35 925 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2022

35 925 IIA Vaststelling van de begrotingsstaat van de Staten-Generaal (IIA) voor het jaar 2022

35 925 IIB Vaststelling van de begrotingsstaat van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) voor het jaar 2022

35 925 B Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2022

35 925 C Vaststelling van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2022

Nr. 101 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 december 2021

De comptabiliteitswet schrijft voor dat alle majeure wijzigingen die na de tweede suppletoire begroting zijn opgetreden uiterlijk drie dagen voor aanvang van het Kerstreces gemeld moeten worden aan beide Kamers der Staten-Generaal. Hierbij informeer ik uw Kamer over enkele zaken die bij de realisatie van de begroting 2021 raken aan het artikelniveau in de begrotingen Staten-Generaal (IIA) (Kamerstuk 35 570 IIA), Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) (Kamerstuk 35 570 IIB), Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) (Kamerstuk 35 570 VII), Gemeentefonds (B) (Kamerstuk 35 570 B) en Provinciefonds (C) (Kamerstuk 35 570 C) voor zowel de verplichtingen, de uitgaven als de ontvangsten. Ook vinden er op een aantal artikelen van begrotingshoofdstuk VII beleidsmatige mutaties plaats, welke eveneens worden toegelicht in deze brief.

De hieronder genoemde onderwerpen hebben zich voorgedaan na de besluitvorming over de Najaarsnota 2021 (Kamerstuk 35 975, nr. 1) en maken geen onderdeel uit van de tweede suppletoire begroting 2021. De begrotingswijzigingen die met de genoemde onderwerpen samenhangen, zullen als onderdeel van de realisatie van de begroting 2021, in de Slotwet 2021 worden verwerkt.

Staten-Generaal (IIA)

Artikel 3 – Wetgeving en controle Tweede Kamer

Op artikel 3 wordt naar verwachting zowel het verplichtingen- als het uitgavenbudget met circa € 3,5 mln. overschreden ten opzichte van de stand tweede suppletoire begroting 2021. De overschrijding wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de extra kosten die de Tweede Kamer heeft moeten maken voor de verhuizing naar B67. De grondslag voor deze extra uitgaven ligt in de motie van het lid Van Eijs waarmee de verhuizing naar B67 tijdens het zomerreces van 2021 is geformaliseerd (Kamerstuk 34 293, nr. 115). De werkzaamheden om deze verhuizing te realiseren zijn hierna geïntensiveerd met als uitgangspunt dat het parlementaire proces zoveel mogelijk ongestoord doorgang kon vinden. Dit heeft geleid tot extra uitgaven. Verder verwacht de TK een factuur van het Ministerie van Algemene Zaken voor de kosten van de formatie tot 1 november 2021. De hoogte van de factuur zal vermoedelijk vergelijkbaar zijn met die uit 2017 (circa € 0,7 mln.).

Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB)

Artikel 1 – Raad van State

Op artikel 1 wordt naar verwachting het verplichtingenbudget met circa € 7 mln. overschreden. In december 2021 worden diverse verplichtingen voor 2022 vastgelegd. Het betreft jaarlijkse verplichtingen met betrekking tot bedrijfsvoeringaspecten zoals inhuurcontracten, schoonmaakdiensten en ICT-posten.

Artikel 3 – Nationale ombudsman

Op artikel 3 wordt naar verwachting zowel het verplichtingen- als het uitgavenbudget met circa € 0,6 mln. overschreden. De Nationale ombudsman heeft in 2021 onvoorziene bedrijfsvoeringsgerelateerde uitgaven moeten doen. Zo heeft de Nationale ombudsman voorbereidende werkzaamheden moeten treffen voor de overname van de taken van de onafhankelijke raadsman Groningen per 1 januari 2022.

Artikel 7 – Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

Op artikel 7 vallen de ontvangsten naar verwachting circa € 0,1 mln. lager uit dan geraamd bij de tweede suppletoire begroting 2021. De lagere ontvangsten worden veroorzaakt door minder verzoeken voor consulaire diensten en naturalisaties als gevolg van Covid-19.

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII)

Artikel 2 – Nationale veiligheid

Op artikel 2 wordt naar verwachting zowel het verplichtingen- als het uitgavenbudget met € 4 mln. overschreden ten opzichte van de stand tweede suppletoire begroting 2021. De overschrijdingen zijn het gevolg van verplichtingen en uitgaven op IT-onderdelen.

Artikel 3 – Woningmarkt

Exclusief de huurtoeslag is er op artikelniveau naar verwachting geen sprake van overschrijdingen. Bij Slotwet 2021 vinden nog wel enkele interdepartementale overboekingen en verschuivingen binnen artikel 3 plaats.

Artikelonderdeel 3.1 Woningmarkt

Uitvoering huurtoeslag (inkomensoverdrachten en ontvangsten)

Tot en met oktober komen de uitgaven van de huurtoeslag circa € 18 mln. lager uit dan geraamd. Dit komt doordat ca. € 8 mln. minder aan voorschotten zijn verstrekt en de nabetalingen ca. € 10 mln. lager zijn dan gedacht. De ontvangsten zijn ca. € 30 mln. lager dan geraamd. Dit komt vooral doordat de (dwang)invordering van toeslagen is gepauzeerd vanwege COVID-19.

Artikelonderdeel 3.3 Woningbouw

Woningbouwimpuls (bijdrage aan medeoverheden)

Voor de derde tranche van de woningbouwimpuls zijn middelen beschikbaar in zowel 2021 als 2022. In december 2021 wordt de derde tranche van de woningbouwimpuls echter volledig uitgekeerd, wat zal leiden tot een overschrijding op de woningbouwimpuls in 2021 van circa € 18,6 mln. Bij Slotwet 2021 zal deze overschrijding worden gedekt via de in 2021 niet-bestede middelen voor de regeling ouderenhuisvesting. Hier tegenover staat dat de middelen die in 2022 beschikbaar zijn voor derde tranche van de woningbouwimpuls bij voorjaar 2022 worden toegevoegd aan de regeling ouderenhuisvesting.

Daarnaast vindt in het kader van de derde tranche van de woningbouwimpuls een afdracht van btw plaats voor de projecten die in 2021 zijn uitgekeerd. Hiervoor wordt bij Slotwet 2021 € 36,8 mln. overgeheveld naar het Btw-compensatiefonds.

Ouderenhuisvesting (bijdrage aan medeoverheden)

Voor de regeling ouderenhuisvesting is € 19,6 mln. beschikbaar in 2021 en € 20 mln. in 2022. De regeling gaat echter in 2022 open, waardoor de middelen van 2021 dit jaar niet tot besteding komen. Bij Slotwet 2021 worden de middelen uit 2021 daarom grotendeels ingezet voor de derde tranche van de woningbouwimpuls. Hier staat tegenover dat de middelen die in 2022 beschikbaar zijn voor de derde tranche van de woningbouwimpuls bij voorjaar 2022 worden toegevoegd aan de regeling ouderenhuisvesting.

Flexpools (bijdrage aan medeoverheden)

In het kader van de regelingen voor de NOVI en de gebiedsteams vinden er afdrachten van btw plaats. Hiervoor wordt bij Slotwet 2021 respectievelijk circa € 0,3 mln. en circa € 0,2 mln. overgeheveld naar het Btw-compensatiefonds.

Kwetsbare groepen (bijdrage aan medeoverheden)

Bij Slotwet 2021 vinden btw-afdrachten plaats voor de specifieke uitkeringen aan medeoverheden ter ondersteuning van kwetsbare groepen (maximaal € 1 mln.) en voor de regeling vergunninghouders (€ 0,5 mln.).

Artikel 4 – Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Op artikelniveau is er naar verwachting geen sprake van overschrijdingen. Bij Slotwet 2021 vinden nog wel enkele verschuivingen binnen artikel 4 plaats.

Artikelonderdeel 4.1 Energietransitie en duurzaamheid

EGO (bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken)

Bij tweede suppletoire begroting 2021 is per abuis een negatieve budgetstand ontstaan op deze regeling (circa € 0,3 mln.). De negatieve budgetstand wordt bij Slotwet 2021 gecorrigeerd middels een reallocatie binnen artikelonderdeel 4.1.

RVO (bijdrage aan agentschappen)

Bij Slotwet 2021 vindt binnen artikel 4 een reallocatie plaats om de jaarlijkse bevoorschotting van de RVO jaaropdracht op de juiste regeling in de begroting te kunnen verantwoorden (circa € 3,5 mln.). Het betreft onder andere middelen voor de jaaropdracht onderdelen normering kennis en innovatie, het Rijksprogramma Aanpak Funderingsproblematiek (RPAF) en circulair bouwen.

Artikel 5 – Ruimtelijke ordening en omgevingswet

Op artikel 5 wordt het verplichtingenbudget naar verwachting met € 15 mln. overschreden ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2021. Oorzaak is het vastleggen van verplichtingen die voortkomen uit de jaaropdrachten 2022 aan uitvoeringsorganisaties zoals het Kadaster en Geonovum. Daarnaast vallen de uitgaven naar verwachting circa € 2,5 mln. hoger uit, hiervoor vindt bij Slotwet 2021 een reallocatie plaats vanuit artikel 11. Tot slot vallen de ontvangsten naar verwachting € 1,6 mln. lager uit dan geraamd.

Artikelonderdeel 5.1 Ruimtelijke ordening

Gebiedsontwikkeling (bijdrage aan medeoverheden)

Bij Slotwet 2021 vindt er een overboeking van circa € 0,1 mln. plaats naar het Btw-compensatiefonds voor een aantal incidentele specifieke uitkeringen.

Artikelonderdeel 5.2 Omgevingswet

Kadaster (bijdrage aan ZBO’s/RWT’s)

Bij Slotwet 2021 vindt er een reallocatie van circa € 1,5 mln. plaats van artikel 11 naar artikel 5 om de bevoorschotting aan het Kadaster voor de opdracht 2022 op de juiste regeling in de begroting te kunnen verantwoorden.

Geonovum (bijdrage aan ZBO’s/RWT’s)

Bij Slotwet 2021 vindt er een reallocatie van circa € 1 mln. plaats van artikel 11 naar artikel 5 om de bevoorschotting aan Geonovum voor de opdracht 2022 op de juiste regeling in de begroting te kunnen verantwoorden.

Ontvangsten

De ontvangsten vallen circa € 1,6 mln. lager uit doordat de bijdrage van het Interprovinciaal Overleg (IPO) voor het beheer van de landelijke voorziening Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO-LV) naar verwachting niet meer in 2021 ontvangen wordt.

Artikel 6 – Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

Op artikel 6 wordt het verplichtingenbudget naar verwachting met circa € 20 mln. overschreden ten opzichte van de stand tweede suppletoire begroting 2021. De overschrijding wordt veroorzaakt door het vastleggen van verplichtingen die voortkomen uit de jaaropdrachten 2022 aan RVO, aan Logius voor het Federatief Berichten Stelsel en aan de Kamer van Koophandel voor het Digitaal Ondernemersplein.

Artikel 7 – Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Op artikelniveau is er naar verwachting geen sprake van overschrijdingen. Bij Slotwet 2021 vinden nog wel enkele verschuivingen binnen artikel 7 plaats.

Artikelonderdeel 7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Doorontwikkeling Rijksbrede ICT-voorziening (bijdrage aan agentschappen)

Bij Slotwet 2021 vindt er binnen artikelonderdeel 7.1 een reallocatie plaats om uitgaven voor de doorontwikkeling van de Rijksbrede ICT-voorzieningen op de juiste regeling binnen de begroting te kunnen verantwoorden (circa € 1,6 mln.)

Diverse bijdragen (bijdrage aan agentschappen)

Bij Slotwet 2021 vindt er binnen artikelonderdeel 7.1 een reallocatie plaats om bijdragen aan Doc-Direkt, UBR en SSC-ICT in het kader van informatiehuishouding op het juiste instrument binnen de begroting te kunnen verantwoorden (circa € 5,6 mln.).

Artikel 9 – Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

Op artikel 9 vallen de ontvangsten naar verwachting € 0,8 mln. lager uit ten opzichte van de stand tweede suppletoire begroting 2021. Door een lagere taxatie van de pachtboerderijen vallen de ontvangsten als gevolg van de overheveling van de pachtboerderijen naar het Rijksvastgoedbedrijf lager uit dan eerder geraamd.

Artikel 10 – Groningen versterken en perspectief

Op artikel 10 wordt naar verwachting het verplichtingenbudget met circa € 167,7 mln. overschreden ten opzichte van de stand tweede suppletoire begroting 2021. Daarnaast vallen de ontvangsten mogelijk € 31,8 mln. lager uit dan eerder geraamd.

Bestuurlijke afspraken (subsidies)

Zoals in de nota van wijziging op de Ontwerpbegroting 2022 gemeld, worden tranches voor de subsidieregeling verduurzaming, onderhoud en verbetering gebouwen aardbevingsgebied Groningen samengevoegd (Kamerstukken II 2021–2022, 35 925 VII, nr. 50). Het administratief vastleggen van verplichtingen voor deze subsidieregeling (totaal € 233 mln.) leidt tot een overschrijding van het verplichtingenbudget van circa € 167,7 mln. Het kaseffect van de verplichtingen valt voor het overgrote deel in 2022.

Ontvangsten

Voor de versterkingsoperatie geldt dat de factuur over het tweede kwartaal 2021 lager is uitgevallen dan eerder geraamd. Daarnaast is deze factuur medio december 2021 naar de NAM verstuurd. Het is hiermee onzeker of de ontvangsten met betrekking tot deze factuur nog dit jaar zullen worden gerealiseerd. De ontvangsten op artikel 10 vallen hierdoor mogelijk maximaal € 31,8 mln. lager uit dan geraamd bij tweede suppletoire begroting 2021.

Artikel 11 – Centraal apparaat

Op artikel 11 vallen de ontvangsten mogelijk € 12,2 mln. lager uit dan geraamd bij tweede suppletoire begroting 2021. Voor de versterkingsoperatie geldt dat de factuur over het tweede kwartaal 2021 medio december 2021 naar de NAM is verstuurd. Het is hiermee onzeker of de ontvangsten met betrekking tot deze factuur nog dit jaar zullen worden gerealiseerd.

Gemeentefonds (B)

Onderzoek gemeentefonds

Bij het budget voor onderzoeken naar de omvang en verdeling van het gemeentefonds en voor het onderhoud van het verdeelsysteem wordt het verplichtingenbudget in 2021 per saldo met circa € 0,2 mln. overschreden. Belangrijkste oorzaak voor deze overschrijding is het aangaan van een meerjarige verplichting met het Centraal Bureau voor de Statistiek voor de overgang van Iv-3 (informatie voorziening voor derden) naar JSON (Java Script Object Notation). JSON is een data opslag techniek waarmee de medeoverheden per 2026 hun gegevens via een vast format bij het CBS aanleveren.

Provinciefonds (C)

Onderzoek provinciefonds

Bij het budget voor onderzoeken naar de omvang en verdeling van het provinciefonds en voor het onderhoud van het verdeelsysteem wordt het verplichtingenbudget in 2021 met circa € 0,01 mln. overschreden. Belangrijkste oorzaak voor deze overschrijding is het aangaan van een meerjarige opdracht aan Cebeon voor de herijking van het provinciefonds.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Mede namens de Staatssecretaris, K.H. Ollongren

Naar boven