Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
van het Koninkrijk d.d. 5 april 2023 en het nader rapport d.d. 11 april 2023, aangeboden
aan de Koning door de Minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Afdeling
advisering van de Raad van State van het Koninkrijk is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 10 maart 2023, no. 2023000524,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk
haar advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 5 april 2023, nr. W02.23.00049/II/K, bied ik U hierbij aan.
De tekst van het advies treft u hieronder aan, voorzien van mijn reactie.
Bij Kabinetsmissive van 10 maart 2023, no.2023000524, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister van Buitenlandse Zaken, bij de Afdeling advisering van de Raad van
State van het Koninkrijk ter overweging aanhangig gemaakt de Briefwisseling tussen
de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Republiek Chili
tot wijziging van de op 26 oktober 1995 te ‘s-Gravenhage tot stand gekomen Briefwisseling
tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Republiek
Chili houdende een verdrag inzake de tewerkstelling van gezinsleden van het personeel
van diplomatieke zendingen en consulaire posten; ’s-Gravenhage, 7 februari 2023 (
Trb. 2023, 15
), met toelichtende nota.
De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk heeft geen opmerkingen
over het verdrag.
De Afdeling adviseert het verdrag aan de beide Kamers der Staten-Generaal, de Staten
van Aruba, die van Curaçao en die van Sint Maarten over te leggen.
De Vice-President van de Raad van State van het Koninkrijk,
Th.C. de Graaf
Het verdrag geeft de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk
geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.
Ik verzoek U, mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld
van de toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste
en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal en aan de Staten van Aruba, aan de Staten
van Curaçao en aan de Staten van Sint Maarten.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra