Tweede Kamer der Staten-Generaal

36 120 V Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2022 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2021‒2022

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2022 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Vanwege de spoedeisende maatregelen is op 12 mei 2022 de eerste incidentele suppletoire begroting naar de Tweede Kamer verzonden. De behandeling in de Staten-Generaal heeft nog niet plaatsgevonden. Om deze reden is de in de begrotingsstaat opgenomen stand nog niet door de beide Kamers bekrachtigd. Vanwege de snelle opeenvolging van begrotingswetsvoorstellen, om het budgetrecht van de Staten Generaal te waarborgen, bevat de kolom ‘vastgestelde begroting’ zowel de vastgestelde stand bij ontwerpbegroting als de mutaties die bij incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Buitenlandse Zaken,W.B. Hoekstra

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2022 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.

In de toelichting worden de wijzigingen welke zijn opgetreden in de omvang van de HGIS, alsook de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Zaken toegelicht. Ten slotte volgt per artikel de nieuwe stand en een toelichting op de opmerkelijke verschillen.

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de extra maatregelen die genomen zijn als gevolg van de impact van het coronavirus (COVID 19). Voor het uitgebreide overzicht wordt verwezen naar de pagina Overheidsfinanciën in coronatijd op Rijksfinancien.nl

Tabel 1 Extracomptabel overzicht inzet COVID-19 maatregelen (bedragen x € 1.000)

Artikel

Naam maatregel

bedrag uitgaven 2022

Relevante Kamerstukken

4.4

Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid

1.000

VJN 2022

Conform de regeling Rijksbegrotingsvoorschriften en de Comptabili-teitswet dienen de opmerkelijke verschillen tussen de oorspronkelijke en huidige raming te worden toegelicht. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het financiële instrument. Ook is omschreven welke ondergrens gehan-teerd moet worden, waarboven een uitgavenmutatie moet worden toegelicht. Zie hiervoor onderstaande tabel. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen beleidsmatige en technische mutaties. Op verplichtingenniveau worden mutaties groter dan 10% ten opzichte van de vorige stand, op artikelniveau toegelicht.

Tabel 2 Ondergrenzen conform RBV

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

In onderdeel 6 staan de tabellen van de niet-beleidsmatige artikelen.

2 Wijzigingen in de omvang van de HGIS

In deze paragraaf wordt geschetst welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van de HGIS sinds de HGIS-nota 2022. Zoals uit de hiernavolgende tabel blijkt, neemt de totale omvang van de HGIS voor 2022 toe met EUR 1.275,8 miljoen.

Tabel 3 Omvang van de HGIS (x EUR 1 miljoen)1
 

MJN 2022

VJN 2022

Mutatie

HGIS-uitgaven

6.286,8

7.564,8

1.278,0

HGIS-ontvangsten

152,1

154,3

2,3

Omvang HGIS (uitgaven min ontvangsten)

6.134,7

7.410,5

1.275,8

X Noot
1

De tabel bevat afrondingsverschillen.

De per saldo toename van het budget kent een aantal oorzaken. Enerzijds stijgt het budget vanwege de doorwerking van de bijgestelde macro-cijfers ten opzichte van eerdere raming zoals deze is opgesteld op Prinsjesdag 2021. Het beschikbare budget voor de HGIS beweegt mee met de economische ontwikkeling. Het non-ODA-deel met het prijsniveau van het Bruto Binnenlands Product (BBP) en de omvang van de Official Development Aid (ODA) met de ontwikkeling van het Bruto Nationaal Inkomen (BNI). De meest recente CPB-cijfers laten een hoger dan eerder verwachte raming zien van zowel BBP alsook BNI. Daarnaast heeft het kabinet de HGIS uitgaven verhoogd door een extra impuls voor het ODA-budget en versterking van het postennet. Tot slot zijn ook extra uitgaven gedaan in het kader van de oorlog in Oekraïne. In de hiernavolgende tabellen is een aantal categorieën opgenomen die per onderdeel beknopt worden toegelicht. Een meer uitgebreide toelichting is daarnaast ook in de verticale toelichting van de Voorjaarsnota 2022 opgenomen en op de respectievelijke departementale begrotingen weergegeven.

Tabel 4 HGIS uitgaven (x EUR 1 miljoen)1

Stand HGIS-nota 2022

6.286,8

1) Aanpassing BNI/BBP raming

198,4

2) Eindejaarsmarge

169,5

3) Overboekingen van/naar HGIS

697,9

4) Kasschuif

210

5) Desalderingen

2,3

Stand Voorjaarsnota 2022

7.564,8

X Noot
1

De tabel bevat afrondingsverschillen.

Toelichting uitgavenmutaties

Het uitgavenkader van de HGIS neemt per saldo toe met EUR 1.275,8 miljoen ten opzichte van de stand die in de HGIS nota 2022 is gepresenteerd. Dit kent de volgende oorzaken:

  • 1. Op basis van wijzigingen in de CPB-ramingen voor het BNI (ODA) en de prijscomponent van het BBP (non-ODA) is de omvang van de HGIS op dit onderdeel gestegen met EUR 198,4 miljoen. Dit betreft met name de ODA-middelen die hoofdzakelijk op de BHOS-begroting staan.

  • 2. De eindejaarsmarge, die over 2021 is aangevraagd, is in 2022 toegevoegd aan de HGIS en verdeeld over voornamelijk de begrotingen van Buitenlandse Zaken, Defensie en Infrastructuur en Waterstaat.

  • 3. Er vinden meerdere overboekingen van en naar de HGIS plaats. Per saldo kent de HGIS op dit onderdeel daardoor een stijging van ruim EUR 697,9 miljoen. Een aantal in het oog springende mutaties betreft onder meer de toevoeging van budget aan de HGIS ten gevolge van het coalitieakkoord. Dit betreft een hogere ODA-toerekening aan de EU-afdrachten (EUR 469,6 miljoen), hogere asieltoerekening (EUR 153,5 miljoen) en een hoger ODA budget (EUR 146,5 miljoen). Verder is op non-ODA gebied EUR 21 miljoen toegevoegd ter versterking van het postennet. De HGIS is in het kader van de oorlog in Oekraïne en de gevolgen daarvan zowel verhoogd als verlaagd. Het HGIS-budget is verhoogd met EUR 75,4 miljoen op de begrotingen van Defensie en Buitenlandse Zaken. Dit heeft onder meer te maken met wapenleveranties en een extra bijdrage aan het mensenrechtenfonds. Daarnaast wordt naast de reguliere asieltoerekening eenmalig EUR 150 miljoen uit het ODA-budget van BHOS voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen in Nederland gefinancierd. De HGIS neemt af met dit bedrag.

