Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
van het Koninkrijk d.d. 1 december 2021 en het nader rapport d.d. 18 februari 2022,
aangeboden aan de Koning door de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister
van Infrastructuur en Waterstaat. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad
van State van het Koninkrijk is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 22 november 2021, no.2021002286,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk
haar advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 1 december 2021, nr. W17.21.0348/IV/K, bied ik U hierbij aan.
De tekst van het advies treft u hieronder aan, voorzien van mijn reactie.
Bij Kabinetsmissive van 22 november 2021, no. 2021002286, heeft Uwe Majesteit, op
voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat, bij de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk
ter overweging aanhangig gemaakt het verdrag inzake de Internationale Organisatie
voor Maritieme Navigatie Ondersteunende Dienstverlening (met bijlage); Parijs, 27 januari
2021 (Trb. 2021, 38), met toelichtende nota.
De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk heeft geen opmerkingen
over het verdrag.
De Afdeling adviseert het verdrag aan de beide Kamers der Staten-Generaal, de Staten
van Aruba, die van Curaçao en die van Sint Maarten over te leggen.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert
de Afdeling dit advies openbaar te maken.
De vice-president van de Raad van State van het Koninkrijk,
Th.C. de Graaf
Het verdrag geeft de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk
geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.
Ik verzoek U, mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, mij te machtigen
gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de toelichtende nota
ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer
der Staten-Generaal en aan de Staten van Aruba, aan de Staten van Curaçao en aan de
Staten van Sint Maarten.
De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra