1.678

0

0

0

0

0

0

 

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

0

0

0

2.000

2.000

2.000

2.000

2.000

0

0

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

158

0

158

‒ 12

146

1

1

1

1

145

 

Diverse bijdragen

158

0

158

‒ 12

146

1

1

1

1

145

4.2

Caribisch Nederland

21.765

0

21.765

‒ 7.852

13.913

8.053

676

676

676

6.644

 

Subsidies (regelingen)

1.139

0

1.139

465

1.604

11

11

11

11

846

 

Subsidies Caribisch Nederland

1.139

0

1.139

465

1.604

11

11

11

11

846

 

Opdrachten

1.636

0

1.636

494

2.130

650

650

650

650

2.358

 

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht

1.636

0

1.636

‒ 106

1.530

50

50

50

50

1.758

 

Opdrachten Caribisch Nederland

0

0

0

600

600

600

600

600

600

600

 

Inkomensoverdrachten

1.349

0

1.349

0

1.349

0

0

0

0

1.349

 

Pensioenen en uitkeringen politieke ambtsdragers

1.349

0

1.349

0

1.349

0

0

0

0

1.349

 

Bijdrage aan medeoverheden

17.641

0

17.641

‒ 8.811

8.830

7.392

15

15

15

2.091

 

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht

17.641

0

17.641

‒ 8.811

8.830

7.392

15

15

15

2.091

            
 

Ontvangsten

0

0

0

1.149

1.149

0

0

0

0

0

            

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 10 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 4
 

2024

juridisch verplicht

41,2%

bestuurlijk gebonden

43,9%

beleidsmatig gereserveerd

3,4%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

11,5%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 4 is 41,2% juridisch verplicht.

Artikel 4.1 Curaçao, Sint Maarten en Aruba

Subsidies (regelingen)

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

De uitgaven van de middelen voor de ondersteuning van de uitvoering van de Landspakketen verlopen minder snel dan verwacht door onder andere een tekort in de uitvoeringscapaciteit. Daarnaast duurt de besluitvorming over complexe en majeure hervormingen langer. Daarom vindt een kasschuif van circa € 13,3 mln. plaats van 2024 naar de jaren 2026 en 2027.

De resterende € 10,5 mln. betreffen voornamelijk reallocaties van het TWO-programmabudget naar verschillende instrumenten om de uitgaven op het juiste instrument te kunnen verantwoorden.

Vanuit artikel 7 onvoorzien wordt er € 1,0 mln. aan eindejaarsmarge aan het budget van TWO toegevoegd. Per jaareinde 2023 zijn verplichtingen op het instrument subsidies TWO overgelopen naar 2024 omdat de facturen hiervoor door leveranciers later zijn ingediend. Dit heeft geleid tot onderbesteding ten opzichte van het budget.

Onderwijsvesting Curaçao

De voorbereidingen van het onderhoud aan scholen op Curaçao duurt langer dan eerder werd gedacht. Daarom wordt via een kasschuif circa € 10,6 mln. doorgeschoven van 2024 naar 2025.

In 2023 is € 1,0 mln. meer verstrekt aan onderwijshuisvesting Curaçao dan er budget beschikbaar was. Deze extra middelen waren afkomstig uit de TWO subsidiemiddelen. De middelen worden nu weer gerealloceerd van onderwijshuisvesting naar TWO subsidiemiddelen.

Opdrachten

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

Dit betreft een reallocatie van het TWO-programmabudget van het instrument subsidies naar opdrachten om de uitgaven op het juiste instrument te kunnen verantwoorden.

Bijdrage aan medeoverheden

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

Dit betreft een reallocatie van het TWO-programmabudget van het instrument subsidies naar bijdrage aan medeoverheden om de uitgaven op het juiste instrument te kunnen verantwoorden.

Artikel 4.2 Caribisch Nederland

Bijdrage aan medeoverheden

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht

In 2024 kan door vertraging niet alle beschikbare middelen voor de werkzaamheden aan de klif op Sint Eustatius worden ingezet. Daarom vindt een kasschuif van € 7,6 mln. plaats naar 2025.

3.4 Artikel 5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen (bedragen x € 1.000)
  

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Art.

Verplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

‒ 17.367

            
 

Uitgaven

28.517

0

28.517

0

28.517

0

0

0

0

11.150

            

5.1

Schuldsanering Curaçao en Sint Maarten

28.517

0

28.517

0

28.517

0

0

0

0

11.150

 

Leningen

28.517

0

28.517

0

28.517

0

0

0

0

11.150

 

Schuldsanering

28.517

0

28.517

0

28.517

0

0

0

0

11.150

            
 

Ontvangsten

49.958

0

49.958

95.197

145.155

18.445

19.932

19.932

19.932

302.955

            

Geschatte budgetflexibiliteit

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 5 is 100% juridisch verplicht en dit betreft volledig het instrument leningen.

