Aan de Commissaris van de Europese Commissie,
De heer V. Sinkevičius
Den Haag, 27 mei 2021
De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit hebben met belangstelling kennisgenomen van de beantwoording van
de Europese Commissie d.d. 21 april 2021 van de vragen van de commissie EZK/LNV d.d.
26 januari 20211 over de mededeling van de Europese Commissie inzake de EU-biodiversiteitsstrategie
voor 2030.2 De leden van de fracties van GroenLinks en van de Partij voor de Dieren hebben naar
aanleiding hiervan nog enkele nadere vragen en opmerkingen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de fractie van GroenLinks danken de Europese Commissie voor de zorgvuldige
en heldere beantwoording van hun vragen. Zij hebben nog een vervolgvraag ten aanzien
van de reactie van de Commissie op het rapport van Arcadis.3
Kan de Europese Commissie na nadere bestudering een nadere appreciatie van het Arcadisrapport
geven? De leden van de fractie van GroenLinks zijn daarbij in het bijzonder geïnteresseerd
in de mening van de Commissie over de opzet en toepassing van het instrument MER-beoordeling
in relatie tot de vereisten van de MER-Richtlijn en het verdrag van Arhus. Zij zijn
daarbij benieuwd naar zowel een appreciatie in algemene zin, als in het bijzonder
naar een appreciatie van de eerdergenoemde projecten voor installaties voor intensieve
veehouderij.4
Kan de Europese Commissie aangeven of zij hierbij een relatie ziet met de lopende
inbreukprocedure rondom de toepassing van de MER-richtlijn in Nederland? Daarbij vragen
deze leden of de Commissie kan aangeven wanneer zij verwacht in deze procedure een
volgende stap te zetten.
Vragen en opmerkingen van de leden van de Partij voor de Dieren-fractie
De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren lezen in de beantwoording dat
de Europese Commissie er alle vertrouwen in heeft dat – met krachtige wil van de politieke
beleidsmakers – de biodiversiteitsstrategie kan zorgen voor een wezenlijke doorbraak
bij de aanpak van biodiversiteitsverlies en klimaatverandering.5 De Europese Commissie noemt als één van de aanvullende maatregelen om wezenlijke
verandering mogelijk te maken het bevorderen van duurzame consumptie.6 Hoe kijkt de Commissie in het licht hiervan aan tegen EU-campagnes om het eten van
vlees te bevorderen, zoals de campagne gericht op gezinnen met jonge kinderen om kipconsumptie
te bevorderen, de campagne om consumenten te overtuigen van duurzaamheid van de zuivelsector
en gezondheid van zuivelconsumptie, en de promotie van de consumptie van foie gras? Betekent dit in de ogen van de Europese Commissie dat het de politieke beleidsmakers
aan krachtige wil ontbreekt? Zo niet, hoe rijmt zij deze EU-campagnesubsidies met
de biodiversiteitsstrategie, zo vragen de leden van de fractie van de Partij voor
de Dieren.
De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze
graag uiterlijk binnen drie maanden na dagtekening van deze brief.
De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit, L.P. van der Linden, Msc.