Tweede Kamer der Staten-Generaal

35 571 Homogene Groep Internationale Samenwerking 2021 (HGIS-nota 2021)

Nr. 1 HGIS NOTA 2021

Ontvangen 15 september 2020

Vergaderjaar 2020–2021

INHOUDSOPGAVE

AanbiedingsbriefBrief van de Minister van Buitenlandse Zaken Geachte voorzitter,Graag bied ik u de HGIS-nota 2021 aan. In de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) worden de uitgaven van de verschillende ministeries op het gebied van het buitenlandbeleid gebundeld, waarmee de onderlinge samenhang geïllustreerd wordt. Het uitgangspunt van de HGIS is het bevorderen van de samenwerking en de afstemming tussen de betrokken ministeries op het terrein van internationale samenwerking. De HGIS is daarmee een belangrijk instrument voor een geïntegreerd en coherent buitenlandbeleid. De Minister van Buitenlandse ZakenStefBlok
Blz.
    

Leeswijzer

    

Inleiding: Nederland en de wereld in 2021

    

HGIS 2021 naar beleidsthema's

Beleidsthema 1: Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid

Beleidsthema 2: Vrede, veiligheid en stabiliteit

Beleidsthema 3: Effectieve Europese samenwerking

Beleidsthema 4: Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen

Beleidsthema 5: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen

Beleidsthema 6: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat

Beleidsthema 7: Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)

Beleidsthema 8: Versterkte kaders voor ontwikkeling

Beleidsthema 9: Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven

    

Bijlagen

Bijlage 1: De HGIS verticaal: wijzigingen na de Miljoenennota 2020

Bijlage 2a: De HGIS horizontaal: meerjarencijfers per begrotingsartikel

Bijlage 2b: De HGIS-ontvangsten horizontaal: meerjarencijfers per ministerie en per begrotingsartikel

Bijlage 3: Berekening ODA-plafond 2020-2025, realisatie ODA-prestatie 2019 en raming ODA-prestatie 2020-2025

Bijlage 4: De ODA-uitgaven naar beleidsthema

Bijlage 5: De geplande ODA-uitgaven binnen de BHOS-begroting per regio in 2021

Bijlage 6: De non-ODA uitgaven naar beleidsthema

Bijlage 7: Internationale klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden 2021

Bijlage 8: Internationale inspanningen voor migratie in 2021

Brief van de Minister van Buitenlandse Zaken

Geachte voorzitter,

Graag bied ik u de HGIS-nota 2021 aan. In de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) worden de uitgaven van de verschillende ministeries op het gebied van het buitenlandbeleid gebundeld, waarmee de onderlinge samenhang geïllustreerd wordt. Het uitgangspunt van de HGIS is het bevorderen van de samenwerking en de afstemming tussen de betrokken ministeries op het terrein van internationale samenwerking. De HGIS is daarmee een belangrijk instrument voor een geïntegreerd en coherent buitenlandbeleid.

De Minister van Buitenlandse ZakenStefBlok

LEESWIJZER

Wat is de HGIS?

De Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) is sinds 1997 een budgettaire constructie binnen de rijksbegroting. In de HGIS worden de uitgaven van de verschillende ministeries op het gebied van het buitenlandbeleid gebundeld, waarmee de onderlinge samenhang geïllustreerd wordt. Dit bevordert de samenwerking en de afstemming tussen de betrokken ministeries. De HGIS vormt daarmee een belangrijk instrument voor een geïntegreerd en coherent buitenlandbeleid. Binnen de HGIS worden de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking die voldoen aan de criteria voor officiële ontwikkelingssamenwerking (Official Development Assistance, ODA) expliciet zichtbaar gemaakt.

De minister van Buitenlandse Zaken coördineert het Nederlandse buitenlandbeleid en daarmee de HGIS. De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft een coördinerende bevoegdheid voor de uitgaven aan ODA binnen de HGIS.

Twee keer per jaar wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de ontwikkelingen binnen de HGIS. Op Prinsjesdag wordt de HGIS-nota aangeboden en op Verantwoordingsdag wordt het HGIS-jaarverslag aangeboden aan de Staten-Generaal. Deze documenten geven een integraal overzicht van alle uitgaven op het terrein van internationale samenwerking, die op de verschillende departementale begrotingen staan.

Buitenlandse betrekkingen zijn een zaak van het Koninkrijk der Nederlanden: Nederland in Europa, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten, alsmede de Nederlandse openbare lichamen in het Caribisch gebied (Bonaire, Sint-Eustatius en Saba). Waar de HGIS-nota spreekt over ‘Nederland’ of ‘Nederlands’ wordt daarmee bedoeld: ‘(van) het Koninkrijk der Nederlanden’, tenzij het gaat om zaken die specifiek het land Nederland betreffen, zoals het EU-lidmaatschap en ontwikkelingssamenwerking.

Opzet HGIS-nota 2021

HGIS-Beleidskader

De HGIS-nota 2021 geeft inzicht in de begrote middelen voor internationale samenwerking in 2021. De HGIS is ingericht langs negen beleidsthema’s. Deze indeling is gebaseerd op de begrotingen van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de internationale paragrafen van overige begrotingen. De toelichtende teksten zijn ontleend aan de Memories van Toelichting bij de begrotingen voor 2021 van de verschillende ministeries en geven een overzicht in vogelvlucht. Met ingang van 2021 geldt voor de begroting van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) een nieuwe artikelnummering. In deze nota wordt de nieuwe artikelnummering aangehouden. Waar van toepassing is dit aangegeven met een voetnoot.

Meer uitgebreide toelichtingen worden in de begrotingen van de betrokken departementen weergegeven.

In de nota wordt eerst een aantal kaders geschetst ten aanzien van het buitenlandbeleid. Vervolgens wordt per beleidsthema de algemene beleidsdoelstelling gememoreerd en wordt op hoofdlijnen verder ingegaan op de geplande beleidsinzet in 2021 voor dit specifieke thema. Deze inzet is ontleend uit de beleidsagenda’s van de departementale begrotingen zoals deze tijdens Prinsjesdag 2020 zijn gepresenteerd. Een tweetal onderwerpen wordt specifiek toegelicht, namelijk het Nederlands lidmaatschap van de VN Mensenrechtenraad en de inzet van het kabinet in de focusregio's. De gevolgen van de COVID-19 pandemie lopen als een rode draad door de voornemens heen. Omdat de beleidsinzet meestal gepaard gaat met een financiële inspanning, wordt dit in een tabel weergegeven waarbij de ODA-component specifiek wordt benoemd. Deze tabel zal de realisatiecijfers van 2019, en de ramingen van 2020 en 2021 bevatten. Ten slotte volgt een toelichting op de instrumenten zoals weergegeven in de tabel.

Landen-bijlage

De HGIS-nota en het HGIS-jaarverslag bieden het overzicht van de in het BHOS-beleid aangekondigde verschuivingen van ODA-middelen naar de focus-regio’s West-Afrika/Sahel, Hoorn van Afrika, Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA). Daarbij is de ordening op thema gehandhaafd, in lijn met het thematische karakter van de BHOS-begroting.

Na de beleidsthema’s volgen acht bijlagen. In deze bijlagen worden gegevens, die verspreid staan over verschillende departementale begrotingen, gebundeld tot een overzichtelijk geheel:

Bijlage 1

Deze geeft een overzicht van de begrotingsontwikkelingen binnen de HGIS tussen de HGIS nota 2020 en HGIS nota 2021

Bijlagen 2a en 2b

Hierin worden alle buitenlanduitgaven en -ontvangsten gepresenteerd per departement

Bijlage 3

Geeft een berekening van het ODA-plafond voor de periode 2020-2025

Bijlagen 4 en 5

Hierin wordt een totaaloverzicht gegeven van de buitenlanduitgaven die als officiële ontwikkelingshulp (ODA) kwalificeren, respectievelijk per beleidsthema en per regio

Bijlage 6

Een overzicht van de non-ODA uitgaven per beleidsthema

Bijlage 7

Hierin wordt een raming van de verwachte publieke klimaatuitgaven voor ontwikkelingslanden in 2021 gepresenteerd

Bijlage 8

Betreft een uiteenzetting van de internationale inspanningen in 2021 op het terrein van migratie

INLEIDING: NEDERLAND EN DE WERELD IN 2021

Een nieuwe realiteit

Het jaar 2021 zal voor een belangrijk deel in het teken staan van de gevolgen van de COVID-19 pandemie en de wijze waarop de internationale gemeenschap, de EU en Nederland daar antwoord op geven. Daarbij werkt de crisis als contrastvloeistof als het gaat om internationale betrekkingen. De crisis toont ons immers genadeloos de kwetsbaarheden van globalisering, multilateralisme en ongewenste afhankelijkheden in economische waardeketens. Tegelijk vergroot de crisis bestaande tegenstellingen en zet het geopolitieke verhoudingen verder onder druk.

Het virus en de economische recessie die het veroorzaakte kennen geen grenzen. Onze open samenleving en economie worden meteen geraakt door ontwikkelingen elders in de wereld. Deze crisis toont de afhankelijkheid van Nederland van het buitenland en daarmee van internationale samenwerking, bijvoorbeeld als het gaat om de levering van beschermende kleding uit Azië, de samenwerking met Europese en derde landen bij repatriëring van Nederlanders, de samenwerking in de Wereldhandelsorganisatie en het grensbeleid met onze buurlanden.

Nederland heeft als middelgroot land met grote handelsbelangen baat bij een goed functionerende internationale rechtsorde waarbij niet het recht van de sterkste geldt. Als open economie is Nederland gebaat bij eerlijke handelsafspraken, een sterke Europese Unie die onze gezamenlijke belangen verdedigt, en bij stabiliteit binnen de EU en daarbuiten.

De COVID-19 pandemie biedt Nederland ook kansen. Het biedt ons de gelegenheid om het multilaterale systeem verder te hervormen, om meer digitaal diplomatie te bedrijven en om nieuwe coalities te bouwen. De gevolgen van COVID-19 voor internationale vrede en veiligheid, stabiliteit, mobiliteit en de internationale schuldenproblematiek kunnen we niet 

beantwoorden zonder multilaterale samenwerking. Nederland zal daarom ook in 2021 actief op zoek gaan naar samenwerking met andere landen om de Nederlandse belangen te waarborgen en ons waardenstelsel uit te dragen. Nederland zoekt daarbij naar coalities. In de eerste plaats in EU- en NAVO- verband. Maar ook met gelijkgezinde partners in de VN. Daarbij blijft ook actieve dialoog nodig met de landen waarmee we van mening verschillen, of die onze systeem-concurrenten zijn. Een slagvaardig postennetwerk is hierin onmisbaar.

Investeren in perspectief – ontwikkelingen en kerndoelen

Deze moeilijke context dwingt het kabinet nog sterker in te zetten op de drie hoofddoelen van de BHOS-nota Investeren in Perspectief: (1) vermindering van instabiliteit, armoede en ongelijkheid in ontwikkelingslanden; (2) bevordering van duurzame economische groei en effectieve klimaatactie wereldwijd; (3) en versterking van het internationaal verdienvermogen van Nederland. Om de ergste effecten van de crisis te bestrijden zullen waar nodig accenten worden aangebracht. Activiteiten ten behoeve van versterking van veerkrachtige gezondheidssystemen, zoals het vergroten van efficiëntie door innovatieve financiering, betere coördinatie op landenniveau en betere samenwerking met eindgebruikers van de zorg, zullen daarbij extra van belang zijn.

De SDG-agenda voor 2030 blijft ook in 2021 de samenbindende preventie- en weerbaarheidsagenda en het kader voor de bestrijding van de grondoorzaken van armoede, migratie, terreur en klimaatverandering. Respect voor mensenrechten – in veel landen als gevolg van de crisis extra onder druk - is daar integraal onderdeel van. Het is zaak om de geboekte vooruitgang in het behalen van de SDG's niet verloren te laten gaan als gevolg van de crisis. Daarvoor is toewijding en effectieve samenwerking nodig; nationaal, Europees én multilateraal.

Het multilaterale handelssysteem verkeert meer dan ooit in zwaar weer. Nederland blijft zich bilateraal, in EU-verband en multilateraal inspannen voor versterking van een op regels gebaseerd internationaal handelssysteem, onder meer door te pleiten voor hervorming van de WTO. Het kabinet wil handel en duurzaamheid steviger met elkaar verbinden, zowel multilateraal in WTO-verband, als ook bilateraal door in te zetten op verdere verduurzaming van EU-handelsakkoorden. Het kabinet blijft via de uitvoering van de handels- en investeringsagenda werken aan het vergroten van het internationale verdienvermogen van Nederlandse bedrijven en richt zich daarbij in het bijzonder op de kansen die de SDG’s daarvoor bieden. De voorziene oprichting van Invest International moet hier een nieuwe impuls aan geven.

Goed functionerend postennet

Nederland kan de eigen belangen in het buitenland alleen waarborgen met een goed functionerend postennetwerk, niet alleen in de steden waar de grote multilaterale onderhandelingen plaatsvinden, maar ook in de hoofdsteden. 

Burgers helpen en allianties smeden doe je immers niet alleen in Brussel en New York, maar juist ook in Rome, Rabat, Wenen en Wellington. Nederland heeft goed opgeleide diplomaten ter plekke nodig die Nederlanders helpen, Nederlandse standpunten toelichten en onze belangen rechtstreeks behartigen. Dat doet het ministerie van Buitenlandse Zaken ook in 2021.

Voor Nederland en Nederlanders wereldwijd.

HGIS 2021 NAAR BELEIDSTHEMA'S

De HGIS is ingedeeld langs een 9-tal beleidsthema’s (incl. een categorie apparaatskosten en overige, waarbij ook de kosten voor het postennet zijn opgenomen). Het totale HGIS-budget voor 2021 komt uit op omstreeks EUR 6 miljard. Hiervan kwalificeert ongeveer EUR 4,5 miljard als Official Development Assistance (ODA). In onderstaande overzichten zijn de totale uitgaven per beleidsthema schematisch weergegeven voor de totale HGIS, voor de ODA uitgaven specifiek en tenslotte voor de non-ODA uitgaven.

In het Regeerakkoord is vastgelegd dat het ODA-budget gekoppeld is aan de omvang van het Bruto Nationaal Inkomen (BNI). Als gevolg van tegenvallende economische omstandigheden en op basis van de meest recente raming van het CPB laat het budget in absolute zin meerjarig een daling zien ten opzichte van de eerdere raming bij Voorjaarsnota 2020 (CEP). In 2020 is dit gecompenseerd binnen de rijksbegroting middels kasschuif en generale compensatie. In 2020 komt het ODA budget in percentage van het BNI hoger uit dan gepland. Dit betekent verder dat het budget op diverse thema's moet worden aangepast. In de HGIS-besluitvorming 2021, in het voorjaar, wordt bezien hoe de HGIS-ODA budgetten hierop vanaf 2021 meerjarig moeten worden aangepast.

Figuur 1 Totale HGIS uitgaven per beleidsthema (x EUR 1.000)

Figuur 2 ODA uitgaven HGIS per beleidsthema (x EUR 1.000)

Figuur 3 non-ODA uitgaven HGIS per beleidsthema (x EUR 1.000)

Per beleidsthema wordt hierna specifiek ingegaan op de algemene doelstelling, de beleidsinzet voor 2021 nader toegelicht, de budgettaire gevolgen en een korte toelichting op de tabellen. Per onderdeel is expliciet het ODA-aandeel in de uitgaven inzichtelijk gemaakt. In bijlage 2 van deze nota is een totaaloverzicht opgenomen waarin per departement aangegeven is welk deel van de uitgaven en inkomsten ODA en non-ODA betreft.

Beleidsthema 1: Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid

Algemeen

Het bevorderen van een goed functionerende internationale rechtsorde inclusief gastlandbeleid, met een blijvende inzet op mensenrechten, als integraal onderdeel van het buitenlandbeleid.

Een sterke rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten maken de wereld stabieler, veiliger, vrijer en welvarender. Dit vereist goed functionerende internationale instellingen en organisaties met een breed draagvlak en voortdurende inzet tegen straffeloosheid. De positie van Nederland als gastland voor Internationale Organisaties (IO’s) en diplomatieke missies, in het bijzonder organisaties met een mandaat op het gebied van vrede en recht, biedt een goed uitgangspunt voor de bevordering van de ontwikkeling van internationale rechtsorde. Deze rechtsorde is onlosmakelijk verbonden met universele mensenrechten. De bevordering van mensenrechten is een kernelement van het Nederlands buitenlandbeleid.

Beleidsinzet toegelicht

Mensenrechten

Het kabinet staat voor een pragmatische en effectieve manier om bij te dragen aan verbetering van de naleving van de rechten van de mens, juist ook in het licht van de COVID-19 crisis. Het mensenrechtenbeleid van het kabinet blijft zich inzetten voor zes prioriteiten, te weten 1) vrijheid van meningsuiting, inclusief online en met speciale aandacht voor de versterking van de positie en veiligheid van journalisten, 2) vrijheid van religie en levensovertuiging, 3) gelijke rechten voor LHBTI’s, 4) de bevordering van de internationale rechtsorde en de strijd tegen straffeloosheid, 5) steun aan mensenrechtenverdedigers en 6) gelijke rechten voor vrouwen en meisjes. De intensivering van het mensenrechtenbeleid die in 2017 is ingezet, richt zich op de eerste drie prioriteiten. In opvolging hiervan zet het kabinet in 2021 stevig in op de bescherming van journalisten, onder andere door het steunen van een fonds voor juridische ondersteuning van journalisten en tijdelijke relocatie van journalisten in nood.

VN Mensenrechtenraad

Van 2020 tot en met 2022 is Nederland lid van de VN Mensenrechtenraad, wat bij uitstek een relevant platform biedt voor internationale samenwerking en inhoudelijke resultaten op de zes mensenrechten beleidsprioriteiten. Ook geeft het lidmaatschap mogelijkheden voor verdere versterking van de Mensenrechtenraad en haar mechanismen. Het is belangrijk dat er ook mechanismen zijn die landenspecifiek zijn. Een aspect van de Nederlandse inzet is het voorkomen van disproportionele aandacht voor één land binnen de VN. Dat geldt voor het agendapunt 7 dat Israël uitzondert. Dit laat onverlet dat het kabinet van mening is dat er in VN-verband ruimte moet zijn om gerechtvaardigde kritiek op het optreden van lidstaten te uiten. Binnen de bredere VN, maar ook binnen de verschillende ontwikkelingsbanken, pleit het kabinet voor institutionele verankering van de mensenrechtenbenadering, niet in de laatste plaats bij de implementatie van de duurzame ontwikkelingsdoelen en de veiligheidsagenda. Daartoe zet Nederland ook in op gedegen financiering van de mensenrechtenpijler van de VN.

Internationale instellingen

Het kabinet spant zich in voor het behoud en versterking van de instellingen die de universele mensenrechten bevorderen. Dit doen we in zowel bilaterale contacten als in multilateraal verband, zoals binnen de VN, de EU, de OVSE en de Raad van Europa. Daarnaast is Nederland actief in samenwerkingsverbanden met gelijkgezinde landen zoals de Equal Rights Coalition, de Freedom Online Coalition, de Media Freedom Coalition en de International Religious Freedom Alliance. Want samen optrekken met partners kan een boodschap luider doen klinken.

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 1 Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid (bedragen x EUR 1 000)

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2019

2020

2021

 

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

BZ

      

01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

52.516

6.593

49.068

6.846

48.945

16.859

01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten

66.151

36.209

63.402

37.555

63.402

37.555

01.03 Gastlandbeleid internationale organisaties

10.530

0

14.471

0

14.102

0

Algemeen

      

55.02 Reservering Vredespaleis

0

0

0

0

0

0

JenV

      

33.03.01 Opsporing en vervolging; NFI

535

0

586

0

786

0

33.03.03 Opsporing en vervolging; drugsbestrijding Suriname

41

41

200

200

200

200

91.01.02 WIPO

264

0

375

0

375

0

91.01.02 Europol en Eurojust

23.363

0

22.314

0

22.314

0

IenW

      

17.01 Luchtvaart (ICAO)

1.145

0

1.286

0

1.311

0

18.01 Scheepvaart en havens (CCR)

1.143

0

1.017

0

1.064

0

SZW

      

02.24 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet; Contributie CASS

0

0

9

0

9

0

VWS

      

02.10 Curatieve zorg; Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg

284

0

2.200

0

2.200

0

04.40 Zorgbreed beleid; inrichten uitvoeringsactiviteiten

1.000

0

0

0

0

0

Totaal

156.972

42.843

154.928

44.601

154.708

54.614

Financiële instrumenten

BZ

  • Bijdragen (verdragscontributies) aan de VN, de bijdragen aan de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), het Internationaal Strafhof (ICC) en het International Impartial and Independent Mechanism (bewijsvergaringsmechanisme Syrië; IIIM).

  • Inzet van het mensenrechtenfonds ter ondersteuning van de volgende prioritaire thema’s: vrijheid van meningsuiting en internetvrijheid, vrijheid van religie en levensovertuiging, gelijke rechten voor vrouwen en meisjes, mensenrechtenverdedigers, gelijke rechten voor lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgender en interseks personen (LHBTI) en bevordering internationale rechtsorde/strijd tegen straffeloosheid.

  • Financiering van activiteiten met als doel dat de in Nederland gevestigde IO’s en diplomatieke missies goed kunnen functioneren binnen de kaders van de Weense verdragen en zetelovereenkomsten, alsmede de toepasselijke Nederlandse wet- en regelgeving.

  • Bijdrage aan het Speciaal Tribunaal Libanon, het Internationaal Strafhof en het Vredespaleis. Ten aanzien van het Vredespaleis heeft Nederland een verantwoordelijkheid voor goede huisvesting van het Internationaal Gerechtshof van de VN en het Permanent Hof van Arbitrage. Omdat het Vredespaleis verouderd is en bovendien asbest bevat, dient het te worden gerenoveerd. Voor de financiering van deze renovatie zijn binnen de Rijksbegroting voor de komende jaren middelen gereserveerd.

JenV

  • Contributie aan de World Intellectual Property Organization (WIPO).

  • Bijdrage aan opsporing en vervolging Nederlands Forensisch Instituut (NFI).

  • Bijdrage aan opsporing en vervolging drugbestrijding Suriname.

  • Bijdrage aan de huisvestingskosten van Europol en Eurojust.

IenW

  • Contributies en bijdragen aan diverse internationale organisaties mede gericht op de versterking van de Nederlandse handels- en ondernemingspositie voor lucht- en scheepvaart:

  • Contributie aan International Civil Aviation Organization (ICAO).

  • Contributie aan de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR).

  • Contributie aan de International Maritime Organization (IMO).

  • Bijdrage aan de International Association of Marine Aids to Navigation and Lighthouse Authorities (IALA)

  • Bijdrage aan de Donaucommissie

  • Bijdrage aan de North Atlantic Ice Patrol.

SZW

  • Bijdrage aan het Administratief Centrum voor de Sociale Zekerheid voor de Rijnvarenden (CASS). Voor 2020 werd de bijdrage aan het CASS gefinancierd door I&W. Nu het CASS budgettair onafhankelijk is geworden van de Centrale Rijnvaart Commissie (CCR), valt de bijdrage onder de verantwoordelijkheid van SZW.

VWS

  • Bijdrage aan het aCBG voor het bij de komst van de EMA afgesloten Memorandum of Understanding

Beleidsthema 2: Vrede, veiligheid en stabiliteit

Algemeen

Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling door het voorkomen en terugdringen van gewelddadig conflict en het bevorderen van rechtstaatontwikkeling, vredesopbouw en legitieme staatsstructuren. Tevens het bevorderen van migratiesamenwerking, het verbeteren van de perspectieven van vluchtelingen en gastgemeenschappen (met focus op onderwijs en werk) en het verlenen van noodhulp ter leniging van humanitaire nood wereldwijd.

De wereld zal naar alle waarschijnlijkheid ook het komende jaar onveiliger worden. Dreigingen nemen toe en zijn diverser en onvoorspelbaarder van aard. Conflictvoering manifesteert zich niet alleen in wapens maar ook in valuta, technologie, economische druk, informatie en data. Onderliggende drijvende kracht van deze situatie is doorgezette geopolitieke verschuiving richting multipolaire wereld die samengaat met een technologische revolutie. Het kabinet blijft daarom inzetten op Voorkomen, Verdedigen en Versterken, zoals vastgelegd in de in 2018 Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie (GBVS), aangevuld door de Kamerbrief over de veranderende veiligheidsomgeving uit oktober 2018 (Kamerstuk 33 694, nr. 22), alsook conform de tussenrapportage die in april 2020 aan de Kamer is gestuurd (Kamerstuk 33 694, nr. 57). Gezamenlijk vormen deze documenten de kabinetsinzet op het gebied van internationale veiligheid.

Beleidsinzet toegelicht

Bondgenootschappelijke aanpak

We zetten in op een Europa dat meer verantwoordelijkheid neemt voor de eigen veiligheid, in de overtuiging dat dit ook bijdraagt aan een duurzame continuering van cruciale bondgenootschappen met onder andere de Verenigde Staten. Dit vergt enerzijds inzet op een slagvaardige Europese Unie als strategische speler, ook op veiligheidsgebied. Anderzijds vergt het bestendiging van de kracht en eenheid van de NAVO. Bouwen aan de trans-Atlantische band blijft essentieel voor onze veiligheid. We houden goed oog voor de eigen belangen en zijn ons bewust van de dreigingen, en zoeken waar mogelijk dialoog met landen van zorg.

Noodhulp en humanitaire diplomatie 

De COVID-19 pandemie vergroot humanitaire noden aanzienlijk, in 2020 en waarschijnlijk ook daarna. Dit noopt tot adequate humanitaire actie en diplomatie. Het kabinet draagt hieraan bij met tijdige en niet-geoormerkte financiering van sleutelorganisaties als UNHCR, WFP, UNICEF en het internationale Rode Kruis. Het kabinet zet ook in op grotere effectiviteit en efficiëntie van de humanitaire sector conform de afspraken gemaakt in de Grand Bargain in 2016.

Rechtvaardige en vreedzame samenlevingen

Door het versterken van de rechtsstaat en aandacht voor inclusieve vredesprocessen draagt Nederland bij aan rechtvaardigheid, legitieme stabiliteit en vrede in de focusregio’s. Het gaat om het verbeteren en hervormen van de veiligheidssector, het opruimen van explosieve oorlogsresten, het voorkomen van gewelddadig extremisme, steun voor vredesonderhandelingen, conflictbemiddeling en transitional justice, het verbeteren van toegang tot rechtspraak, en het versterken van democratische instellingen. SDG-16 (rechtvaardige, vreedzame en inclusieve samenlevingen) vormt hierin de leidraad, evenals een geïntegreerde inzet van ontwikkelingssamenwerking, diplomatie en defensie.

Migratie

Versterkte migratiesamenwerking is nodig om irreguliere migratie richting de Europese Unie tegen te gaan, maar ook om mensensmokkel en mensenhandel te voorkomen en te bestrijden. Nog steeds wagen te veel mensen, geholpen door smokkelaars, hun leven in de gevaarlijke overtocht richting de EU. Aan de hand van het verwachte nieuwe pact voor migratie zal het kabinet zich in 2021 inspannen voor een integrale Europese aanpak met nadruk op de herziening van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel en brede geïntegreerde partnerschappen met landen van herkomst en transit. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om versterkte grensbewaking, het bestrijden van mensensmokkel en het bevorderen van terugkeer, ook vanuit de partnerlanden naar de landen van herkomst.

Budget Internationale Veiligheid

Missies en operaties zijn onderdeel van een bredere inzet, verbonden met de prioriteiten van het Nederlandse buitenland- en veiligheidsbeleid. Naast de politiek-strategische redenen die aan de Nederlandse bijdrage ten grondslag liggen zoals de bescherming en verdediging van de belangen van het Koninkrijk en het bondgenootschappelijk grondgebied, zijn deze bijdragen ook van belang voor de ontwikkeling van het eigen personeel. Ook in 2021 spant het kabinet zich in om voldoende flexibiliteit te behouden voor mogelijke inzet in het kader van rechtsstaatontwikkeling en migratie; conflictpreventie; missies en operaties in crisissituaties en de inzet van de krijgsmacht in het kader van nieuwe dreigingen vanuit de oost- en zuidflank. Dit betekent dat ook in 2021 besluitvorming over verlenging van bestaande bijdragen aan missies en operaties en eventuele bijdragen in het kader van één van de drie hoofdtaken van Defensie iedere keer weer een zorgvuldige afweging zal blijven vergen.

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 2 Vrede, veiligheid en stabiliteit (bedragen x EUR 1 000)

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2019

2020

2021

 

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

BZ

      

02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

12.767

0

17.486

4.000

12.441

0

02.02 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme

13.209

0

14.205

0

13.041

0

02.03 Wapenbeheersing

11.787

2.918

10.873

3.252

10.882

3.252

02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

182.594

62.791

193.270

74.417

218.002

70.917

02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden

26.881

10.752

29.603

11.929

29.822

11.929

BHOS

      

04.01 Humanitaire hulp

386.951

386.190

461.317

459.500

370.017

369.000

04.02 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking

170.490

170.490

157.000

157.000

162.000

162.000

04.03 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling

213.541

213.541

177.551

177.551

216.569

216.569

04.04 Noodhulpfonds

583

583

0

0

0

0

JenV

      

31.03.02 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; internationale samenwerkingsoperaties

8.512

8.512

8.600

8.600

8.600

8.600

33.01.01 Apparaat Openbaar ministerie

102

0

0

0

0

0

36.02.05 Nat. Veiligheid en Terrorismebestrijding

0

0

305

0

406

0

Defensie

      

01.01.23 Internationale inzet (BIV)

163.232

0

167.374

3.000

199.882

0

Totaal

1.190.649

855.777

1.237.584

899.249

1.241.662

842.267

Financiële instrumenten

BZ

  • Jaarlijkse verplichte bijdrage aan de NAVO.

  • Jaarlijkse bijdrage aan het EU-Satellietcentrum en het Institute for Security Studies ten behoeve van de financiële verplichtingen (uitkering pensioengelden ex-WEU personeel) van de in juli 2011 opgeheven WEU.

  • Jaarlijkse subsidie aan de Atlantische Commissie, ter ondersteuning van het maatschappelijk debat over de nationale en bondgenootschappelijke veiligheid.

  • Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) en Veiligheidsfonds, voor kleinschalige activiteiten met een katalyserende werking die het Nederlandse veiligheidsbeleid ondersteunen.

  • Jaarlijkse bijdrage aan het in Den Haag gevestigde onafhankelijke International Centre for Counter-Terrorism (ICCT).

  • Nederlandse inspanningen in multilateraal verband, onder andere als lid van het Global Counterterrorism Forum en de Global Coalition to Counter/Defeat ISIS. De projecten en programma’s op dit artikelonderdeel zijn gericht op de versterking van capaciteit in voor Nederland prioritaire regio’s om terrorisme, gewelddadig extremisme en radicalisering te voorkomen en te bestrijden.

  • Het bevorderen van een normatief internationaal kader voor cyberactiviteiten en versterking van de kennispositie van de medewerkers op het gebied van cyber.

  • Capaciteitsopbouw op het gebied van cyber security, cyber crime, data protectie en e-governance door middel van financiering van Nederlandse initiatieven onder het Global Forum on Cyber Expertise.

  • Jaarlijkse bijdragen aan het IAEA, de OPCW en de CTBTO.

  • Ondersteuning van kleinschalige initiatieven gericht op uitvoering van het Biologische en Toxische Wapens Verdrag (BTWC), Non-Proliferatie Verdrag (NPV) en de Ottawa Conventie.

  • Verbetering van de inzet van civiele expertise door modernisering van de civiele missiepool.

  • Verdragscontributies aan de VN-crisisbeheersingsoperaties (vredesmissies).

  • Bijdragen uit het Stabiliteitsfonds voor de inzet op het snijvlak van vrede, veiligheid en ontwikkeling. Het fonds kan o.a. worden ingezet om activiteiten te financieren op gebied van oude en nieuwe dreigingen, zoals aanpak van wapen- en drugssmokkel en grensoverschrijdende criminaliteit, ontmijning en piraterijbestrijding.

  • Er is structureel EUR 25 miljoen beschikbaar voor de beveiliging van diplomaten en ambassades in gebieden met een hoog-risicoprofiel. Deze taken worden grotendeels uitgevoerd door Defensie. In het voorjaar van 2020 is daarom een deel van het budget voor 2020 al toegevoegd aan de Defensiebegroting en wijkt derhalve af van latere jaren.

  • Bijdragen ten behoeve van de trainingen van buitenlandse diplomaten in Nederland.

  • Het Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP) wordt gebruikt om organisaties en mensen te ondersteunen bij het verbeteren en versterken van democratische processen, institutionele capaciteit en de rechtsstaat. Het NFRP bestaat uit het Matra programma (Matra: maatschappelijke transformatie) gericht op het Oostelijk Partnerschap en Pre-accessie regio (de Westelijke Balkan en Turkije) en het Shiraka-programma, gericht op het Midden-Oosten en Noord-Afrika, elk met eigen beleidsaccenten. Met ingang van 2018 is het budget voor het NFRP structureel verhoogd, zowel vanwege de relevantie van de Matra- en Shiraka-programma’s als om uitvoering te geven aan de motie Servaes/Ten Broeke (Kamerstuk, 34 300-V, nr. 26).

