35 582 Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet op het onderwijstoezicht in verband met een verbeterde regeling voor diverse onderwerpen op het terrein van het hoger onderwijs en de studiefinanciering (Variawet hoger onderwijs)

Nr. 18 AMENDEMENT VAN HET LID PATERNOTTE

Ontvangen 20 november 2020

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel I, onderdeel A, worden vier onderdelen ingevoegd, luidende:

Aa

Aan het slot van artikel 1.3, derde lid, wordt ingevoegd: «Zij kunnen tevens wetenschappelijk onderzoek verrichten».

Ab

Artikel 1.9 wordt als volgt gewijzigd:

1. Na het eerste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 1a. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat de in artikel 1.8 bedoelde hogescholen die wetenschappelijke opleidingen verzorgen waaraan accreditatie is verleend, aanspraak hebben op bekostiging uit ’s Rijks kas ten behoeve van het wetenschappelijk onderzoek dat nodig is voor het in stand houden van de wetenschappelijke opleidingen.

2. In het derde lid wordt «het eerste en tweede lid» vervangen door «het eerste lid, lid 1a en het tweede lid».

Ac

Artikel 2.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt «eerste lid» vervangen door «eerste lid en lid 1a».

2. In het tweede lid wordt «universiteiten» vervangen door «universiteiten en hogescholen die daar ingevolge 1.9, lid 1a, aanspraak op maken,».

Ad

Artikel 2.6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid wordt «universiteiten» vervangen door «universiteiten en de hogescholen die daar ingevolge 1.9, lid 1a, aanspraak op maken,».

2. In het vijfde lid wordt «artikel 1.9, eerste lid» vervangen door «artikel 1.9, eerste lid en lid 1a».

Toelichting

Door middel van dit amendement wordt een grondslag gecreëerd om hogescholen die wo-opleidingen verzorgen waaraan accreditatie is verleend, in de toekomst te kunnen bekostigen voor het wetenschappelijk onderzoek dat nodig is voor het in stand houden van wetenschappelijk opleidingen.

In Nederland behoort het wetenschappelijk onderwijs goed verbonden te zijn met het wetenschappelijk onderzoek. In de periodieke kwaliteitsbeoordeling is de verbinding van het onderwijs met het wetenschappelijk onderzoek een van de aspecten waar wetenschappelijke opleidingen op worden getoetst.

Er zijn enkele wo-opleidingen waaraan accreditatie is verleend die door een hogeschool worden verzorgd. Bij de aanvraag tot het starten van een wo-opleiding door een hogeschool, gelden aanvullende criteria met betrekking tot de macrodoelmatigheid die door de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs worden getoetst. Zo moet de hogeschool onder andere onderbouwen op welke wijze er aantoonbaar sprake is van een duurzame relatie met een academische instelling in verband met het bieden van een academische onderzoeksomgeving (artikel 8, onder c van de Regeling macrodoelmatigheid hoger onderwijs).

Een hogeschool, die voor het reguliere beroepsonderwijs reeds onderwijsbekostiging ontvangt, komt voor een geaccrediteerde wo-opleidingen wel in aanmerking voor onderwijsbekostiging maar niet voor onderzoeksbekostiging. Echter, voor het in stand houden van de wo-opleidingen moeten de hogescholen eveneens in het kader van kwaliteitszorg goede binding houden met het wetenschappelijk onderzoek. Het kan daarom op termijn wenselijk worden bevonden om de betreffende hogescholen met wo-opleidingen in aanmerking te laten komen voor bekostiging voor het wetenschappelijk onderzoek dat nodig is voor het in stand houden van de opleiding.

Paternotte

Naar boven