Leningen

Het totale uitgavenbudget op artikel 5 is bestemd voor de leningen vanuit de schuldsanering van Curaçao en Sint Maarten via de begroting Koninkrijksrelaties. Dit is terug te voeren naar de bestuurlijke afspraken die zijn gemaakt in aanloop naar de nieuwe staatkundige verhoudingen per 10 oktober 2010. Daarbij heeft Nederland een oplossing geboden voor de toenmalige schuldenproblematiek door de verplichting op zich te nemen een belangrijk deel van de schulden van Curaçao en Sint Maarten over te nemen. Deze leningen zijn voor 100% juridisch verplicht.

Ontvangsten

Leningen

Jaarlijks worden de aflossingen op de uitstaande leningen aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten hergewaardeerd tegen de actuele begrotingskoers en wordt het laatste jaar toegevoegd. Voor 2024 wordt er € 72,8 mln. aan renteontvangsten toegevoegd. Daarnaast zijn de ontvangsten uit aflossingen bijgesteld inclusief de toevoeging van de aflossing op de liquiditeitslening van Aruba die in 2024 begint (€ 23,0 mln.).

3.5 Artikel 8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden (bedragen x € 1.000)
  

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Art.

Verplichtingen

0

0

0

1.569

1.569

722

0

0

0

0

            
 

Uitgaven

0

0

0

1.569

1.569

722

0

0

0

0

            

8.1

Wederopbouw

0

0

0

1.569

1.569

722

0

0

0

0

 

Opdrachten

0

0

0

1.569

1.569

722

0

0

0

0

 

Wederopbouw op Sint Maarten

0

0

0

1.569

1.569

722

0

0

0

0

            
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

            

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 13 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 8
 

2024

juridisch verplicht

0,0%

bestuurlijk gebonden

100,0%

beleidsmatig gereserveerd

0,0%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,0%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 8 is 0% juridisch verplicht.

Opdrachten

Wederopbouw op Sint Maarten

Er vindt een reallocatie van budget plaats van € 0,8 mln. in 2024 en 2025 van artikel 7 onvoorzien naar artikel 8 om uitgaven voor de Royal Schiphol Group te kunnen dekken.

Er wordt uit de eindejaarsmarge € 1,0 mln. toegevoegd aan artikel 8 om facturen van Royal Schiphol Groep uit 2023 die in dat jaar niet ontvangen zijn, in 2024 te kunnen betalen.

4 Niet-beleidsartikelen Koninkrijksrelaties

4.1 Artikel 6. Apparaat

Budgettaire gevolgen

Tabel 14 Budgettaire gevolgen artikel 6 Apparaat (bedragen x € 1.000)
  

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Art.

Verplichtingen

29.045

0

29.045

3.774

32.819

11.697

11.097

10.939

3.300

27.893

            
 

Uitgaven

29.045

0

29.045

3.774

32.819

11.697

11.097

10.939

3.300

27.893

            

6.0

Apparaat

29.045

0

29.045

3.774

32.819

11.697

11.097

10.939

3.300

27.893

 

Personele uitgaven

16.327

0

16.327

4.079

20.406

9.849

9.360

9.329

1.939

15.756

 

Eigen personeel

15.770

0

15.770

3.458

19.228

9.112

8.670

8.620

1.780

15.217

 

Inhuur externen

557

0

557

621

1.178

737

690

709

159

539

 

Materiële uitgaven

12.718

0

12.718

‒ 305

12.413

1.848

1.737

1.610

1.361

12.137

 

Overige materiële uitgaven

12.718

0

12.718

‒ 305

12.413

1.848

1.737

1.610

1.361

12.137

            
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

            

Toelichting

Personele uitgaven

Eigen personeel

Er vindt jaarlijks een reallocatie van € 6,2 mln plaats voor de jaren 2024 tot en met 2027 van artikel 4 subsidies Tijdelijke Werkorganisatie om de apparaatsuitgaven op het juiste instrument te kunnen verantwoorden.

Er vindt een overboeking plaats naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van € 2,9 mln. van de KR begroting voor de dekking van de apparaatskosten van de Tijdelijke Werkorganisatie.

De middelen voor Werk aan Uitvoering worden vanuit de aanvullende post bij het ministerie van Financiën op de KR begroting toegevoegd voor de jaren 2024 tot en met 2027 (totaal € 3,1 mln.)

4.2 Artikel 7. Nog onverdeeld

Budgettaire gevolgen

Tabel 15 Budgettaire gevolgen artikel 7 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
  

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Art.