BHOS

  • Niet-geoormerkte bijdragen aan het wereldwijde VN-noodhulpfonds Central Emergency Response Fund (CERF), UN-OCHA, het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC), UNHCR, UNRWA, UNICEF, WHO en WFP ten behoeve van de snelle beschikbaarheid en flexibiliteit van de humanitaire hulp;

  • Crisisspecifieke bijdragen aan VN-organisaties, het Internationale Rode Kruis en Nederlandse NGO’s (Dutch Relief Alliance-DRA);

  • Bijdragen ten behoeve van de integratie van specifieke thema’s in humanitaire hulp, zoals geestelijke gezondheid en psychosociale steun en onderwijs;

  • Nederland subsidieert via het subsidiebeleidskader ‘Migratie en Ontwikkeling 2019-2022’ activiteiten gericht op opvang en bescherming in de regio.

  • Nederland draagt bij aan een partnerschap met Wereldbank / IFC/ ILO/ UNICEF /UNHCR in een strategisch samenwerkingskader waarbinnen landspecifieke programma’s worden uitgewerkt, met de focus op onderwijs en werk voor vluchtelingen en kwetsbare lokale bevolking.

  • Nederland steunt programma’s gericht op onderwijs voor vluchtelingenkinderen, toegang tot voorzieningen, bescherming van kwetsbare groepen en werk voor vluchtelingen en kwetsbare gastgemeenschappen.

  • Bijdragen aan van programma’s voor migratie en ontwikkeling van IOM en maatschappelijke organisaties in Nederland ter bevordering van vrijwillige terugkeer en herintegratie van ex-asielzoekers uit ontwikkelingslanden.

  • Het ondersteunen van brede partnerschappen op migratieterrein met prioritaire herkomst-, transit- en opvanglanden.

  • Bevorderen van dataverzameling –analyse inzake migratiestromen.

  • Bevordering van een beter functionerende rechtsorde wordt geheel gefinancierd via een aantal grote, internationaal opererende organisaties op het gebied van democratisering, lokaal bestuur, politieke partijen en parlementen samen met lokale organisaties. Via de landenprogramma’s van ambassades worden zowel bijdragen als subsidies vertrekt.

JenV

  • In opdracht van het kabinet voert de politie activiteiten uit in het kader van internationale politiesamenwerking en de uitzending van politiefunctionarissen naar internationale (civiele) missies en operaties. Die activiteiten zijn voor een groot deel gebaseerd op de visie internationale politiesamenwerking en de bijbehorende strategische agenda. De politie zet hiervoor verschillende instrumenten in. Zo wordt de plaatsing van liaison officiers in het buitenland vanuit deze bijdrage bekostigd.

Defensie

  • Voor een overzicht van de missies en operaties wordt verwezen naar de begroting van het ministerie van Defensie.

Beleidsthema 3: Effectieve Europese samenwerking

Algemeen

De algemene doelstelling is een effectieve Europese samenwerking om de Europese Unie en haar lidstaten zo vreedzaam, welvarend en sterk mogelijk de toekomst in te loodsen. Europa is essentieel voor onze welvaart, vrijheid en veiligheid. Een actieve opstelling van Nederland in het Europese besluitvormingsproces en in de bilaterale relaties met Europese partners is dan ook in het directe belang van Nederlandse burgers en bedrijven. Door consequent en constructief optreden kan Nederland zijn invloed binnen de Europese Unie vergroten. Zo kan Nederland mede vorm geven aan ontwikkelingen in Europa die direct van invloed zijn op onze economische, sociale en politieke toekomst.

Beleidsinzet toegelicht

Positie Europese Unie

De Europese Unie zal met grote uitdagingen blijven worden geconfronteerd. Vanwege de terugtrekking van het VK uit de EU, grote geopolitieke verschuivingen, ingrijpende technologische ontwikkelingen en economische tegenspoed n.a.v. de COVID-19 crisis, blijft het essentieel dat de Europese lidstaten gezamenlijke slagkracht zoeken en weerbaarder uit de crisis komen. Dit niet alleen om nationale en regionale stabiliteit en veiligheid te waarborgen, maar ook om een toekomstgerichte agenda te blijven bevorderen ten aanzien van bijvoorbeeld klimaat, migratie, het goed functioneren van de interne markt, democratie en mensenrechten.

COVID-19 pandemie

De COVID-19 crisis is een duidelijk test voor de Europese eenheid vanwege de impact op mensenlevens en de economie, maar ook omdat dit al langer bestaande belangentegenstellingen uitvergroot. Voor Nederland is het van groot belang om ernaar te streven dat de EU deze crisis gezamenlijk en op basis van eerlijke afspraken te boven komt. Het kabinet zal zich daarbij heel actief in moeten zetten om de Nederlandse belangen ook binnen de Europese Unie te verdedigen. Door de crisis worden discussies in EU-verband scherper gevoerd en zal Nederland nog meer moeten zoeken naar coalities met wisselende groepen landen. Dat vereist grote diplomatieke inzet. Niet alleen in Brussel, maar juist ook via bilaterale posten in de EU-hoofdsteden.

Nabuurschap, Ontwikkeling en Internationale Samenwerking

In 2021 start een nieuw Meerjarig Financieel Kader (MFK, 2021-2027). Als onderdeel hiervan zal vanaf 2021 het instrument voor het Nabuurschap, Ontwikkeling en Internationale Samenwerking (NDICI) het belangrijkste financieringsinstrument zijn waarmee ontwikkeling in landen buiten de EU wordt gefinancierd. De steun aan landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) zal vanaf 2021 uit het NDICI worden gefinancierd, en niet meer, zoals tot en met 2020 het geval was, uit het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF), dat buiten de EU-begroting staat. De verwerking van deze stap volgt nadat de besluiten hierover zijn genomen.

Relatie EU en het VK

Ten aanzien van het Verenigd Koninkrijk blijft het kabinet zich in 2021 inzetten om de schade van de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie voor Nederland zoveel mogelijk te beperken en de overgang naar de nieuwe situatie soepel te laten verlopen. Hierbij is de ambitie van de EU en Nederland om op 1 januari 2021 het toekomstig partnerschap tussen de EU en het VK in werking te laten treden, met daarin het voor Nederland belangrijke pakket aan afspraken over de economische en veiligheidsrelatie tussen de EU en het VK. De relatie tussen EU en VK zal onherroepelijk in diepte en intensiteit afnemen en voor alle betrokken stakeholders anders zijn na het aflopen van de overgangsperiode. Het kabinet blijft zich inspannen om tijdens en na afloop van de overgangsperiode alle stakeholders optimaal voor te bereiden op de nieuwe situatie en eventuele verstoringen zo goed als mogelijk op te vangen.

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 3 Effectieve Europese samenwerking (bedragen x EUR 1 000)

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2019

2020

2021

 

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

BZ

      

03.02 Europees ontwikkelingsfonds

224.729

224.729

224.728

224.728

191.123

191.123

03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap

10.203

4.081

10.500

4.200

10.500

4.200

03.04 Versterkte Nederlandse positie in de Unie

4.419

0

6.364

0

5.892

0

03.05 Europese vredesfaciliteit

0

0

0

0

32.100

0

Toerekeningen

      

EU-begroting

405.600

329.867

405.600

329.867

421.305

345.572

Totaal

644.951

558.677

647.192

558.795

660.920

540.895

Financiële instrumenten

BZ

  • Bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF). Dit fonds is het instrument waarmee de Europese Unie de ontwikkelingssamenwerking met de landen in Afrika, het Carïbisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) en de landen en gebieden overzee (LGO) uitvoert, tot 2021. Het grootste deel van het EOF is bestemd voor de financieringvan de steun aan nationale, regionale en lokale projecten en programma’s gericht op de economische en sociale ontwikkeling van die gebieden. Als onderdeel van het akkoord over het MFK 2021-2027 worden nieuwe EOF-programma’s onder het MFK gebracht, waarmee op termijn de aparte bijdrage aan het EOF zal komen te vervallen. De aflopendebijdragen die in 2021 en de jaren daarna nog wel aan het EOF gedaan worden betreffen betalingen op reeds aangegane verplichtingen vanuit het 10e en 11e EOF, die naar verwachting in die jaren tot betaling gaan komen.

  • Raad van Europa: Nederland beschouwt de Raad van Europa als een belangrijke hoeder van mensenrechten, democratie en rechtsstaat in heel Europa. Ook wil Nederland bijdragen aan verdergaande hervorming van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en aan een zorgvuldig voorbereide toetreding van de EU tot het EVRM. De Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging in Straatsburg speelt daarbij een centrale rol door goede betrekkingen en, indien opportuun, regelmatig overleg met het secretariaat van de Raad van Europa, permanente vertegenwoordigingen van andere lidstaten en met de Nederlandse delegatie in de Parlementaire Assemblee (PACE) van de Raad van Europa.

  • Jaarlijkse bijdrage aan de Benelux Unie. De Benelux Unie dient twee doelen: het vervullen van een voortrekkersrol binnen de Europese Unie en grensoverschrijdende samenwerking, vooral op het gebied van economie, duurzame ontwikkeling en justitie/binnenlandse zaken. Daarnaast werkt Nederland in Benelux-verband ook samen op buitenlandpolitiek terrein.

  • Subsidie aan European Institute for Public Administration (EIPA). Het EIPA heeft als doel het ontwikkelen van de capaciteiten van ambtenaren in het omgaan met EU-aangelegenheden.

  • De programmagelden voor programmatische ondersteuning Taskforce Verenigd Koninkrijk (TFVK) worden aangewend voor programma’s (onderzoek/voorlichting) ter ondersteuning van de overgang naar, en monitoring van de nieuwe relatie met het VK als derde land, en de monitoring van de effectiviteit van readiness voorbereidingen en contingency maatregelen.

  • Voor de Europese Vredesfaciliteit (EVF) is een artikelonderdeel toegevoegd en daarmee het budget verhoogd. De EVF is een nieuw instrument voor de financieringvan de gemeenschappelijke kosten van EU-missies en operaties, EU-bijdragen aan vredesoperaties en militaire capaciteitsopbouw in derde landen. Het huidige Athena-mechanisme voor financieringvan gemeenschappelijke kosten van missies en operaties en de African Peace Facility voor EU-steun aan vredesmissies in Afrika gaan op in de nieuwe faciliteit.

Toerekening

  • De EU-toerekening betreft het aan de HGIS toegeschreven «Nederlandse aandeel» van de begroting van de Europese Commissie (het begrotingshoofdstuk 4; "Global Europe"). Uit dit hoofdstuk worden diverse programma’s van de EU voor internationale samenwerking gefinancierd, waaronder het Nabuurschapsbeleid, het instrument voor Ontwikkelingssamenwerking, het budget voor Gemeenschappelijk Buitenland en Veiligheidsbeleid (GBVB) en Humanitaire hulp. Het merendeel van de uitgaven valt onder de ODA-criteria.

Beleidsthema 4: Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen

Algemeen

Het verlenen van goede consulaire diensten aan Nederlanders in nood in het buitenland, evenals het verstrekken van reisdocumenten aan Nederlanders in het buitenland. Daarnaast levert het Kabinet een bijdrage aan een gereguleerd personenverkeer door de Nederlandse inbreng in het Europese visumbeleid en is verantwoordelijk voor de visumverlening kort verblijf.

Het versterken van de Nederlandse cultuursector door internationale uitwisseling en presentatie; verbindingen leggen met economische diplomatie en andere prioriteiten van geïntegreerd buitenlandbeleid, zoals het mensenrechtenbeleid en veiligheidsbeleid.

Beleidsinzet toegelicht

Consulaire diplomatie

In 2021 bouwt het kabinet verder op de geleerde lessen van de COVID-19 pandemie. Dit betekent ten eerste dat de voorbereiding voor crisissen verder wordt aangescherpt: nog meer nadruk op de voorbereiding van de reiziger (reisadviezen), de eigen verantwoordelijk van de reiziger (Wijs op reis-campagne) en de beschikbaarheid van een draaiboek of mechanisme voor wereldwijde repatriëring. De geleerde lessen bij repatriëring laten de noodzaak zien van een gedegen systematiek voor veiligheid van Nederlanders wereldwijd, zeker ook in een crisisvoorbereiding. Het kabinet zal dan ook werken aan een verduurzaming van die structuren gericht op de veiligheid van Nederlanders en de verdere verbetering van consulaire systemen. De informatieservice, het platform waarmee mensen zich kunnen registreren bij ambassades, die via die weg kunnen communiceren met Nederlanders in hun land, wordt vernieuwd, en het consulaire case-management systeem wordt vervangen. Tenslotte is het de intensie van het kabinet te blijven werken met de private sector in een dergelijke crisissituatie, omdat het informeren en helpen van reizigers in nood een gedeelde verantwoordelijkheid is en omdat de veiligheid van Nederlanders in het buitenland een gedeeld belang is.

Loket Buitenland

De ontwikkeling van het Loket Buitenland door, met als volgende doel eind 2021 circa 60 rijksoverheidsdiensten via één kanaal beschikbaar te hebben voor de Nederlander in het buitenland. Het kabinet geeft hiermee verder invulling aan de afspraak uit het regeerakkoord om een one stop shop op te zetten voor Nederlanders in het buitenland.

Cultuur internationaal

Kunst en cultuur geven betekenis aan onze relaties. Ze zorgen voor onderlinge verbondenheid en kweken goodwill. Met het nieuwe, vierjarig kader internationaal cultuurbeleid (ICB 2021-2024) wordt dit met name gezocht in de relaties met Europese landen, grensoverschrijdende samenwerking en een aantal voor Nederland belangwekkende landen in de rest van de wereld.

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 4 Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen (bedragen x EUR 1 000)

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2019

2020

2021

 

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

BZ

      

04.01 Consulaire dienstverlening in het buitenland

14.100

0

26.497

0

10.657

0

04.02 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren

18.370

0

21.906

0

15.397

0

04.03 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur

9.077

0

8.529

0

8.875

0

04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen

21.676

124

32.483

7.136

18.881

136

OCW

      

08.77 Internationaal onderwijs; Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken: cultuur

511

0

521

0

521

0

14.71/76 Cultuur; subsidies

4.617

0

4.617

0

4.617

0

Totaal

68.351

124

94.553

7.136

58.948

136

Financiële instrumenten

BZ

  • Verlenen van financiële- en niet financiële consulaire bijstand aan Nederlanders in nood en/of schrijnende gevallen;

  • Bijstaan van Nederlanders in geval van crises; als dat noodzakelijk en mogelijk is, organiseren, waar mogelijk met partnerlanden, van evacuaties;

  • Verstrekken van reisdocumenten en opmaken van consulaire akten en verklaringen;

  • Adviseren en ondersteunen van Nederlandse gedetineerden door gedifferentieerde bezoekfrequentie, in bepaalde landen maandelijkse giften aan gedetineerden, en subsidies ten behoeve van resocialisatie, extra zorg en juridisch advies;

  • Consulaire informatiesystemen om de primaire consulaire processen te kunnen afhandelen;

  • Loket buitenland: opzetten van een one-stop shop voor overheid gerelateerde zaken voor Nederlanders die in het buitenland verblijven.

  • Behandelen van aanvragen voor visa kort verblijf en het beleid op dit terrein;

  • Verrichten van legalisaties en uitvoeren van verificatieonderzoeken;

  • Consulaire informatiesystemen om de primaire consulaire processen te kunnen afhandelen;

  • Op verzoek van het Ministerie van Justitie en Veiligheid worden algemene en individuele ambtsberichten opgesteld, waarop door J&V mede het toelatings- en terugkeerbeleid wordt gebaseerd;

  • Subsidieverlening via de posten en aan DutchCulture voor internationale culturele activiteiten.

  • Ondersteuning van initiatieven in vier landen in de ring rondom Europa die de lokale cultuursector versterken, cultuurparticipatie vergroten, de leefomgeving in steden verbeteren en behoud van lokaal cultureel erfgoed verduurzamen.

  • Via strategische beleidscommunicatie richt Buitenlandse Zaken zich op doelgroepen die van belang zijn bij het ontwikkelen, bereiken en uitdragen van beleidsdoelstellingen op het terrein van buitenlandbeleid. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor de media en via persoonlijke contacten zoals bijeenkomsten. Daarnaast worden online kanalen ingezet, zoals Facebook en twitter.

