35 754 Voorstel van wet van de leden Bikker, Westerveld, Krul, Diederik van Dijk, Dobbe, Kostić, Van der Plas en Joseph tot wijziging van de Wet publieke gezondheid ter bevordering en verankering van integrale suïcidepreventie (Wet integrale suïcidepreventie)

Nr. 16 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 juni 2024

Ter uitvoering van artikel 87, tweede lid, van de Grondwet bericht ik u hierbij dat het initiatiefvoorstel van wet, houdende wijziging van de Wet publieke gezondheid ter bevordering en verankering van integrale suïcidepreventie (Wet integrale suïcidepreventie, Kamerstukken 35 754) op 21 juni 2024 is bekrachtigd en bekendgemaakt in Stb. 2024, nr. 189.

Daarnaast heeft u mij op 12 juni 2024 verzocht uw Kamer te informeren over hoe en volgens welke planning de bovengenoemde initiatiefwet wordt uitgewerkt en in werking zal treden. Onderstaand ga ik op uw verzoek in.

Uitwerking wetsvoorstel

Voordat de wet in werking kan treden, dienen eerst nog de volgende drie stappen te worden doorlopen.

Ten eerste vereist de wet dat bij algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld omtrent het landelijke integrale suïcidepreventiebeleid, waaronder regels over de inhoud en de wijze van totstandkoming daarvan. Dit proces is in gang gezet en er wordt gestreefd om na de zomer een ontwerp van de algemene maatregel van bestuur te consulteren en deze vóór het einde van dit jaar voor advies voor te kunnen leggen aan de Afdeling advisering van de Raad van State.

Ten tweede is tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer erop gewezen dat de uitvoering van het wetsvoorstel structurele financiële dekking vereist, waarin op dit moment niet is voorzien. Het streven is om in de VWS-begroting 2025, die op Prinsjesdag aan uw Kamer wordt aangeboden, een raming op te nemen van de benodigde financiële middelen. Als op basis van de uitvoeringstoets blijkt dat deze raming bijstelling behoeft, wordt uw Kamer bij de Voorjaarsnota 2025 daarover geïnformeerd.

Ten derde is tijdens de plenaire behandeling in de Tweede Kamer ook aandacht gevraagd voor de uitvoerbaarheid van de wet voor gemeenten. In verband daarmee heb ik uw Kamer toegezegd om een decentrale uitvoeringstoets uit te voeren en uw Kamer te informeren over de uitkomsten daarvan. De eerste gesprekken over de uit te voeren toets met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten hebben plaatsgevonden. De verwachting is uw Kamer over de bevindingen van de uitvoeringstoets uiterlijk in december 2024 te kunnen informeren.

Inwerkingtreding

Het tijdstip van inwerkingtreding van de wet is afhankelijk van de voortgang en uitkomst van vorenomschreven stappen. Naar het zich nu laat aanzien, is inwerkingtreding van de wet op zijn vroegst haalbaar met ingang van 1 juli 2025.

Tot slot

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen

Naar boven