36 447 Wijziging van de Luchtvaartwet BES in verband met het introduceren van een passend regelgevingskader voor vluchten met onbemande luchtvaartuigen in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Wet onbemande luchtvaart BES)

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is dat de Luchtvaartwet BES wordt aangepast om een regelgevingskader te introduceren waardoor er handhaafbaar, veilig en verantwoord met onbemande luchtvaartuigen gevlogen kan worden op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Luchtvaartwet BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel w, komt te luiden:

w. Onze Minister:

Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat.

2. Aan het eerste lid worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel aa door een puntkomma, drie begripsomschrijvingen toegevoegd, luidende:

ab. onbemand luchtvaartuig:

een luchtvaartuig dat wordt bestuurd zonder piloot aan boord;

ac. open categorie:

vlucht met een onbemand luchtvaartuig met een laag risico voor de luchtvaartveiligheid en de veiligheid van personen, goederen en infrastructuur op de grond;

ad. specifieke categorie:

vlucht met een onbemand luchtvaartuig met een matig of verhoogd risico voor de luchtvaartveiligheid en de veiligheid van personen, goederen en infrastructuur op de grond;

ae. gecertificeerde categorie:

vlucht met een onbemand luchtvaartuig met een hoog risico voor de luchtvaartveiligheid en de veiligheid van personen, goederen en infrastructuur op de grond.

B

In de artikelen 1, tweede lid, 8, eerste en derde lid, 11, eerste en derde lid, 12, derde en achtste lid, 13, eerste en zevende lid, 14, eerste en zevende lid, 16, eerste en tweede lid, 19, eerste lid, 21, eerste lid, 22a, derde lid, 23, eerste lid, 24, eerste lid, 25, onderdeel b, 26, tweede lid, onderdeel b, 28, derde lid, 31, tweede lid, 33, vierde lid, 34, eerste en tweede lid, 37, tweede lid, 39, eerste, onderdeel b, en tweede lid, 40, eerste, onderdeel b, en tweede lid, 41, eerste lid, 52, derde lid, 59, tweede lid, en 66, tweede lid, wordt «de Minister» telkens vervangen door «Onze Minister».

C

In artikel 22, eerste lid, wordt «de Minister van Infrastructuur en Waterstaat» vervangen door «Onze Minister».

D

In de artikelen 30, eerste, tweede, derde en vijfde lid, 33, derde lid, 35, eerste lid, 36, eerste lid, 43, eerste lid en 58, tweede lid wordt «De Minister» telkens vervangen door «Onze Minister».

E

In Hoofdstuk III, Afdeling 3, wordt na paragraaf 4 een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 5. Vluchten met onbemande luchtvaartuigen

Artikel 15

  • 1. Vluchten met onbemande luchtvaartuigen van de open, specifieke of gecertificeerde categorie voldoen aan de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur voor de desbetreffende categorie te stellen regels.

  • 2. De bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels hebben betrekking op:

    • a. de onderverdeling van de open, specifieke en gecertificeerde categorie in subcategorieën;

    • b. de deelname aan het luchtverkeer van onbemande luchtvaartuigen; en

    • c. de wijze waarop toestemming wordt verleend voor vluchten in de specifieke en gecertificeerde categorie.

  • 3. Bij ministeriële regeling worden geografische gebieden aangewezen waarin vluchten met onbemande luchtvaartuigen in bepaalde of alle categorieën of subcategorieën worden beperkt, verboden of onderworpen aan voorafgaande toestemming.

  • 4. Onze Minister kan voor vluchten van algemeen belang vrijstelling of ontheffing verlenen van de bij of krachtens dit artikel vastgestelde regels wanneer dit noodzakelijk is voor de uitoefening van een wettelijke taak. Aan een vrijstelling of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

F

In artikel 50 wordt na «14, eerste lid,» ingevoegd «15».

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Naar boven