  • 4. Om de eenmalige bijdrage van BHOS (EUR 150 miljoen) vanuit het ODA-budget aan de opvang van Oekraïense vluchtelingen in Nederland te dekken, wordt uitgavenbudget ter hoogte van EUR 75 miljoen uit 2023 en 2024 naar 2022 gehaald. Daarnaast wordt middels een kasschuif EUR 60 miljoen naar 2022 gehaald om de aankoop van een nieuwe kanselarij in Brussel te financieren.

  • 5. Het saldo van de desalderingen bestaat voornamelijk uit drie mutaties. Enerzijds neemt het budget toe door een positieve desaldering van consulaire ontvangsten op de begroting van Buitenlandse Zaken (EUR 5,3 miljoen) en hogere diverse ontvangsten op de BHOS begroting (EUR 1,7 miljoen). Anderzijds neemt het budget af door een negatieve desaldering vanwege minder ontvangsten op het apparaatsartikel (EUR 4,8 miljoen) van Buitenlandse Zaken.

Tabel 5 HGIS ontvangsten (x EUR 1 miljoen)1

Stand HGIS-nota 2021

152.1

Mutaties

2,3

Stand Voorjaarsnota 2021

154.3

X Noot
1

De tabel bevat afrondingsverschillen.

Toelichting ontvangstenmutaties

Het ontvangstenkader van de HGIS neemt per saldo toe met EUR 2,3 miljoen ten opzichte van de stand die in de HGIS nota 2022 is gepresenteerd. Het saldo van de desalderingen bestaat voornamelijk uit drie mutaties. Enerzijds neemt het budget toe door een positieve desaldering van consulaire ontvangsten op de begroting van Buitenlandse Zaken (EUR 5,3 miljoen) en hogere diverse ontvangsten op de BHOS begroting (EUR 1,7 miljoen). Anderzijds neemt het budget af door een negatieve desaldering vanwege minder ontvangsten op het apparaatsartikel (EUR 4,8 miljoen) van Buitenlandse Zaken.

3 Beleid

3.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen die per saldo leiden tot een verhoging van de geraamde uitgaven op de begroting van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 683,0 miljoen en stijging van de ontvangsten met EUR 166,9 miljoen.

De belangrijkste uitgavenmutaties bij de eerste suppletoire begroting worden in onderstaande tabel weergegeven en toegelicht. De uitgebreide toelichtingen zijn per beleidsartikel opgenomen in hoofdstuk 4.

Uitgaven

Tabel 6 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2022 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Uitgaven 2022

Vastgestelde begroting 2022

 

11 807 800

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) Bescherming en bevordering van mensenrechten

1.2

6 000

2) Wapenbeheersing

2.3

5 900

3) Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

2.4

‒ 25 200

4) Afdrachten aan de Europese Unie

3.1

1 016 000

5) Europese Vredesfaciliteit

3.5

6 152

6) Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland

4.1

5 700

7) Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren

4.2

8 000

8) Apparaat; personeel

7.1.1

22 380

9) Apparaat; materieel

7.1.2

60 700

10) Overige mutaties

div.

25 380

Stand 1e suppletoire begroting 2022

 

12 938 812

Toelichting

1) Bescherming en bevordering van mensenrechten

De positieve bijstelling van het budget voor Bescherming en bevordering van mensenrechten betreft de intensiveringsmiddelen voor het mensenrechtenfonds (EUR 4 miljoen) uit het coalitieakkoord Rutte IV en EUR 2 miljoen Oekraïne-gerelateerde uitgaven.

2) Wapenbeheersing

Het budget voor wapenbeheersing stijgt in 2022, met name als gevolg van de organisatie van een conferentie over wapenbeheersing en nieuwe technologieën naar aanleiding van motie Koopmans c.s. (Kamerstuk 33694 nr. 43)

3) Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

De negatieve bijstelling van het budget voor de Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband betreft de jaarlijkse overheveling (EUR 25,2 miljoen) naar het ministerie van Defensie voor inzet van de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) op hoog-risicoposten voor de beveiliging van personeel.

4) Afdrachten aan de Europese Unie

De positieve bijstelling van het budget voor Afdrachten aan de Europese Unie is het saldo van enerzijds een hogere uitgave dan verwacht voor invoerrechten (EUR 1,1 miljard) en anderzijds een lagere BNI-afdracht (EUR 101 miljoen).

5) Europese Vredesfaciliteit

Dit budget stijgt door de toevoeging van eindejaarsmarge uit 2021. Het kasritme van de betalingen aan de EVF kan fluctueren, daarom wordt het niet bestede budget uit 2021 toegevoegd aan het budget voor 2022.

6) Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland

De positieve bijstelling van het budget voor Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland betreft een hogere uitgave dan verwacht (EUR 4,4 miljoen) voor het Loket buitenland door toevoeging van eindejaarsmarge 2021. Ook stijgen de uitgaven voor het consulaire informatiesysteem door toevoeging van eindejaarsmarge 2021 (EUR 1,3 miljoen).

7) Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren

De positieve bijstelling van het budget voor Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren betreft een hogere uitgave dan verwacht (EUR 8 miljoen) voor consulaire informatiesystemen door toevoeging van eindejaarsmarge 2021.

8) Personele uitgaven

De positieve bijstelling van het budget voor personele uitgaven betreft de toegekende intensiveringsmiddelen voor het postennet (EUR 8 miljoen) uit het coalitieakkoord Rutte IV en de loon- en prijsontwikkeling (EUR 14 miljoen), waardoor het budget zowel voor het personeel in Nederland als op de posten stijgt.

9) Materiële uitgaven

De positieve bijstelling van het budget voor materiële uitgaven betreft de toegekende intensiveringsmiddelen voor het postennet (EUR 9 miljoen) uit het coalitieakkoord Rutte IV, het toevoegen van eindejaarsmarge voor de veiligheid op hoog-risico posten (EUR 18 miljoen) en de realisatie van de huisvestingsstrategie (EUR 33,7 miljoen) middels de middelenafspraak uitgavenbudget.

Ontvangsten

Tabel 7 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2022 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Ontvangsten 2022

Vastgestelde begroting 2022

 

965 770

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) Diverse ontvangsten EU

3.10

275 000

2) Consulaire dienstverlening

4.20

14 300

3) Diverse ontvangsten apparaat

7.10

‒ 9 200

4) Overige mutaties

div.

‒ 1 113

Stand 1e suppletoire begroting 2022

 

1 244 757

Toelichting

1) Diverse ontvangsten EU

De actualisatie van de perceptiekostenvergoeding leidt tot een verwachte stijging van de ontvangsten van EUR 275 miljoen.

2) Consulaire dienstverlening

De ontvangsten van de consulaire dienstverlening stijgen door een ontvangst van een BMVI-subsidie (EUR 5,3 miljoen) en de vergoeding van MVV-leges (EUR 9 miljoen).

3) Diverse ontvangsten apparaat

De ontvangsten op apparaat dalen in 2022 voornamelijk vanwege lagere verwachte inkomsten uit de verkoop van vastgoed in het buitenland.

4 Beleidsartikelen

4.1 Artikel 1: Versterkte internationale rechtsorde

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Stand ontwerp begroting

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

 

2022

2022

2022

2022

2022

2023

2024

2025

2026

  

(1)

(2)

(3)=(1+2)

(4)

(5)=(3+4)

    
 

Verplichtingen

113 612

500

114 112

56 745

170 857

‒ 1 373

‒ 2 675

1 447

‒ 53

           
 

Uitgaven:

         
           
 

Programma-uitgaven totaal

123 322

500

123 822

11 010

134 832

8 090

5 828

4 850

4 850

 

waarvan juridisch verplicht

55%

   

71%

    
           

1.1

Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

48 495

0

48 495

770

49 265

810

770

850

850

           
 

Subsidies (regelingen)

         
 

Internationaal recht

2 835

0

2 835

‒ 2 085

750

‒ 2 085

‒ 2 085

‒ 2 085

‒ 2 085

           
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         
 

Verenigde Naties

34 525

0

34 525

‒ 1 000

33 525

‒ 1 000

‒ 1 000

‒ 1 000

‒ 1 000

 

OESO

7 535

0

7 535

0

7 535

0

0

0

0

 

Internationaal Strafhof

3 600

0

3 600

270

3 870

310

270

350

350

 

Internationaal recht

0

0

0

3 585

3 585

3 585

3 585

3 585

3 585

           

1.2

Bescherming en bevordering van mensenrechten

63 402

500

63 902

6 000

69 902

4 000

4 000

4 000

4 000

           
 

Subsidies (regelingen)

         
 

Mensenrechtenfonds

25 695

500

26 195

‒ 2 634

23 561

‒ 4914

‒ 5.639

‒ 5639

‒ 5639

           
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         
 

Mensenrechtenfonds

30 057

0

30 057

6 634

36 691

6914

7.639

7639

7639

 

Mensenrechten multilateraal

7 650

0

7 650

2 000

9 650

2 000

2 000

2 000

2 000

           

1.3

Gastlandbeleid internationale organisaties

11 425

0

11 425

4 240

15 665

3 280

1 058

0

0

           
 

Subsidies (regelingen)

         
 

Carnegiestichting

4 400

0

4 400

380

4 780

0

0

0

0

           
 

Bijdrage aan agentschappen

         
 

Vredespaleis

4 550

0

4 550

2 200

6 750

2 200

898

0

0

           
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         
 

Internationaal Strafhof

925

0

925

0

925

0

0

0

0

 

Speciaal Tribunaal Libanon

1 000

0

1 000

1 000

2 000

1 000

0

0

0

 

Nederland Gastland

550

0

550

660

1 210

80

160

0

0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget stijgt in 2022 aanzienlijk ten opzichte van de oorspronkelijke begroting. De stijging vindt met name plaats binnen het Mensenrechtenfonds waar in 2022 diverse nieuwe meerjarige verplichtingen worden aangegaan. Daarnaast is sprake van mutaties op artikel 1.3 Gastlandbeleid internationale organisaties vanwege vertraging in de uithuizing van de huurders van het Vredespaleis en door verlenging van het VN-mandaat voor het Speciaal Tribunaal Libanon. 

Uitgaven

Artikelonderdeel 1.1

De mutaties worden met name veroorzaakt door administratieve interne overhevelingen.

Artikelonderdeel 1.2

Vanuit de coalitieakkoordmiddelen is structureel EUR 4 miljoen beschikbaar gesteld voor het thema mensenrechten. Het uitgavenbudget op het artikelonderdeel Bescherming en bevordering van mensenrechten stijgt derhalve met ditzelfde bedrag. Daarnaast wordt in 2022 EUR 2 miljoen aan Oekraïne-gerelateerde uitgaven generaal gecompenseerd. De mutaties binnen het artikelonderdeel zijn het gevolg van extra uitgaven aan multilaterale organisaties via bijdragen en doordat, door verdere decentralisatie van het mensenrechtenfonds, meer uitgaven als bijdrage zullen worden verstrekt.

Artikelonderdeel 1.3

Doordat de uithuizing van de huurders van het Vredespaleis vertraging heeft opgelopen konden de middelen in 2021 niet meer worden uitgegeven en zijn deze als eindejaarsmarge doorgeschoven naar 2022, 2023 en 2024.Daarnaast leidt de verlenging van het VN-mandaat van het Speciaal Tribunaal Libanon tot extra uitgaven in de jaren 2022 en 2023.

4.2 Artikel 2: Veiligheid en stabiliteit

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Veiligheid en stabiliteit (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Stand ontwerp begroting

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

 

2022

2022

2022

2022

2022

2023

2024

2025

2026

  

(1)

(2)

(3)=(1+2)

(4)

(5)=(3+4)

    
 

Verplichtingen

278 487

‒ 1 500

276 987

‒ 23 823

253 164

11 071

3 401

‒ 3 132

‒ 2 553

           
 

Uitgaven:

         
           
 

Programma-uitgaven totaal

283 996

‒ 1 500

282 496

‒ 14 072

268 424

518

975

‒ 2 130

‒ 2 006

 

waarvan juridisch verplicht

76%

   

86%

    
           

2.1

Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

14 085

0

14 085

1 770

15 855

1 370

1 370

1 490

1 400

           
 

Subsidies (regelingen)

         
 

Atlantische Commissie

595

0

595

‒ 30

565

‒ 30

‒ 30

90

0

           
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         
 

NAVO

8 350

0

8 350

1 300

9 650

1 300

1 300

1 300

1 300

 

WEU

590

0

590

100

690

100

100

100

100

 

Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid

2 700

‒ 500

2 200

400

2 600

0

0

0

0

 

Veiligheidsfonds

1 850

500

2 350

0

2 350

0

0

0

0

           

2.2

Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme

14 670

500

15 170

230

15 400

780

480

350

0

 

Subsidies (regelingen)

         
 

Anti-terrorisme instituut

720

0

720

‒ 20

700

‒ 20

‒ 20

‒ 150

0

 

Contra-terrorisme

7 420

0

7 420

‒ 1 620

5 800

300

0

0

0

 

Cyber security

3 080

500

3 580

‒ 50

3 530

500

500

500

0

           
 

Opdrachten

         
 

Global Forum on Cyber Expertise

1 250

0

1 250

0

1 250

0

0

0

0

           
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         
 

Contra-terrorisme

880

0

880

1 920

2 800

0

0

0

0

 

Cyber security

1 320

0

1 320

0

1 320

0

0

0

0

           

2.3

Wapenbeheersing

10 794

0

10 794

7 677

18 471

228

188

0

0

           
 

Opdrachten

         
 

OPCW en andere ontwapeningsorganisaties

0

0

0

368

368

465

465

197

197

 

Conferentie New Tech 2022

0

0

0

5 900

5 900

0

0

0

0

           
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         
 

IAEA

7 317

0

7 317

0

7 317

0

0

0

0

 

OPCW en andere ontwapeningsorganisaties

1 557

0

1 557

‒ 180

1 377

‒ 237

‒ 277

‒ 197

‒ 197

 

CTBTO

1 920

0

1 920

1 589

3 509

0

0

0

0

           

2.4

Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

214 625

‒ 2 000

212 625

‒ 23 981

188 644

‒ 1 860

‒ 1 063

‒ 3 970

‒ 3 406

           
 

Subsidies (regelingen)

         
 

Nederland Helsinki Comité

28

0

28

0

28

0

0

0

0

 

Stabiliteitsfonds

25 000

0

25 000

0

25 000

0

0

0

0

 

Training buitenlandse diplomaten

2 500

0

2 500

1 350

3 850

0

0

0

0

           
 

Opdrachten

         
 

Makandra

1 698

0

1 698

‒ 133

1 565

‒ 328

467

685

0

           
 

Bijdrage aan agentschappen

         
 

Makandra

232

0

232

‒ 68

164

‒ 62

‒ 60

80

0

           
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         
 

OVSE

6 000

0

6 000

3 880

9 880

3 880

3 880

3 880

0

 

Stabiliteitsfonds

57 150

‒ 500

56 650

‒ 3 810

52 840

‒ 4 380

‒ 4 380

‒ 4 380

0

 

VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties

96 817

‒ 1 500

95 317

0

95 317

‒ 1 000

‒ 1 000

‒ 4 615

‒ 3 786

 

Overige

0

0

0

0

0

0

0

350

350

           
 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

         
 

Inzet hoog-risico posten

25 200

0

25 200

‒ 25 200

0

30

30

30

30

           

2.5

Bevordering van transitie in prioritaire gebieden

29 822

0

29 822

232

30 054

0

0

0

0

           
 

Subsidies (regelingen)

         
 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA

11 822

0

11 822

800

12 622

0

0

0

0

 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka

4 244

0

4 244

‒ 1 697

2 547

‒ 254

‒ 50

‒ 50

‒ 50

           
 

Opdrachten

         
 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka

5 452

0

5 452

0

5 452

0

0

0

0

           
 

Bijdrage aan agentschappen

         
 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka

600

0

600

0

600

0

0

0

0

           
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         
 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka

7 704

0

7 704

1 129

8 833

254

50

50

50

           
 

Ontvangsten

1 000

0

1 000

0

1 000

0

0

0

0

           

2.10

Doorberekening Defensie diversen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

2.40

Restituties programma's

1 000

0

1 000

0

1 000

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget neemt in 2022 af met EUR 23,8 miljoen. Dit is met name het gevolg van een overheveling naar het ministerie van Defensie voor de beveiliging van hoog-risicoposten.

Uitgaven

Artikelonderdeel 2.1

De uitgaven voor goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid zijn toegenomen omdat de NAVO-contributie meerjarig is verhoogd op basis van de meerjarige NAVO-begroting.

Artikelonderdeel 2.3

Het budget voor wapenbeheersing stijgt in 2022, met name als gevolg van de organisatie van een conferentie over wapenbeheersing en nieuwe technologieën, naar aanleiding van motie Koopmans c.s. (Kamerstuk 33694 nr. 43).

Artikelonderdeel 2.4

Conform geldende systematiek wordt het budget voor de inzet op hoog-risicoposten overgeheveld naar het ministerie van Defensie voor de BSB-beveiliging van personeel van een aantal hoog-risicoposten.

Daarnaast wordt een bedrag van EUR 3,88 miljoen overgeheveld van het Stabiliteitsfonds naar DVB voor een verplichte en een vrijwillige bijdrage aan de OVSE, die voorheen vanuit het Stabiliteitsfonds werd betaald.

4.3 Artikel 3: Effectieve Europese samenwerking

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Effectieve Europese samenwerking (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Stand ontwerp begroting

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

  

2022

2022

2022

2022

2022

2023

2024

2025

2026

  

(1)

(2)

(3)=(1+2)

(4)

(5)=(3+4)

    
 

Verplichtingen

10 265 666

0

10 265 666

1 022 551

11 288 217

1 223 989

1 387 618

1 479 031

1 559 426

           
 

Uitgaven:

         
           
 

Programma-uitgaven totaal

10 402 889

0

10 402 889

1 020 753

11 423 642

1 223 989

1 356 601

1 464 452

1 559 426

 

waarvan juridisch verplicht

100%

   

100%

    
           

3.1

Afdrachten aan de Europese Unie

10 229 845

0

10 229 845

1 015 869

11 245 714

1 223 455

1 369 704

1 495 531

1 558 926

           
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         
 

BNI-afdrachten

5 426 868

0

5 426 868

‒ 100 604

5 326 264

6 483

6 617

6 753

6 892

 

BTW-afdrachten

1 115 024

0

1 115 024

0

1 115 024

0

0

0

0

 

Invoerrechten

3 474 666

0

3 474 666

1 117 498

4 592 164

1 216 841

1 362 957

1 488 656

1 551 909

 

Plastic-grondslag

213 287

0

213 287

‒ 1 025

212 262

131

130

122

125

           

3.2

Europees Ontwikkelingsfonds

133 750

0

133 750

‒ 2 244

131 506

0

‒ 14 017

‒ 31 579

0

           
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         
 

Europees Ontwikkelingsfonds

133 750

0

133 750

‒ 2 244

131 506

0

‒ 14 017

‒ 31 579

0

           

3.3

Een hechtere Europese waardengemeenschap

10 500

0

10 500

500

11 000

500

500

500

500

           
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         
 

Raad van Europa

10 500

0

10 500

500

11 000

500

500

500

500

           

3.4

Versterkte Nederlandse positie in de Unie

4 517

0

4 517

476

4 993

0

380

0

0

           
 

Subsidies (regelingen)

         
 

EIPA

348

0

348

0

348

0

0

0

0

           
 

Opdrachten

         
 

Europa College beurzenprogamma

190

0

190

0

190

0

380

0

0

 

Programmatische ondersteuning: Taskforce Verenigd Koninkrijk

0

0

0

205

205

0

0

0

0

           
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         
 

Benelux bijdrage

3 979

0

3 979

271

4 250

0

0

0

0

           

3.5

Europese Vredesfaciliteit

24 277

0

24 277

6 152

30 429

34

34

0

0

           
 

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

         
 

Europese Vredesfaciliteit

24 277

0

24 277

6 152

30 429

34

34

0

0

           
           
 

Ontvangsten

868 916

0

868 916

278 467

1 147 383

1 804 210

1 690 739

1 122 164

1 487 977

           

3.10

Diverse ontvangsten EU

868 666

0

868 666

278 467

1 147 133

304 210

340 739

372 164

387 977

 

Invoerrechten

868 666

0

868 666

278 467

1 147 133

304 210

340 739

372 164

387 977

 

Overige ontvangsten EU

0

0

0

0

0

0

0

0

0

           

3.11

Europees herstelfonds

0

0

0

0

0

1 500 000

1 350 000

750 000

1 100 000

           

3.30

Restitutie Raad van Europa

250

0

250

0

250

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingen muteren mee met de uitgaven, zoals hieronder toegelicht.

Uitgaven

Artikelonderdeel 3.1

De afdrachten van lidstaten aan de EU-begroting worden jaarlijks bijgesteld op basis van realisaties van het BNI en de BTW. Het resultaat van de nacalculatie over de periode 2017-2020 is verwerkt, wat voor Nederland leidt tot een nabetaling van circa EUR 87 miljoen in 2022. Deze nacalculatie is een herverdeling van afdrachten tussen lidstaten, het gaat dus niet om extra EU-uitgaven. Tot slot heeft de Europese Commissie DAB2 gepubliceerd, met daarin de verwerking van het overgebleven surplus over het begrotingsjaar 2021. Het totale surplus op EU-niveau betreft EUR 3,2 miljard. Voor Nederland betekent dit een meevaller op de EU-afdrachten van EUR 189,9 miljoen. Dit bedrag is als negatieve uitgave verwerkt op de BNI-afdrachten.

In het aangepaste voorstel voor de EU-begroting 2022 wordt de bijdrage die het Verenigd Koninkrijk aan de EU-begroting moet leveren uit hoofde van het Terugtrekkingsakkoord opwaarts bijgesteld. Deze stijging leidt voor Nederland tot een daling van de BNI-afdracht van circa EUR 3,7 miljoen in 2022. Daarnaast wordt de jaarlijkse lumpsumkorting die Nederland, Zweden, Denemarken, Oostenrijk en Duitsland ontvangen op hun afdrachten geactualiseerd aan de hand van de meest recente inflatiecijfers. Dit leidt tot een stijging van de raming van de Nederlandse BNI-afdrachten met circa EUR 6 miljoen in 2022, oplopend tot EUR 7 miljoen in 2027 aangezien de korting lager uitvalt dan eerder verwacht.

De betalingen uit DAB6 2021 zijn over de jaargrens heen geschoven waardoor het budgettaire kaseffect niet in 2021 maar in 2022 is neergeslagen. In DAB6 van 2021 is de raming van de plasticafdracht van een aantal EU-lidstaten geactualiseerd. DAB6 leidt op EU-niveau tot een opwaartse bijstelling van de totale raming van de plastic-afdracht van circa EUR 20 miljoen in 2021 en een neerwaartse bijstelling van circa EUR 3 miljoen in 2022. Dit heeft respectievelijk een verlaging en een verhoging van de benodigde BNI-afdracht op EU-niveau als gevolg; het BNI is het sluitstuk van de financiering van de Europese begroting. De Nederlandse BNI-afdracht daalt hierdoor in 2021 met EUR 1,2 miljoen en stijgt meerjarig met EUR 0,1 miljoen.

Bij de invoerrechten treedt er gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op, omdat aan de inkomsten- en uitgavenkant een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk AFEP-ramingen en de raming van de Europese Commissie. Er is overeengekomen om drie keer per jaar een actualisatie te boeken op de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding om te corrigeren voor dit saldo-effect. De actualisatie voor de invoerrechten bedraagt EUR 1,1 miljard in 2022. Tot slot zijn er twee nabetalingen (in totaal EUR 18,2 miljoen) geweest voor de Traditionele Eigen Middelen (TEM). Dit betreffen nabetalingen vanuit de B-boekhouding, waarvan Nederland de aansprakelijkheid accepteert.

Zoals opgenomen in de budgettaire bijlage bij het coalitieakkoord, wordt de toerekening van de EU-afdrachten aan ODA, de EU-toerekening, geactualiseerd. Vanaf 2022 zal er een vast bedrag van EUR 863 miljoen van de EU-afdrachten per jaar onderdeel uitmaken van ODA. Dit heeft geen budgettair effect op de begroting van Buitenlandse Zaken. Wel stijgt hierdoor de ODA-prestatie.

