Tweede Kamer der Staten-Generaal

36 360 IIB Jaarverslag en Slotwet overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad 2022

Nr. 1 JAARVERSLAG VAN DE OVERIGE HOGE COLLEGES VAN STAAT, KABINETTEN VAN DE GOUVERNEURS EN DE KIESRAAD

Ontvangen 17 mei 2023

Vergaderjaar 2022–2023

GEREALISEERDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Figuur 1 Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 175.267.000,-

Figuur 2 Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 6.423.000,-

A. ALGEMEEN

1 1. Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening

AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik u het jaarverslag van het de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) over het jaar 2022 aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 2.37 en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2022 gevoerde financiële beheer.

Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 7.14 van de Comptabiliteitswet 2016 een rapport op. Dit rapport wordt op grond van artikel 7.15 van de Comptabiliteitswet 2016 door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Algemene Rekenkamer over:

  • 1. het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer, materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk;

  • 2. de centrale administratie van de schatkist van het Rijk van het Ministerie van Financiën;

  • 3. de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • 4. de totstandkoming van de niet-financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • 5. de financiële verantwoordingsinformatie in het Financieel jaarverslag van het Rijk.

Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:

  • 1. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2022;

  • 2. het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;

  • 3. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;

  • 4. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2022 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten over 2022, alsmede over de saldibalans over 2022 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 7.14, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016).

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,H.G.J.Bruins Slot

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

2. Leeswijzer

Algemeen

Voor u ligt het jaarverslag 2022 van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad.

Het jaarverslag 2022 is als volgt opgebouwd:

A. een algemeen deel met de dechargeverlening;

B. het beleidsverslag met de artikelen en de bedrijfsvoeringsparagraaf;

C. de jaarrekening met de verantwoordingsstaat, de saldibalans en de WNT-verantwoording 2022;

D. De bijlage toezichtrelaties ZBO's en RWT's en de bijlage Rijksuitgaven Caribisch Nederland.

Specificatie apparaatsuitgaven

De begroting van de overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad heeft geen apart centraal apparaatsartikel. In de beleidsartikelen is bij de toelichting onder de tabel budgettaire gevolgen van beleid een uitsplitsing van de apparaatsuitgaven opgenomen.

Groeiparagraaf

Ten opzichte van het jaarverslag van vorig jaar zijn in dit jaarverslag geen wijzigingen te melden.

Grondslagen voor de vastlegging en de waardering

De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften. Voor de begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast.

Focusonderwerpen , beroep op art. 2.27, tweede lid, CW

De Tweede Kamer heeft voor de verantwoording 2022 verzocht aandacht te besteden aan de terugkeer naar een regulier en voorspelbaar begrotingsproces. Voor 2022 heeft dit geen betrekking op de begroting van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad.

Beleidsverslag

Beleidsprioriteiten

Een College dient, conform de Comptabiliteitswet 2016, artikel 2.1 lid 7 betreffende een niet-departementale begroting, enkel haar taken en bedrijfsvoering weer te geven. Derhalve bevat de niet-departementale begroting – in vergelijking met departementale begrotingen waarbij wel een weergave van het beleid wordt opgenomen – geen beleidsprioriteiten. In aansluiting hierop worden geen beleidsprioriteiten opgenomen in het jaarverslag.

Beleidsartikelen

Een beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:

A. Algemene doelstelling;

B. Rol en verantwoordelijkheid;

C. Beleidsconclusies;

D. Budgettaire gevolgen van beleid;

E. Toelichting op de financiële instrumenten.

Het niet-beleidsartikel is opgebouwd uit de tabel budgettaire gevolgen en de toelichting op de tabel.

Toelichting op de financiële instrumenten

In de toelichting op de financiële instrumenten wordt een toelichting gegeven bij verschillen tussen de vastgestelde begroting 2022 en de realisatie 2022. Indien van toepassing wordt er verwezen naar de eerste en tweede suppletoire begroting 2022. Het uitgangspunt is om daar de beleidsmatige en technische mutaties toe te lichten die groter zijn dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2023 is opgenomen, de zogenaamde staffel, te weten:

Tabel 1 Ondergrens (staffel) op basis van de Rijksbegrotingsvoorschriften

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerp-begroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

1. Raad van State

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.Ontvangsten: 2 mln.

2. Algemene Rekenkamer

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

3. De Nationale ombudsman

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

4. Kanselarij der Nederlandse Orden

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

6. Kabinet Gouverneur van Aruba

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

7. Kabinet Gouverneur van Curaçao

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

8. Kabinet Gouverneur van Sint Maarten

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

9. Kiesraad

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

10. Nog onverdeeld

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

Bedrijfsvoeringsparagraaf

Voor de overige Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad is een afzonderlijke bedrijfsvoeringsparagraaf opgenomen.

Jaarrekening

Verantwoordingsstaat

In de jaarrekening treft u de verantwoordingsstaat voor de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad.

Saldibalans

In de jaarrekening wordt de saldibalans opgenomen met de bijbehorende toelichting.

WNT-verantwoording

de paragraaf voor de jaarrekening wordt afgesloten met de verantwoording van de Wet normering topinkomens (WNT) van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad.

De bijlagen

In het jaarverslag voor de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad zijn de volgende bijlagen opgenomen:

- Toezichtrelaties zelfstandige bestuursorganen (ZBO’s) en rechtspersonen met een wettelijke Taak (RWT’s)

- Rijksuitgaven Caribisch Nederland.

B. BELEIDSVERSLAG

3. Beleidsartikelen

3.1 Artikel 1. Raad van State

A. Algemene doelstelling

Als adviseur voor wetgever en bestuur en als hoogste algemene bestuursrechter bijdragen aan behoud en versterking van de democratische rechtsstaat en daarbinnen aan de eenheid, legitimiteit en kwaliteit van het openbaar bestuur in brede zin, alsmede aan de rechtsbescherming van de burger.

De Grondwet en de Wet op de Raad van State vormen het wettelijk kader, waarbinnen de Raad van State zijn taken verricht. Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden vormt de grondslag voor zijn werkzaamheden als Raad van State van het Koninkrijk.

De Afdeling advisering van de Raad van State is belast met het onafhankelijk toezicht op de naleving van de (Europese) begrotingsregels, als bedoeld in het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur (VSCB) en artikel 5 van Verordening (EU) 473/2013. De Afdeling advisering is krachtens de artikelen 5 en 7 van de Klimaatwet belast met de toetsing van het klimaatbeleid van de regering. Zij adviseert over de jaarlijkse Klimaatnota en het vijfjaarlijks Klimaatplan.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidsconclusies

De Afdeling advisering

Taak van de Afdeling advisering is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen adviesaanvragen. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid zijn daarbij belangrijke kernbegrippen. In de onderstaande tabel zijn de realisaties voor de jaren 2019 ‒ 2022 weergegeven. Voor het jaar 2022 is een vergelijking gemaakt tussen ontwerpbegroting en de realisatie (afgedaan).

Tabel 2 Instroom en afhandeling van adviesaanvragen
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

 

2019

2020

2021

2022

2022

Ingekomen

427

508

389

396

400

Afgedaan

420

485

431

377

400

De Afdeling bestuursrechtspraak

Taak van de Afdeling bestuursrechtspraak is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen zaken. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid, bruikbare rechtsvorming en individuele rechtsbescherming zijn daarbij belangrijke aspecten. De Afdeling bestuursrechtspraak bestaat uit drie kamers: de Algemene kamer, de Vreemdelingenkamer en de Omgevingskamer. In de onderstaande tabel is de realisatie van de afhandeling van zaken door de Afdeling bestuursrechtspraak weergegeven. De gemiddelde doorlooptijden van alle afdoeningen (hoofdzaken en Voorlopige Voorzieningen) zijn weergegeven.

Tabel 3 Doorlooptijden in weken
 

Norm doorlooptijd

Realisatie 2022 gemiddelde doorlooptijd

Realisatie 2021 gemiddelde doorlooptijd

Omgevingskamer

52

39

37

Algemene kamer

40

42

41

Vreemdelingenkamer

23

16

9

Tabel 4 Instroom en afhandeling van zaken van de Afdeling bestuursrechtspraak (hoofdzaken en voorlopige voorzieningen)
 

Afgedaan

Ingekomen

Vastgestelde begroting

 

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Omgevingskamer

1.328

1.891

2.286

2.242

2.732

2.400

Algemene kamer

3.409

1.499

1.306

1.333

1.746

1.900

Vreemdelingenkamer

8.788

6.003

5.562

5.084

5.213

11.020

Totaal bestuursrechtspraak

13.525

9.393

9.154

8.659

9.691

15.320

In het verslagjaar is de Afdeling bestuursrechtspraak gestart met het programma Betrokken Rechtspraak. Hiermee geeft de Afdeling bestuursrechtspraak uitvoering aan de 35 actiepunten uit het rapport ‘Lessen uit de kinderopvangtoeslagzaken’ van het Reflectieprogramma Kinderopvangtoeslagen uit 2021. Het doel van het programma Betrokken Rechtspraak is dat medio 2023 alle 35 actiepunten zijn uitgewerkt.

De in de begroting opgenomen instroomverwachtingen van de Omgevingskamer en de Algemene kamer zijn gebaseerd op ervaringsgegevens en een verondersteld ongewijzigd beleid bij de wetgever en de bestuursorganen. De veronderstellingen van de instroom en de uitstroom van hoger beroepen van vreemdelingen wordt doorgaans in de maand november voorafgaand aan het uitvoeringsjaar in het overleg van de partners in de vreemdelingenketen vastgesteld. De verwerking van de budgettaire gevolgen van deze actualisatie vindt plaats bij gelegenheid van de suppletoire begrotingen.

In 2022 was het aanbod aan nieuwe zaken circa 9.700. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in 2022 ongeveer 8.700 zaken afgedaan. In het jaarverslag 2021 is vermeld dat de instroom van zaken in de Omgevingskamer een stijgende trend liet zien; plus 25% ten opzichte van 2020. In 2022 is de instroom van omgevingsrechtelijke zaken op dit niveau gebleven. De instroom van zaken in de Algemene kamer nam in 2022 met circa 13% toe ten opzichte van de instroom in 2021. De Afdeling bestuursrechtspraak is na de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de rechtbanken de laatste schakel in de vreemdelingenketen. De instroom van zaken binnen de Vreemdelingenkamer is grotendeels de uitkomst van de instroom, doorstroom en uitstroom bij de genoemde ketenpartners. Ook in 2022 was, mede als gevolg van lagere instroom vanuit respectievelijk de IND en de rechtbanken, de instroom van zaken lager dan het in de ontwerpbegroting vermelde aantal. De gemiddelde doorlooptijd van zaken in 2022 is 26 weken, dat is hoger dan de gemiddelde doorlooptijd in de jaren daarvoor. Naast de stijgende moeilijkheidsgraad van veel zaken is dat mede een gevolg van een groot tekort aan juristen bij de directie Bestuursrechtspraak. De in het jaarverslag 2021 uitgesproken verwachting dat rekening moest worden gehouden met beperkte afdoeningscapaciteit en daardoor oplopende doorlooptijden, is uitgekomen.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 1. Raad van State (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

63.633

67.900

78.389

74.126

75.528

75.728

‒ 200

        

Uitgaven

60.428

65.394

72.711

73.037

76.467

75.728

739

        

Institutionele inrichting

       

Advisering

5.193

6.084

6.960

7.204

6.978

7.690

‒ 712

Bestuursrechtspraak

28.598

31.475

32.422

31.500

32.724

39.886

‒ 7.162

Raad van State gemeenschappelijke diensten

26.637

27.835

33.329

34.333

36.765

28.152

8.613

        

Ontvangsten

1.704

1.557

1.280

1.286

1.699

1.950

‒ 251

E. Toelichting op de instrumenten
Tabel 6 Specificatie apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

2022

Totaal apparaat

76.467

waarvan personeel

64.432

Eigen personeel

56.439

Externe inhuur

6.989

Overig personeel

1.004

  

waarvan materieel

12.035

Verplichtingen

Gedurende de begrotingsuitvoering 2022 is de verplichtingenraming enkele malen aangepast. De mutaties zijn hieronder in de toelichting bij de uitgaven vermeld. Het bedrag van de aangegane verplichtingen is circa € 1,3 mln. hoger dan bij de vastgestelde begroting werd geraamd. Dit is veroorzaakt door uitgestelde externe inhuur die in 2022 noodzakelijk was om te voorzien in de invulling van ambtelijke vacatures en materiële uitgaven. Het betreft met name ICT verplichtingen.

Uitgaven

Institutionele inrichting

Advisering

Bij gelegenheid van de 2e suppletoire begroting is het bedrag van de loon- en prijscompensatie aan de raming toegevoegd. De gerealiseerde uitgaven zijn als gevolg van enkele vacatures die in 2022 niet zijn vervuld of later ingevuld zijn dan verwacht, circa € 0,7 mln. lager dan begroot.

Bestuursrechtspraak

Bij gelegenheid van de 2e suppletoire begroting is het bedrag van de loon- en prijscompensatie aan de raming toegevoegd en is de uitgavenraming op basis van de inmiddels verlaagde prognose van de instroom en uitstroom van vreemdelingenzaken verlaagd. De ambtelijke capaciteit die beschikbaar is voor de bestuursrechtspraak is, in vergelijking met het jaar 2021, gestegen. De aan bestuursrechtspraak toe te rekenen personele uitgaven zijn navenant gestegen.