  • Bijdrage aan publieksdiplomatie, waarmee Nederlandse ambassades activiteiten kunnen ondersteunen of opstarten op het gebied strategische beleidscommunicatie, beeldvorming over Nederland en internationaal cultuurbeleid;

  • Subsidie ten behoeve van Instituut Clingendael;

  • Vanuit het Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) worden eenmalige katalyserende activiteiten gefinancierd ter ondersteuning van de doelstellingen van het Nederlandse buitenlandbeleid;

  • Voor het jaar 2020 is, zoals ook aangekondigd in de eerste suppletoire begroting en in de Memorie van Toelichting op de BZ-begroting 2021 voor het onderdeel POBB additioneel EUR 12 miljoen extra budget beschikbaar. Hiervan is EUR 9 miljoen voor COVID-19 gerelateerde activiteiten en EUR 3 miljoen als Nederlandse bijdrage aan, het door een aardbeving getroffen, Albanië.

  • Voor bezoeken, ontvangsten en overige uitgaven hoogwaardigheidsbekleders, Corps Diplomatique en internationale organisaties wordt EUR 1 miljoen geraamd.

  • Voor uitgaven ten behoeve van staatsbezoeken, officiële bezoeken en werkbezoeken van het Koninklijk Huis wordt EUR 2 miljoen geraamd

  • Opdrachtverlening aan CJIB voor verkeersnotificaties (vrijwillige bijdrage) na overtredingen buitenlandse diplomaten in Nederland.

OCW

  • Het internationaal cultuurbeleid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de bewindspersonen van OCW en Buitenlandse Zaken. In de periode 2021-2024 gelden voor het internationaal cultuurbeleid drie doelen:

    • 1. een sterke positie van de Nederlandse culturele sector in het buitenland door zichtbaarheid, uitwisseling en duurzame samenwerking;

    • 2. het met Nederlandse cultuuruitingen ondersteunen van de bilaterale relaties met andere landen;

    • 3. het benutten van de kracht van de culturele sector en creatieve industrie voor de Sustainable Development Goals (SDG’s), met name in de verbinding met de BHOS-agenda in de focusregio’s.

  • Voor de verwezenlijking van zojuist genoemde doelen wordt gekozen voor een meerjarige strategische inzet op 23 landen. Per land worden nadere afspraken gemaakt tussen betrokken spelers (o.a. diplomatieke posten, fondsen en Dutch Culture) over samenwerking en uitvoering. Door maatwerk per land worden cultuur en buitenlandprioriteiten met elkaar verbonden.

Beleidsthema 5: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen

Algemeen

Verminderen van armoede en maatschappelijke ongelijkheid, bevorderen van duurzame inclusieve groei wereldwijd en versterken van het internationaal verdienvermogen van Nederland. Daartoe werkt Nederland aan een duurzaam handels- en investeringssysteem inclusief Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO), versterking van de Nederlandse handels- en investeringspositie en aan versterking van de private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden.

Beleidsinzet toegelicht

Mondiale waardeketens

De COVID-19 crisis legt de kwetsbaarheden van mondiale waardeketens bloot. Deze raken niet alleen Nederlandse bedrijven, maar hebben ook ernstige gevolgen voor miljoenen werknemers in ontwikkelingslanden die voor hun inkomen direct afhankelijk zijn van de marktvraag vanuit landen als Nederland. In het licht van de crisis wil het kabinet het systeem van mondiale waardeketens versneld duurzamer en weerbaarder maken. Het spreekt Nederlandse bedrijven daarbij aan op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid en zet zich in voor het verbeteren van regelgeving en productieomstandigheden in ontwikkelingslanden.

Economische veiligheid

Door geopolitieke spanningen, waaronder het handelsconflict tussen de VS en China, en technologische ontwikkelingen zijn economie en politiek sterk verweven geraakt. Daarom zijn op nationaal niveau en in EU-verband maatregelen genomen om kwetsbaarheden ten aanzien van economische veiligheid aan te pakken. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om risico’s op het gebied van spionage, cybercrime, oneerlijke concurrentie en ongewenste buitenlandse overnames en investeringen. De COVID-19 crisis geeft aanleiding om te onderzoeken of er aanvullende maatregelen nodig zijn. Economische veiligheid als publieke waarde moet in samenhang met overige beleidsterreinen zijn beslag krijgen in effectieve maatregelen, waarbij de voordelen van de vrije markt zoveel mogelijk behouden moeten blijven.

Ondersteuning Nederlands bedrijfsleven in het kader van COVID-19 en de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie

Het kabinet heeft specifieke maatregelen getroffen om het internationaal opererend Nederlands bedrijfsleven tijdens en na de wereldwijde COVID-19 uitbraak te ondersteunen (Kamerstuk 35420, nr. 38). Deze maatregelen zullen in 2021 geheel of gedeeltelijk noodzakelijk blijven en/of aangepast moeten worden, mede afhankelijk van de behoeften van bedrijven. Naast de al bestaande ondersteuning voor bedrijven in het kader van de gevolgen van de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, zoals het Brexit-loket en de Brexit-voucher, wordt de komende periode de communicatie richting het bedrijfsleven versterkt om zich goed voor te bereiden op de gevolgen van een veranderende relatie met het VK na afloop van de overgangsperiode. Hiervoor worden aan de bestaande communicatiestrategie nieuwe digitale instrumenten toegevoegd, zoals webinars en instructievideo’s. Ook zal meer gefocust worden op het tastbaar maken van kansen die er voor ondernemers in het VK liggen.

Toekomstbestendig handels- en investeringssysteem

Internationale handel is essentieel om de economische gevolgen van COVID-19 te verlichten. Nederland zal zich bilateraal, in EU-verband en multilateraal blijven inzetten voor versterking van het op regels gebaseerde internationale handelssysteem, onder meer via hervorming van de WTO. Nederland streeft daarbij naar een inclusieve aanpak, met betrokkenheid van de VS. Verder zal handelspolitiek in 2021 in het teken staan van: weerbaarheid van de EU, verdere verduurzaming van handelsakkoorden en het creëren van een internationaal gelijk speelveld voor het bedrijfsleven. Nederland zal blijven werken aan een duurzaam internationaal investeringssysteem. Inzet is de voortgaande modernisering en hervorming van investeringsakkoorden en van investeerder-staat geschillenbeslechting. Het mkb krijgt hierbij bijzondere aandacht.

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 5 Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen (bedragen x EUR 1 000)

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2019

2020

2021

 

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

BHOS

      

01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO

28.631

19.413

29.647

20.550

28.781

19.425

01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie

96.700

0

104.816

0

91.777

0

01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden

390.367

385.505

397.316

395.036

392.807

390.527

EZK

      

1.55 Opdrachten

85

0

158

0

158

0

1.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

2.690

0

2.687

0

2.687

0

2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

2.167

0

2.528

0

2.420

0

Totaal

520.640

404.918

537.152

415.586

518.630

409.952

Financiële instrumenten

BHOS

  • Contributies aan internationale organisaties zoals OESO en WTO.

  • Programma's ter bevordering van maatschappelijk verantwoord ondernemen.

  • Via verschillende kanalen wordt bijgedragen aan de bestrijding van kinderarbeid.

  • Het bestaande non-ODA financieringsinstrumentarium zorgt er voor dat optimaal ingespeeld wordt op veranderende marktomstandigheden en financieringsbehoeftes. Maatwerk en flexibiliteit wordt hierbij geboden. Het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) biedt financiering voor investeringen en export van MKB en grote bedrijven, indien banken en andere financiële instellingen deze financiering niet bieden en er voldaan wordt aan de criteria die gelden voor publieke interventie.

  • De regeling Starters International Business (SIB) bestaat uit individuele coaching-, missie- en kennisvouchers voor startende mkb-ondernemingen die de stap willen maken naar buitenlandse markten.

  • Het instrument Partners for International Business (PIB) ondersteunt de structurele positionering van clusters van Nederlandse bedrijven, met name uit topsectoren, op voor Nederland kansrijke markten.

  • Het instrument DHI helpt ondernemers doormiddel van modules met demonstratieprojecten, haalbaarheidsstudies en investeringsvoorbereidingsstudies.

  • Activiteiten op het gebied van markttoegang en marktontwikkeling,

    verbetering van fiscale wetgeving en uitvoering (en beleidsplannen

    van lokale overheden) in ontwikkelingslanden en financiële sectorontwikkeling.

  • Bijdragen aan infrastructuurontwikkeling in de focussectoren transport

    & logistiek, water en sanitatie, voedselzekerheid, hernieuwbare energie

    en gezondheidszorg (met name SRGR).

  • Inzet op het terrein van (jeugd)werkgelegenheid met als hoofddoel het

    creëren van toekomstperspectief, middels fatsoenlijk werk en inkomen,

    voor 200.000 jongeren in het Midden-Oosten, Noord-Afrika, West-

    Afrika/Sahel en de Hoorn van Afrika. In lijn hiermee is het subsidieprogramma LEAD (Local Employment in Africa for Development) verlengd.

  • Bijdrage aan het Dutch Good Growth Fund (DGGF) welke een revolverend fonds is, dat financiering verschaft voor ontwikkelingsrelevante en risicodragende investeringen en exporttransacties.

  • Nederland positioneert zich via een vierjarige campagne in aanloop naar, tijdens en na de Wereldtentoonstelling Dubai EXPO 2020 (uitgesteld tot 2021) op het thema ‘uniting water, food and energy’.

EZK

  • Bijdragen aan internationale organisaties zoals de Universal Postal Union (UPU), de International Telecommunications Union (ITU) en de internationale organisaties Metrologie. Deze internationale organisaties hebben betrekking op postovergangen, radiofrequenties en metrologie.

  • Bijdrage aan het permanente ondersteunende bureau van European Conference of Postal and Telecommunications Administrations (CEPT).

  • Een jaarlijkse donatie aan het secretariaat van het Internet Governance Forum (IGF). Dit forum is een uitvloeisel van het VN-top World Summit on Information Society in 2005.

  • Bijdragen aan internationale organisaties zoals de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en de World Intellectual Property Organization (WIPO).

Beleidsthema 6: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat

Algemeen

Toegenomen voedselzekerheid; verbeterd waterbeheer, drinkwater, sanitaire voorzieningen en voorlichting over hygiëne; toegenomen weerbaarheid tegen klimaatverandering en tegengaan van klimaatverandering; duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen.

Beleidsinzet toegelicht

Voedselsysteembenadering

Het aantal mensen dat voedsel-onzeker is stijgt al drie jaar. De COVID-19 pandemie zal naar verwachting een sterke verdere stijging tot gevolg hebben. Het voorkomen van voedselcrises staat hoog op de agenda van het kabinet in 2021. Hongersnoden en humanitair ingrijpen kunnen met goed werkende lokale voedselsystemen mogelijk worden voorkomen. Het kabinet ondersteunt dit door te investeren in voedselproductie en toegang tot gezonde voeding. In 2021 krijgt de voedselsysteembenadering internationaal en politiek meer vorm. Deze benadering koppelt de inzet op klimaat, duurzame landbouw, voedselmarkten en diëten aan elkaar in de grote uitdaging een groeiende wereldbevolking van een gezond dieet te voorzien. Nederland speelt een actieve rol tijdens de VN Food Systems Summit. Speerpunten daarbij zijn een brede deelname van zowel publieke als private belanghebbenden, en de verbinding tussen wetenschap en beleid op het gebied van landbouw en duurzame voedselsystemen in brede zin (incl. voeding en ecologie).

WASH

De wereldwijde COVID-19 crisis onderstreept het belang van toegang tot drinkwater, sanitatie en hygiëne (WASH). WASH is de eerste verdedigingslinie om (infectie-)ziekten te voorkomen. WASH gaat ook moeder- en zuigelingensterfte tegen en vermindert het verzuim onder schoolgaande meisjes. Nederland ondersteunt daarom in 2021 programma’s van nationale en internationale partners die de toegang van arme en kwetsbare groepen tot WASH verbeteren. De doelstelling om in 2030 50 miljoen mensen te voorzien van sanitaire voorzieningen en hygiëne en 30 miljoen mensen van toegang tot schoon drinkwater, blijft overeind. Het kabinet zet daarbij in op transformatieve verandering, nationaal en lokaal, zodat de gerealiseerde voorzieningen blijven.

Nederland draagt bij aan verbeterde waterzekerheid en -veiligheid om zo de gevolgen van veranderende neerslagpatronen te mitigeren. Het verbeteren van het beheer van stroomgebieden wordt onder meer via de Wereldbank gestimuleerd. In 2021 worden toepassingen valuing water principes gepresenteerd. Deze zijn met Nederlandse steun geformuleerd, en hebben duurzamer watergebruik en –beheer als doel.

Klimaatverandering

De aanpak van klimaatverandering wordt steeds urgenter. Het kabinet blijft in 2021 inzetten op groen herstel (building back better), zowel binnen als buiten Nederland, om de overgang naar een klimaat neutrale, weerbare en circulaire economie te versnellen. Uitvoering van de Overeenkomst van Parijs en verhoging van het ambitieniveau blijven kernelementen van het internationale klimaatbeleid dat het kabinet actief uitdraagt. In bijlage 7 van deze HGIS nota is de internationale klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden 2021 opgenomen. Hierin wordt meer uitgebreid toegelicht op welke wijze Nederland in 2021 bijdraagt aan de internationale klimaatfinanciering.

Partners voor Water

Ook in 2021 wordt uitvoering gegeven aan de in 2016 gestarte subsidieregeling van het programma Partners voor Water (PvW) 2016–2021. Dit betreft het centrale uitvoeringsprogramma van de (interdepartementale) Nederlandse Internationale Water Ambitie (NIWA). Het programma wordt aangestuurd vanuit het Interdepartementale Water Cluster, waarin de vier ministeries BZ, EZK, LNV en IenW samenwerken. Voor de uitvoering van het programma PvW 2016–2021 is mandaat verleend aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het budget is onderverdeeld in een deel voor lange termijn samenwerking met zeven Deltalanden, een subsidiedeel ten behoeve van marktbetrokkenheid en een deel voor samenwerking met kansrijke nieuwe landen en Holland promotie. In 2020 is aanvullend HGIS-budget van EUR 5 miljoen beschikbaar gesteld voor de eindfase (2020 t/m 2022) van het programma, waarin met 15 partnerlanden invulling wordt gegeven aan de Memoranda of Understanding die in lijn zijn gebracht met de NIWA.

Internationaal werken aan groene en slimme mobiliteit, klimaatadaptatie en circulaire economie

De inzet van het kabinet is erop gericht om het Nederland van vandaag én morgen bereikbaar, leefbaar en duurzaam te houden, en afwenteling te voorkomen. Afwenteling kan gaan over het verschuiven van het probleem naar later (volgende generaties), naar elders (andere landen) of naar andere problemen (bijvoorbeeld van klimaat naar biodiversiteit). De 17 duurzame ontwikkelingsdoelen, die samen de Agenda 2030 vormen, zijn daarbij het kader. In deze context zet het kabinet zich in voor een klimaatadaptieve en duurzame infrastructuur en leefomgeving, duurzaam waterbeheer, slimme en groene mobiliteit en circulaire economie. Deze ambities worden ondersteund door gerichte inzet in de internationale arena, middels strategische samenwerking met sleutelorganisaties zoals UNEP, WHO en ITF. Daarbij is de inzet zo veel mogelijk gericht op het benutten van synergie in de aanpak van milieu- en klimaat, bijvoorbeeld waar het gaat om de circulaire economie. Europese en internationale inzet op deze ambities biedt daarnaast economische kansen, stimuleert slimme groene investeringen, creëert banen en bevordert zo de Nederlandse innovaties en kennis die ook buiten de landgrenzen kunnen worden ingezet.

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 6 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat (bedragen x EUR 1 000)

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2019

2020

2021

 

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

BHOS

      

02.01 Voedselzekerheid

336.667

336.667

310.783

310.783

321.095

321.095

02.02 Water

189.043

189.043

201.103

201.103

193.714

193.714

02.03 Klimaat

197.637

195.896

213.881

212.431

220.468

219.318

IenW

      

11.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water/Blue Deal)

13.768

0

17.802

0

15.611

0

14.01 Wegen en verkeersveiligheid; Netwerk

200

0

200

0

200

0

19.02 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal

5.132

0

9.970

0

5.552

0

23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO en ECMWF)

843

35

3.340

35

3.340

35

97.01 IenW-brede programmamiddelen

200

0

0

0

0

0

EZK

      

4.55 Opdrachten

115

0

427

0

277

0

4.95 Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

1.792

0

1.773

0

1.584

0

LNV

      

21.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP)1

10.958

4.439

11.039

4.495

10.889

4.495

22.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties2

1.357

0

1.934

0

1.680

0

Totaal

757.712

726.080

772.252

728.847

774.410

738.657

X Noot
1

In 2019 en 2020 betrof dit artikel 11.95.

X Noot
2

In 2019 en 2020 betrof dit artikel 12.95.

Financiële instrumenten

BHOS

  • Via de bilaterale programma’s wordt door ambassades en hun publieke, private en maatschappelijke partners geïnvesteerd in de verduurzaming van de voedselproductie.

  • Belangrijkste activiteiten op het gebied van ecologisch houdbare voedselsystemen zijn het SNV-programma Climate Resilient Agriculture For Tomorrow, CRAFT), het programma Geodata for Agriculture and Water (G4AW) van het Netherlands Space Office (NSO), het in 2020 gestarte Dryland Sahel Programma in West-Afrika en het programma met de Consultative Group on International Agricultural Research CGIAR.

  • Op het gebied van de agrarische sector draagt Nederland bij aan inclusieve en duurzame groei van de agrarische sector.

  • Via het Netherlands Food Partnership (NFP) en het SDG-partnerschap programma draagt Nederland ook bij aan het versterken van kennisnetwerken.

  • In 2021 zullen 1,6 miljoen mensen met Nederlandse financiering toegang krijgen tot veilig drinkwater en 2,9 miljoen mensen tot sanitaire voorzieningen.

  • Binnen de Nederlandse inzet om klimaatverandering tegen te gaan staan adaptatie en weerbaarheid voorop. Hiervoor worden onder andere bijdrages gedaan aan programma's op het gebied van water, voedselzekerheid en ontbossing.

  • Een belangrijke nieuwe activiteit op het terrein van ontbossing is een innovatief partnerschap genaamd Agri3, dat beoogt de financiering van de agrisector te transformeren

  • Het blijft ook nodig kennis te ontwikkelen over de relatie tussen klimaatverandering, ontwikkelingssamenwerking en armoede. Daartoe wordt onder andere samengewerkt met WRI, PBL en de Commissie MER.

  • Het nationale klimaatfonds Dutch Fund for Climate and Development (DFCD) versterkt de weerbaarheid van ontwikkelingslanden tegen klimaatverandering en draagt bij aan emissiereductie.

  • Om klimaatdiplomatie te ondersteunen doet Nederland een bijdrage aan de Global Environment Facility, het Groene Klimaatfonds en de Climate Investment Funds. Nederland draagt voorts bij aan UN Environment (UNEP).

  • Nederland benadrukt het belang van de transitie naar een circulaire economie voor het behalen van de klimaatdoelen.

  • Nederland zet in op internationale multi-stakeholder partnerschappen om verantwoorde grondstoffenwinning in ontwikkelingslanden te vergroten en de klimaat-impact ervan te verkleinen.

IenW

  • Uitvoering van Partners voor Water

  • Uitvoering Blue Deal, een internationaal programma van 21 waterschappen. Het doel van het programma Blue Deal heeft als doel: 20 miljoen mensen in 40 stroomgebieden wereldwijd helpen aan schoon, voldoende en veilig water. De focus ligt op het bieden van hulp, maar ook op het creëren van kansen voor het bedrijfsleven en leren van andere landen om het eigen werk in Nederland te blijven verbeteren.

  • Op het terrein van milieu en klimaat draagt IenW op grond van internationale verdragen of andere internationale afspraken bij aan internationale organisaties inzake milieuaangelegenheden, zoals aan UNEP, UNECE, het International Resource Panel (IRP) en het International Transport Forum (ITF). Verder worden er verschillende opdrachten uitgevoerd, waaronder vanuit IenW het aandeel van de Nederlandse bijdrage aan Estec/Galileo Reference Center (GRC). In 2021 zal Nederland een bijeenkomst van het World Circular Economy Forum organiseren.

EZK

  • Opdrachten rondom mondiale klimaatprojecten, zoals de jaarlijkse Conference of Parties (COP).

  • Bijdragen en contributies aan internationale organisaties waardoor Nederland een actieve participatie heeft in diverse internationale energie- en klimaatgerelateerde organisaties en netwerken.

LNV

  • Er zijn middelen gereserveerd ten behoeve van de jaarlijkse contributies voor internationale organisaties (EUR 10,9 miljoen). De grootste contributie die hieruit bekostigd wordt, is die aan de Food and Agriculture Organization of the United Nations (FAO) (EUR 8,3 miljoen). Daarnaast zijn er middelen gereserveerd voor kleinere contributies aan verschillende internationale organisaties, zoals het United Nations Environment Program (UNEP) (EUR 0,3 miljoen).

Beleidsthema 7: Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)

Algemeen

Menselijke ontplooiing en het bevorderen van sociale gelijkheid en inclusieve ontwikkeling, door bij te dragen aan seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) voor iedereen en een halt toeroepen aan de verspreiding van hiv/aids. Daarnaast wordt er ingezet op de bevordering van gendergelijkheid en vrouwenrechten. Tevens wordt er bijgedragen aan de versterking van het onderwijs en waarmee wordt bijgedragen aan het vergroten van kansen en perspectieven voor jongeren, een toename van het aantal goed opgeleide professionals, versterking van hoger- en beroepsonderwijsinstellingen en het bevorderen van beleidsrelevant onderzoek. Tenslotte wordt door het bevordering en bescherming van politieke ruimte voor maatschappelijke organisaties bijgedragen aan de versterking van het maatschappelijk middenveld. Dit draagt bij aan het versterken van de meest gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen, zodat zij hun stem kunnen laten horen

Beleidsinzet toegelicht

Gezondheid: SRGR en HIV/Aids en gendergelijkheid

De COVID-19 pandemie onderstreept het belang van een veerkrachtige gezondheidssector. Naar verwachting zullen ongewenste (tiener-)zwangerschappen, moeder- en kindsterfte, en obstakels voor toegang tot HIV/aidspreventie en -behandeling toenemen als gevolg van de pandemie. Met diplomatieke en financiële middelen zet het kabinet zich in voor behoud van internationale afspraken over SRGR en tegen de toenemende internationale druk op SRGR. Ook in 2021 wordt dit gerealiseerd door (gezondheids-)systemen structureel te versterken. Lokaal ownership is hierbij essentieel, net als samenwerking tussen lokale overheden, de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en (internationale) maatschappelijke organisaties.

Steun voor gendergelijkheid, vrouwenrechten en Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR), inclusief HIV/aids, is een pijler van het BHOS-beleid. COVID-19 zet deze thema’s extra onder druk. Het kabinet blijft daarom stille en luide diplomatie bedrijven om de ‘pushback’ tegen vrouwenrechten, gendergelijkheid en SRGR tegen te gaan.

Om de weerbaarheid van landen voor COVID-19 en mogelijke toekomstige gezondheidscrises te vergroten is het belangrijk te investeren in het versterken van gezondheidssystemen. NL draagt daaraan bij door financieren van o.a. WHO, UNFPA, Wereldbank (Global Financing Facility) en maatschappelijke organisaties. Extra aandacht zal worden besteed aan activiteiten om de veerkracht van deze systemen te versterken, zoals het vergroten van efficiëntie door innovatieve financiering, betere coördinatie op landenniveau en betere samenwerking met eindgebruikers van de diensten. Nederland pleit ook voor een gendersensitieve COVID-19 respons. In 2021 gaan nieuwe programma’s van start: Power of Women (PoW) en Leading from the South (LFS) gericht op vrouwenrechtenorganisaties, en Women, Peace and Security (WPS) voor het vierde Nederlandse Actieplan 1325 (2021-2025).

Versterking Maatschappelijk Middenveld

Maatschappelijke organisaties zijn essentieel voor een goed functionerende democratische rechtsstaat. Nederland zet in op de onafhankelijke positie van maatschappelijke organisaties en een open publieke ruimte, juist tijdens, en na de pandemie. In 2021 starten 42 partnerschappen onder het beleidskader Versterking maatschappelijk middenveld, om maatschappelijke organisaties in ontwikkelingslanden te versterken.

Onderwijs, werkgelegenheid en jongeren

Jongeren worden in sociaal economisch opzicht het hardst getroffen door de COVID-19 crisis. Uitvoering van de kabinetsstrategie Youth at Heart (2020) is daarom extra van belang. Het kabinet blijft werken aan perspectief voor jongeren in de focusregio’s, door te investeren in onderwijs en werk en jongeren als partners te betrekken.

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 7 Sociale vooruitgang (incl. onderwijs) (bedragen x EUR 1 000)

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2019

2020

2021

 

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

BHOS

      

03.01 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids

438.689

437.216

398.538

396.927

403.189

401.578

03.02 Vrouwenrechten en gendergelijkheid

49.790

49.790

50.460

50.460

52.439

52.439

03.03 Maatschappelijk middenveld

216.306

216.306

169.930

169.930

219.531

219.531

03.04 Onderwijs

75.814

75.814

109.325

109.325

69.550

69.550

OCW

      

06.70 Hoger beroepsonderwijs

2.873

2.873

2.873

2.873

2.873

2.873

07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs

52.770

45.546

54.299

46.884

54.299

46.884

08.71/72 Internationaal onderwijs; Subsidies/Opdrachten

129

0

116

0

301

0

08.76 Internationaal onderwijs; Bijdragen (inter)nationale organisaties: overige

185

0

185

0

0

0

16.70 Onderzoek en wetenschappen; NOW

454

454

454

454

454

454

VWS

      

09.10 Algemeen; Internationale samenwerking

3.868

0

6.868

0

3.868

0

Totaal

840.878

827.999

793.048

776.853

806.504

793.309

Financiële instrumenten

BHOS

  • Een aantal internationale organisaties met mandaat op het gebied van gezondheid krijgt algemene vrijwillige en/of geoormerkte bijdragen (WHO, UNFPA, UNAIDS, GFATM, UNICEF, GAVI, GFF/WB).

  • Een bijdrage wordt gedaan aan het Trust Fund van de Global Financing Facility for Every Woman, Every Child.

  • In de samenwerking met regionale en lokale organisaties in West-Afrika, wordt sterker ingezet op de samenhang tussen SRGR en andere sociale thema’s zoals onderwijs en gender.

  • In 2021 gaan het nieuwe programma Power of Women en Leading from the South II van start die bijdrage aan SDG5. Samen met het Women, Peace en Security (WPS)-programma en het SRHR Partnership fund (art. 3.1) maken zij deel uit van het SDG5-fonds. Intensivering van genderbeleid op prioritaire thema’s en in focusregio’s heeft vorm gekregen in de opzet en uitbreiding van deze nieuwe programma’s.

  • In 2020 zijn onder het nieuwe programma Power of Voices, als opvolger van Samenspraak en Tegenspraak, partnerschappen geselecteerd die vanaf 2021 uitvoering geven aan de kabinetsinzet op versterking maatschappelijk middenveld .

  • Via het Accountability fonds worden lokale partners direct gesteund. Het Voice-fonds, geeft de meest gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen een stem in tien geselecteerde landen en ondersteunt leeftijd-gediscrimineerde groepen.

  • Met een bijdrage aan Generation Unlimited (GenU) wordt de emancipatie van jongeren en het versterken van hun vaardigheden bevorderd, zodat deze beter aansluiten op de arbeidsmarkt.

  • Via het Global Partnership for Education (GPE) steunt Nederland onderwijsbeleid en structurele veranderingen in ontwikkelingslanden.

  • Daarnaast wordt via de International Finance Facility for Education (IFFEd) het onderwijsbeleid ondersteund in lage-middeninkomenslanden door middel van het verhogen van de uitvoeringscapaciteit van de multilaterale ontwikkelingsbanken.

  • Education Cannot Wait (ECW) steunt onderwijs in fragiele, humanitaire en (post-)conflictsituaties.

  • Het Orange Knowledge Programme (OKP), wordt voortgezet en in de focusregio’s geïntensiveerd. OKP is een geïntegreerd programma, gericht op individuele en institutionele kennisontwikkeling binnen lokale prioritaire thema’s.

OCW

  • Bijdragen aan internationale onderwijsinstellingen en organisaties ten behoeve van internationaal wetenschappelijk onderwijs en onderzoek.

  • Bijdrage aan internationaal programma Wageningen UR International Soil and information Centre (ISRIC); Deze middelen zijn bij de start van het kabinet Rutte III overgeheveld vanuit het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

VWS

  • In 2019 is door VWS een meerjarig partnerschap programma met de

    WHO gestart met als doel om samenwerking op de vraagstukken van

    antimicrobiële resistentie, grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen,

    niet-overdraagbare ziekten (NCDs), veiligheid van geneesmiddelen

    en medische hulpmiddelen en effectieve gezondheidssystemen

    te bevorderen.

Beleidsthema 8: Versterkte kaders voor ontwikkeling

Algemeen

Multilaterale samenwerking en inclusieve groei door versterkte multilaterale betrokkenheid en overige inzet; de inzet van cultuur en sport in ontwikkelingslanden om een sociale en kansrijke samenleving te stimuleren en het bevorderen van maatschappelijke betrokkenheid in Nederland.

Beleidsinzet toegelicht

Internationale Financiële Instellingen

Nederland draagt via algemene bijdragen aan multilaterale ontwikkelingsbanken en ontwikkelingsfondsen bij aan ontwikkelingssamenwerking.

Digitaliseringsagenda BHOS

Het kabinet implementeert de Digitale Agenda op het terrein van ontwikkelingssamenwerking in 2021, waarbij nadruk ligt op het benutten van de kansen van digitalisering voor de SDG's. De agenda richt zich hoofdzakelijk op de toekomst van werk, digitalisering voor een robuuste, duurzame voedselproductie, versterking van het maatschappelijk middenveld en digitalisering in noodhulp. De Nederlandse inzet op al deze thema’s is om digitale inclusie te vergroten, om zo te voorkomen dat specifieke groepen, zoals vrouwen, ouderen en mensen in rurale gebieden minder profiteren van technologische innovatie of zelfs worden uitgesloten van belangrijke dienstverlening. Ook zet Nederland in op verantwoord gebruik van technologie en data door bedrijven en overheden om mensenrechten te waarborgen.

Investeren in focusregio's

Het geografische zwaartepunt van het Nederlandse ontwikkelingsbeleid verschuift in deze kabinetsperiode geleidelijk naar de focusregio’s West-Afrika/Sahel, Hoorn van Afrika, en Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA). In vergelijking met 2017 neemt de besteding van de thematische budgetten in de focusregio’s met een derde toe. Het cijfermatige overzicht hiervan is in bijlage 5 opgenomen in deze HGIS-nota. Ook in 2021 vergt de opbouw van programma’s in nieuwe landen in de focusregio’s de nodige aandacht. In de Sahel-regio, met nieuwe programma’s in Niger en Burkina Faso, speelt de zorgwekkende veiligheidssituatie een belangrijke rol. Door het uitblijven van een politieke oplossing in Syrië, blijft steun aan de omringende landen voor de opvang van vluchtelingen en ontheemden, interne (economische) stabiliteit en het creëren van werkgelegenheid daar de kern van de inzet.

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 8 Versterkte kaders voor ontwikkeling (bedragen x EUR 1 000)

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2019

2020

2021

 

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

BHOS

      

05.01 Multilaterale samenwerking

149.792

149.792

207.342

207.342

171.654

171.654

05.02 Overig armoedebeleid

105.802

104.295

77.752

66.783

81.277

67.905

05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen

0

0

74.517

74.517

69.220

69.220

Financiën

      

04.50.02 Deelname aan internationale instellingen; desaldering ontvangsten

0

0

84

0

83

0

04.50.05 Deelname aan internationale instellingen; AIIB

37.226

30.897

0

0

0

0

04.50.07 IBRD (onderdeel Wereldbank)

0

0

72.949

72.949

0

0

04.50.08 IFC (onderdeel Wereldbank)

0

0

43.380

43.380

0

0

04.50.09 IDA (onderdeel Wereldbank)

325.280

325.280

71.295

71.295

44.200

44.200

04.52.01 Technische assistentie

1.731

0

1.779

0

1.779

0

Toerekening

      

Eerstejaarsopvang asielzoekers

441.085

441.085

521.181

521.181

504.123

504.123

Totaal

1.060.916

1.051.349

1.070.279

1.057.447

872.336

857.102

Financiële instrumenten

BHOS

  • Bijdragen aan de begrotingen van de Internationale Financiële Instellingen en VN-instellingen en fondsen via middelenaanvulling, kapitaalverhoging en specifieke programma’s of trustfondsen ter bestrijding van armoede in ontwikkelingslanden.

  • Compensatie van de Wereldbank (IDA) en de regionale ontwikkelingsbanken voor schuldverlichting geeft ontwikkelingslanden de financiële ruimte om een sterker eigen armoedebeleid te voeren.

  • Nederland levert een bijdrage aan UNESCO.

  • Het ODA-budget wordt gecorrigeerd voor ontwikkelingen van het BNI. In het kader van behoedzaamheid en stabiliteit in de begroting worden groei en krimp niet direct vertaald in de OS-programmalijnen. Deze zogeheten BNI-ruimte kan immers weer toenemen of afnemen als in de loop van het jaar de raming wordt bijgesteld. Als gevolg van tegenvallende economische omstandigheden neemt hierdoor het ODA budget vanaf 2020 af. In 2020 is dit gecompenseerd door een kasschuif en generale middelen. Dit betekent verder dat het budget op diverse thema's moet worden aangepast. In de HGIS-besluitvorming 2021, in het voorjaar, wordt bezien hoe de HGIS hierop vanaf 2021 meerjarig moet worden aangepast.

Financiën

  • Bijdragen aan de begroting van de Internationale Financiële Instellingen (IFI’s) via middelen aanvulling, kapitaalverhogingen en specifieke programma’s of trustfondsen ter bestrijding van armoede in ontwikkelingslanden over een breed spectrum aan sectoren, o.a. op terrein van economische en sociale sectoren.

  • Nederland ondersteunt een aantal multilaterale systeemorganisaties die, behalve dat zij direct werkzaam zijn op het terrein van armoedebestrijding, ook van groot belang zijn voor het effectief functioneren van het multilaterale kanaal en het versterken van armoedebeleid in ontwikkelingslanden. Het betreft de Wereldbank, UNDP en UNICEF.

  • Daarnaast verleent het Ministerie van Financiën technische assistentie aan haar counterparts in de landen die behoren tot de Nederlandse kiesgroeplanden bij IMF, Wereldbank en European Bank for Reconstruction and Development (EBRD).

Toerekening

  • De toerekening betreft de kosten van de eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen, die aan het ODA-budget worden toegeschreven. De uitgaven worden verantwoord op de begrotingen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Beleidsthema 9: Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven

Algemeen

Onder overige uitgaven zijn de uitgaven gegroepeerd die niet onder één van de beleidsinhoudelijke hoofdstukken kunnen worden ondergebracht. Dit betreft vooral de apparaatsuitgaven voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken waarbij het merendeel van de uitgaven bestemd is voor het postennet en de uitgaven voor attachés, die vanuit de verschillende vakdepartementen worden uitgezonden naar de Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland om met hun specifieke kennis mede invulling te geven aan het buitenlands beleid.

Beleidsinzet toegelicht

Het postennet; onze oren en ogen van de wereld

Tijdens de COVID-19 crisis was ons wereldwijd postennet onmisbaar om de vele gestrande Nederlanders te helpen terug naar huis te keren. Maar ook buiten crisistijd is een efficiënt en op maat gesneden postennet essentieel. Wereldwijd werken bijna 3.500 mensen op zo’n 140 posten om de belangen van het Koninkrijk te dienen. Zij zijn de vertegenwoordigers van de Nederlandse overheid in het buitenland en de Nederlandse samenleving in de geglobaliseerde wereld. Onze belangen in het buitenland zijn groot. Ruim één derde van het Nederlandse nationale inkomen wordt met export verdiend. De nationale veiligheid in Nederland is zeer afhankelijk van grensoverschrijdende ontwikkelingen elders. Of het nu Europese samenwerking is, de ondersteuning van het Nederlandse bedrijfsleven in het buitenland, veiligheidsbeleid, armoedebestrijding en ontwikkelingssamenwerking of het uitvoeren van onze migratie-agenda, steeds weer blijkt hoe belangrijk Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland zijn bij het behalen van onze doelen en het vertegenwoordigen van onze belangen.

De afgelopen jaren is het geopolitieke speelveld nog complexer geworden. De COVID-19 crisis heeft bovendien aangetoond dat we blootstaan aan grote (systeem) kwetsbaarheden, terwijl bovendien het behalen van de SDG's ernstige vertraging oploopt. Op de posten (zowel bilateraal als multilateraal) bouwen Nederlandse diplomaten aan coalities om deze kwetsbaarheden vroegtijdig in kaart te brengen en te mitigeren. Om belangen en waarden veilig te stellen, moet een middelgrote mogendheid als Nederland het hebben van de kwaliteit van argumenten, overtuigingskracht en reputatie, kortom van diplomatie. Alleen met een sterk en hoogwaardig netwerk van ambassades, consulaten en vertegenwoordigingen bij internationale organisaties kunnen wij onze nationale belangen internationaal behartigen, onze veiligheid en welvaart zeker stellen en werken aan een rechtvaardige en duurzame wereld waarin extreme armoede is uitgebannen.

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 9 Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven (bedragen x EUR 1 000)

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2019

2020

2021

 

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

BZ

      

05.01 Geheim

0

0

0

0

0

0

06.01 Nog onverdeeld (HGIS; reservering loon- en prijsbijstelling)

0

0

3.600

0

4.255

0

07.01 Apparaat (personeel en materieel)

805.205

268.456

923.757

292.046

871.129

298.046

JenV

      

91.01.01 Eigen personeel/attachés

2.022

0

2.026

0

2.026

0

BZK

      

02.01 Nationale veiligheid

300

0

308

0

308

0

11.01 Centraal apparaat (attachés)

200

0

205

0

205

0

OCW

      

95.01 Eigen personeel/attachés

144

0

276

0

401

0

FIN

      

01.03.03 Belastingdienst; eigen personeel (attachés)

1.096

0

1.127

0

1.127

0

01.04.04 Belastingdienst; ICT materieel (attachés)

371

0

371

0

371

0

21.01.01 Centraal apparaat (attachés)

1.111

0

1.142

0

1.142

0

DEF

      

08.02.11/12 Apparaatsuitgaven; Attachés

19.511

0

22.255

0

20.979

0

10 Centraal apparaat

200

0

0

0

0

0

11 Geheim

7.683

0

6.117

0

5.000

0

IenW

      

98.01 Apparaatsuitgaven (attachés personeel en materieel)

3.571

0

3.309

0

2.737

0

EZK

      

2.65 Baten- en lastendiensten (attachés innovatie)

6.009

0

8.942

0

8.727

0

2.65 Baten- en lastendiensten (attachés NFIA)

10.976

0

12.871

0

11.371

0

40 Apparaat (attachés)

751

0

0

0

0

0

LNV

      

21.65 Bijdragen aan baten-lastendiensten (attachés)

13.800

0

20.127

0

18.250

0

50 Apparaat (attachés)

4.118

0

1.956

0

1.617

0

SZW

      

96.20 Apparaatsuitgaven (attachés)

513

0

526

0

526

0

VWS

      

10.01.01 Personeel

300

0

0

0

0

0

10.01.02 Materieel

15.340

0

0

0

0

0

10.03.01 Apparaatsuitgaven (attachés)

1.185

0

0

0

0

0

10.30.21 Apparaatsuitgaven; Personele uitgaven (attachés)

0

0

1.249

0

1.249

0

10.30.22 Apparaatsuitgaven; Materiele uitgaven

0

0

4.550

0

0

0

Totaal

894.406

268.456

1.014.714

292.046

951.420

298.046

Financiële instrumenten

BZ

  • Betreft de uitgaven die samenhangen met de HGIS-indexering en onvoorziene uitgaven.

  • De apparaatsuitgaven van zowel het postennetwerk in het buitenland als het departement in Den Haag, exclusief de personele uitgaven voor de politieke leiding en vak-attachés van andere ministeries zijn hierin opgenomen. Het omvat de verplichtingen voor en uitgaven aan het ambtelijk personeel, de overige personele uitgaven en het materieel.

Diverse ministeries

  • Uitgaven ten behoeve van attachés van verschillende ministeries. Het attaché-netwerk biedt Nederland permanente aanwezigheid in de wereld waarin attachés kansen identificeren en creëren, voorzien in informatie en kennis, relaties onderhouden en bouwen met verschillende partners, en de belangen van Nederland behartigen. Diverse ministeries zijn via vak-attachés vertegenwoordigd in het buitenland.

  • Gezamenlijke aansturing van het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) door EZK en BHOS. De NFIA helpt en adviseert bedrijven uit het buitenland bij het opzetten, uitrollen en/of uitbreiden van hun internationale activiteiten in Nederland. De NFIA focust daarbij op het aantrekken van buitenlandse investeringen die bijdragen aan bestaande Nederlandse ecosystemen en clusters. De NFIA richt zich daarnaast op de promotie van Nederland in het buitenland als een land met een aantrekkelijk investerings- en vestigingsklimaat en speelt een actieve rol bij het in stand houden daarvan.

BIJLAGEN

Bijlage 1: De HGIS verticaal: wijzigingen na de Miljoenennota 2020

Tabel 10 De HGIS verticaal: wijzigingen na de Miljoenennota 2020 (bedragen in miljoenen euro's)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

HGIS-uitgaven

      

Stand Miljoenennota 2020

5.918,3

6.067,7

6.239,4

6.399,9

6.581,6

0,0

Macrobijstellingen (BNI/BBP-mutaties)

‒ 349,0

‒ 252,3

‒ 223,6

‒ 225,0

‒ 231,4

‒ 232,4

Eindejaarsmarge

123,7

17,0

5,0

0,0

0,0

0,0

Overboekingen van/naar HGIS

458,7

35,3

23,6

28,2

28,9

6.842,71

Intertemporele kasschuiven

155,5

156,5

152,0

‒ 46,0

‒ 164,0

‒ 254,0

Desalderingen

14,5

15,3

15,1

15,2

17,7

17,5

Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2021 (1)

6.321,7

6.039,5

6.211,5

6.172,2

6.232,9

6.373,9

       

HGIS-ontvangsten

      

Stand Miljoenennota 2020

164,2

148,7

148,7

148,6

148,5

0,0

Desalderingen en overboekingen

22,1

15,8

11,2

6,4

4,0

152,11

Totaal ontvangsten stand Miljoenennota 2021 (2)

186,3

164,6

160,0

155,0

152,6

152,1

       

Saldo HGIS-uitgaven en ontvangsten (1-2)

6.135,4

5.875,0

6.051,5

6.017,2

6.080,3

6.221,8

X Noot
1

Inclusief extrapolatie van het voorgaande jaar.

Bijlage 2a: De HGIS horizontaal: meerjarencijfers per begrotingsartikel

Tabel 11 De HGIS horizontaal: meerjarencijfers per begrotingsartikel

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

 

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

               

V Buitenlandse Zaken

              

01 Versterkte internationale rechtsorde

              

01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

52.516

6.593

49.068

6.846

48.945

16.859

48.095

16.859

48.095

16.859

48.095

16.859

48.095

16.859

01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten

66.151

36.209

63.402

37.555

63.402

37.555

63.402

37.555

63.502

37.555

63.502

37.555

63.502

37.555

01.03 Gastlandbeleid internationale organisaties

10.530

 

14.471

 

14.102

 

11.355

 

11.288

 

10.451

 

10.225

 

02 Veiligheid en stabiliteit

              

02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

12.767

 

17.486

4.000

12.441

 

12.471

 

12.521

 

12.521

 

12.465

 

02.02 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme

13.209

 

14.205

 

13.041

 

13.251

 

13.251

 

13.251

 

13.251

 

02.03 Wapenbeheersing

11.787

2.918

10.873

3.252

10.882

3.252

10.794

3.252

10.794

3.252

10.794

3.252

10.794

3.252

02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

182.594

62.791

193.270

74.417

218.002

70.917

215.459

70.917

215.358

70.917

214.370

70.917

219.543

74.417

02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden

26.881

10.752

29.603

11.929

29.822

11.929

29.822

11.929

29.822

11.929

29.822

11.929

29.822

11.929

03 Effectieve Europese samenwerking

              

03.02 Europees ontwikkelingsfonds

224.729

224.729

224.728

224.728

191.123

191.123

143.304

143.304

100.313

100.313

100.000

100.000

75.000

75.000

03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap

10.203

4.081

10.500

4.200

10.500

4.200

10.500

4.200

10.500

4.200

10.500

4.200

10.500

4.200

03.04 Versterkte Nederlandse positie in de Unie

4.419

 

6.364

 

5.892

 

5.192

 

5.192

 

5.192

 

5.002

 

03.05 Europese vredesfaciliteit

    

32.100

 

32.100

 

32.100

 

32.100

 

32.100

 

04 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden

              

04.01 Consulaire dienstverlening in het buitenland

14.100

 

26.497

 

10.657

 

10.657

 

10.657

 

13.457

 

13.457

 

04.02 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren

18.370

 

21.906

 

15.397

 

15.297

 

15.297

 

13.547

 

13.547

 

04.03 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur

9.077

 

8.529

 

8.875

 

8.875

 

8.875

 

8.900

 

8.794

 

04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen

21.676

124

32.483

7.136

18.881

136

17.931

136

17.931

136

17.381

136

17.381

136

05.01 Geheim

  

0

 

0

 

0

 

0

 

0

 

0

 

06.01 Nog onverdeeld (HGIS; reservering loon- en prijsbijstelling)

  

3.600

 

4.255

 

21.956

 

55.565

 

90.627

 

116.701

 

07.01 Apparaat (personeel en materieel)

805.205

268.456

923.757

292.046

871.129

298.046

863.851

299.046

860.652

299.046

860.636

299.046

856.136

294.546

Totaal

1.484.214

616.653

1.650.742

666.109

1.579.446

634.017

1.534.312

587.198

1.521.713

544.207

1.555.146

543.894

1.556.315

517.894

               

VI Justitie en Veiligheid

              

31 Nationale politie

              

31.03.02 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; internationale samenwerkingsoperaties

8.512

8.512

8.600

8.600

8.600

8.600

8.600

8.600

8.600

8.600

8.600

8.600

8.600

8.600

33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding

              

33.01.01 Apparaat Openbaar ministerie

102

             

33.03.01 Opsporing en vervolging; NFI

535

 

586

 

786

 

786

 

786

 

786

 

786

 

33.03.03 Opsporing en vervolging; drugsbestrijding Suriname

41

41

200

200

200

200

200

200

200

200

200

200

200

200

36 Contraterrorisme en Nationaal veiligheidsbeleid

              

36.02.05 Nat. Veiligheid en Terrorismebestrijding

  

305

 

406

 

406

 

406

     

91 Apparaatsuitgaven kerndepartement

              

91.01.02 Europol en Eurojust

23.363

 

22.314

 

22.314

 

22.314

 

22.314

 

22.314

 

22.314

 

91.01.02 WIPO

264

 

375

 

375

 

375

 

375

 

375

 

375

 

91.01.01 Eigen personeel/attachés

2.022

 

2.026

 

2.026

 

2.026

 

2.026

 

2.026

 

2.026

 

Totaal

34.839

8.553

34.406

8.800

34.707

8.800

34.707

8.800

34.707

8.800

34.301

8.800

34.301

8.800

               

VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

              

02.01 Nationale veiligheid

300

 

308

 

308

 

410

 

513

     

11.01 Centraal apparaat (attachés)

200

 

205

 

205

 

205

 

205

 

205

 

205

 

Totaal

500

0

513

0

513

0

615

0

718

0

205

0

205

0

               

VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

              

06 Hoger Beroepsonderwijs

              

06.70 Hoger beroepsonderwijs

2.873

2.873

2.873

2.873

2.873

2.873

2.873

2.873

2.873

2.873

2.873

2.873

2.873

2.873

07 Wetenschappelijk Onderwijs

              

07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs

52.770

45.546

54.299

46.884

54.299

46.884

54.299

46.884

54.299

46.884

54.299

46.884

54.299

46.884

08 Internationaal onderwijsbeleid

              

08.71/72 Internationaal onderwijs; Subsidies/Opdrachten

129

 

116

 

301

 

301

 

301

 

301

 

301

 

08.76 Internationaal onderwijs; Bijdragen (inter)nationale organisaties: overige

185

 

185

           

08.77 Internationaal onderwijs; Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken: cultuur

511

 

521

 

521

 

521

 

521

 

521

 

521

 

14.71/76 Cultuur; subsidies

4.617

 

4.617

 

4.617

 

4.617

 

4.617

 

4.617

 

4.617

 

16 Onderzoek en wetenschappen

              

16.70 Onderzoek en wetenschappen; NOW

454

454

454

454

454

454

454

454

454

454

454

454

454

454

95 Apparaatskosten

              

95.01 Eigen personeel/attachés

144

 

276

 

401

 

401

 

401

 

148

 

148

 

Totaal

61.683

48.873

63.341

50.211

63.466

50.211

63.466

50.211

63.466

50.211

63.213

50.211

63.213

50.211

               

IXB Financiën

              

01 Belastingen

              

01.03.03 Belastingdienst; eigen personeel (attachés)

1.096

 

1.127

 

1.127

 

1.127

 

1.127

 

1.127

 

1.127

 

01.04.04 Belastingdienst; ICT materieel (attachés)

371

 

371

 

371

 

371

 

371

 

371

 

371

 

04 Internationale financiele betrekkingen

              

04.50.02 Deelname aan internationale instellingen; desaldering ontvangsten

  

84

 

83

 

41

 

40

 

40

 

40

 

04.50.05 Deelname aan internationale instellingen; AIIB

37.226

30.897

   

0

 

0

 

0

 

0

 

0

04.50.07 IBRD (onderdeel Wereldbank)

  

72.949

72.949

0

0

23.719

23.719

23.323

23.323

 

0

0

0

04.50.08 IFC (onderdeel Wereldbank)

  

43.380

43.380

0

0

21.196

21.196

20.842

20.842

20.503

20.503

 

0

04.50.09 IDA (onderdeel Wereldbank)

325.280

325.280

71.295

71.295

44.200

44.200

219.550

219.550

266.480

266.480

324.236

324.236

376.686

376.686

04.52.01 Technische assistentie

1.731

 

1.779

 

1.779

 

1.778

 

1.778

 

1.778

 

1.778

 

21.01.01 Centraal apparaat (attachés)

1.111

 

1.142

 

1.142

 

1.142

 

1.142

 

1.142

 

1.142

 

Totaal

366.815

356.177

192.127

187.624

48.702

44.200

268.924

264.465

315.103

310.645

349.197

344.739

381.144

376.686

               

X Defensie

              

01 Opdracht inzet

              

01.01.23 Internationale inzet (BIV)

163.232

 

167.374

3.000

199.882

 

199.882

 

184.882

 

184.882

 

184.882

 
               

08 Defensie Ondersteuningscommando

              

08.02.11/12 Apparaatsuitgaven; Attachés

19.511

 

22.255

 

20.979

 

20.979

 

21.799

 

20.317

 

20.317

 

10 Centraal apparaat

200

             

11 Geheim

7.683

 

6.117

 

5.000

 

5.000

 

5.000

 

5.000

 

5.000

 

Totaal

190.626

0

195.746

3.000

225.861

0

225.861

0

211.681

0

210.199

0

210.199

0

               

XII Infrastructuur en Waterstaat

              

11.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water/Blue Deal)

13.768

 

17.802

 

15.611

 

8.957

 

8.802

 

8.802

 

8.802

 

14.01 Wegen en verkeersveiligheid; Netwerk

200

 

200

 

200

         

17.01 Luchtvaart (ICAO)

1.145

 

1.286

 

1.311

 

1.311

 

1.311

 

1.311

 

1.311

 

18.01 Scheepvaart en havens (CCR)

1.143

 

1.017

 

1.064

 

1.064

 

1.064

 

1.064

 

1.064

 

19.02 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal

5.132

 

9.970

 

5.552

 

4.344

 

4.344

 

4.344

 

4.344

 

23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO en ECMWF)

843

35

3.340

35

3.340

35

3.340

35

3.340

35

3.340

35

3.340

35

97.01 IenW-brede programmamiddelen

200

             

98.01 Apparaatsuitgaven (attachés personeel en materieel)

3.571

 

3.309

 

2.737

 

2.246

 

2.226

 

2.096

 

2.096

 

Totaal

26.002

35

36.924

35

29.815

35

21.262

35

21.087

35

20.957

35

20.957

35

               

XIII Economische Zaken en Klimaat

              

1 Goed functionerende economie en markten

              

1.55 Opdrachten

85

 

158

 

158

 

158

 

158

 

158

 

158

 

1.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

2.690

 

2.687

 

2.687

 

2.698

 

2.698

 

2.698

 

2.698

 

2 Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen

              

2.65 Baten- en lastendiensten (attachés innovatie)

6.009

 

8.942

0

8.727

 

8.627

 

8.900

 

8.900

 

8.900

 

2.65 Baten- en lastendiensten (attachés NFIA)

10.976

 

12.871

 

11.371

 

11.295

 

10.571

 

10.571

 

10.571

 

2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

2.167

 

2.528

 

2.420

 

2.510

 

2.465

 

2.465

 

2.465

 

4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

              

4.55 Opdrachten

115

 

427

 

277

 

328

 

328

 

328

 

328

 

4.95 Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

1.792

 

1.773

 

1.584

 

1.592

 

1.592

 

1.592

 

1.592

 

40 Apparaat (attachés)

751

             

Totaal

24.585

0

29.386

0

27.224

0

27.208

0

26.712

0

26.712

0

26.712

0

               

XIV Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

              

21 Een weerbaar, veerkrachtig en veilig agro-, voedsel en visserijsysteem1

              

21.65 Bijdragen aan baten-lastendiensten (attachés)

13.800

 

20.127

 

18.250

 

18.250

 

18.250

 

18.250

 

18.250

 

21.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP)

10.958

4.439

11.039

4.495

10.889

4.495

10.889

4.495

10.889

4.495

10.889

4.495

10.889

4.495

22 Natuur en biodiversiteit en gebiedsgericht werken2

              

22.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

1.357

 

1.934

 

1.680

 

1.680

 

1.680

 

1.680

 

1.680

 

50 Apparaat (attachés)

4.118

 

1.956

 

1.617

 

1.617

 

1.617

 

1.617

 

1.617

 

Totaal

30.233

4.439

35.056

4.495

32.436

4.495

32.436

4.495

32.436

4.495

32.436

4.495

32.436

4.495

               

XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid

              

02.24 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet; Contributie CASS

  

9

 

9

 

9

 

9

 

9

 

9

 

96.20 Apparaatsuitgaven (attachés)

513

 

526

 

526

 

526

 

526

 

526

 

526

 

Totaal

513

0

535

0

535

0

535

0

535

0

535

0

535

0

               

XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport

              

02.10 Curatieve zorg; Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg

284

 

2.200

 

2.200

 

300

       

04.40 Zorgbreed beleid; inrichten uitvoeringsactiviteiten

1.000

             

09.10 Algemeen; Internationale samenwerking

3.868

 

6.868

 

3.868

 

3.868

 

3.868

 

3.868

 

3.868

 

10.01.01 Personeel

300

             

10.01.02 Materieel

15.340

             

10.03.01 Apparaatsuitgaven (attachés)

1.185

             

10.30.21 Apparaatsuitgaven; Personele uitgaven (attachés)

  

1.249

 

1.249

 

1.249

 

1.249

 

1.249

 

1.249

 

10.30.22 Apparaatsuitgaven; Materiele uitgaven

  

4.550

           

Totaal

21.977

0

14.867

0

7.317

0

5.417

0

5.117

0

5.117

0

5.117

0

               

XVII Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking

              

01 Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen

              

01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO

28.631

19.413

29.647

20.550

28.781

19.425

28.781

19.425

28.531

19.175

28.531

19.175

28.531

19.175

01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie

96.700

 

104.816

 

91.777

 

81.665

 

81.665

 

81.165

 

81.165

 

01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden

390.367

385.505

397.316

395.036

392.807

390.527

392.009

389.729

389.410

387.130

372.857

370.577

385.350

383.070

02 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat

              

02.01 Voedselzekerheid

336.667

336.667

310.783

310.783

321.095

321.095

319.698

319.698

314.883

314.883

317.417

317.417

339.295

339.295

02.02 Water

189.043

189.043

201.103

201.103

193.714

193.714

193.714

193.714

193.714

193.714

193.714

193.714

193.714

193.714

02.03 Klimaat

197.637

195.896

213.881

212.431

220.468

219.318

220.873

219.318

220.873

219.318

220.873

219.318

220.873

219.318

03 Sociale vooruitgang

              

03.01 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids

438.689

437.216

398.538

396.927

403.189

401.578

406.761

405.150

401.842

400.231

404.431

402.820

426.784

425.173

03.02 Vrouwenrechten en gendergelijkheid

49.790

49.790

50.460

50.460

52.439

52.439

52.439

52.439

52.439

52.439

52.439

52.439

52.439

52.439

03.03 Maatschappelijk middenveld

216.306

216.306

169.930

169.930

219.531

219.531

219.206

219.206

219.206

219.206

219.206

219.206

219.206

219.206

03.04 Onderwijs

75.814

75.814

109.325

109.325

69.550

69.550

69.550

69.550

69.550

69.550

69.550

69.550

69.550

69.550

04 Vrede, veiligheid, en duurzame ontwikkeling

              

04.01 Humanitaire hulp

386.951

386.190

461.317

459.500

370.017

369.000

370.017

369.000

370.017

369.000

370.017

369.000

370.017

369.000

04.02 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking

170.490

170.490

157.000

157.000

162.000

162.000

162.000

162.000

162.000

162.000

162.000

162.000

162.000

162.000

04.03 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling

213.541

213.541

177.551

177.551

216.569

216.569

215.135

215.135

210.195

210.195

212.795

212.795

235.243

235.243

04.04 Noodhulpfonds

583

583

 

0

          

05 Multilaterale samenwerking en overige inzet

              

05.01 Multilaterale samenwerking

149.792

149.792

207.342

207.342

171.654

171.654

150.197

150.197

164.620

164.620

173.450

173.450

183.278

183.278

05.02 Overig armoedebeleid

105.802

104.295

77.752

66.783

81.277

67.905

90.554

77.905

79.573

73.905

94.429

88.905

93.271

87.905

05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen

  

74.517

74.517

69.220

69.220

73.153

73.153

67.550

67.550

48.825

48.825

45.851

45.851

Totaal

3.046.803

2.930.541

3.141.278

3.009.238

3.064.088

2.943.525

3.045.752

2.935.619

3.026.068

2.922.916

3.021.699

2.919.191

3.106.567

3.004.217

               

LXXXVI Algemeen

              

55.02 Reservering Vredespaleis

      

53.000

       

55.02 Reservering kasschuif IDA

  

0

0

0

0

        

Totaal

  

0

0

0

0

53.000

0

      
               

Toerekeningen

              

EU-begroting

405.600

329.867

405.600

329.867

421.305

345.572

469.124

393.391

512.115

436.382

512.428

436.695

537.428

461.695

Eerstejaarsopvang asielzoekers

441.085

441.085

521.181

521.181

504.123

504.123

428.839

428.839

400.756

400.756

400.712

400.712

398.734

398.734

Totaal

846.685

770.952

926.781

851.048

925.428

849.695

897.963

822.230

912.871

837.138

913.140

837.407

936.162

860.429

               

TOTAAL UITGAVEN

6.135.475

4.736.223

6.321.702

4.780.560

6.039.538

4.534.978

6.211.458

4.673.053

6.172.214

4.678.447

6.232.857

4.708.772

6.373.863

4.822.767

X Noot
1

In 2019 en 2020 betrof dit artikel 11.

X Noot
2

In 2019 en 2020 betrof dit artikel 12.

Bijlage 2b: De HGIS-ontvangsten horizontaal: meerjarencijfers per ministerie en per begrotingsartikel

Tabel 12 De HGIS-ontvangsten horizontaal: meerjarencijfers per ministerie en per begrotingsartikel

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

        

V Buitenlandse Zaken

       

2 Veiligheid en stabiliteit

       

10 Doorberekening Defensie diversen

227

242

242

242

242

242

242

40 Restituties contributies

 

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

3 Europese samenwerking

       

30 Restitutie Raad van Europa

 

250

250

250

250

250

250

4 Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen

       

10 Consulaire dienstverlening aan Nederlanders

12.559

7.000

7.000

7.000

7.000

9.500

9.500

20 Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen

40.498

49.875

63.000

63.000

63.000

63.000

63.000

40 Doorberekening Defensie diversen

74

874

874

874

874

874

874

41 Ontvangsten verkeersnotificaties

314

200

200

200

200

200

200

5 Geheim

       

10 Geheim

3.003

      

7 Apparaat

       

10 Diverse ontvangsten

68.993

54.250

31.750

31.750

31.750

31.750

31.750

11 Koersverschillen

       

Totaal

125.668

113.691

104.316

104.316

104.316

106.816

106.816

        
        

IXB Financiën

       

04.50.03 Ontvangsten IFI's

2.792

2.347

2.180

2.003

2.025

1.881

1.723

Totaal

2.792

2.347

2.180

2.003

2.025

1.881

1.723

        

X Defensie

       

01.01.01 Internationale inzet/BIV

6.407

1.407

1.407

1.407

1.407

1.407

1.407

Totaal

6.407

1.407

1.407

1.407

1.407

1.407

1.407

        

XIII Economische Zaken en Klimaat

       

04 Een doelmatige energievoorziening

 

100

     

Totaal

0

100

0

0

0

0

0

        

XVII Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

       

1 Duurzame economische ontwikkeling, handel en ontwikkeling

       

1.10 ontvangsten internationaal ondernemen

7.542

3.373

3.264

3.264

3.264

3.264

3.264

1.30/40 ontvangsten DGGF

1.267

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

5 Multilaterale samenwerking en overige inzet

       

5.20 Ontvangsten en restituties m.b.t. leningen

24.600

36.239

29.221

24.800

19.827

15.013

14.685

5.21 Ontvangsten OS

12.327

26.176

21.176

21.176

21.176

21.176

21.176

5.22 koersverschillen

       

Totaal

45.736

68.788

56.661

52.240

47.267

42.453

42.125

        

TOTAAL ONTVANGSTEN

180.603

186.333

164.564

159.966

155.015

152.557

152.071

Bijlage 3: Berekening ODA-plafond 2020-2025, realisatie ODA-prestatie 2019 en raming ODA-prestatie 2020-2025

Tabel 13 ODA-plafond 2020-2025 en ODA-prestatie 2019-2025

Berekening ODA-plafond 2020-2025 (bedragen in miljoenen EUR)

  

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Raming BNI

 

782.505

821.564

849.018

874.143

898.690

924.475

        
        

A : Basisbedrag 0,7% BNI

 

5.478

5.751

5.943

6.119

6.291

6.471

B: Bij: geraamde aflossingen op ODA-leningen en ontvangsten OS

 

61

48

44

44

44

44

C : Maatregelen Rutte II

 

‒ 1.462

‒ 1.462

‒ 1.462

‒ 1.462

‒ 1.462

‒ 1.462

D : Kasschuiven Rutte II

 

‒ 304

‒ 331

‒ 475

   

E : Dichten tijdelijke dip door correctie kasschuiven Rutte II (Rutte III)

 

304

331

475

   

F : Intensivering OS/ODA Rutte III

 

200

100

    

G : Kasschuiven Wereldbank/IDA

 

‒ 41

‒ 165

  

‒ 24

 

H : AIV-rapport Covid-19

 

150

     

I :Kasschuif BNI-daling 2020

 

40

272

152

‒ 46

‒ 164

‒ 254

J : BNI-compensatie

 

350

     

K : Overig (o.m Voorjaarsbesluitvorming en BIV)

 

11

‒ 3

1

28

28

28

L : ODA-plafond 2020-2025

 

4.785

4.540

4.678

4.683

4.713

4.827

        
        

Realisatie netto ODA prestatie 2019 en Raming netto ODA-prestatie 2020-2025 (bedragen in miljoenen EUR)

 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

        

Bruto ODA-totaal

4.741

4.785

4.540

4.678

4.683

4.713

4.827

Af: geraamde ontvangsten OS

14

‒ 30

‒ 25

‒ 25

‒ 25

‒ 25

‒ 25

Netto ODA (in miljoenen euro)

4.755

4.756

4.515

4.653

4.658

4.689

4.803

        

Raming BNI (in miljarden euro)

805,6

782,5

821,6

849,0

874,1

898,7

924,5

        

Netto ODA in % van het BNI

0,59

0,61

0,55

0,55

0,53

0,52

0,52

In bovenstaande tabel wordt een overzicht gepresenteerd van de opbouw van het ODA-budget en de hieraan gekoppelde ODA-prestatie. Hieronder volgt een toelichting op de onderdelen, die gezamenlijk de omvang van het totale ODA-budget bepalen:

  • A. Het uitgangspunt is 0,7% van het BNI.

  • B. Aflossingen op ODA-leningen en overige ontvangsten worden hieraan toegevoegd. Deze worden jaarlijks bijgesteld. Het gaat daarbij om structureel ca. EUR 55 miljoen per jaar.

  • C. Het kabinet Rutte II heeft verschillende structurele maatregelen doorgevoerd op het ODA-budget als gevolg waarvan het ODA-budget is verlaagd (met in totaal ongeveer EUR 1,4 miljard per jaar):

    • 1. Een taakstelling van EUR 1 miljard per jaar.

    • 2. Een ruilvoettaakstelling van EUR 49 miljoen per jaar.

    • 3. Het ODA-budget niet gecompenseerd als gevolg van de verwerking van ESA-20101 (een verlaging van ongeveer EUR 264 miljoen per jaar).

    • 4. De EKI-reservering2 is geschrapt (EUR 150 miljoen per jaar).

  • E. Het kabinet Rutte III corrigeert voor de kasschuiven van het kabinet Rutte II. Hierdoor neemt het ODA-budget deze kabinetsperiode toe met EUR 118 miljoen in 2019 oplopend naar EUR 475 miljoen in 2022 en komt het ODA-budget vanaf 2022 weer op 0,7% BNI minus EUR 1,4 miljard, zoals afgesproken in het Regeerakkoord «Vertrouwen in de toekomst». Het ODA-budget blijft de komende kabinetsperiode gekoppeld aan de ontwikkeling van het BNI.

  • F. Zie toelichting onder D.

