Aan de commissaris van de Europese Commissie
Den Haag, 23 september 2021
De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit hebben met belangstelling kennisgenomen van de beantwoording van
de Europese Commissie d.d. 27 juli 2021 van de nadere vragen van de commissie EZK/LNV
d.d. 27 mei 20211 over de mededeling van de Europese Commissie inzake de EU-biodiversiteitsstrategie
voor 2030.2 De leden van de fractie van GroenLinks hebben naar aanleiding hiervan nog enkele
nadere vragen en opmerkingen.
De leden van de fractie van GroenLinks vragen de Europese Commissie of zij bekend
is met het feit dat het wetgevingstraject van de Omgevingswet, afgezien van het besluit
tot inwerkingtreding, reeds volledig afgerond is. En is de Commissie bekend met het
feit dat de huidige ruimtelijke- en milieuwetten beleidsneutraal naar de Omgevingswet
zijn omgezet, waaronder ook de wetgeving rondom de MER? Er is, voor zover deze leden
kunnen overzien, dus geen wezenlijk verschil tussen de huidige omzetting van de richtlijnen
voor de MER en de wijze waarop Nederland onder de Omgevingswet met deze richtlijn
omgaat. Mochten er wel wijzigingen zijn, dan zouden de leden van de GroenLinks-fractie
graag van de Europese Commissie willen vernemen waarom zij deze wijzigingen van dergelijk
aard vindt dat het rechtvaardigt om de inbreukprocedure nog minimaal een jaar te laten
liggen.
Kan de Europese Commissie aangeven of zij dit hetzelfde ziet als de leden van de fractie
van GroenLinks, en zo niet, kan zij aangeven waarin volgens de Commissie het verschil
dan gezien moet worden? Deze leden hechten aan een snelle afhandeling van de inbreukprocedure
omdat de Nederlandse regering a) op basis van de huidige, door de EC bediscussieerde,
wetgeving volhardt in het zetten van onomkeerbare besluiten voor projecten waarnaar
de Commissie in de vertrouwelijke procedure expliciet verwijst en b) activiteiten
gedoogt die onder de huidige en toekomstige wet een natuurvergunning vereisen. Zij
constateren dat de navenante stikstofschade hiervan voor de natuur in die periode
gewoon oploopt. De leden van de fractie van GroenLinks zijn van mening dat hierbij
basale rechten van burgers geschonden kunnen worden. Zo ontbreken op dit moment voor
verschillende activiteiten de benodigde natuurvergunningen. Dit geldt voor landbouwactiviteiten
(PAS-melders) maar ook voor grootschalige activiteiten, waarbij mogelijk voor honderdduizenden
mensen de geluidsnormen in het geding zijn en zeker is dat er zonder geldige natuurvergunning
gewerkt wordt. Deze leden horen graag of de Europese Commissie, gezien het voorgaande,
bereid is de inbreukprocedure met grote spoed op te pakken.
De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze
graag uiterlijk binnen drie maanden na dagtekening van deze brief.
Voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit, L.P. van der Linden, MSc.