60 (1995) Nr. 4

A. TITEL1)

Briefwisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Chili houdende een verdrag inzake de tewerkstelling van gezinsleden van het personeel van diplomatieke zendingen en consulaire posten;

’s-Gravenhage, 26 oktober 1995

Voor een overzicht van de verdragsgegevens, zie verdragsnummers 006675 en 013886 in de Verdragenbank.

B. TEKST

Bij brieven van 12 januari 2023 en 7 februari 2023 is tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Chili een verdrag tot stand gekomen inzake wijziging van het onderhavige verdrag. De Engelse en de Spaanse tekst van het in brieven vervatte verdrag luiden als volgt:

Nr. I

EMBASSY OF CHILE

The Hague, 12 January 2023

Your Excellency,

I have the honour to refer to the Exchange of Letters constituting an Agreement between the Government of the Republic of Chile and the Government of the Kingdom of the Netherlands regarding the employment of family members of staff of diplomatic missions and consular posts, concluded at The Hague on 26 October 1995, which has been in force since 1 February 1997 (“the Agreement of 1995”).

I have the honour to propose that the second paragraph of Article 2 of the Agreement be amended as follows:

“Dependent family members shall include:

  • a) the spouse,

  • b) the person with whom a diplomat, a career consular officer, or a member of the administrative, technical and service staff lives in a civil union or a registered partnership regulated under the laws of the sending State,

  • c) the person with whom a diplomat, a career consular officer, or a member of the administrative, technical and service staff of the sending State has a cohabitation agreement drawn up by a notary in so far as the legislation of the sending State allows for such agreements,

  • d) unmarried dependent children who have not yet reached the age of 21 or who have not yet reached the age of 26 and who are full time students at an establishment of secondary or higher education,

  • e) unmarried dependent children who suffer from mental or physical disabilities.”

If the foregoing proposal is acceptable to the Government of the Kingdom of the Netherlands, I have the further honour to propose that this Letter and your Excellency’s affirmative Letter in reply shall constitute an Agreement between the Government of the Republic of Chile and the Government of the Kingdom of the Netherlands, amending the Agreement of 1995, which shall enter into force in accordance with the provisions of Article 10 of the Agreement of 1995.

I avail myself of this opportunity to renew to your Excellency, the assurances of my highest consideration.

On behalf of the Government of the Republic of Chile, JAIME MOSCOSO VALENZUELA Ambassador of the Republic of Chile to the Kingdom of the Netherlands

His Excellency

Mr. W.B. Hoekstra

Minister of Foreign Affairs of the Kingdom of the Netherlands


Nr. II

MINISTRY OF FOREIGN AFFAIRS

The Hague, 7 February 2023

Your Excellency,

I have the honour to acknowledge the receipt of your Excellency’s Letter dated 12 January 2023, which reads as follows:

(Zoals in Nr. I)

I have the honour to inform your Excellency that the proposals set forth in your Excellency’s Letter are acceptable to the Government of the Kingdom of the Netherlands, and that your Excellency’s Letter and this Letter in reply shall constitute an Agreement between the Government of the Republic of Chile and the Government of the Kingdom of the Netherlands, amending the Agreement of 1995, which shall enter into force in accordance with the provisions of Article 10 of the Agreement of 1995.

I avail myself of this opportunity to renew to your Excellency the assurances of my highest consideration.

For the Government of the Kingdom of the Netherlands, WOPKE B. HOEKSTRA Minister of Foreign Affairs of the Kingdom of the Netherlands

His Excellency

Mr. Jaime Moscoso Valenzuela

Ambassador of the Republic of Chile to the Kingdom of the Netherlands


Nr. I

EMBASSY OF CHILE

La Haya, 12 de Enero 2023

Su Excelencia:

Tengo el honor de referirme al Intercambio de Cartas que conforman el Acuerdo entre el Gobierno de la República de Chile y el Gobierno del Reino de los Países Bajos en materia de realización de actividades remuneradas por parte de familiares del personal de misiones diplomáticas y oficinas consulares, celebrado en La Haya el 26 de octubre de 1995, el cual se encuentra en vigencia desde el 1 de febrero de 1997 («el Acuerdo de 1995»).

Tengo el honor de proponer que el segundo párrafo del Artículo 2 del Acuerdo se modifique de modo que su tenor sea el siguiente:

«Los familiares dependientes incluirán:

  • a) el/la cónyuge;

  • b) la persona con la cual un diplomático, un oficial consular de carrera o un miembro del personal administrativo, técnico o de servicio viva en unión civil o en una relación registrada, reguladas conforme a las leyes del Estado de Origen;

  • c) la persona con quien un diplomático, un oficial consular de carrera o un miembro del personal administrativo, técnico y de servicio del Estado de Origen tenga un acuerdo de convivencia redactado por un notario público, en la medida en que la legislación del Estado de Origen permita dichos acuerdos;

  • d) hijos solteros dependientes que no hayan cumplido los 21 años o que aún no hayan cumplido 26 años y se encuentren realizando estudios a tiempo completo en un establecimiento de educación secundaria o superior;

  • e) hijos solteros dependientes que sufran de alguna discapacidad mental o física».

Si la propuesta anterior fuere aceptable para el Gobierno del Reino de los Países Bajos, tengo además el honor de proponer que esta Carta y la Carta afirmativa de Su Excelencia en respuesta a ésta constituyan un Acuerdo entre el Gobierno de la República de Chile y el Gobierno del Reino de los Países Bajos por el que se modifica el Acuerdo de 1995, el cual entrará en vigor conforme a lo previsto en el Artículo 10 del Acuerdo de 1995.

Hago propicia la ocasión para reiterar a Su Excelencia las seguridades de mi más alta consideración.

