Aan de Minister van Asiel en Migratie,
Den Haag, 11 februari 2025
De leden van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad (I&A/JBZ) van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief
van de voormalig Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 25 juni 20243, waarbij de Kamer een afschrift wordt aangeboden van zijn brief aan de Tweede Kamer
over de Actualisering van de uitvoeringsagenda flexibilisering asielketen. In deze
brief wordt ook ingegaan op de gewijzigde motie-Van Meenen (D66) c.s. over een herziene
inrichting van de asielprocedure en de asielketen.4 De leden van de fractie van D66 wensen de regering hierover enkele vragen te stellen. De leden van de fracties van
GroenLinks-PvdA, de SP, de PvdD en Volt sluiten zich bij de gestelde vragen aan.
De leden van de fractie van D66 zijn van mening dat er een einde moet komen aan de
gedwongen verplaatsingen van kinderen vanwege de asielprocedure. Deze leden hebben
daarom in dit kader nog een aantal vragen aan de regering te stellen.
Deze leden wijzen erop dat in de aan de orde zijnde motie de regering wordt verzocht
om een voorstel te doen voor een herziene inrichting van de asielprocedure en de asielketen
vóór de zomer van 2024. Wanneer kan dit voorstel worden verwacht?
Waarom heeft de constatering van de voormalig Staatssecretaris – inhoudende dat de
vele verplaatsingen binnen de asielprocedure ongewenst zijn5 – niet geleid tot scenario’s voor een alternatieve inrichting van deze procedure?
Is de regering alsnog bereid om dergelijke scenario’s te ontwikkelen en deze met de
Kamer te delen?
De regering heeft in voormelde brief aangegeven dat de inzet van (crisis)noodopvanglocaties
en tijdelijke gemeentelijke opvanglocaties verhuisbewegingen van kinderen zullen beperken.6 Wat zijn daarvan tot op heden de resultaten? En welke andere maatregelen heeft de
regering genomen om op het terugdringen van gedwongen verhuisbewegingen voor kinderen
betekenisvolle vooruitgang te boeken?
De leden van de fractie van D66 wijzen erop dat de regering aangeeft dat de Wet gemeentelijke
taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen (Spreidingswet) voor voldoende stabiele
en duurzame opvangvoorzieningen zorgt die noodzakelijk zijn in het verminderen van
verhuisbewegingen.7 Wat zijn de gevolgen van de voorgenomen intrekking van de Spreidingswet voor kinderen?
De leden van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad zien uw beantwoording
met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag binnen 4 weken na dagtekening van deze brief.
Voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad, A.W.J.A. van Hattem