Artikelonderdeel 3.2

De Nederlandse afdrachten aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) voor 2024 en 2025 zijn neerwaarts bijgesteld, op basis van een geactualiseerde raming van de Europese Commissie. Daarnaast vindt in 2022 een verrekening plaats met een teruggave van resterende middelen uit het 8e en 9e EOF.

Artikelonderdeel 3.5

Het budget voor de Europese Vredesfaciliteit stijgt in 2022. Reden hiervoor is dat in 2021 een deel van de middelen voor de Europese Vredesfaciliteit niet kon worden uitgegeven en als eindejaarsmarge is doorgeschoven naar het jaar 2022.

Ontvangsten

Artikelonderdeel 3.10

Nederland ontvangt EUR 3,6 miljoen aan perceptiekostenvergoeding die gepaard gaat met de eerdergenoemde nabetalingen van douanerechten. Nederland mag 25% houden van de afdracht van invoerrechten aan de EU, ter dekking van de kosten die de Douane maakt; dit heet de perceptiekostenvergoeding, en deze geldt ook voor eventuele nabetalingen.

Ook de perceptiekostenvergoeding wordt geactualiseerd om het onbedoelde saldo-effect tegen te gaan. De actualisatie voor de perceptiekostenvergoeding bedraagt EUR 275 miljoen.

Artikelonderdeel 3.11

De te verwachten ontvangsten voor Nederland uit het Europees herstelfonds (Recovery and Resilience Facility, RRF) worden, conform het coalitieakkoord, verwerkt in de begroting. Het gaat om EUR 4,7 miljard in de periode 2023 tot en met 2026. De middelen uit het Europees herstelfonds worden ingezet om reeds begrote en nieuwe uitgaven uit het coalitieakkoord te financieren. Op basis van een eerste inventarisatie is het waarschijnlijk dat de reeks een zwaartepunt in 2023 en 2024 heeft. De reeks is nog veranderlijk, omdat het herstelplan nog niet definitief is vastgesteld. 

4.4 Artikel 4: Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Stand ontwerp begroting

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

 

2022

2022

2022

2022

2022

2023

2024

2025

2026

  

(1)

(2)

(3)=(1+2)

(4)

(5)=(3+4)

    
 

Verplichtingen

54 974

0

54 974

8 129

63 103

2 073

8 273

473

473

           
 

Uitgaven:

         
           
 

Programma-uitgaven totaal

53 484

0

53 484

17 987

71 471

2 016

2 316

566

566

 

waarvan juridisch verplicht

53%

   

66%

    
           

4.1

Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland

9 031

0

9 031

5 709

14 740

192

192

192

192

           
 

Subsidies (regelingen)

         
 

Gedetineerdenbegeleiding

1 560

0

1 560

0

1 560

0

0

0

0

           
 

Inkomensoverdrachten

         
 

Gedetineerdenbegeleiding

540

0

540

0

540

0

0

0

0

           
 

Opdrachten

         
 

Consulaire bijstand

409

0

409

0

409

0

0

0

0

 

Reisdocumenten en verkiezingen

2 550

0

2 550

0

2 550

0

0

0

0

 

Consulaire opleidingen

400

0

400

0

400

0

0

0

0

 

Consulaire informatiesystemen

3 298

0

3 298

1 300

4 598

0

0

0

0

 

Loket buitenland

274

0

274

4 409

4 683

192

192

192

192

           

4.2

Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren

18 467

0

18 467

7 925

26 392

225

225

225

225

           
 

Opdrachten

         
 

Ambtsberichtenonderzoek

150

0

150

0

150

0

0

0

0

 

Visumverlening

3 058

0

3 058

0

3 058

‒ 200

‒ 200

‒ 200

‒ 200

 

Legalisatie en verificatie

80

0

80

0

80

0

0

0

0

 

Consulaire informatiesystemen

14 151

0

14 151

7 925

22 076

425

425

425

425

           
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         
 

Asiel en migratie

1 028

0

1 028

0

1 028

0

0

0

0

           

4.3

Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur

7 475

0

7 475

0

7 475

26

26

26

26

           
 

Subsidies (regelingen)

         
 

Internationaal cultuurbeleid

4 980

0

4 980

‒ 368

4 612

‒ 186

‒ 25

26

26

           
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         
 

Internationaal cultuurbeleid

2 495

0

2 495

368

2 863

212

51

0

0

           

4.4

Uitdragen Nederlandse waarden en belangen

18 511

0

18 511

4 353

22 864

1 573

1 873

123

123

           
 

Subsidies (regelingen)

         
 

Instituut Clingendael

800

0

800

13

813

0

0

0

0

 

Programma ondersteuning buitenlands beleid

3 058

0

3 058

1 187

4 245

0

0

0

0

 

Internationale manifestaties en diverse bijdragen

99

0

99

‒ 50

49

‒ 50

‒ 50

‒ 50

‒ 50

 

Publieksdiplomatie

2 229

0

2 229

0

2 229

0

0

0

0

 

Onderzoeksprogramma

50

0

50

25

75

0

0

0

0

 

Academische Leerstoel Anton de Kom

0

0

0

143

143

143

143

143

143

           
 

Opdrachten

         
 

Adviesraad Internationale vraagstukken

525

0

525

0

525

0

0

0

0

 

Instituut Clingendael

2 724

0

2 724

235

2 959

‒ 150

150

0

0

 

Bezoeken VIPS en uitgaven CD en Internationale organisaties

1 000

0

1 000

0

1 000

0

0

0

0

 

Algemene voorlichting

2 790

0

2 790

‒ 1 200

1 590

0

0

0

0

 

Koninklijk Huis - inkom. en uitg. bezoeken, off. ontvangsten

2 000

0

2 000

0

2 000

0

0

0

0

 

China-strategie

26

0

26

100

126

0

0

0

0

 

Onderzoeksprogramma

220

0

220

1 700

1 920

1 600

1 600

0

0

 

Programma ondersteuning buitenlands beleid

0

0

0

1 000

1 000

0

0

0

0

           
 

Bijdrage aan agentschappen

         
 

Algemene voorlichting

0

0

0

1 200

1 200

0

0

0

0

 

Verkeersnotificaties

400

0

400

0

400

0

0

0

0

           
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         
 

Europese bewustwording

250

0

250

0

250

0

0

0

0

 

Publieksdiplomatie

2 340

0

2 340

0

2 340

30

30

30

30

           
           
 

Ontvangsten

32 674

0

32 674

14 300

46 974

0

0

0

0

           

4.10

Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland

9 200

 

9 200

0

9 200

0

0

0

0

           

4.20

Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen

23 200

0

23 200

14 300

37 500

0

0

0

0

           

4.40

Doorberekening Defensie diversen

74

 

74

0

74

0

0

0

0

           

4.41

Ontvangsten verkeersnotificaties

200

 

200

0

200

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget voor het onderdeel Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden stijgt omdat aanvullende middelen voor het Loket Buitenland zijn opgenomen in de begroting. De verplichting voor subsidie van gedetineerden is van 2022 verschoven naar 2024. Verder stijgt het verplichtingenbudget ten behoeve van kwaliteitsbehoud van de consulaire IT-systemen.

Daarnaast zijn er verplichtingen opgenomen voor een onderzoek naar de Nederlandse inzet in Afghanistan. Ten slotte is er een stijging voor programma’s voor ondersteuning buitenlands beleid (POBB Algemeen en POBB COVID).

Uitgaven

Artikelonderdeel 4.1

Het budget voor consulaire dienstverlening neemt toe. Een reden hiervoor is dat vertraagde uitgaven uit 2021 voor het loket buitenland en uitgaven voor consulaire informatiesystemen doorschuiven naar 2022.

Verder wordt EUR 2,4 miljoen overgeheveld van apparaat (artikel 7.1.1) voor het Loket Buitenland.

Artikelonderdeel 4.2

De stijging voor consulaire informatiesystemen is deels het gevolg van een verschuiving van uitgaven van 2021 naar 2022. Er worden uitgaven gedaan om te kunnen voldoen aan de voorwaarden voor de BMVI-subsidie (het instrument voor grensbeheer en visa). De uitgaven worden gedesaldeerd met ontvangstenartikel 4.20.

Artikelonderdeel 4.4

De budgetten voor het Programma Ondersteuning Buitenland Beleid COVID en POBB Algemeen nemen in 2022 toe door de toevoeging van de eindejaarsmarge uit 2021. Daarmee wordt de mogelijkheid gegarandeerd om een groot aantal eenmalige katalyserende activiteiten te kunnen financieren ter ondersteuning van de doelstellingen van het Nederlandse buitenlandbeleid en landen te blijven ondersteunen in de strijd tegen de wereldwijde COVID-19 crisis, met name door het leveren van vaccins.

Na 20 jaar inzet in Afghanistan zal het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies (NIOD) van de KNAW in samenwerking met het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) een onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek verrichten. Dit onderzoek zal zich richten op achtergronden, intenties en uitwerkingen van de Nederlandse inzet in Afghanistan in de jaren 2001-2021.

Ontvangsten

Artikelonderdeel 4.20

De opbrengsten voor consulaire dienstverlening aan vreemdelingen stijgen door de ontvangsten van een BMVI-subsidie. Voor 2022 is een bedrag van EUR 5,3 miljoen begroot. Deze ontvangsten worden gedesaldeerd met artikel 4.2.

De vergoeding van MVV-leges (Machtiging Voorlopig Verblijf) zal met terugwerkende kracht worden betaald door de IND. Hiervoor is een bedrag van EUR 9 miljoen opgenomen. Het saldo (minus de BMVI-gelden) van artikel 4.10 en 4.20 wordt gedesaldeerd met artikel 7.1.2.

5 Niet-beleidsartikelen

5.1 Artikel 5: Geheim

Tabel 12 Budgettaire gevolgen van niet - beleid artikel 5 Geheim (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)Algemeen (bedragen x € 1.000)
  

Stand ontwerp begroting

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

  

2022

2022

2022

2022

2022

2023

2024

2025

2026

  

(1)

(2)

(3)=(1+2)

(4)

(5)=(3+4)

    

Verplichtingen

 

0

0

0

0

0

0

0

0

0

           

Uitgaven

 

0

0

0

0

0

0

0

0

0

           

Ontvangsten

 

0

0

0

0

0

0

0

0

0

           

5.10

Geheim

0

0

0

0

0

0

0

0

0

5.2 Artikel 6: HGIS onverdeeld

Tabel 13 Budgettaire gevolgen van niet - beleid artikel 6 Nog onverdeeld (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Stand ontwerp begroting

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

  

2022

2022

2022

2022

2022

2023

2024

2025

2026

  

(1)

(2)

(3)=(1+2)

(4)

(5)=(3+4)

    

Verplichtingen

 

2 868

0

2 868

‒ 1 544

1 324

‒ 10 122

‒ 17 007

‒ 15 723

‒ 20 671

           

Uitgaven:

          
           

Uitgaven totaal

 

2 868

0

2 868

‒ 1 544

1 324

‒ 10 122

‒ 17 007

‒ 15 723

‒ 20 671

           

6.1

Nog onverdeeld (HGIS)

2 868

0

2 868

‒ 1 544

1 324

‒ 10 122

‒ 17 007

‒ 15 723

‒ 20 671

Toelichting

Het budget voor het artikel -Nog onverdeeld- heeft betrekking op de HGIS en dit neemt structureel af. De reeks binnen dit artikel is met name bedoeld om jaarlijks de loon- en prijsbijstelling te kunnen uitkeren en incidentele initiatieven of tegenvallers mee te dekken. De mutatie betreft het saldo van bijstellingen op grond van aanpassing van Bbp-ramingen door het CPB, verwerking van de HGIS-eindejaarsmarge 2021, het verwerken van de loon- en prijsbijstellingen binnen de HGIS en overboekingen naar diverse begrotingen zoals binnen de HGIS is overeengekomen. Binnen de HGIS is budget vrijgemaakt voor het oplossen van een aantal knelpunten, waaronder het NIOD-onderzoek naar 20 jaar inzet in Afghanistan, het organiseren van het World Local Production Forum, de Wereldtentoonstelling Dubai en worden er middelen vrijgemaakt om continuering van bestaand beleid te waarborgen.