Gemeenschappelijke diensten

Bij gelegenheid van de 2e suppletoire begroting zijn middelen aan de begroting van de Raad van State toegevoegd voor de implementatie en uitvoering van de Wet Open Overheid en het bedrag van de loon- en prijscompensatie. De begrotingsonderdelen van de RvS moeten in samenhang met elkaar worden bezien. Resultaat daarvan is een verschuiving naar de Gemeenschappelijke diensten voor IV en ICT uitgaven als gevolg van digitalisering. De in 2022 gerealiseerde uitgaven zijn als gevolg van een aantal projecten op het vlak van de bedrijfsvoering en als gevolg van gestegen inhuur van externe capaciteit en aanschaffingen op het vlak van IT ontwikkeling en beheer hoger dan de realisatie 2021. Voor de Wet Open Overheid zijn projecten ter verbetering van registratie en archivering van documenten en centraal datamanagement opgepakt.

Ontvangsten

De ontvangsten uit hoofde van de griffierechten zijn als gevolg van bovengenoemde ontwikkelingen circa € 0,3 mln. lager dan oorspronkelijk geraamd.

3.2 Artikel 2. Algemene Rekenkamer

A. Algemene doelstelling

De Algemene Rekenkamer is belast met het onderzoek van de ontvangsten en uitgaven van het Rijk. Zij heeft als doel het rechtmatig, doelmatig, doeltreffend en integer functioneren van het Rijk en de daarmee verbonden organen te toetsen en te helpen verbeteren. Daarbij toetst zij ook de nakoming van verplichtingen die Nederland in internationaal verband is aangegaan.

De wettelijke taak van de Algemene Rekenkamer als Hoog College van Staat is vastgelegd in artikel 76 en artikel 105.3 van de Grondwet en in de Comptabiliteitswet 2016.

Hierin ligt enerzijds de basis van de klassieke wettelijke opdracht om jaarlijks de rechtmatigheid te onderzoeken van het financieel beheer van het Rijk en een goedkeurende verklaring te geven bij de Rijksrekening. Het wettelijk kader bevat naast controle op rechtmatigheid anderzijds ook de opdracht om de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het gevoerde beleid te onderzoeken. De taken van de Algemene Rekenkamer vereisen een grondwettelijk geborgde, onafhankelijke positie ten opzichte van de regering en het parlement. Het vereist niet alleen een degelijke wettelijke basis, maar ook een bestendige financiële basis, die de ruimte om in onafhankelijkheid keuzes te kunnen maken ondersteunt.

De Algemeen Rekenkamer dient geen ander belang dan het goed en integer functioneren en presteren van het openbaar bestuur. De Algemene Rekenkamer laat op onpartijdige wijze zien hoe de rijksoverheid, inclusief de daaraan verbonden organen, in de praktijk functioneert en presteert en welke verbeteringen mogelijk zijn, ongeacht de samenstelling van het parlement en het kabinet. Daarmee wil zij ook een bijdrage leveren aan het vertrouwen van burgers dat de overheid zorgvuldig, zuinig en zinnig omgaat met publiek geld.

De Algemene Rekenkamer voorziet de regering, de Staten-Generaal en degenen die verantwoordelijk zijn voor de aan het Rijk verbonden organen van bruikbare en relevante informatie, aan de hand waarvan zij kunnen bepalen of het beleid van een minister rechtmatig, doelmatig en doeltreffend is uitgevoerd. Deze informatie bestaat uit onderzoeksbevindingen, oordelen en aanbevelingen over organisatie, beheer en beleid en is in beginsel voor het publiek toegankelijk. De Algemene Rekenkamer bepaalt zelf welke onderzoeken zij openbaar maakt. Op de website van de Algemene Rekenkamer staat de actuele onderzoeksagenda.

Daarnaast rekent zij het tot haar verantwoordelijkheden om een bijdrage te leveren aan goed openbaar bestuur door kennisuitwisseling en samenwerking in binnen- en buitenland. Hoofdstuk 7 van de Comptabiliteitswet 2016 verschaft een wettelijke basis voor het uitvoeren van internationale werkzaamheden die aansluiten bij de wettelijke taken van de Algemene Rekenkamer.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidsconclusies

Strategie

Voor de Algemene Rekenkamer was 2022 het tweede jaar van de strategische periode 2021-2025 ‘ Vertrouwen in Verantwoording’. De Algemene Rekenkamer kiest er net als voorheen voor om publiek geld scherp te volgen. In 2022 hebben de onderzoeksdirecties van de Algemene Rekenkamer een verdere vertaling gemaakt van de nieuwe strategie naar de onderzoeksprogrammering. Verder hebben zij gewerkt aan verdere doorontwikkeling van het verantwoordingsonderzoek en versterking van het doelmatigheidsonderzoek. Hierbij maken de onderzoeksteams steeds meer gebruik van nieuwe methoden en technieken van onderzoek.

Onderzoeksprogramma´s

De afgelopen jaren heeft de Algemene Rekenkamer een aantal onderwerpen en thema’s aangewezen, die centraal staan in onze onderzoeksprogrammering. Deze onderwerpen komen onder andere tot uitdrukking in onderzoeksprogramma’s. In 2022 is het programma ‘Ontvangsten ontcijferd’ afgerond met een overzichtspublicatie. Vanuit het programma ‘Energietransitie’ zijn in 2022 verschillende publicaties verschenen, en verder is in 2022 het nieuwe onderzoeksprogramma ‘Digitalisering’ gestart. Ook in de komende jaren zal de Algemene Rekenkamer programmatisch blijven werken.

Resultaten

De naweeën van de coronacrisis hebben ook in 2022 impact gehad op de Rekenkamer. De organisatie heeft een balans gevonden in nieuwe vormen van hybride werken. Medewerkers werken meer vanuit huis, de samenwerking vindt meer digitaal en anders plaats. Desondanks heeft de Algemene Rekenkamer vooruitgang gemaakt met de voor 2022 gestelde doelen.

Op www.rekenkamer.nl heeft de Algemene Rekenkamer de onderzoeksrapporten, de brieven aan de Tweede Kamer en de jaarlijkse Verslagen gepubliceerd. Daar zijn ook de webdossiers te vinden. De Algemene Rekenkamer maakt de uitgaven (het grootboek) openbaar in de vorm van open data.

Zo heeft de Algemene Rekenkamer in 2022 in totaal 59 publicaties opgeleverd:

  • 39 rapporten waarvan 24 in het Verantwoordingsonderzoek;

  • 15 brieven aan de Tweede Kamer, waarvan 12 begrotingsbrieven;

  • 5 updates van een webdossier.

Het aantal publicaties was iets lager dan in 2021 om capaciteit vrij te maken voor andere activiteiten die bijdragen aan een beter presterende overheid.

Voorts is de kwaliteit van het onderzoek intensiever getoetst. In 2022 is, overeenkomstig de aanbeveling uit de Externe evaluatie door drie buitenlandse toonaangevende rekenkamers (peer review), gewerkt aan versterking van de onafhankelijkheid van de Algemene Rekenkamer in de´financial audit´. De Eerste en Tweede Kamer hebben hierop de minister van Financiën en de Algemene Rekenkamer gevraagd om te reageren op wijzigingsvoorstellingen die zij hebben gedaan, en om de geconstateerde tekortkomingen in het Nederlandse controlebestel op te lossen. Tenslotte is het organisatieontwikkelingstraject, gericht op het verbeteren van de interne beheersing en externe oriëntatie, voortgezet.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 2. Algemene Rekenkamer (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

31.088

33.307

32.879

34.640

39.956

35.098

4.858

        

Uitgaven

30.574

32.214

33.276

34.035

37.601

35.098

2.503

        

Institutionele inrichting

       

Recht- en doelmatigheidsbevordering

30.574

32.214

33.276

34.035

37.601

35.098

2.503

        

Ontvangsten

1.592

1.584

1.136

1.240

1.092

1.017

75

E. Toelichting op de instrumenten
Tabel 8 Specificatie apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

2022

Totaal apparaat

37.601

waarvan personeel

32.019

Eigen personeel

28.957

Externe inhuur

3.062

Overig personeel

 
  

waarvan materieel

5.582

ICT

2.083

Bijdrage aan SSO's

1.145

Overig materieel

2.354

Verplichtingen

De oorspronkelijk vastgestelde begroting 2022 voor de verplichtingen bedroeg € 35,1 mln. De meerjarige verplichtingen zijn toegenomen als gevolg van nieuwe ICT-, inhuur en leasecontracten.

Uitgaven

Institutionele inrichting

Recht- en doelmatigheidsbevordering

De oorspronkelijke uitgavenbegroting 2022 bedroeg € 35,1 mln. Bij de eerste en tweede suppletoire begroting 2022 is extra budget toegevoegd in verband met onder andere het coalitietakkoord 2021-2025 ´Omzien naar elkaar, vooruitzien naar de toekomst´, en de loon- en prijsontwikkeling. De stand na de tweede suppletoire begroting 2022 bedroeg € 37,9 mln. Het financiële resultaat bedraagt € 342.911. Dit resultaat komt vooral omdat enkele facturen over 2022 nog in 2023 binnen moeten komen. Verder waren er door het duurzaam hybride werken minder uitgaven voor bijvoorbeeld woon- en werkverkeer, internationale dienstreizen en catering.

Ontvangsten

De ontvangstenbegroting voor 2022 bedroeg € 1 mln. De gerealiseerde ontvangsten waren afgerond € 1,1 mln. en hebben betrekking op internationale projecten en uitdetacheringen.

3.3 Artikel 3. De Nationale ombudsman

A. Algemene doelstelling

De Nationale ombudsman komt in beeld als burgers er niet in slagen om er uit te komen met de overheid. Als het misgaat tussen de burger en de overheid, kan de ombudsman tussenbeide komen, bemiddelen of een onderzoek instellen. Ook kan de ombudsman op eigen initiatief structurele problemen aandacht geven.

In het werk van de Nationale ombudsman staat de vraag centraal of burgers behoorlijk behandeld worden door de overheid. Handelt de overheid eerlijk, communiceert zij begripvol met burgers en is er voldoende oog voor de menselijke maat?

Enerzijds helpt de Nationale ombudsman burgers als het misgaat tussen hen en de overheid:

  • Door burgers de weg te wijzen naar het juiste loket;

  • Door ze te ondersteunen met adviezen en tools;

  • Door op een effectieve manier onderzoek te doen.

Anderzijds wil de Nationale ombudsman overheden uitdagen anders te kijken naar diensten, processen en innovaties. Daarom kijken we naar wat de overheid doet. Denken we na over manieren waarop het anders en beter kan. Om overheden hier vervolgens op aan te spreken en ze te vragen om zaken te verbeteren en zich meer te verplaatsen in de burger.

De Kinderombudsman en de Veteranenombudsman hebben tot doel te bevorderen dat de rechten van respectievelijk jeugdigen en veteranen worden geëerbiedigd door bestuursorganen en door privaatrechtelijke organisaties. De Kinderombudsman en de Veteranenombudsman zijn onderdeel van de Nationale ombudsman.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidsconclusies

Intensivering taken

In de kabinetsreactie op het rapport Ongekend onrecht van de parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag is aangegeven dat er altijd het risico blijft dat goedwillende mensen als gevolg van een samenloop van omstandigheden klem komen te zitten. De Nationale ombudsman is dan de aangewezen plek waar mensen terecht kunnen. Als mensen zich in schrijnende situaties bij de Nationale ombudsman melden, kan hij ook direct in actie komen. Naar aanleiding van de problemen met de kinderopvangtoeslag ziet de Nationale ombudsman ruimte om dit vaker te doen. De Nationale ombudsman monitort sinds 2020 de wijze waarop de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen omgaat met klachten. N.a.v. de monitoring hebben de Nationale ombudsman en de Kinderombudsman in 2022 gevraagd om versnelling in de hersteloperatie toeslagenaffaire.

Informatiehuishouding

Naar aanleiding van de kabinetsreactie op het rapport Ongekend onrecht van de parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag vindt een grote, Rijksbrede verbeteroperatie voor de informatiehuishouding plaats (Kamerstukken II 2020/21, 35510, nr. 4). De Nationale ombudsman heeft in 2022 gewerkt aan dit programma. In 2022 is er vooral aandacht geweest voor bewustwording over informatiehuishouding en voor (voorbereiding op) archivering van e-mail en chatberichten.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 3. De Nationale ombudsman (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

17.949

19.172

21.932

23.666

29.717

23.239

6.478

        

Uitgaven

18.339

19.672

20.814

23.099

26.988

23.239

3.749

        

Institutionele inrichting

       

Taakuitoefening Nationale ombudsman

16.089

17.006

18.049

20.009

23.240

20.716

2.524

Materiële uitgaven

       

Taakuitoefening medeoverheden

2.250

2.666

2.765

3.090

3.748

2.523

1.225

        

Ontvangsten

2.357

2.360

2.817

2.791

2.952

2.539

413

E. Toelichting op de instrumenten
Tabel 10 Specificatie apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

2022

Totaal apparaat

26.988

waarvan personeel

21.898

Eigen personeel

18.130

Externe inhuur

2.576

Overig personeel

1.192

  

waarvan materieel

5.090

Uitgaven

Institutionele inrichting

Taakuitoefening Nationale ombudsman

Dit betreft de uitgaven voor klachtbehandeling door de Nationale ombudsman waaronder ook het onderzoek op eigen initiatief. Daarnaast betreft dit ook uitgaven voor de uitvoering van taken van de Kinderombudsman en de Veteranenombudsman.