Por el Gobierno de la República de Chile, JAIME MOSCOSO VALENZUELA Embajador de la República de Chile Ante el Reino de los Países Bajos

Excmo.

Sr. W.B. Hoekstra

Ministro de Relaciones Exteriores del Reino de los Países Bajos


Nr. II

MINISTRY OF FOREIGN AFFAIRS

La Haya, el 7 de febrero 2023

Su Excelencia:

Tengo el honor de acusar recibo de la carta de Su Excelencia de fecha 12 de Enero de 2023, cuyo tenor es el siguiente:

(Zoals in Nr. I)

Tengo el honor de informar a Su Excelencia que las propuestas formuladas en la carta de Su Excelencia son aceptables para el Gobierno del Reino de los Países Bajos, y que la carta de Su Excelencia y esta carta en respuesta constituirán un Acuerdo entre el Gobierno de la República de Chile y el Gobierno del Reino de los Países Bajos que modifica el Acuerdo de 1995 y que el Acuerdo modificado entrará en vigor conforme a lo previsto en el Artículo 10 del Acuerdo de 1995.

Hago propicia la ocasión para reiterar a Su Excelencia las seguridades de mi más alta consideración.

Por el Gobierno del Reino de los Países Bajos. WOPKE B. HOEKSTRA Ministro de Relaciones Exteriores del Reino de los Países Bajos

Excmo.

Sr. Jaime Moscoso Valenzuela

Embajador de la República de Chile ante el Reino de los Países Bajos


C. VERTALING

Nr. I

EMBASSY OF CHILE

’s-Gravenhage, 12 januari 2023

Excellentie,

Ik heb de eer te verwijzen naar de Briefwisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Chili houdende een verdrag inzake de tewerkstelling van gezinsleden van het personeel van diplomatieke zendingen en consulaire posten, gesloten te Den Haag op 26 oktober 1995, en van kracht sinds 1 februari 1997 („het Verdrag van 1995”). Ik heb de eer voor te stellen dat het tweede lid van artikel 2 van het Verdrag als volgt wordt gewijzigd:

„Als gezinsleden worden aangemerkt:

  • a. de echtgeno(o)t(e);

  • b. de persoon met wie een diplomatiek, een beroepsconsulair ambtenaar of een lid van het administratieve, technische en bedienende personeel een burgerlijke unie of geregistreerd partnerschap is aangegaan die of dat geregeld wordt krachtens de wetten van de zendstaat;

  • c. de persoon met wie een diplomatiek, een beroepsconsulair ambtenaar of een lid van het administratieve, technische en bedienende personeel een notarieel verleden samenlevingsovereenkomst heeft voor zover de wetgeving van de zendstaat in dergelijke overeenkomsten voorziet;

  • d. ongehuwde kinderen die de leeftijd van 21 jaar nog niet hebben bereikt of die de leeftijd van 26 jaar nog niet hebben bereikt en een volledige dagopleiding volgen aan een instelling voor voortgezet of hoger onderwijs;

  • e. ongehuwde kinderen die geestelijk of lichamelijk gehandicapt zijn.”

Indien het voorgaande aanvaardbaar is voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, heb ik voorts de eer voor te stellen dat deze brief en de bevestigende antwoordbrief van Uwe Excellentie een verdrag zullen vormen tussen de Regering van de Republiek Chili en de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden tot wijziging van het Verdrag van 1995, dat in werking zal treden in overeenstemming met de bepalingen van artikel 10 van het Verdrag van 1995.

Ik maak van deze gelegenheid gebruik om Uwe Excellentie opnieuw te verzekeren van mijn zeer bijzondere hoogachting.

Voor de Regering van de Republiek Chili, JAIME MOSCOSO VALENZUELA Ambassadeur van de Republiek Chili in het Koninkrijk der Nederlanden

Zijne Excellentie

De heer W.B. Hoekstra

Minister van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden


Nr. II

MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN

’s-Gravenhage, 7 februari 2023

Excellentie,

Ik heb de eer de ontvangst te bevestigen van de brief van Uwe Excellentie van 12 januari 2023 die luidt als volgt:

(Zoals in Nr. I)

Ik heb de eer Uwe Excellentie ervan in kennis te stellen dat de voorstellen vervat in de brief van Uwe Excellentie aanvaardbaar zijn voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en dat de brief van Uwe Excellentie en deze antwoordbrief een verdrag zullen vormen tussen de Regering van de Republiek Chili en de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden tot wijziging van het Verdrag van 1995, dat in werking zal treden in overeenstemming met de bepalingen van artikel 10 van het Verdrag van 1995.

Ik maak van deze gelegenheid gebruik om Uwe Excellentie opnieuw te verzekeren van mijn zeer bijzondere hoogachting.

Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, WOPKE B. HOEKSTRA Minister van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden

Zijne Excellentie

Jaime Moscoso Valenzuela

Ambassadeur van de Republiek Chili in het Koninkrijk der Nederlanden


D. PARLEMENT

Het in de brieven vervatte verdrag van 7 februari 2023 behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring der Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het verdrag kan worden gebonden.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het in de brieven vervatte verdrag van 7 februari 2023 zullen ingevolge de voorlaatste alinea van de brieven in werking treden in overeenstemming met de bepalingen van artikel 10 van het Verdrag van 1995 op de eerste dag van de tweede maand na de datum van de laatste kennisgeving van de Verdragsluitende Partijen dat aan hun constitutionele vereisten voor de inwerkingtreding van het verdrag is voldaan.

Uitgegeven de zestiende februari 2023.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. HOEKSTRA


X Noot
1)

De titel van het in de brieven vervatte verdrag luidde voorheen: Briefwisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Chili houdende een verdrag inzake de tewerkstelling van gezinsleden van het diplomatieke en consulaire personeel.

Naar boven