Verplichtingen

1.673

0

1.673

3.699

5.372

633

1.384

1.407

‒ 256

2.467

            
 

Uitgaven

1.673

0

1.673

3.699

5.372

633

1.384

1.407

‒ 256

2.467

            

7.0

Nog onverdeeld

1.673

0

1.673

3.699

5.372

633

1.384

1.407

‒ 256

2.467

 

Nog te verdelen

1.673

0

1.673

3.699

5.372

633

1.384

1.407

‒ 256

2.467

 

Onvoorzien

1.673

0

1.673

3.699

5.372

633

1.384

1.407

‒ 256

2.447

 

Wisselkoersreserve

0

0

0

0

0

0

0

0

0

20

            
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

            

Toelichting

Onvoorzien

De grootste mutaties worden hieronder toegelicht.

De loon- en prijsbijstelling van 2024 is toegevoegd aan het artikel onvoorzien. Dit bedraagt € 7,7 mln. in 2024 aflopend naar € 6,3 mln. in 2029. In 2024 wordt € 2,1 mln. ingezet om middelen op de verschillende artikelen te indexeren. Voor de jaren daarna wordt jaarlijks € 4,5 mln. in 2025 en 2026 en jaarlijks € 5,7 mln. vanaf 2027 tot en met 2029 toegevoegd aan de artikelen.

Er vindt een reallocatie plaats van € 1,0 mln. van onvoorzien naar subsidies Tijdelijke Werkorganisatie op artikel 4.

Verder vindt er een reallocatie van budget van de eindejaarsmarge plaats van € 0,8 mln. in 2024 en 2025 van onvoorzien naar wederopbouw op Sint Maarten op artikel 8.

5 Beleid BES-fonds

5.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Tabel 16 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2024 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Uitgaven 2024

Uitgaven 2025

Uitgaven 2026

Uitgaven 2027

Uitgaven 2028

Uitgaven 2029

Vastgestelde begroting 2024

 

71.170

58.552

58.102

57.434

57.434

0

        

Belangrijkste suppletoire mutaties

       

1) Verhoging wettelijk minimumloon

1

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

2) Aansluiting taken en middelen

1

8.600

8.600

8.600

8.600

8.600

8.600

3) Loon en prijsbijstelling 2024

1

4.520

5.088

6.417

7.681

9.016

10.360

4) Wisselkoersactualisatie

1

‒ 5.771

10.137

10.111

10.034

10.034

10.034

5) Extrapolaties 2029

1

0

0

0

0

0

57.434

6) Overige mutaties

1

611

175

0

0

0

0

        

Stand 1e suppletoire begroting 2024

 

84.130

87.552

88.230

88.749

90.084

91.428

Toelichting

1. Verhoging wettelijk minimumloon

De verhoging van het Wettelijk Minimumloon (WML) veroorzaakt, ondanks de verlaging van werkgeverslasten, extra kosten voor de openbare lichamen, die niet volledig door de reguliere loon- en prijsbijstelling kunnen worden gedekt. Dit komt doordat de openbare lichamen relatief meer medewerkers aan de onderkant van het loongebouw hebben en er een opstuwende werking plaatsvindt van het loongebouw. Vanaf 2024 wordt er structureel € 5 mln. toegevoegd aan de vrije uitkering om te kunnen voorzien in deze extra kosten.

2. Aansluiting taken en middelen

Uit recent onderzoek is gebleken dat de vrije uitkering voor openbare lichamen niet toereikend is om hun taken te kunnen uitvoeren. Op basis van de huidige taken bedraagt dit tekort € 8,6 mln. jaarlijks. Van de € 8,6 mln. is € 4,1 mln. voor de disbalans in taken en middelen, € 2,5 mln. voor onderhoudslasten en € 2 mln. voor de recente bevolkingsgroei. De middelen (€ 8,6 mln.) worden vanaf 2024 structureel toegevoegd aan de begroting.

3. Loon- en prijsbijstelling 2024

Het BES-fonds stapt per 2024 over naar een nieuwe indexatie-systematiek op basis van BBP-cijfers. Dit in plaats van de huidige indexatie op basis van loon- en prijs ontwikkeling. Hiermee sluit de indexatie-systematiek aan op de (nieuwe) systematiek van het Gemeente-en Provinciefonds. Voor 2024 is er € 4,5 mln. aan de begroting toegevoegd, oplopend naar € 10,4 mln. in 2029.

4. Wisselkoersactualisatie

Omdat de begrotingskoers is gewijzigd van EUR/USD 1,02 in 2023 naar EUR/USD 1,11 in 2024 zijn er minder euro's benodigd om aan de verplichting in vreemde valuta te kunnen voldoen. Om deze reden wordt er in 2024 € 5,8 mln. aan budget afgeboekt. Om alle begrotingskoersen naar dezelfde basis te brengen wordt in de jaren 2025 tot en met 2029 jaarlijks € 10,1 mln. aan budget toegevoegd.

5. Extrapolatie 2029

In miljoenennotajaar 2024 is het jaar 2029 toegevoegd aan de begroting. De middelen voor 2029 zijn in deze 1e suppletoire begroting toegevoegd.

Tabel 17 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2024 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Ontvangsten 2024

Ontvangsten 2025

Ontvangsten 2026

Ontvangsten 2027

Ontvangsten 2028

Ontvangsten 2029

Vastgestelde begroting 2024

 

71.170

58.552

58.102

57.434

57.434

0

        

Belangrijkste suppletoire mutaties

       

1) Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

1

12.960

29.000

30.128

31.315

32.650

91.428

        

Stand 1e suppletoire begroting 2024

 

84.130

87.552

88.230

88.749

90.084

91.428

Toelichting

  • 1. Wet financien openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba(FinBES) dienen de uitgaven en ontvangsten over ieder uitkeringsjaar voor het BES-fonds gelijk te zijn. Ten behoeve van de dekking van deze uitgaven is een post ontvangsten geraamd.

6 Beleidsartikel BES-fonds

6.1 Artikel 1. BES-fonds

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 18 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 BES-fonds (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2024 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2023 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

 

Verplichtingen

71.170

0

71.170

12.960

84.130

29.000

30.128

31.315

32.650

91.428

            
 

Uitgaven

71.170

0

71.170

12.960

84.130

29.000

30.128

31.315

32.650

91.428

            
 

Bijdrage aan medeoverheden

          

1

Vrije uitkering

71.170

0

71.170

12.960

84.130

29.000

30.128

31.315

32.650

91.428

            
 

Ontvangsten

71.170

0

71.170

12.960

84.130

29.000

30.128

31.315

32.650

91.428

Toelichting

Het BES-fonds kent geen budgetflexibiliteit. De openbare lichamen ontvangen middelen voor de aan hen wettelijk en toebedeelde taken.

Bijdrage aan medeoverheden

Vrije uitkering

De verhoging van het Wettelijk Minimumloon (WML) veroorzaakt, ondanks de verlaging van werkgeverslasten, extra kosten voor de openbare lichamen, die niet volledig door de reguliere loon- en prijsbijstelling kunnen worden gedekt. Dit komt doordat de openbare lichamen relatief meer medewerkers aan de onderkant van het loongebouw hebben en er een opstuwende werking plaatsvindt van het loongebouw. Vanaf 2024 wordt er structureel € 5 mln. toegevoegd aan de vrije uitkering om te kunnen voorzien in deze extra kosten.

Uit recente onderzoeken is gebleken dat de vrije uitkering voor openbare lichamen niet toereikend is om hun taken te kunnen uitvoeren. Op basis van de huidige taken bedraagt dit tekort jaarlijks € 8,6 mln. De middelen worden vanaf 2024 structureel toegevoegd aan de begroting. Daarvan is € 4,1 mln. bestemd voor de disbalans in taken en middelen, € 2,5 mln. voor onderhoudslasten en € 2 mln. voor extra kosten als gevolg de recente bevolkingsgroei.

Omdat de begrotingskoers is gewijzigd van EUR/USD 1,02 in 2023 naar EUR/USD 1,11 in 2024 zijn er minder euro's benodigd om aan de verplichting in vreemde valuta te kunnen voldoen. Om deze reden wordt er in 2024 € 5,8 mln. afgeboekt. Om alle begrotingskoersen naar dezelfde basis te brengen wordt in de jaren 2025 tot en met 2029 jaarlijks € 10,1 mln. aan budget toegevoegd.

Het BES-fonds stapt per 2024 over naar een nieuwe indexatie-systematiek op basis van BBP-cijfers. Dit in plaats van de huidige indexatie op basis van loon- en prijs ontwikkeling. Hiermee sluit de indexatie-systematiek aan op de (nieuwe) systematiek van het Gemeente-en Provinciefonds. Voor 2024 is er € 4,5 mln. aan de begroting toegevoegd, oplopend naar € 10,4 mln. in 2029.

Ontvangsten

Artikel 88, derde lid van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (FinBES) regelt dat bij (begrotings-)wet voor ieder uitkeringsjaar middelen van het Rijk worden afgezonderd ten behoeve van het BES-fonds. De uitgaven en de afgezonderde inkomsten over ieder uitkeringsjaar zijn aan elkaar gelijk. Gelet hierop is ten behoeve van de dekking van de uitgaven ten laste van het BES-fonds een post ontvangsten geraamd.

Naar boven