Het budget op dit instrument was bij de begroting ca. € 20,7 mln., gedurende het jaar is in totaal ca. € 4 mln. aan de begroting toegevoegd. Vanuit het coalitieakkoord «omzien naar elkaar, vooruitzien naar de toekomst» is € 0,6 mln. vrijgemaakt voor de Nationale ombudsman in het kader van het versterken van de toezichthouders.

De Nationale ombudsman heeft de middelen ingezet voor het versterken van de ombudsagenda en voor een snellere afhandeling van 1e lijnsvragen en klachten. Hierdoor is er ruimte om direct te reageren op schrijnende situaties. De Nationale ombudsman is een pilot gestart met een team dat zich uitsluitend richt op het telefonisch afhandelen van de 1e lijns vragen en klachten van burgers om deze sneller/ adequater af te handelen. In de ombudsagenda is duurzame aandacht voor een specifiek aantal thema’s.

De Ombudsman heeft het aantal klachten de afgelopen jaren fors zien toenemen. Om zijn taken goed uit te blijven voeren is uitbesteding van de ICT en optimalisatie van het primaire proces en de professionalisering van de bedrijfsvoering nodig. De middelen, ca € 0,9 mln., zijn in het juiste kasritme geplaatst om dit van dekking te voorzien.

Vanaf 1 januari 2022 is het werk en de functie die voorheen uitgevoerd werden door de Onafhankelijk Raadsman in Groningen ondergebracht bij de Nationale ombudsman. Hiervoor is ca € 0,5 mln. toegevoegd.

Tabel 11 Aantal klachten rijksoverheid
  

Realisatie

Klachten

2018

2019

2020

2021

2022

Nationale ombudsman

23.230

28.390

25.640

29.920

24.020

Kinderombudsman

2.000

2.100

1.990

2.170

1.690

Veteranenombudsman

200

280

280

290

270

Totaal

25.430

30.770

27.910

32.380

25.980

In 2022 is het aantal door de Nationale ombudsman ontvangen klachten met 24.020 lager dan in 2021. De Kinderombudsman heeft 1.690 verzoeken ontvangen. Dit is een afname van 480 verzoeken ten opzichte van het jaar daarvoor. De Veteranenombudsman heeft 270 klachten ontvangen. Dat is een afname van 20 klachten ten opzichte van het jaar daarvoor. Het totaal aantal klachten is in 2022 afgenomen.

Materiële uitgaven

Taakuitoefening medeoverheden

Op dit artikelonderdeel worden alle uitgaven van de klachtbehandeling voor de medeoverheden zichtbaar.

Het budget op dit instrument was bij de begroting circa € 2,5 mln. Gedurende het jaar is circa € 0,4 mln. aan de begroting toegevoegd.

20% van alle klachten die de Nationale ombudsman heeft ontvangen, hebben betrekking op gemeenten, gemeenschappelijke regelingen, provincies en waterschappen. Het aantal geregistreerde klachten in 2022 bedroeg 4820.

Tabel 12 Aantal aangesloten gemeenten
  

Realisatie

Aangesloten gemeenten

2018

2019

2020

2021

2022

in percentage

73

73

75

75

74

In het jaarverslag van de Nationale ombudsman over 2022 wordt ingegaan op alle activiteiten van zowel de Nationale ombudsman, de Kinderombudsman als de Veteranenombudsman.

Ontvangsten

De ontvangsten hebben voornamelijk betrekking op de klachtbehandeling voor de mede overheden. Een aantal facturen voor de mede overheden is in 2021 later verstuurd dan gebruikelijk. Hierdoor zijn de ontvangsten in 2022 hoger dan verwacht.

3.4 Artikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden

A. Algemene doelstelling

De Kanselarij der Nederlandse Orden (KNO) is bij Koninklijk Besluit (KB) van 3 juni 1844 ingesteld. De Kanselarij der Nederlandse Orden is de organisatie die:

  • het Kapittel der Militaire Willems-Orde en het Kapittel voor de Civiele Orden huisvest en ambtelijk ondersteunt in hun advisering over de voorstellen tot decoratieverlening;

  • zorg draagt voor het beheer van de versierselen van de onderscheidingen en voor de correcte verzending ervan aan de betrokken ministeries;

  • zorgt dat registers worden aangehouden van in het Koninkrijk der Nederlanden onderscheiden personen.

Kapittel der Militaire Willems-Orde

De taken van het Kapittel der Militaire Willems-Orde behelzen:

  • het adviseren van het hoofd van het betrokken departement van algemeen bestuur over de voordrachten voor benoeming of bevordering in en ontslag uit de Orde dan wel over aanvragen om in de Orde te worden opgenomen of bevorderd;

  • het verstrekken van inlichtingen aan het hoofd van het betrokken departement van algemeen bestuur alsmede het geven van inzage in alle zakelijke gegevens en bescheiden aan deze departementen;

  • het aanhouden van registers voor elk der vier klassen van ridders;

  • het houden van aantekening van verlening van het ordeteken aan onderdelen van de krijgsmacht.

Kapittel voor de Civiele Orden

Het Kapittel voor de Civiele Orden heeft als adviescollege op landelijk niveau tot taak Onze Minister wie het aangaat te adviseren over het verlenen van onderscheidingen in één van de Civiele Orden.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidsconclusies

Er zijn geen bijzonderheden te vermelden.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

5.291

6.740

6.715

5.571

4.880

4.691

189

        

Uitgaven

5.392

5.739

6.801

5.337

5.264

4.691

573

        

Institutionele inrichting

       

Apparaat

4.364

4.539

5.080

3.668

3.476

2.930

546

Materiële uitgaven

       

Decoraties

1.027

1.199

1.720

1.669

1.788

1.756

32

Riddertoelagen

1

1

1

0

0

5

‒ 5

        

Ontvangsten

335

343

439

390

352

199

153

E. Toelichting op de instrumenten
Tabel 14 Specificatie apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

2022

Totaal apparaat

3.476

waarvan personeel

2.253

Eigen personeel

1.753

Externe inhuur

500

Overig personeel

0

  

waarvan materieel

1.223

ICT

391

Bijdrage aan SSO's

240

Overig

592

Uitgaven

Institutionele inrichting

Apparaat

De gerealiseerde apparaatskosten zijn hoger uitgekomen dan in de oorspronkelijke vastgestelde begroting was opgenomen. Deze hogere uitgaven hebben betrekking op de doorontwikkeling van het decoratiesysteem LINT en het project Informatiehuishouding / Open op Orde waarvoor onder andere extra expertise is ingehuurd. Hiervoor is bij de voorjaarsnota extra budget toegekend.

Materiële uitgaven

Decoraties

De gerealiseerde uitgaven voor decoraties hebben betrekking op ingekochte versierselen en toebehoren (zoals verpakkingen en oorkondes).

Riddertoelagen

Aan de in leven zijnde Ridders Militaire Willems-Orde, de weduwen/weduwnaars van de Ridders Militaire Willems-Orde of de minderjarige kinderen van Ridders Militaire Willems-Orde wordt van rechtswege een jaarlijkse riddertoelage uitgekeerd. Daar er nog maar weinig weduwen/weduwnaars in leven zijn, wordt er minder uitgekeerd dan voorheen. Daarom is dit bedrag afgerond naar 0 euro.

Ontvangsten

Er zijn in 2022 meer borgsommen ontvangen voor het voor onbepaalde tijd in bruikleen houden van Koninklijke onderscheidingen door gedecoreerden of erven van gedecoreerden dan was begroot.

3.5 Artikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba

A. Algemene doelstelling

Het Kabinet van de Gouverneur van Aruba heeft tot taak het ondersteunen van de Gouverneur van Aruba in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de Koning als hoofd van de regering van Aruba en in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de regering van het Koninkrijk. Gezien deze ondersteunende rol zijn de taken van het Kabinet een afgeleide van de taken en bevoegdheden van de Gouverneur, die voornamelijk zijn geregeld in het Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, de Staatsregeling van Aruba en het Reglement voor de Gouverneur van Aruba. Het kabinet heeft ook tot taak het behandelen van consulaire aangelegenheden aangezien de gouverneur tevens bevoegdheden heeft in het kader van de verkrijging van het Nederlanderschap en de verstrekking van paspoorten en visa aan personen die woonachtig zijn in Aruba.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

Voor het handelen van de gouverneur als landsorgaan leggen de ministers van Aruba verantwoording af aan de Staten van Aruba. De gouverneur is als Koninkrijksorgaan verantwoordelijk aan de regering van het Koninkrijk.

De gouverneur onderhoudt contacten met de minister-president en overige Ministers van Aruba, de Staten, maatschappelijke organisaties en met ministers en andere bestuurders van de andere landen van het Koninkrijk. De gouverneur onderhoudt ook contacten met ambassadeurs van het Koninkrijk en van andere staten in de regio. De relaties met de Gouverneurs van Sint Maarten en Curaçao zijn geïnstitutionaliseerd en worden onderhouden.

Het kabinet onderhoudt contacten met andere organen van de overheid, zowel binnen als buiten het Koninkrijk. Bij de uitvoering van rijksregelgeving werkt het kabinet samen met verschillende ministeries, agentschappen en diensten van Nederland.

C. Beleidsconclusies

Er zijn in 2022 geen beleidswijzigingen geweest.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

1.876

2.399

2.096

2.338

2.480

2.001

479

        

Uitgaven

1.876

2.399

2.096

2.338

2.480

2.001

479

        

Institutionele inrichting

       

Kabinet Gouverneur Aruba

1.876

2.399

2.096

2.338

2.480

2.001

479

        

Ontvangsten

89

108

53

96

93

60

33

E. Toelichting op de instrumenten
Tabel 16 Specificatie apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

2022

Totaal apparaat

2.480

waarvan personeel

1.730

Eigen personeel

1.570

Externe inhuur

0

Overig personeel

160

  

waavan materieel

750

ICT

139

Overig materieel

611

Uitgaven

Institutionele inrichting

Kabinet Gouverneur van Aruba

De vervanging van de airco-installatie voor het kantoor van het Kabinet van de Gouverneur van Aruba is gerealiseerd. De aanpassing van de keuken in Cas Ceremonial di Gobernador heeft nog niet kunnen plaatsvinden omdat het vinden van een technische oplossing ten aanzien van het afzuigsysteem de leverancier tijd heeft gekost.

Gedurende het jaar 2022 hebben onder leiding van een extern bedrijf teamsessies plaatsgevonden ten behoeve van het verbeteren van de samenwerking & communicatie en voor team empowerment.

De restantgelden van twee stichtingen staan nog open. In 2023 zullen de twee stichtingen financieel afgerekend en opgeheven zijn.

Ontvangsten

De ontvangsten in 2022 zijn hoger dan begroot omdat er niet gestuurd kan worden op de verkoop van consulaire producten.

3.6 Artikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

A. Algemene doelstelling

De missie van het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao is het optimaal ondersteunen van de gouverneur in de uitoefening van zijn taken in zijn beide hoedanigheden: als het hoofd van de regering van het land Curaçao en als orgaan van het Koninkrijk. De taken van het kabinet zijn afgeleid van de wettelijke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de Gouverneur. De belangrijkste taken en bevoegdheden van de Gouverneur van Curaçao zijn opgenomen in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, de Staatsregeling van Curaçao, verschillende (organieke) Curaçaose landsverordeningen, Koninkrijkswetgeving en het Reglement van de Gouverneur van Curaçao.

Aan het feit dat de gouverneur het bevoegde orgaan is in de uitvoeringsregelingen van de Rijkswet op het Nederlanderschap en van de Paspoortwet ontleent het Kabinet van de Gouverneur dienstverlenende, uitvoerende consulaire werkzaamheden. De taken en inrichting van het kabinet zijn vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit, evenals in een organisatie- en formatieplan.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidsconclusies

Er zijn in 2022 geen beleidswijzigingen geweest.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

3.008

2.945

2.607

2.422

2.804

3.032

‒ 228

        

Uitgaven

3.008

2.945

2.607

2.422

2.804

3.032

‒ 228

        

Institutionele inrichting

       

Kabinet Gouverneur Curaçao

3.008

2.945

2.607

2.422

2.804

3.032

‒ 228

        

Ontvangsten

186

97

121

142

147

200

‒ 53

E. Toelichting op de instrumenten
Tabel 18 Specificatie apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

2022

Totaal apparaat

2.7711

waarvan personeel

1.537

Eigen personeel

1.437

Externe inhuur

70

Overig personeel

30

  

waarvan materieel

1.234

X Noot
1

Afwijking ten opzichte van de budgettaire tabel betreft koersverschillen.

Uitgaven

Institutionele inrichting

Kabinet Gouverneur Curaçao

Begin 2022 zijn de omvangrijke schilder- en renovatie werkzaamheden aan de buitenkant van het paleis afgerond. Daarnaast stond ook het onderhoud van het kantoorgebouw van het Kabinet in de planning voor 2022. Om dit binnen de beschikbare tijd en het beschikbare budget te kunnen bewerkstelligen is een tijdelijke werkruimte op de zolder van het paleis voor het personeel gecreëerd. Hierdoor was het mogelijk het gebouw van het Kabinet (zo efficiënt mogelijk) volledig te renoveren terwijl alle werkzaamheden van het Kabinet doorgang konden vinden. De onderhoudswerkzaamheden van het Kabinet hielden o.a. het volgende in: schilderwerk van alle werkruimtes inclusief het plafond, de kozijnen en de herstelwerkzaamheden die daarmee gepaard gingen, het leggen van nieuwe vloerbedekking in het gehele kabinet en de aanschaf van raambekleding voor alle werkruimtes van het Kabinet. Na afronding van de onderhoud werkzaamheden kon het personeel terugverhuizen naar het gebouw van het Kabinet.

