35 925 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2022

33 992 (R2034) Rijkswet houdende goedkeuring van het op 13 december 2006 te New York tot stand gekomen Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (Trb. 2007, 169 en Trb. 2014, 113)

AA BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juli 2022

Op 22 mei 2018 is de toezegging gedaan aan het lid Strik dat het kabinet na de zomer van 2018 terug zou komen op het individueel klachtrecht bij internationale mensenrechtenverdragen. Abusievelijk is niet eerder aan deze toezegging voldaan.

Op 13 maart 2019 heeft de Minister van Buitenlandse Zaken mede namens andere bewindspersonen, onder wie mijn ambtsvoorganger, de Tweede Kamer geïnformeerd over het standpunt van het kabinet ten aanzien van de ratificatie van het facultatief protocol bij het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (IVESCR), en in het verlengde ervan, ook de facultatieve protocollen bij het VN-Verdrag Handicap en het Internationaal Verdrag inzage de Rechten van het Kind (IVRK). Per abuis is in deze brief niet opgenomen dat deze brief ook diende ter beantwoording van de vraag van het lid Strik van 22 mei 2018.

Uw Kamer is het laatst geïnformeerd op 27 september 2021 door de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de nadere stand van zaken van de besluitvorming ten aanzien van de ondertekening en ratificatie van de facultatieve protocollen. Het kabinet heeft daarnaast aan de Raad van State gevraagd om voorlichting te geven over de financiële en juridische implicaties van de facultatieve protocollen VN-verdrag handicap, IVESCR en het derde protocol IVRK. Mede op basis van de voorlichting van de Raad van State kan het kabinet verder te zetten stappen in overweging nemen. Het kabinet is momenteel nog in afwachting van de voorlichting van de Raad van State.

Met deze nadere reactie in aanvulling op de brieven van 13 maart 2019 doe ik de toezegging uit 2018 gestand.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven