35 582 Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet op het onderwijstoezicht in verband met een verbeterde regeling voor diverse onderwerpen op het terrein van het hoger onderwijs en de studiefinanciering (Variawet hoger onderwijs)

Nr. 8 AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DER MOLEN EN PATERNOTTE

Ontvangen 19 november 2020

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Na artikel I, onderdeel M, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ma

Artikel 7.25, vijfde lid, tweede volzin, komt te luiden:

Het instellingsbestuur bepaalt dat aan deze eisen moet zijn voldaan voor de aanvang van de opleiding dan wel uiterlijk bij afronding van de propedeutische fase of, indien die fase niet is ingesteld, bij afronding van de eerste periode in die opleiding met een studielast van 60 studiepunten.

Toelichting

Instellingen kunnen studenten een maatwerktraject aanbieden om deficiënties weg te werken in het eerste studiejaar van een opleiding. Daarvoor geldt op basis van artikel 7.25 van de wet als randvoorwaarde dat deze opleidingen eerst bij ministeriële regeling daartoe aangewezen dienen te worden. Met de wijziging in dit amendement wordt bewerkstelligd dat instellingsbesturen alle studenten, ongeacht de opleiding, desgewenst de gelegenheid kunnen bieden om deficiënties weg te werken gedurende het eerste studiejaar van de opleiding. Hierdoor is de aanwijzing van deze opleiding bij ministeriële regeling, zoals in het huidige vijfde lid is bepaald, niet langer nodig.

Van der Molen Paternotte

Naar boven