5.3 Artikel 7: Apparaat

Tabel 14 Budgettaire gevolgen van niet - beleid artikel 7 Apparaat (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Stand ontwerp begroting

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

  

2022

2022

2022

2022

2022

2023

2024

2025

2026

  

(1)

(2)

(3)=(1+2)

(4)

(5)=(3+4)

    
 

Verplichtingen

881 241

96 000

977 241

96 878

1 074 119

78 672

72 468

84 067

78 967

           
 

Uitgaven

881 241

61 000

942 241

96 878

1 039 119

78 672

107 468

84 067

78 967

           

7.1.1

Personele uitgaven

581 357

700

582 057

26 435

608 492

35 135

42 931

50 857

50 857

 

Eigen personeel

569 357

700

570 057

26 435

596 492

35 135

42 931

50 857

50 857

 

Inhuur extern

12 000

0

12 000

0

12 000

0

0

0

0

 

Overige personele uitgaven

0

0

0

0

0

0

0

0

0

           

7.1.2

Materiele uitgaven

299 884

60 300

360 184

70 443

430 627

43 537

64 537

33 210

28 110

 

ICT

62 443

0

62 443

4 111

66 554

4 111

4 111

4 111

4 111

 

Bijdragen aan SSO's

49 461

0

49 461

‒ 355

49 106

‒ 355

‒ 355

‒ 355

‒ 355

 

Overige materieel

187 980

60 300

248 280

66 687

314 967

39 781

60 781

29 454

24 354

           

7.2

Koersverschillen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

           
           
 

Ontvangsten

63 180

0

63 180

‒ 13 780

49 400

‒ 680

92 320

1 320

‒ 3 780

           

7.10

Diverse ontvangsten

63 180

0

63 180

‒ 13 780

49 400

‒ 680

92 320

1 320

‒ 3 780

           

7.11

Koersverschillen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

Binnen het apparaatsartikel zijn de verplichtingen gelijk aan de uitgaven. Het verplichtingenbudget wordt daarmee gelijkgetrokken. Voor de aanschaf van een kantoorpand voor de Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de Europese Unie (PV EU) en de bilaterale ambassade in Brussel wordt hier een uitzondering op gemaakt. Deze mutatie is verwerkt in de eerste incidentele suppletoire begroting 2022 waarbij het verplichtingenbudget in 2022 wordt opgehoogd met EUR 95 miljoen terwijl de uitgaven staan geraamd op EUR 60 miljoen in 2022 en EUR 35 miljoen in 2024.

Uitgaven

Artikelonderdeel 7.1.1

De uitgaven voor personeel nemen meerjarig toe. De belangrijkste meerjarige mutaties zijn:

  • In het coalitieakkoord zijn middelen vrijgemaakt ter versterking van het postennet. Hierdoor nemen de personele budgetten toe door de toevoeging van de intensiveringsmiddelen met EUR 8 miljoen in 2022, EUR 18 miljoen in 2023, EUR 26 miljoen in 2024 en EUR 34 miljoen vanaf 2025.

  • De budgetten stijgen door de loon- en prijsontwikkeling, waardoor het budget zowel voor het personeel in Nederland als op de posten stijgt. Deze uitgaven worden vanuit de voorziening binnen de HGIS gefinancierd. In totaal stijgen de budgetten hierdoor met ongeveer EUR 14 miljoen.

  • Naar aanleiding van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslagen (POK) zijn middelen beschikbaar gesteld. Dit resulteert in een stijging van de budgetten vanaf 2023.

  • Voor MH17 zijn middelen vanuit het Ministerie van Justitie en Veiligheid overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Ook wordt voor MH17 eindejaarsmarge 2021 in 2022 en 2023 ingezet.

  • De budgetten stijgen structureel door de verwerking van een door Sjoerdsma c.s. ingediend amendement ter vergroting van de sanctiecapaciteit.

Aanvullend hierop stijgen de budgetten in 2022 ook vanwege toevoeging aan de budgetten van eindejaarsmarge 2021 voor de Onderzoekscommissie Evacuatie Afghanistan. Verder wordt EUR 2,4 miljoen overgeheveld naar artikel 4.1 voor het Loket Buitenland. Tot slot worden loonkosten voor lokaal personeel RVO IA overgeheveld van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Artikelonderdeel 7.1.2

De uitgaven op materieel gebied nemen meerjarig toe. De belangrijkste meerjarige mutaties zijn:

  • In het coalitieakkoord zijn middelen vrijgemaakt ter versterking van het postennet. Hierdoor nemen de personele budgetten toe door de toevoeging van de intensiveringsmiddelen met EUR 9 miljoen in 2022, EUR 11 miljoen in 2023, EUR 14 miljoen in 2024 en EUR 18 miljoen vanaf 2025.

  • De budgetten stijgen door de loon- en prijsontwikkeling, waardoor het budget ten aanzien van ICT en overige materiële uitgaven toeneemt. Deze uitgaven worden vanuit de voorziening binnen de HGIS gefinancierd. In totaal stijgen de budgetten hierdoor met ongeveer EUR 14 miljoen.

  • De eindejaarsmarge 2021 wordt in 2022, 2023 en 2024 weer opnieuw ingezet. Het grootste deel hiervan betreft de uitgaven ten aanzien van de veiligheid op hoog-risico posten (EUR 18 miljoen totaal).

  • Tot slot wordt er middels de middelenafspraak uitgavenbudget ten aanzien van de realisatie van de huisvestingsstrategie EUR 33,7 miljoen toegevoegd in 2022. Dit budget is nodig om opvolging te geven aan de huisvestingsstrategie van het ministerie om de huisvestingsportefeuille doelmatig, duurzaam, veilig en toekomstbestendig te maken.

  • Met de eerste incidentele suppletoire begroting is het uitgavenbudget in 2022 met EUR 60 miljoen verhoogd voor de aankoop van de kanselarij voor de PV EU en de post in Brussel.

Ontvangsten

Ten opzichte van de begroting nemen de ontvangsten in 2022, 2023 en 2026 af en in 2024 en 2025 toe. Dit komt voornamelijk door verwachte inkomsten uit de verkoop van vastgoed in het buitenland. Deze ontvangsten worden gebruikt om investeringen te realiseren binnen de kaders van de huisvestingsstrategie.

Naar boven