2022 was het jaar dat de reguliere ontvangsten en recepties van de Gouverneur – na twee corona-jaren- weer doorgang konden vinden. Daaronder vallen o.a. de lintjesregen en de naturalisatieceremonies.

Ontvangsten

Het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao heeft behalve de ontvangsten uit consulaire producten, geen eigen inkomsten. De consulaire producten die een opbrengst (leges) genereren zijn naturalisaties en opties, nationale paspoorten, nooddocumenten en visa. Net als voorgaande jaren zijn de inkomsten lager uitgevallen dan was begroot in 2022.

3.7 Artikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

A. Algemene doelstelling

De missie van het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten is het ondersteunen van de gouverneur in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de Koning als hoofd van de regering van het land Sint Maarten en als vertegenwoordiger van de regering van het Koninkrijk.

De taken en bevoegdheden van de Gouverneur van Sint Maarten zijn opgenomen in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, de Staatsregeling van Sint Maarten, verschillende (organieke) Sint Maartense landsverordeningen, Koninkrijkswetgeving en het Reglement voor de Gouverneur van Sint Maarten.

Aan het feit dat de gouverneur bevoegd orgaan is tot uitvoering van de Rijkswet op het Nederlanderschap en van de Rijkswet Paspoortwet ontleent het Kabinet van de Gouverneur veel dienstverlenende, uitvoerende werkzaamheden. De taken en inrichting van het kabinet zijn vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit, evenals in een organisatie- en formatieplan.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

De bestuurlijke rol van de gouverneur zowel binnen Sint Maarten als landsorgaan, als in relatie tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan brengt met zich mee dat door het kabinet ten behoeve van de Gouverneur op het gehele werkveld van deze overheden contacten worden onderhouden met de Staten van Sint Maarten, met ministers, andere bestuurders en instituties in het Koninkrijk, Sint Maarten en Nederland. De relaties met de Gouverneurs van Aruba en van Curaçao zijn geïnstitutionaliseerd en worden onderhouden.

Met name bij de uitvoering van (rijks-)wetgeving werkt het kabinet samen met verschillende ministeries, agentschappen en diensten. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en Naturalisatiedienst, de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Binnen het land Sint Maarten heeft het kabinet intensief contact met de Staten, de Raad van Ministers, de Hoge Colleges van Staat en met overige landsdiensten. De Gouverneur van Sint Maarten heeft de procedure van de aanvraag en uitgifte van nationale paspoorten aan ingezetenen van Sint Maarten deels gemandateerd aan de landsdienst voor Burgerzaken (Census Office).

C. Beleidsconclusies

In 2022 zijn er geen wijzigingen in beleid geweest.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 19 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

2.472

2.400

2.133

2.195

10.423

2.204

8.219

        

Uitgaven

2.472

2.400

2.133

2.195

10.423

2.204

8.219

        

Institutionele inrichting

       

Kabinet Gouverneur Sint Maarten

2.472

2.400

2.133

2.195

10.423

2.204

8.219

        

Ontvangsten

135

81

92

114

86

75

11

E. Toelichting op de instrumenten
Tabel 20 Specificatie apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

2022

Totaal apparaat

9.1861

waarvan personeel

1.384

Eigen personeel

1.375

Externe inhuur

9

Overig personeel

0

  

waarvan materieel

7.802

ICT

271

Bijdrage aan SSO's

0

Overig

7.531

X Noot
1

Afwijking ten opzichte van de budgettaire tabel betreft koersverschillen.

Uitgaven

Institutionele inrichting

Kabinet Gouverneur van Sint Maarten

Er is € 7 mln. meer uitgegeven dan voor 2022 was begroot. Het Kabinet van de Gouverneur heeft toestemming gekregen om zowel een ambtswoning (ca. € 1 mln.) als een kantoor (ca. € 6 mln.) aan te schaffen. Met betrekking tot de aanschaf van het kantoor wordt een einde gemaakt aan een onwenselijke huursituatie en met betrekking tot de aanschaf van de ambtswoning kan het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten uitvoering geven aan artikel 4 van het Rijksbesluit rechtspositie Gouverneurs.

Ontvangsten

Tabel 21 Specificatie ontvangsten

Opbrengsten

2022

Opties en Naturalisaties

20

Paspoortgelden

38

VISA

7

Overige ontvangsten consulair

21

Totaal

861

X Noot
1

afwijking ten opzichte van de budgettaire tabel betreft koersverschillen

Het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten heeft behalve de ontvangsten uit consulaire producten, geen eigen inkomsten. De consulaire producten die een opbrengst (leges) genereren zijn naturalisaties en opties, nationale paspoorten en nooddocumenten en visa. Deze opbrengsten zijn iets meer dan initieel begroot. Er was sprake van een lichte inhaalslag.

3.8 Artikel 9. Kiesraad

A. Algemene doelstelling

De Kiesraad fungeert als centraal stembureau voor de verkiezingen van de Tweede Kamer, de Eerste Kamer en het Europese Parlement. De Kiesraad registreert partijaanduidingen, nummert kandidatenlijsten en stelt de officiële verkiezingsuitslagen voor deze verkiezingen vast. Daarnaast is de Kiesraad het adviesorgaan voor het kabinet en parlement op het terrein van het kiesrecht en de organisatie en uitvoering van verkiezingen. Verder verschaft de Kiesraad informatie aan gemeenten, provincies, politieke partijen, burgers en media over kiesrecht en verkiezingen.

De Kiesraad treedt het gehele jaar door op als kennis- en informatiepunt over kiesrecht en verkiezingen voor gemeenten, provinciale griffies, griffies, politieke partijen, kiezers en media. Voorts adviseert de Kiesraad de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over kiesrechtelijke geschillen waarbij de Kiesraad niet zelf partij is.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidsconclusies

Adviezen

De Kiesraad bracht in 2022 elf adviezen uit. Een aantal adviezen had te maken met de nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen die inwerking treedt vanaf 1 januari 2023. Hiervoor moest nadere regelgeving worden vastgesteld. Ook vanwege de invoering van het nieuwe stembiljet voor kiezers buiten Nederland en het kiescollege niet-ingezetenen was lagere regelgeving nodig en adviseerde de Kiesraad hierover. Tot slot adviseerde de Kiesraad over de verbetering van de kandidaatstellingsprocedure, het treffen van gezondheidsmaatregelen bij verkiezingen en het verloop van de gemeenteraadsverkiezingen van 2022.

Aanduidingen

In 2022 registreerde de Kiesraad zes aanduidingen in het register voor de Tweede Kamerverkiezingen. Bij één van deze aanduidingen werd ook een logo geregistreerd. Daarnaast werd bij een reeds geregistreerde aanduiding een logo geregistreerd. In het register voor de verkiezingen van het Europees Parlement en in het register voor de Eerste Kamerverkiezingen werden geen aanduidingen geregistreerd en zijn uit de registers geen aanduidingen geschrapt.

Benoemingen

De Kiesraad benoemt nieuwe leden in (tijdelijke) vacatures in de Eerste Kamer en Tweede Kamer en in vacatures (Nederlandse leden) in het Europees Parlement. In 2022 werden 26 Tweede Kamerleden benoemd, waarvan 15 in tussentijdse vacatures en 11 in tijdelijke vacatures wegens ziekte of zwangerschap. Het aantal benoemingen in de Tweede Kamer is opvallend hoger dan in de jaren daarvoor. Dit is deels te verklaren door de formatie van het nieuwe kabinet in januari 2022. Diverse Kamerleden werden minister of staatssecretaris waardoor hun Kamerlidmaatschap op hield en nieuwe leden werden benoemd. Dit leidde tot acht tussentijdse benoemingen en één tijdelijke benoeming. Daarnaast nam, net als in het voorgaande jaar, het aantal tijdelijke vacatures toe.

In de Eerste Kamer vonden vijf benoemingen plaats. Dit waren allemaal tussentijdse vacatures. Van deze vacatures ontstonden er twee naar aanleiding van de formatie in januari 2022.

In het Europees Parlement benoemde de Kiesraad één lid in een tussentijdse vacature. Ook deze vacature ontstond door de formatie.

Aantal tussentijdse en tijdelijke benoemingen

Tabel 22 Aantal benoemingen in vacatures
 

2018

2019

2020

2021

2022

Tweede Kamer

16

15

9

15

26

Eerste Kamer

11

10

6

19

5

Europees Parlement

0

2

3

4

1

Totaal

27

27

18

38

32

Rechtszaken

In 2022 werd twee keer beroep ingesteld tegen de Kiesraad in zijn functie als centraal stembureau. In deze rechtszaken trad de Raad als verweerder op. Daarnaast was de Kiesraad als extern deskundige betrokken bij 15 andere rechtszaken. Hierbij verstrekte de Raad inlichtingen op verzoek van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Informatiepunt

In aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022 werd van 1 november 2021 tot en met 15 april 2022 het Informatiepunt Verkiezingen ingesteld. Het Informatiepunt behandelde 4.711 vragen, waarvan de meeste werden gesteld door gemeenten (3.330 vragen), gevolgd door burgers (734 vragen) en politieke partijen (562 vragen). Eind 2022 ging een nieuw Informatiepunt van start, met het oog op de verkiezingen in maart 2023.

Wet open overheid (Woo)

Op 1 mei 2022 is de Wet open overheid (Woo) in werking getreden. Deze wet regelt het recht op informatie over wat de overheid, inclusief de Kiesraad, doet. De Kiesraad heeft in 2022 1 Woo-verzoek ontvangen. De informatie waar in het verzoek om werd verzocht, was reeds openbaar toegankelijke informatie. De verzoeker is op de vindplaats van de betreffende informatie gewezen.

Burgerforum Kiesstelsel

De regering heeft ter invulling van een van de aanbevelingen van het advies van de Staatscommissie parlementair stelstel (de commissie-Remkes) een wetsvoorstel in procedure gebracht tot wijziging van het kiesstelsel (Kamerstukken II 2020/21, 34430, nr. 18). De minister heeft mede naar aanleiding van een kritisch advies van de Raad van State in juli 2022 aangekondigd eerst aan de slag te gaan met onderzoek, een verbeterde onderbouwing en een wijziging in het wetsvoorstel (Brief met kenmerk 2022-0000352737). Het wetsvoorstel is nog niet bij de Kamer ingediend en heeft om die reden nog niet tot activiteiten van de Kiesraad geleid.

OSV

Bij de verkiezingen maken politieke partijen, gemeenten en hoofdstembureaus en centrale stembureaus gebruik van Ondersteunende Software Verkiezingen (OSV 2022) voor de kandidaatstelling en de berekening van de uitslag.

In 2022 is de doorontwikkeling van OSV2020 afgerond waardoor het geschikt is voor alle verkiezingstypes en is OSV2020 succesvol ingezet bij de gemeenteraadsverkiezingen en de gemeentelijke herindelingsverkiezingen.

De Kiesraad heeft in samenwerking met de VNG, en in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, controleprotocollen opgesteld. De gemeenten hebben door middel van een steekproef handmatig gecontroleerd of de met OSV2020 gegenereerde totalen en de zetelverdeling op lijstniveau correct zijn verlopen. In geen van de controles werd een verschil geconstateerd in de controletelling of de controle van de zetelverdeling. Op grond van de bevindingen kon worden vastgesteld dat de door OSV2020 gegenereerde totalen correct waren.

Per 1 januari 2023 wordt de procedure voor vaststelling verkiezingsuitslagen aangepast (Stb. 2022, 292) en worden gemeenten en centraal stembureaus beter in staat gesteld om fouten in het tel- en optelproces te voorkomen, te onderzoeken en te herstellen. In voorbereiding op het nieuwe stelsel heeft de Kiesraad zich in 2022 gericht op de daarvoor noodzakelijke aanpassing van OSV2020 en de ontwikkeling van de controleprotocollen die gebruikt moeten gaan worden.

De Kiesraad in transitie naar verkiezingsautoriteit

Ter bevordering van de kwaliteit van het verkiezingsproces zal de rol van de Kiesraad worden verzwaard en krijgt de Kiesraad een aantal nieuwe taken. De wetgeving die de grondslag vormt van deze nieuwe taken omvat twee wetsvoorstellen, het Wetsvoorstel programmatuur verkiezingsuitslagen, dit wetsvoorstel is in juni 2022 bij de Kamer ingediend (Kamerstukken II 2022/23, 36150) en het Wetsvoorstel kwaliteitsbevordering uitvoering verkiezingsproces, deze is eind 2022 in consultatie gegaan.

Het Wetsvoorstel programmatuur verkiezingsuitslagen omvat aanvullende wettelijke taken als beheerder van de programmatuur die wordt gebruikt ter ondersteuning van het proces van kandidaatstelling en vaststelling van de uitslag. Het Wetsvoorstel kwaliteitsbevordering uitvoering verkiezingsproces omvat het ondersteunen van de organisatie van verkiezingen, het waarnemen en indien nodig bijsturen tijdens verkiezingen en het beoordelen van het verloop van de verkiezing.

Het invullen van deze nieuwe taken heeft invloed op de organisatie van de Kiesraad, er vindt uitbreiding van de capaciteit plaats, de verschillende werkzaamheden worden in beeld gebracht en is er een intern professionaliseringstraject gestart. Eind 2022 is een team Regie en Kwaliteit verkiezingen ingericht om de toekomstige nieuwe kwaliteitsbevorderende taken vorm te geven.

DHV

Samenhangend met het wetsvoorstel programmatuur verkiezingsuitslagen werkt de Kiesraad aan de ontwikkeling van een nieuw Digitaal Hulpmiddel Verkiezingsuitslagen (DHV).

In 2021 is de aanbesteding daarvan gestart (Kamerstukken II 2018/2019, 35 165, nr. 1) en heeft begin mei 2022 de gunning plaats gevonden. DHV zal de huidige software OSV2020 opvolgen. Uitgangspunt bij deze nieuwe software is dat de software wordt gehost in een centrale omgeving via een besloten netwerk. Hierdoor kan de Kiesraad het gebruik van het programma monitoren en tijdig maatregelen nemen in het geval er onregelmatigheden worden geconstateerd.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 23 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 9. Kiesraad (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

2.526

5.144

2.637

4.772

25.354

6.074

19.280

        

Uitgaven

2.393

3.275

2.668

4.405

13.240

6.074

7.166

        

Institutionele inrichting

       

Kiesraad

2.393

3.275

2.668

4.405

13.240

6.074

7.166

        

Ontvangsten

0

95

1

1

2

0

2

E. Toelichting op de instrumenten
Tabel 24 Specificatie apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

2022

Totaal apparaat

13.240

waarvan personeel

4.207

Eigen personeel

2.353

Externe inhuur

1.854

Overig personeel

0

  

waarvan materieel

9.033

ICT

8.242

Bijdrage aan SSO's

699

Overig materieel

92

Verplichtingen

Door de aanbesteding van DHV is de Kiesraad een vijfjarige verplichting aangegaan van € 17,2 mln., hiervoor is verplichtingenbudget naar voren gehaald.

Uitgaven

Kiesraad

De oorspronkelijke begroting van de Kiesraad bedroeg in 2022 € 6,1 mln. Hieraan werd bij gelegenheid van de 1e suppletoire begroting € 5,5 mln. toegevoegd. In totaal is € 3,4 mln. toegevoegd voor het begeleiden van de implementatie van het Digitaal Hulpmiddel Verkiezingen (DHV) en het ondersteunen van de huidige verkiezingssoftware, zodat dit functioneel blijft totdat het DHV volledig is geïmplementeerd. Daarnaast is € 1,5 mln. overgeboekt vanaf de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BKZ) voor de personele ondersteuning van de transitie van de Kiesraad naar verkiezingsautoriteit en de daarmee samenhangende (voorbereiding op) uitvoering van enkele nieuwe taken van de Kiesraad. Voor de verkiezingsagenda is € 0,5 mln. toegekend en voor het programma Open op Orde is € 0,1 mln. toegekend.

Bij gelegenheid van de 2e suppletoire begroting werd in totaal € 4,6 mln. toegevoegd en € 1,9 mln. in mindering gebracht, per saldo een toevoeging van € 2,7 mln.

Voor de ontwikkel- en implementatiekosten van DHV is € 4,4 mln. van de begrote gelden voor DHV naar voren gehaald en zijn middelen ter hoogte van € 0,2 mln. voor Loon- en Prijsontwikkeling toegekend.

De € 1,9 mln. in mindering gebrachte gelden betreft een verwachte onderuitputting als gevolg van een verlate instroom van vast en tijdelijk personeel (€ 1,2 mln.) en een correctie van € 0,7 mln. op de naar voren gehaalde gelden voor DHV. De uitgaven voor het onderhoud van de toekomstige software vindt na oplevering plaats. In tegenstelling tot de onderbouwing bij de tweede suppletoire begroting leidde de verlate instroom niet tot een vertraging in de oplevering van DHV.

Van het uiteindelijke budget, totaal € 14,3 mln., is € 13,2 mln. uitgegeven. Het verlaat instromen van vast en tijdelijk personeel heeft zich doorgezet tot het einde van het jaar en heeft grotendeels geleid tot de onderuitputting.

4. Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 10. Nog onverdeeld

Tabel 25 Budgettaire gevolgen artikel 10. Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2017

2018

2019

2020

2021

2021

2021

Verplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

        

Uitgaven

0

0

0

0

0

0

0

        

Nog te verdelen

       

Loonbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

Prijsbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

Nog onverdeeld

0

0

0

0

0

0

0

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

Vanuit dit artikel wordt de loon- en prijsbijstelling naar de artikelen geboekt.

5. Bedrijfsvoeringsparagraaf

5.1 Bedrijfsvoeringsparagraaf Raad van State

Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage

Rechtmatigheid

In 2022 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden. Er is sprake van een getrouwe weergave.

Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

In het verantwoordingsonderzoek over de jaren 2019-2021 heeft de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de informatiebeveiliging binnen de Raad van State onvolkomenheden geconstateerd. Daaraan gekoppeld heeft de Algemene Rekenkamer aanbevelingen gedaan. In 2020, 2021 en 2022 heeft de Raad van State zich ingespannen om deze op te volgen. Daarbij zijn vorderingen gemaakt: er zijn organisatorische maatregelen getroffen om de functies die toezien op de informatiebeveiliging voldoende te borgen. Ook is een plan van aanpak opgesteld om in fases de informatiebeveiliging op niveau te brengen. Aan dat plan is in 2020, 2021 en 2022 uitvoering gegeven, onder andere door het reeds geldende informatiebeveiligingsbeleid te vernieuwen en extra capaciteit ten behoeve van de verbetering toe te kennen. Eind 2022 heeft de Raad van State geconstateerd dat deze inspanningen geleid hebben tot een verbeterde borging van nieuwe beveiligingsmaatregelen binnen de organisatie, waarbij de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer, zijn opgevolgd en geïmplementeerd. Hoewel wettelijk niet verplicht streeft de Raad van State ernaar om voor de informatiebeveiliging te voldoen aan de normen uit de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO).

Belangrijkste materiële fraude- en corruptierisico’s en genomen maatregelen

De Raad van State kent een risicomanagementbeleid ten behoeve van identificatie, analyse en evaluatie van risico’s. Gezien de aard van de taken van de Raad van State en de genomen maatregelen kent de Raad van State een laag fraude-risicoprofiel. Mede door de uitgevoerde interne controle en gemonitorde beheersingsmaatregelen, zoals ver doorgevoerde functiescheiding in het betaal- en ontvangstenproces.

Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Misbruik en oneigenlijk gebruik

De Raad van State heeft geen regelingen die vallen binnen het kader van misbruik en oneigenlijk gebruik.

Grote lopende ICT-projecten

De Raad van State valt niet onder de rapportageplicht voor grote ICT-projecten.

Audit Committees

Dit punt is niet van toepassing aangezien de Raad van State geen Audit Committee kent.

Paragraaf 3. Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Open op Orde

In het afgelopen jaar heeft de Raad van State € 1.195.887- uitgegeven ten behoeve van het Rijksprogramma voor Duurzame Digitale Informatiehuishouding - Open op Orde en de implementatie van de Wet Open Overheid.

Inhuur externen

In 2022 heeft de Raad van State circa € 6,9 mln. uitgegeven aan de inhuur van externen. Deze uitgaven hadden betrekking op de ontwikkeling en de beveiliging van de informatievoorziening, het beheer van ICT middelen en de vervanging van ambtelijke capaciteit wegens deelname aan projecten en de externe inzet ten behoeve van de projecten op het vlak van de informatievoorziening en digitalisering.

Als gevolg van de arbeidsmarktsituatie kon in 2022 een aantal IV en ICT functies niet of lastig met ambtelijke capaciteit worden ingevuld. De Raad van State streeft er desondanks naar het beroep op externe capaciteit voor de inzet op reguliere functies te beperken.

Tabel 26 Inhuur externen
 

2022

Realisatie personele uitgaven

64.431.429

Roemernorm 10%

6.443.143

  

Realisatie externe inhuur

6.989.252

waarvan

 

ontwikkeling en beveiliging

609.148

beheer en deelname aan projecten

2.663.791

IV projecten

1.736.463

5.2 Bedrijfsvoeringsparagraaf Algemene Rekenkamer

Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage

Rechtmatigheid

In 2022 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden. De financiële overzichten geven een getrouw beeld van de uitkomsten van de begrotingsuitvoering.

Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Plan financieel beheer

Op 15 maart 2022 heeft de openbare accountant een goedkeurende controleverklaring afgegeven bij het jaarverslag Algemene Rekenkamer over 2021. In het verslag van bevindingen constateert de accountant dat het jaarrekeningproces is verbeterd. Dit neemt niet weg dat in 2022 verder is gewerkt aan het optimaliseren van het financiële beheer en de bedrijfsvoering.

Om een tijdige afsluiting van de financiële administratie en oplevering van het jaarverslag over 2022 te waarborgen is gewerkt met een tussentijdse afsluiting (medio 2022).

Belangrijkste materiële fraude- en corruptierisico’s en genomen maatregelen

De Algemene Rekenkamer actualiseert jaarlijks haar fraude-risicoanalyse. Hieruit komt het beeld naar voren dat de Algemene Rekenkamer een laag fraude-risicoprofiel heeft. Genomen maatregelen betreffen onder andere het uitvoeren van de interne controle en het periodiek uitvoeren van een frauderisico-scan op de uitgevoerde uitgaven.

De inrichting van de accountantscontrole bij de Algemene Rekenkamer

Gelet op het feit dat de Algemene Rekenkamer in haar controlerende taak ook de overige Hoge Colleges van Staat (Begrotingshoofdstuk IIB) controleert, laat de Algemene Rekenkamer haar eigen jaarverslag en verantwoording toetsen door een onafhankelijke externe accountant.

Interne controle (IC)

In het licht van de bevindingen van de openbare accountant zijn in 2022 werkprocessen tegen het licht gehouden en aangepast en is de IC verder aangescherpt. Verder zijn steekproefsgewijs controles op de materiële uitgaven uitgevoerd. Het werkproces is waar nodig verder aangepast. Verder zijn het contractenbeheer en –registratie aangescherpt.

Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Informatiebeveiliging

De Algemene Rekenkamer beheerst de informatiebeveiliging op basis van risicomanagement en stuurt op maatregelen die de vertrouwelijkheid, integriteit en de beschikbaarheid van informatie waarborgen.

Tegen de achtergrond van de over 2020 door de Algemene Rekenkamer in het Verantwoordingsonderzoek vastgestelde onvolkomenheid, is een verbeterplan informatiebeveiliging opgesteld. Het risicomanagementbeleid voor informatiebeveiliging is herzien en vastgesteld. Hieruit voortvloeiende maatregelen zijn verder belegd in de organisatie. Ook is gestuurd op verbetering van het kwetsbaarheden- en incidentenproces.

Hoewel wettelijk niet verplicht streeft de Rekenkamer ernaar om voor informatiebeveiliging te voldoen aan de normen uit de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). De maatregelen die uit de in 2021 uitgevoerde BIO Gap analyse voortvloeien, zijn in 2022 geïmplementeerd dan wel ingepland. In 2023 wordt de BIO Gap analyse herijkt.

Verder heeft de Algemene Rekenkamer door externe bureaus diverse onderzoeken naar de informatiebeveiliging laten uitvoeren (waaronder een externe audit informatiebeveiliging). De verbeterpunten en aanbevelingen uit die onderzoeken zijn gedeeltelijk doorgevoerd en verder opgenomen in het jaarplan 2023 en de verbeterlijst informatiebeveiliging.

De interne beheersing heeft zodanig gefunctioneerd dat voldoende zekerheid is verkregen dat de bedrijfsvoering voldoet aan het VIR 2007 / BIO. Waar nodig zijn aanvullende maatregelen getroffen. In 2022 hebben zich veertien beveiligingsincidenten voorgedaan. Daarbij is het beveiligingsbeleid effectief gebleken. Incidenten zijn tijdig gedetecteerd en/of gemeld en hebben door de getroffen maatregelen niet tot ernstig nadelige gevolgen geleid.

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Audit Advisory Committee

Het Audit Advisory Committee (AAC) is door de Algemene Rekenkamer zelf ingesteld en legt zich voornamelijk toe op advisering over het interne functioneren van de Algemene Rekenkamer. Daarbij gaat het om de wijze waarop de Algemene Rekenkamer met haar organisatie en bedrijfsvoering is toegesneden op haar mandaat en op de daaruit voortvloeiende missie en strategie. Onderwerpen die zijn besproken, zijn onder meer het programma «Open op orde», de informatiehuishouding, organisatiebreed risicomanagement, huisvesting en het strategisch personeelsbeleid. Per 1 januari 2022 is een nieuwe voorzitter benoemd en een nieuw lid aangetreden. Om de continuïteit van het AAC te bevorderen is de zittingsperiode van de leden in 2022 met 1 jaar verlengd. Het lidmaatschap van het AAC is nu maximaal 2 termijnen van 4 jaar.

Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Ontwikkeling staf

De staf voerde in 2022 haar jaarplan uit: de directie innoveerde en implementeerde nieuwe systemen. Veel teams investeerden in hun ontwikkeling. Ook zijn integrale werkprocessen verbeterd, bijvoorbeeld op het gebied van werving, selectie, inkoop en financiën.

De dienstverlening van de staf is verder verzakelijkt en er is gewerkt aan verdere verbetering van de dienstverlening. De staf werkt met dienstverleningsafspraken en stuurt op goed opdrachtgever- en opdrachtnemerschap. De stafdirectie is in 2022 leidend geweest in het succesvol implementeren van duurzaam hybride werken. Hiernaast heeft, zoals hierboven reeds benoemd, de informatievoorziening en de informatiebeveiliging een belangrijke ontwikkelimpuls gekregen.

Programma Huisvesting

In 2018 is het project huisvesting Algemene Rekenkamer gestart. Redenen hiervoor zijn dat de huidige huisvesting niet meer voldoet aan de moderne maatstaven, dat er dringend onderhoud en reparatie nodig is en dat een herijking van de visie op huisvesting noodzakelijk was. In oktober 2019 heeft het college de voorkeur uitgesproken voor het scenario ‘ingrijpend verbouwen’. In oktober 2021 is een start gemaakt met de schetsontwerpfase, die eind maart 2022 is vastgesteld. In april 2022 is een start gemaakt met de voorontwerpfase. Medewerkers van de Algemene Rekenkamer zijn nauw betrokken bij de ontwikkeling van dit voorontwerp, dat in 2023 zal worden vastgesteld.

In de periode van de ingrijpende verbouwing gaat de Algemene Rekenkamer naar een tijdelijk onderkomen. Nadat bleek dat de kans op tijdelijke huisvesting van de Rekenkamer binnen de Rijksvastgoedportefeuille zeer klein was, is op de commerciële markt gezocht naar geschikte locaties. In november 2022 is een voorkeurslocatie benoemd die momenteel verder wordt onderzocht.

5.3 Bedrijfsvoeringsparagraaf De Nationale ombudsman

Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage

Rechtmatigheid

In 2022 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden. Er is sprake van een getrouwe weergave.

Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

In haar verantwoordingsonderzoek over 2021 constateert de Algemene Rekenkamer dat er gezien de verbeteringen in 2021 en het beperkte aantal rechtmatigheidsfouten, geen sprake meer is van een aandachtspunt.

Belangrijkste materiële fraude- en corruptierisico’s en genomen maatregelen De processen zijn ingericht om fraude en corruptierisico’s te voorkomen. Gezien de aard van de taken van de Nationale ombudsman en de genomen maatregelen kent de Nationale ombudsman een laag frauderisicoprofiel op het gebied van financieel en materieel beheer. Dit is mede door interne controle, gemonitorde beheersingsmaatregelen en doorgevoerde functiescheiding.

Overige aspecten van de bedrijfsvoering

In haar verantwoordingsonderzoek over 2021 concludeert de Algemene Rekenkamer dat de Nationale ombudsman de informatiebeveiliging heeft verbeterd. Op het gebied van risicomanagement ziet de Rekenkamer nog risico's. Dat komt doordat de Nationale ombudsman nog niet voor alle belangrijke systemen risicoanalyses heeft uitgevoerd. Ook moet nog blijken of het risicomanagement over een langere periode goed functioneert. De Rekenkamer handhaaft daarom de onvolkomenheid.

In 2022 is enige vooruitgang geboekt met het in de praktijk brengen van het risicomagementproces in het kader van informatiebeveiliging. Hierbij is specifiek aandacht uitgegaan naar het in de praktijk brengen van het risicomanagementbeleid en de risicomanagementcyclus. Het proces voor het uitvoeren van o.a. business impact analyses, risicoanalyses en audits wordt nu volledig uitgevoerd in een digitale risicomanagementoplossing. Met betrekking tot de onvolkomenheid is er een volledig overzicht van systemen gemaakt. Voor de belangrijkste systemen zijn risicoanalyses uitgevoerd. De maatregelen welke geselecteerd zijn op basis van de risicoanalyses zijn nog niet allemaal geïmplementeerd zodat de werking van het risicomanagementbeleid nog niet kan worden aangetoond.

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Open op orde

In 2022 heeft de Nationale ombudsman uitvoering gegeven aan haar actieplan Open op Orde . Het in 2021 vastgestelde actieplan omvat de activiteiten voor de komende 5 jaar. Met dit actieplan sluit de Nationale ombudsman aan bij het Rijksbrede programma ter verbetering van de informatiehuishouding onder regie van BZK. In 2022 is er vooral aandacht geweest voor bewustwording over informatiehuishouding en voor (voorbereiding op) archivering van e-mail en chatberichten.

5.4 Bedrijfsvoeringsparagraaf Kanselarij der Nederlandse Orden

Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage

Rechtmatigheid

Er zijn geen overschrijdingen en/of bijzonderheden te melden.

Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen overschrijdingen en/of bijzonderheden te melden.

Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Er zijn geen overschrijdingen en/of bijzonderheden te melden.

Belangrijkste materiële fraude- en corruptierisico’s en genomen maatregelen

Er zijn geen gevallen van fraude of daaraan gerelateerde activiteiten geweest in 2022. De beschreven werkprocessen bij de KNO zijn zodanig ingericht dat de kans op fraude nagenoeg nihil is, maar in samenwerking met andere Hoge Colleges van Staat zal worden gekeken of een fraudetool nuttig kan zijn waarbij de proportionaliteit en het benodigde beheer van de tool in relatie tot de omvang en het budget van de KNO mede in acht zal worden genomen.

Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Er zijn geen overschrijdingen en/of bijzonderheden te melden.

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

5.5 Bedrijfsvoeringsparagraaf Kabinet van de Gouverneur van Aruba

Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage

Rechtmatigheid

In 2022 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden.

Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Gegevens over naturalisatieverzoeken, reisdocumenten, visa en optieverzoeken worden ontleend aan de wettelijke registratie, tezamen met de verplichting tot archiveren van de bijbehorende documenten. Voornoemde registraties worden ondersteund door geautomatiseerde gegevensbestanden (zoals RAAS en NVIS). Voorts worden gegevens voor de andere categorieën producten ontleend aan het programma Decos-Join, waarin alle inkomende en uitgaande stukken waarop een archiveringsverplichting ligt, worden geregistreerd en gedocumenteerd.

Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Het financieel beheer voldoet aan de eisen van rechtmatigheid, ordelijkheid en controleerbaarheid en is zo doelmatig mogelijk ingericht.

De vervanging van de airco-installatie is gerealiseerd. Daarnaast hebben investeringen plaatsgevonden ten aanzien van de veiligheid van de gebouwen, ICT en personen.

De uitbraak van de coronapandemie, de uitbraak van de oorlog in Europa en de negatieve invloed hiervan op de wereldwijde economie heeft wederom geleid tot uitstel van investeringen of vertragingen in het inkoopproces. Een realistische voorspelling voor 2022 over hetgeen gerealiseerd zou gaan worden, is wederom lastig gebleken. Daarnaast zijn aanpassingen ten behoeve van de keuken in Cas Ceremonial di Gobernador uitgesteld in afwachting van het onderzoek ten aanzien van de huisvesting van het Kabinet van de Gouverneur. Dit verklaart mede het budgetoverschot 2022.

De vertraagde investeringen zullen naar het volgende begrotingsjaar doorgeschoven worden. De uitgestelde investering ten aanzien van de verbouwing van de keuken in CCdG kan in gang gezet worden als blijkt dat het kantoor van het Kabinet van de Gouverneur nabij CCdG gevestigd kan worden. Dit zal pas duidelijk worden als een aantal opties zijn bekeken op haalbaarheid.

Belangrijkste materiële fraude- en corruptierisico’s en genomen maatregelen

Het Kabinet van de Gouverneur van Aruba neemt verschillende maatregelen om fraude en corruptie binnen de organisatie te vermijden. Er is een actuele administratieve organisatie waarbij het mitigeren van risico's voorop staat. Een voorbeeld hiervan is functiescheiding, waarbij taken en verantwoordelijkheden binnen de organisatie zijn verdeeld over verschillende functies. Deze combinatie draagt bij aan een laag risicoprofiel.

Overige aspecten van de bedrijfsvoering

De detachering van een(tijdelijke) communicatiemedewerker vanuit de Rijksdienst Caribisch Nederland is op 1 september 2022 geëindigd.

De directeur van het Kabinet heeft per 1 juli 2022 de organisatie verlaten. Per oktober 2022 is hiervoor een nieuwe directeur in dienst getreden.

Huisvesting

In voorgaande jaren heeft het Kabinet van de Gouverneur haar wens al kenbaar gemaakt te willen verhuizen. Het kabinet is momenteel bezig om een aantal opties ten aanzien van nieuwe huisvesting te onderzoeken.

De vertraging in de uitvoering ten aanzien van (vervangings)investeringen welke in 2022 gepland waren, zullen zijn effect hebben op de begroting 2023. Het gaat onder andere om vervanging van ICT hardware, realiseren van veiligheidsvoorzieningen en klein onderhoud gebouwen en schilderwerk.

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

5.6 Bedrijfsvoeringsparagraaf Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage

Rechtmatigheid

Begrotingsuitvoering wordt regulier door de Auditdienst Rijk gecontroleerd. In 2022 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden. Er is sprake van een getrouwe weergave.

Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Gegevens over naturalisatieverzoeken, reisdocumenten, visa en optieverzoeken worden ontleend aan de wettelijke registratie, tezamen met de verplichting tot archiveren van de bijbehorende documenten. Voornoemde registraties worden ondersteund door geautomatiseerde gegevensbestanden (zoals RAAS en NVIS). Voorts worden gegevens voor de andere categorieën ontleend aan het Document Management System, waarin alle inkomende en uitgaande stukken waarop en archiveringsverplichting ligt, worden geregistreerd.

Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Sturing van het financieel beheer verloopt op basis van een maandelijkse vergelijking tussen begroting, het maandelijks gegenereerde uitputtingsoverzicht en de voorgenomen uitgaven.

Belangrijkste materiële fraude- en corruptierisico’s en genomen maatregelen

Door middel van risicomanagement heeft het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao de fraude- en corruptie risico’s binnen de eigen organisatie in kaart gebracht en heeft het diverse maatregelen getroffen om deze tegen te gaan. Ter voorkoming van fraude en corruptie wordt bij het Kabinet zowel in de financiële als consulaire processen een strikte functiescheiding toegepast. Gelet op de aard van de werkzaamheden van het Kabinet en de genomen beheersmaatregelen is een laag risicoprofiel van toepassing.

Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

5.7 Bedrijfsvoeringsparagraaf Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage

Rechtmatigheid

Er zijn door de ADR geen onrechtmatigheden aangetroffen. Er is sprake van een getrouwe weergave.

Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

De totstandkoming van de beleidsinformatie in het jaarverslag voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld in de Rijksbegrotingvoorschriften van het ministerie van Financiën. Processen en informatie worden beheerd in een Document Management Systeem (DMS). Aanvraag en uitgifte van paspoorten en visa worden in beheersystemen van Buitenlandse Zaken verwerkt. Ook organisatie- en personeelsinformatie is gedocumenteerd.

Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Het financieel beheer voldoet aan de eisen van rechtmatigheid, ordelijkheid en controleerbaarheid en wordt overigens zo doelmatig mogelijk ingericht.

Belangrijkste materiële fraude- en corruptierisico’s en genomen maatregelen

Het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten neemt verschillende maatregelen om fraude en corruptie binnen de organisatie te vermijden. Er is een actuele administratieve organisatie waarbij het mitigeren van risico’s voorop staat. Een voorbeeld hiervan is functiescheiding, waarbij taken en verantwoordelijkheden binnen de organisatie zijn verdeeld over verschillende functies. Deze combinatie draagt bij aan een laag risicoprofiel.

Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Behoudens alle doorgevoerde verbeteringen op het gebied van de bedrijfsvoering zijn er geen bijzonderheden te benoemen. 

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Misbruik en oneigenlijk gebruik

Er hebben zich geen incidenten voorgedaan in 2022.

Grote lopende ICT-projecten

Op ICT gebied zijn er in 2022 zeer betekenisvolle verbeteringen doorgevoerd.

Allereerst is het DECOS/JOIN project succesvol afgerond. Het financiële systeem is geheel vernieuwd, de gehele serverstructuur en ICT beveiliging is fors geüpgraded, de ICT functie is geformaliseerd en er is middels een aanbesteding een nieuwe ICT beheerder / kennispartner gecontracteerd. Er is verder veel geïnvesteerd in het vastleggen van ICT procedures en processen. 

Gebruik open standaarden en open source software

In concept is er in WordPress een nieuwe website gerealiseerd. Deze zal in Q1 van 2023 worden gelanceerd.

Audit Committees

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

De aanschaf van een ambtswoning voor de Gouverneur van Sint Maarten alsmede de aanschaf van een kantoorpand voor het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten zijn naast alle verbetering op het gebied van ICT en bedrijfsvoering significante mijlpalen te noemen.

Met de aanschaf van de dienstwoning is het Kabinet nu in staat uitvoering te geven aan artikel 4 van Rijksbesluit rechtspositie Gouverneurs.

Met de aanschaf van een volwaardig kantoorpand wordt na 12 jaar een einde gemaakt aan een ongewenste huursituatie. Het kantoor zal in 2023 geheel naar eisen van het Kabinet van de Gouverneur worden ingericht en op 1 december 2023 worden betrokken.

Hiermee ontstaat een duurzame, financieel verantwoorde en kwalitatieve oplossing voor beide vraagstukken.

5.8 Bedrijfsvoeringsparagraaf Kiesraad

Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage

Rechtmatigheid

In 2022 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden.

Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Het huidig software systeem ter ondersteuning van het verkiezingsproces zal worden vervangen door het softwaresysteem Digitaal Hulpmiddel Verkiezingsuitslagen (DHV). In 2022 heeft de gunning plaats gevonden en is de Kiesraad een vijfjarige verplichting aangegaan. Ter dekking van deze verplichting heeft er een kasschuif binnen het verplichtingenbudget plaats gevonden. Daarnaast zijn toekomstige begrote gelden voor DHV naar voren gehaald ter dekking van de uitgaven voor de ontwikkel en implementatie kosten van de software.

Conform het afgesloten contract heeft de Kiesraad vooruitbetalingen verricht. Deze betalingen zijn als voorschot geregistreerd. Voor de hiermee samenhangende verplichting tot de eis van een bankgarantie heeft de Directeur-Generaal van de Rijksbegroting namens de minister van Financiën, goedkeuring gegeven op het verzoek tot uitzondering voor het verlenen van een bankgarantie.

Belangrijkste materiële fraude- en corruptierisico’s en genomen maatregelen

De financiële administratie van de Kiesraad wordt door BZK ondersteund. Daar waar de uitvoering bij de Kiesraad ligt wordt zoveel mogelijk gewerkt volgens de kaders van BZK. Gezien de aard van de taken van de Kiesraad en de genomen maatregelen kent de Kiesraad een laag fraude-risicoprofiel op het gebied van financieel en materieel beheer. Dit is mede door de uitgevoerde interne controle, gemonitorde maatregelen en doorgevoerde functiescheiding.

Overige aspecten van de bedrijfsvoering

In het auditrapport 2021 heeft de Auditdienst Rijk het advies gegeven om de mogelijkheden van een Governance, Risk en Compliance (GRC) tool (verder) te verkennen om steeds meer te kunnen voldoen aan normen op bijvoorbeeld het gebied van de Woo, informatieveiligheid en privacy.

De Kiesraad heeft initiatieven ondernomen om de GRC tool te verkennen maar is tot de conclusie gekomen dat eerst het informatiebeveiligingsbeleidsplan voor de komende jaren dient te worden vastgesteld, waarna kan worden bezien of een GRC-tool toegevoegde waarde heeft en hoe het eventueel kan worden ingezet.

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

In 2022 heeft de Kiesraad stappen ondernomen op het gebied van Informatiehuishouding, als onderdeel van het Rijksbrede programma Open op Orde. Eén van de Rijksbrede afspraken is dat alle organisaties een nulmeting en een daarop gebaseerd verbeterplan met prioriteiten opstellen. Zowel de nulmeting als het verbeterplan zijn in de eerste helft van 2022 door de Kiesraad uitgevoerd en opgeleverd. In de tweede helft van 2022 zijn de prioriteiten verder vertaald naar concrete acties en waar mogelijk ook geïmplementeerd. De Kiesraad maakt onderdeel uit van het Departementale programma «BZK Transparant».

Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

In het kader van de transitie naar verkiezingsautoriteit is door Kiesraad in 2022 gewerkt aan het opstellen van een nieuw organisatie- en formatierapport dat in het voorjaar 2023 wordt afgerond en voorziet in de uitvoering van de nieuwe taken. Daarnaast is de mandaatregeling aangepast op de actualiteit van de organisatieontwikkeling.

Tevens is in het kader van de transitie de Kiesraad in 2022 gestart met een ontwikkeltraject procesmanagement ter versterking van de organisatorische basis. Het doel is om met het in kaart brengen van de processen de huidige taken goed te kunnen blijven uitvoeren en gelijktijdig de nieuwe taken goed in te kunnen bedden in de organisatie. Het traject is september 2022 gestart en zal in 2023 worden afgerond.

Tot slot is ook gewerkt aan het versterken van de samenwerking tussen bureau en de raadsleden in de totstandkoming van de adviezen en betrokkenheid van raadsleden bij uitvoerende taken van de Kiesraad en is er voor de Kiesraad een communicatiestrategie ontwikkeld waarin een visie en missie is vastgesteld.

C. JAARREKENING

6. Verantwoordingsstaat

Tabel 27 Verantwoordingsstaat 2022 van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

  

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

152.067

152.067

6.040

191.142

175.267

6.423

39.075

23.200

383

           
 

Beleidsartikelen

         

1

Raad van State

75.728

75.728

1.950

75.528

76.467

1.699

‒ 200

739

‒ 251

2

Algemene Rekenkamer

35.098

35.098

1.017

39.956

37.601

1.092

4.858

2.503

75

3

De Nationale ombudsman

23.239

23.239

2.539

29.717

26.988

2.952

6.478

3.749

413

4

Kanselarij der Nederlandse Orden

4.691

4.691

199

4.880

5.264

352

189

573

153

6

Kabinet van de Gouverneur van Aruba

2.001

2.001

60

2.480

2.480

93

479

479

33

7

Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

3.032

3.032

200

2.804

2.804

147

‒ 228

‒ 228

‒ 53

8

Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

2.204

2.204

75

10.423

10.423

86

8.219

8.219

11

9

Kiesraad

6.074

6.074

0

25.354

13.240

2

19.280

7.166

2

           
 

Niet-beleidsartikelen

         

10

Nog onverdeeld

0

0

0

0

0

0

0

0

0

7. Saldibalans

Tabel 28 Saldibalans per 31 december 2022 van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) (bedragen x € 1.000)

Activa

31-12-2022

 

31-12-2021

 

Passiva

31-12-2022

 

31-12-2021

           

Intra-comptabele posten

    

Intra-comptabele posten

   

1)

Uitgaven ten laste van de begroting

175.267

 

146.868

 

2)

Ontvangsten ten gunste van de begroting

6.423

 

6.060

3)

Liquide middelen

1.182

 

465

      

4)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding1

0

 

0

 

4a)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

164.543

 

139.127

5)

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

0

 

0

 

5a)

Begrotingsreserves

0

 

0

6)

Vorderingen buiten begrotingsverband

144

 

256

 

7)

Schulden buiten begrotingsverband

5.627

 

2.402

8)

Kas-transverschillen

0

 

0

      
           

Subtotaal intra-comptabel

176.593

 

147.589

 

Subtotaal intra-comptabel

176.593

 

147.589

           

Extra-comptabele posten

    

Extra-comptabele posten

   

9)

Openstaande rechten

0

 

0

 

9a)

Tegenrekening openstaande rechten

0

 

0

10)

Vorderingen

582

 

158

 

10a)

Tegenrekening vorderingen

582

 

158

11a)

Tegenrekening schulden

0

 

7

 

11)

Schulden

0

 

7

12)

Voorschotten

8.222

 

327

 

12a)

Tegenrekening voorschotten

8.222

 

327

13a)

Tegenrekening garantieverplichtingen

0

 

0

 

13)

Garantieverplichtingen

0

 

0

14a)

Tegenrekening andere verplichtingen

39.738

 

23.861

 

14)

Andere verplichtingen

39.738

 

23.861

15)

Deelnemingen

0

 

0

 

15a)

Tegenrekening deelnemingen

0

 

0

           

Subtotaal extra-comptabel

48.542

 

24.353

 

Subtotaal extra-comptabel

48.542

 

24.353

           

Totaal

225.135

 

171.942

 

Totaal

225.135

 

171.942

X Noot
1

Rijkshoofdboekhouding

TOELICHTING OP DE SALDIBALANS per 31 december 2022

Algemeen

Het intracomptabele deel van de saldibalans (financiële posten 1 t/m 8) bevat het resultaat van de financiële transacties in de departementale administratie die een directe relatie hebben met de kasstromen. Deze kasstromen worden via de rekening-courant met het ministerie van Financiën bijgehouden.

Het extracomptabele deel bevat het saldo van de overige rekeningen die met sluitrekeningen in evenwicht worden gehouden.

De cijfers in de saldibalans zijn vermeld in duizendtallen en afgerond naar boven. Hierdoor kunnen bij het subtotaal en het totaal afrondingsverschillen optreden.

Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2022, waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.

Ad 3. Liquide middelen

De post liquide middelen is opgebouwd uit het saldo bij de banken en de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders.

Tabel 29 Overzicht liquide middelen (bedragen in €)

Liquide middelen

Saldo

a) Raad van State

673

b) Algemene Rekenkamer

0

c) Nationale ombudsman

1.200

d) Kanselarij der Nederlandse Orden

508

e) Kabinet van de Gouverneur van Aruba

349.650

f) Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

464.651

g) Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

364.803

h) Overige liquide middelen

0

Totaal

1.181.485

Ad 4a. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Op de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) wordt de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform Rekening-courant afschriften en het saldobiljet. De volgende rekening-courantverhouding is opgenomen in de balans:

Tabel 30 Overzicht Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding (bedragen in €)

Rekening-courant

Saldo

a) Rekening-courant FIN/RHB

164.542.312

  

Totaal

164.542.312

Ad 6. Vorderingen buiten begrotingsverband

Het bedrag aan vorderingen buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

Tabel 31 Overzicht vorderingen buiten begrotingsverband (bedragen in €)

Vorderingen

Saldo

a) Vorderingen Kasbeheerders Rijksdiensten

 

Raad van State

71.415

Algemene Rekenkamer

3.206

Nationale ombudsman

5.311

Kanselarij der Nederlandse Orden

0

Kabinet van de Gouverneur van Aruba

249

Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

15.273

Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

43.009

b) Overige intra-comptable vorderingen

5.148

  

Totaal

143.611

Ad a) Vorderingen kasbeheerders (verloopstaten)

Het saldo van de Raad van State heeft voornamelijk betrekking op vorderingen wegens debiteuren in verband met detacheringen (€ 34.783), nog te ontvangen griffierecht van de IND (€ 6.365) en ontvangsten/uitgaven eind december welke nog toegewezen dienen te worden (€ 25.262).

De vorderingen van de Algemene Rekenkamer betreft openstaande pensioenpremie.

De vorderingen van de Nationale Ombudsman betreft voornamelijk voorgeschoten pensioenpremie in verband met onbetaald verlof (€ 5.008).

De vorderingen van Kabinet van de Gouverneur van Aruba betreft voorschotten aan personeel.

De vordering van het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao bestaat voornamelijk uit debiteuren (€ 14.564).

Het bedrag van het Kabinet van de Gouverneur van Sint-Maarten betreft voornamelijk paspoortleges (€ 22.450).

Ad b) Overige intra-comptabele vorderingen

Overige intra-comptabele vorderingen betreft voornamelijk salarissen.

Ad 7. Schulden buiten begrotingsverband

Het bedrag aan schulden buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

Tabel 32 Overzicht schulden buiten begrotingsverband (bedragen in €)

Schulden

Saldo

a) Schulden Kasbeheerders Rijksdiensten

 

Raad van State

194.856

Algemene Rekenkamer

2.313

Nationale Ombudsman

582

Kanselarij der Nederlandse Orden

0

Kabinet van de Gouverneur van Aruba

137.121

Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

111.422

Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

88.917

b) Nog af te dragen loonheffing en Sociale premies

3.715.326

c) Overige intra-comptabele schulden

1.376.315

Totaal

5.626.852

Ad a) Schulden kasbeheerders

De schulden van de Raad van State bestaan voornamelijk uit de permanente bevoorschotting van griffierechten (€ 193.361).

De schulden van het Kabinet van de Gouverneur van Aruba bestaat uit naturalisatiegelden (€ 97.650), financiële afwikkeling van twee stichtingen (€ 16.744), pensioenpremie (€ 11.312) en nog af te dragen bedragen aan de Belastingdienst in verband met AOV/AWW en AZV (€ 10.184).

De schulden van het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao bestaan voornamelijk uit nooddocumenten, naturalisatiegelden (€ 100.869) en nog af te verrekenen pensioenpremie (€ 7.790).

De schulden van het Kabinet van de Gouverneur van Sint-Maarten bestaan voornamelijk uit af te dragen paspoort- en naturalisatiegelden (€ 65.759), loonbelasting (€ 11.181) en nog af te dragen bedragen aan de Belastingdienst in verband met AOV/AWW (€ 5.553).

Ad b) Nog af te dragen loonheffing en sociale premies

De overige posten bestaan uit de ingehouden loonheffing en te betalen ABP premie over de maand december 2022. Ongeveer €2,1 mln van de loonheffingen en sociale premies is gerelateerd aan de Algemene Rekenkamer. Afwikkeling vindt plaats in 2023.

Ad c) Overige intracomptabele schulden

Bestaat uit intercompany boekingen.

Ad 10. Vorderingen

Het totaal bedrag is als volgt opgebouwd:

Tabel 33 Overzicht openstaande vorderingen (bedragen in €)

Tabel Overzicht vorderingen (bedragen in €)

 

Vorderingen

Saldo

a) Vorderingen Kasbeheerders

 

Raad van State

0

Algemene Rekenkamer

456.981

Nationale ombudsman

0

Kiesraad

0

Kanselarij der Nederlandse Orden

0

Kabinet van de Gouverneur van Aruba

0

Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

0

Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

0

b) Overige extra-comptabele vorderingen

124.290

  

Totaal

581.271

Het saldo van de Algemene Rekenkamer bestaat voornamelijk uit vorderingen voortkomend uit internationale activiteiten (€ 13.337), detacheringen (€ 197.606), opleidingskosten (€ 5.152) en een vordering op de RVO (€ 240.886).

De overige posten bestaan uit diverse te ontvangen bedragen debiteuren.

Ad 12. Voorschotten

Ad 12a. Tegenrekening voorschotten

Tabel 34 Overzicht openstaande voorschotten Raad van State naar ontstaansjaar (bedragen €)

Ontstaansjaar

Stand 01-01-2022

verstrekt 2022

afgerekend 2022

stand 31-12-2022

t/m 2017

0

0

0

0

2018

101

0

101

0

2019

‒ 357

0

‒ 357

0

2020

9.685

0

9.685

0

2021

17.029

0

0

17.029

2022

0

82.940

29.766

53.174

Totaal

26.458

82.940

39.195

70.203

Tabel 35 Overzicht openstaande voorschotten Algemene Rekenkamer naar ontstaansjaar (bedragen €)

Ontstaansjaar

Stand 01-01-2022

verstrekt 2022

afgerekend 2022

stand 31-12-2022

t/m 2017

0

0

0

0

2018

0

0

0

0

2019

0

0

0

0

2020

0

0

0

0

2021

21.151

0

3.001

18.150

2022

0

13.307

11.600

1.707

Totaal

21.151

13.307

14.601

19.857

Tabel 36 Overzicht openstaande voorschotten Nationale ombudsman naar ontstaansjaar (bedragen €)

Ontstaansjaar

Stand 01-01-2022

verstrekt 2022

afgerekend 2022

stand 31-12-2022

t/m 2017

0

0

0

0

2018

19.831

0

19.831

0

2019

‒ 3.045

0

‒ 3.045

0

2020

3.547

0

3.547

0

2021

229.686

148.615

346.273

32.028

2022

0

410.850

0

410.850

Totaal

250.019

559.465

366.606

442.878

Tabel 37 Overzicht openstaande voorschotten Kanselarij der Nederlandse Orden naar ontstaansjaar (bedragen €)

Ontstaansjaar

Stand 01-01-2022

verstrekt 2022

afgerekend 2022

stand 31-12-2022

t/m 2017

0

0

0

0

2018

0

0

0

0

2019

0

0

0

0

2020

0

0

0

0

2021

27.328

0

0

27.328

2022

0

24.828

0

24.828

Totaal

27.328

24.828

0

52.156

Tabel 38 Overzicht openstaande voorschotten Kabinet van de Gouverneurs van Sint Maarten naar ontstaansjaar (bedragen €)

Ontstaansjaar

Stand 01-01-2022

verstrekt 2022

afgerekend 2022

stand 31-12-2022

t/m 2017

0

0

0

0

2018

0

0

0

0

2019

0

0

0

0

2020

0

0

0

0

2021

0

0

0

0

2022

0

1.586.140

0

1.586.140

Totaal

0

1.586.140

0

1.586.140

Tabel 39 Overzicht openstaande voorschotten Kiesraad naar ontstaansjaar (bedragen €)

Ontstaansjaar

Stand 01-01-2022

verstrekt 2022

afgerekend 2022

stand 31-12-2022

t/m 2017

0

0

0

0

2018

0

0

0

0

2019

2.550

0

0

2.550

2020

0

0

0

0

2021

0

0

0

0

2022

0

6.048.373

0

6.048.373

Totaal

2.550

6.048.373

0

6.050.923

Tabel 40 Tabel Overzicht openstaande voorschotten per 31 december 2022 (bedragen in €)

Voorschotten

 

Saldo

a) Voorschotten kasbeheerders:

  

Raad van State

 

70.203

Algemene Rekenkamer

 

19.857

Nationale Ombudsman

 

442.878

Kanselarij der Nederlandse Orden

 

52.156

Kabinet van de Gouverneur van Aruba

 

0

Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

 

0

Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

 

1.586.140

b) Overige voorschotten:

 

0

Kiesraad

 

6.050.923

   

Totaal

 

8.222.157

De voorschotten van de Raad van State, de Nationale Ombudsman en de Kanselarij der Nederlandse Orden bestaan voornamelijk uit aan APG Service Partners (voorheen Loyalis) verstrekte voorschotten uit het jaar 2021 en 2022. Deze worden afgerekend na ontvangst van een goedkeurende accountantsverklaring.

De voorschotten van de Algemene Rekenkamer hebben voornamelijk betrekking op de ontwikkeling van de kenniskamer (€ 18.150).

Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten heeft een voorschot verstrekt voor de aanschaf van een nieuw kantoorpand.

Voorschot Kiesraad betreft realisatie en implementatie van het Digitaal Hulpmiddel Verkiezingen (DHV).

Ad 14. Andere verplichtingen

Ad 14a. Tegenrekening andere verplichtingen

De stand openstaande verplichtingen is als volgt opgebouwd:

Tabel 41 Overzicht stand van de openstaande verplichtingen (bedragen in €)
   

Verplichtingen per 1/1

23.863.059

 

Aangegane verplichtingen in het verslagjaar (incl neg. Bijstellingen)

192.980.575

+/+

 

216.843.634

 
   

Tot betaling gekomen in 2022

175.267.000

-/-

Negatieve bijstellingen verplichtingen uit voorgaande jaren

1.838.575

-/-

   

Totaal

39.738.059

 

De toelichting heeft betrekking op de negatieve bijstellingen die per saldo een omvang hebben van meer dan 10% en of meer dan € 0,1 mln. ten opzichte van de verplichtingenstand per 31-12-2021.

Per abuis is er bij de Raad van State een verplichting met betrekking tot de Basis Dienstverlening (€ 395.000) dubbel in de administratie opgenomen. In 2022 is de verplichting daarom verlaagd.

8. WNT-verantwoording 2022 overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad

De Wet normering topinkomens (WNT) bepaalt dat de bezoldiging en eventuele ontslaguitkeringen van topfunctionarissen in de publieke en semi-publieke sector op naamsniveau vermeld moeten worden in het financieel jaarverslag. Deze publicatieplicht geldt tevens voor topfunctionarissen die bij een WNT - instelling geen - al dan niet fictieve - dienstbetrekking hebben of hadden. Daarnaast moeten van niet-topfunctionarissen de bezoldiging (zonder naamsvermelding) gepubliceerd worden indien deze het wettelijk bezoldigingsmaximum te boven gaan. Niet-topfunctionarissen zonder dienstverband vallen echter buiten de reikwijdte van de wet.

Voor dit departement heeft de publicatieplicht betrekking op onderstaande functionarissen. De bezoldigingsgegevens van de leden van de Top Management Groep zijn opgenomen in het jaarverslag van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het algemeen bezoldigings­maximum bedraagt in 2022 € 216.000.

Tabel 42 Bezoldiging van topfunctionarissen (bedragen in €)

Naam instelling

Naam topfunctionaris

Functie

Datum aanvang dienstverband (indien van toepassing)

Datum einde dienstverband (indien van toepassing)

Dienstverband in fte (+ tussen haakjes omvang in 2021)

Op externe inhuur-basis (nee; <= 12 kalender-mnd; > 12 kalender-mnd)

Beloning plus onkostenvergoedingen (belast) (+ tussen haakjes bedrag in 2021)

Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn (+ tussen haakjes bedrag in 2021)

Totale bezoldiging in 2022 (+ tussen haakjes bedrag in 2021)

Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum

Motivering en bedrag (indien overschrijding)

Algemene Rekenkamer

Dhr. C. van der Werf

Secretaris

  

1 (1)

nee

152.680 (148.635)

22.772 (22.331)

175.452 (170.966)

216.000

 

Kanselarij der Nederlandse Orden

Mevr. M.A.K. van Grieken

Directeur

  

0,96 (0,94)

nee

131.045 (122.293)

21.433 (20.634)

152.478 (142.927)

207.025

 

Kiesraad

Mevr. P.J. Young

Secretaris-Directeur

  

1 (1)

 

116.133 (111.062)

20.837 (19.835)

136.970 (130.897)

216.000

 

Kiesraad

Dhr. W.J. Kuijken

Voorzitter

  

0,3 (0,3)

 

37.398 (37.344)

 

37.398 (37.344)

64.800

 

Kiesraad

Dhr. R.B. Andeweg

Lid

  

0,07 (0,10)

 

6.439 (9.481)

 

6.439 (9.481)

14.880

 

Kiesraad

Mevr. J.E. van den Brink

Lid

 

30-6-2022

0,04 (0,07)

 

3.175 (6.717)

 

3.175 (6.717)

7.794

 

Kiesraad

Mevr. L.J. Griffith

Lid

1-7-2022

 

0,02 (0)

 

2.312 (0)

 

2.312 (0)

4.960

 

Kiesraad

Dhr. A.B.L. de Jonge

Lid

  

0,08 (0,11)

 

6.754 (11.130)

 

6.754 (11.130)

16.297

 

Kiesraad

Mevr. J.M.A. Kemna

Lid

  

0,07 (0,01)

 

6.494 (1.371)

 

6.494 (1.371)

15.589

 

Kiesraad

Dhr. J.R. Prins

Lid

  

0,08 (0,09)

 

7.262 (8.829)

 

7.262 (8.829)

17.715

 

Kiesraad

Mevr. H.E. Reukema-Gevers

Lid

  

0,08 (0,10)

 

6.900 (9.654)

 

6.900 (9.654)

16.297

 

Nationale ombudsman

Mevr. H. van Essen

Directeur

  

1 (1)

nee

126.150 (122.703)

21.996 (21.556)

148.146 (144.259)

216.000

 

Raad van State

Mw. M.J. Horstman

Secretaris

  

1 (1)

nee

171.861 (146.916)

23.409 (20.090)

195.270 (167.006)

216.000

 

Er zijn geen functionarissen die in 2022 een bezoldiging boven het toepasselijke bezoldigingsmaximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2022 geen functionarissen die hun werkzaamheden als topfunctionaris hebben neergelegd en die op grond van hun voormalige functie nog 4 jaar aangemerkt worden als topfunctionaris. Er zijn in 2022 geen ontslaguitkeringen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd.

D. BIJLAGEN

Bijlage 1: Toezichtrelaties ZBO's en RWT's

Tabel 43 Overzichtstabel ZBO’s en RWT's van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (bedragen x € 1.000).

Naam rwt/zbo

Begrote bijdrage moederdepartement aan rwt/zbo

Gerealiseerde bijdrage moederdepartement aan rwt/zbo

Begrote bijdrage overige departementen

Gerealiseerde bijdrage overige departementen

Bijzonderheden

Stand van zaken (intern)

Kiesraad

6.074

13.240

0

0

nee

 

Bijlage 2. Rijksuitgaven Caribisch Nederland

Op verzoek van de motie Hachchi c.s. (Kamerstukken II 2011/12, 33000 IV, nr. 28) wordt jaarlijks een overzicht van alle rijksuitgaven aan Caribisch Nederland toegevoegd aan de begroting van Koninkrijksrelaties (IV). Aangezien het jaarverslag een afspiegeling is van de begroting, wordt dit totaal overzicht ook in het jaarverslag opgenomen.

In onderstaande tabel is de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland weergegeven voor de begroting van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB). In het overzicht en de bijbehorende toelichtingen wordt aangegeven of het uitgaven zijn ten behoeve van eilandelijke taken of rijkstaken, of er sprake is van incidentele of structurele bekostiging en wordt onder de tabel een toelichting gegeven op de wijze van financiering welke gekoppeld is aan de beoogde beleidsdoelen.

Tabel 44 Overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland (bedragen x € 1.000)

Artikel/ instrument

Taak

Bijdrage

Realisatie

Stand ontwerpbegroting

   

2018

2019

2020

2021

2022

2022

Totaal uitgaven

  

0

0

339

365

404

400

         

Artikel 3 Nationale ombudsman

0

0

339

365

404

400

Institutionele inrichting

R

S

0

0

339

365

404

400

Toelichting

Artikel 3. Nationale ombudsman

Institutionele inrichting

De Nationale ombudsman is sinds 2010 bevoegd klachten te behandelen over overheidsinstanties van het Rijk in Caribisch Nederland en sinds 2012 ook over de openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Voor de openbare lichamen is de Nationale ombudsman eerstelijns klachtbehandelaar. Dat betekent dat burgers een klacht over de openbare lichamen ook direct aan de Nationale ombudsman kunnen voorleggen. Het betreft daarmee een structurele rijkstaak.

Mei 2018 is een plan van aanpak met een missie en visie vastgesteld. Daarin is teruggekeken op het werk van de Nationale ombudsman in Caribisch Nederland sinds 10-10-10 en vooruit gekeken naar de periode 2018-2026. In het plan van aanpak zijn twee doelstellingen neergelegd. De eerste is dat de Nationale ombudsman zichtbaar moet zijn voor de burgers in Caribisch Nederland en hen op weg moet kunnen helpen. De tweede doelstelling is Tweede Kamer, vergaderjaar 2021–2022, 35 925 IIB, nr. 2 42 dat de Nationale ombudsman wil bijdragen aan goed bestuur op de eilanden door de beginselen van het klachtrecht onder de aandacht te brengen bij de overheid.

De Nationale ombudsman heeft voor het uitvoeren van haar werkzaamheden, die rijkstaken betreffen, op Caribisch Nederland vanaf 2018 een structureel budget beschikbaar van € 0,4 mln.

Naar boven