  • F. Daarenboven zijn er in deze kabinetsperiode incidenteel extra middelen toegevoegd van in totaal EUR 1 miljard, verdeeld over de jaren 2018 t/m 2021.

  • G. Het betalingsritme voor de Wereldbank (IDA) is aangepast. Dit leidt tot een kasschuif.

  • H. Naar aanleiding van het AIV-advies «Nederland en de wereldwijde aanpak van COVID-19», heeft het kabinet besloten EUR 150 miljoen extra beschikbaar te stellen ter bestrijding van de gevolgen van COVID-19 in kwetsbare landen.

  • I. Ook heeft het kabinet naar aanleiding van bovengenoemd advies besloten de gevolgen voor het ODA-plafond van de sterke economische krimp te mitigeren onder andere middels het toepassen van een kasschuif, waardoor middelen uit 2023-2025 naar voren worden gehaald naar 2020-2022.

  • J. Verder worden de gevolgen voor het ODA-plafond van de sterke economische krimp gemitigeerd door het toevoegen van EUR 350 miljoen aan de begroting van BHOS in 2020.

  • K. De regel overig bestaat uit een aantal budgettaire consequenties voor ODA zoals de voorjaarsbesluitvorming (o.a. de eindejaarsmarge) en de ontvlechting van het BIV in 2018.

  • L. Bovenstaande maatregelen (A t/m K) resulteren in het totale ODA-budget.

Bijlage 4: De ODA-uitgaven naar beleidsthema

Tabel 14 De ODA-uitgaven naar beleidsthema (bedragen x EUR 1000)

Begroting

Omschrijving

2019

2020

2021

Artikel

1. Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid

BZ

01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

6.593

6.846

16.859

V-01.01

 

01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten

36.209

37.555

37.555

V-01.02

JenV

33.03.03 Opsporing en vervolging; drugsbestrijding Suriname

41

200

200

VI-33.03.39

 

Subtotaal

42.843

44.601

54.614

 
      

2. Vrede, veiligheid en stabiliteit

BZ

02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

0

4.000

0

V-02-01

 

02.03 Wapenbeheersing

2.918

3.252

3.252

V-02.03

 

02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

62.791

74.417

70.917

V-02.04

 

02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden

10.752

11.929

11.929

V-02.05

BHOS

04.01 Humanitaire hulp

386.190

459.500

369.000

XVII-04.01

 

04.02 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking

170.490

157.000

162.000

XVII-04.02

 

04.03 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling

213.541

177.551

216.569

XVII-04.03

 

04.04 Noodhulpfonds

583

0

0

XVII-04.04

JenV

31.03.02 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; internationale samenwerkingsoperaties

8.512

8.600

8.600

VI-31.03.21

Defensie

01.01.23 Internationale inzet (BIV)

0

3.000

0

X-01.01.23

 

Subtotaal

855.777

899.249

842.267

 
      

3. Effectieve Europese samenwerking

BZ

03.02 Europees ontwikkelingsfonds

224.729

224.728

191.123

V-03.02

 

03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap

4.081

4.200

4.200

V-03.03

Toerek.

EU-begroting

329.867

329.867

345.572

Toerekening

 

Subtotaal

558.677

558.795

540.895

 
      

4. Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen

BZ

04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen

124

7.136

136

V-04.04

 

Subtotaal

124

7.136

136

 
      

5. Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen

BHOS

01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO

19.413

20.550

19.425

XVII-01.01

 

01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden

385.505

395.036

390.527

XVII-01.03

 

Subtotaal

404.918

415.586

409.952

 
      

6. Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat

BHOS

02.01 Voedselzekerheid

336.667

310.783

321.095

XVII-02.01

 

02.02 Water

189.043

201.103

193.714

XVII-02.02

 

02.03 Klimaat

195.896

212.431

219.318

XVII-02.03

IenW

23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO en ECMWF)

35

35

35

XII-23.01

LNV

21.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP)1

4.439

4.495

4.495

XIV-21.95

 

Subtotaal

726.080

728.847

738.657

 
      

7. Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)

BHOS

03.01 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids

437.216

396.927

401.578

XVII-03.01

 

03.02 Vrouwenrechten en gendergelijkheid

49.790

50.460

52.439

XVII-03.02

 

03.03 Maatschappelijk middenveld

216.306

169.930

219.531

XVII-03.03

 

03.04 Onderwijs

75.814

109.325

69.550

XVII-03.04

OCW

06.70 Hoger beroepsonderwijs

2.873

2.873

2.873

VIII-06.70

 

07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs

45.546

46.884

46.884

VIII-07.70/76

 

16.70 Onderzoek en wetenschappen; NOW

454

454

454

VIII-16.70

 

Subtotaal

827.999

776.853

793.309

 
      

8. Versterkte kaders voor ontwikkeling

BHOS

05.01 Multilaterale samenwerking

149.792

207.342

171.654

XVII-05.01

 

05.02 Overig armoedebeleid

104.295

66.783

67.905

XVII-05.02

 

05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen

0

74.517

69.220

XVII-05.04

Financiën

04.50.02 Deelname aan internationale instellingen; desaldering ontvangsten

0

0

0

IXB-04.50.01

 

04.50.05 Deelname aan internationale instellingen; AIIB

30.897

0

0

IXB-04.50.05

 

04.50.07 IBRD (onderdeel Wereldbank)

0

72.949

0

IXB-04.50.07

 

04.50.08 IFC (onderdeel Wereldbank)

0

43.380

0

IXB-04.50.08

 

04.50.09 IDA (onderdeel Wereldbank)

325.280

71.295

44.200

IXB-04.50.09

Toerek.

Eerstejaarsopvang asielzoekers

441.085

521.181

504.123

Toerekening

 

Subtotaal

1.051.349

1.057.447

857.102

 
      

9. Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven

BZ

07.01 Apparaat (personeel en materieel)

268.456

292.046

298.046

V-07.01

 

Subtotaal

268.456

292.046

298.046

 
      
 

Totaal ODA binnen HGIS

4.736.223

4.780.560

4.534.978

 
 

ODA buiten HGIS

4.725

4.725

4.725

 
 

TOTAAL ODA

4.740.948

4.785.285

4.539.703

 
X Noot
1

In 2019 en 2020 betrof dit artikel 11.95.

Bijlage 5: De geplande ODA-uitgaven binnen de BHOS-begroting per regio in 2021

Zoals aangekondigd in de BHOS-nota Investeren in Perspectief, verschuift het geografische zwaartepunt van het Nederlandse ontwikkelingsbeleid in deze kabinetsperiode naar de focusregio’s West-Afrika/Sahel, Hoorn van Afrika, en Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA). Deze HGIS-bijlage geeft jaarlijks een overzicht van de beoogde uitgaven per regio, uitgesplitst naar de beleidsthema’s van de BHOS-begroting.

De tabel hieronder toont bij elke regio eerst de landen waar sprake is van een naar de ambassade te delegeren landenbudget (en soms ook een gedelegeerd regionaal budget). Vervolgens worden voor de hele regio per thema de verwachte centrale bestedingen aangegeven. Naast uitgaven in de focusregio’s, zijn nu ook de gedelegeerde middelen en de verwachte centrale bestedingen opgenomen voor «Overig Afrika», «Overig Azië» en «Overige landen». Aangevuld met de categorie «Wereldwijd/niet gespecificeerd» omvat de tabel het totaal van de ODA-uitgaven binnen de BHOS-begroting.

De in de tabel opgenomen inzet van centrale middelen in de regio’s moet gezien worden als een indicatie. Deze beperking heeft te maken met de aard van de bestedingen. Centrale thematische programma’s zijn doorgaans niet op één land of regio gericht (in tegenstelling tot de gedelegeerde middelen) en hebben meestal een meerjarig karakter. Veel programma’s werken met een landenlijst waarbij vooraf niet vast staat in welke landen van de lijst deze middelen zullen worden benut3. Om in deze situatie toch een realistische inschatting te maken, is voor elke lopende activiteit van meer dan EUR 1 miljoen de huidige geografische verdeling nagegaan4, rekening houdend met zowel gerealiseerde en lopende uitgaven als verwachte uitgaven in de pijplijn. Deze indicatieve verdeling over landen en regio’s van de huidige portefeuille is vervolgens toegepast op de betreffende centrale thematische budgetten voor 2021.

Een belangrijk deel van de centrale middelen wordt ingezet voor programma’s en organisaties waarbij de geografische focus vanwege de aard van het werk niet (vooraf) is vastgesteld. Deze thematische inzet is in de tabel opgenomen onder de categorie Wereldwijd/niet gespecificeerd. Binnen deze categorie vormt humanitaire hulp de grootste post; besteding hiervan is flexibel en gebeurt in principe waar dit in de loop van het jaar het hardst nodig blijkt te zijn. Andere voorbeelden van bestedingen in deze categorie zijn de bijdragen aan het vaccinatiefonds GAVI, het Global Fund to Fight AIDS, Tuberculosis and Malaria, de multilaterale klimaat- fondsen en bijdragen aan multilaterale organisaties.

Bij de berekening is geen rekening gehouden met nieuwe initiatieven in de focusregio’s die nog in de loop van 2020 en in 2021 worden ontwikkeld. Daardoor is een zekere onderschatting van de verschuiving naar de focusregio’s mogelijk; deze beweging is nog in volle gang en krijgt met name bij nieuwe programma’s en nieuwe fases van bestaande programma’s z’n beslag.

Tabel 15 De geplande ODA-uitgaven binnen de BHOS-begroting per regio in 2021 (x 1.000 EUR)

HGIS regio

HGIS indeling

Thema

ODA budget 2021

Focusregio Sahel

Burkina Faso

1.3 Private sector en arbeidsmarkt

5.000

2.1 Voedselzekerheid

4.000

2.2 Water

2.000

3.1 SRGR en HIV/aids

5.300

4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling

6.600

Totaal

22.900

Mali

1.3 Private sector en arbeidsmarkt

1.000

2.1 Voedselzekerheid

5.000

2.2 Water

8.000

3.1 SRGR en HIV/aids

15.500

4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling

13.900

Totaal

43.400

Niger

1.3 Private sector en arbeidsmarkt

5.000

2.1 Voedselzekerheid

4.000

2.2 Water

4.000

3.1 SRGR en HIV/aids

8.700

4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling

1.500

Totaal

23.200

Nigeria

2.1 Voedselzekerheid

4.300

Totaal

4.300

Senegal

1.3 Private sector en arbeidsmarkt

1.000

Totaal

1.000

Inzet in deze regio vanuit centrale budgetten

1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem

2.874

1.3 Private sector en arbeidsmarkt

25.186

2.1 Voedselzekerheid

9.382

2.2 Water

11.366

2.3 Klimaat

3.455

3.1 SRGR en HIV/aids

13.812

3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid

2.357

3.3 Maatschappelijk middenveld

15.018

3.4 Onderwijs

3.328

4.2 Opvang en bescherming in de regio

9.886

4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling

952

Totaal

97.617

Totaal regio

192.417

Totaal generaal

2.943.525

Bijlage 6: De non-ODA uitgaven naar beleidsthema

Tabel 16 De non-ODA uitgaven naar beleidsthema

Begroting

Omschrijving

2019

2020

2021

Artikel

1. Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid

BZ

01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

45.923

42.222

32.086

V-01.01

 

01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten

29.942

25.847

25.847

V-01.02

 

01.03 Gastlandbeleid internationale organisaties

10.530

14.471

14.102

V-01.03

Algemeen

55.02 Reservering Vredespaleis

0

0

0

LXXXVI-55.02

JenV

33.03.01 Opsporing en vervolging; NFI

535

586

786

VI-33.03.10

 

91.01.02 WIPO

264

375

375

VI-91.01.09

 

91.01.02 Europol en Eurojust

23.363

22.314

22.314

VI-91.01.07

IenW

17.01 Luchtvaart (ICAO)

1.145

1.286

1.311

XII-17.01

 

18.01 Scheepvaart en havens (CCR)

1.143

1.017

1.064

XII-18.01

SZW

02.24 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet; Contributie CASS

0

9

9

XV-02.24

VWS

02.10 Curatieve zorg; Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg

284

2.200

2.200

XVI-02.11

 

04.40 Zorgbreed beleid; inrichten uitvoeringsactiviteiten

1.000

0

0

XVI-04.40

 

Subtotaal

114.129

110.327

100.094

 
      

2. Vrede, veiligheid en stabiliteit

BZ

02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

12.767

13.486

12.441

V-02.01

 

02.02 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme

13.209

14.205

13.041

V-02.02

 

02.03 Wapenbeheersing

8.869

7.621

7.630

V-02.03

 

02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

119.803

118.853

147.085

V-02.04

 

02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden

16.129

17.674

17.893

V-02.05

BHOS

04.01 Humanitaire hulp

761

1.817

1.017

XVII-04.01

JenV

33.01.01 Apparaat Openbaar ministerie

102

0

0

VI-31.02.21

 

36.02.05 Nat. Veiligheid en Terrorismebestrijding

0

305

406

VI-36.02.58

Defensie

01.01.23 Internationale inzet (BIV)

163.232

164.374

199.882

X-01.01.01

 

Subtotaal

334.872

338.335

399.395

 
      

3. Effectieve Europese samenwerking

BZ

03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap

6.122

6.300

6.300

V-03.03

 

03.04 Versterkte Nederlandse positie in de Unie

4.419

6.364

5.892

V-03.04

 

03.05 Europese vredesfaciliteit

0

0

32.100

V-03.05

Toerek.

EU-begroting

75.733

75.733

75.733

Toerekening

 

Subtotaal

86.274

88.397

120.025

 
      

4. Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen

BZ

04.01 Consulaire dienstverlening in het buitenland

14.100

26.497

10.657

V-04.01

 

04.02 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren

18.370

21.906

15.397

V-04.02

 

04.03 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur

9.077

8.529

8.875

V-04.03

 

04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen

21.552

25.347

18.745

V-04.04

OCW

08.77 Internationaal onderwijs; Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken: cultuur

511

521

521

XIII-08.77

 

14.71/76 Cultuur; subsidies

4.617

4.617

4.617

XIII-14.71

 

Subtotaal

68.227

87.417

58.812

 
      

5. Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen

BHOS

01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO

9.218

9.097

9.356

XVII-01.01

 

01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie

96.700

104.816

91.777

XVII-01.02

 

01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden

4.862

2.280

2.280

XVII-01.03

EZK

1.55 Opdrachten

85

158

158

XIII-11.55

 

1.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

2.690

2.687

2.687

XIII-11.95

 

2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

2.167

2.528

2.420

XIII-13.95

 

Subtotaal

115.722

121.566

108.678

 
      
      

6. Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat

BHOS

02.03 Klimaat

1.741

1.450

1.150

XVII-02.03

IenW

11.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water/Blue Deal)

13.768

17.802

15.611

XII-11.01

 

14.01 Wegen en verkeersveiligheid; Netwerk

200

200

200

XII-14.01

 

19.02 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal

5.132

9.970

5.552

XII-19.02

 

23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO en ECMWF)

808

3.305

3.305

XII-23.01

 

97.01 IenW-brede programmamiddelen

200

0

0

XII-97.01

EZK

4.55 Opdrachten

115

427

277

XIII-04.55

 

4.95 Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

1.792

1.773

1.584

XIII-04.95

LNV

21.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP)1

6.519

6.544

6.394

XIV-21.95

 

22.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties2

1.357

1.934

1.680

XIV-22.95

 

Subtotaal

31.632

43.405

35.753

 
      

7. Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)

BHOS

03.01 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids

1.473

1.611

1.611

XVII-03.01

 

03.04 Onderwijs

0

0

0

XVII-03.04

OCW

07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs

7.224

7.415

7.415

VIII-07.70/76

 

08.71/72 Internationaal onderwijs; Subsidies/Opdrachten

129

116

301

VIII-08.71

 

08.76 Internationaal onderwijs; Bijdragen (inter)nationale organisaties: overige

185

185

0

VIII-08.76

 

09.10 Algemeen; Internationale samenwerking

3.868

6.868

3.868

XVI-09.12.10

 

Subtotaal

12.879

16.195

13.195

 
      

8. Versterkte kaders voor ontwikkeling

BHOS

05.02 Overig armoedebeleid

1.507

10.969

13.372

XVII-05.02

Financiën

04.52.01 Technische assistentie

1.731

1.779

1.779

IX-04.52.01

 

04.50.02 Deelname aan internationale instellingen; desaldering ontvangsten

0

84

83

IX-04.50.01

 

04.50.05 Deelname aan internationale instellingen; AIIB

6.329

0

0

IX-04.50.01

 

04.55.01 Technische assistentie subsidies

0

0

0

IX-04.55.01

 

Subtotaal

9.567

12.832

15.234

 
      

9. Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven

BZ

05 Geheim

0

0

0

V-05.01

 

06 Nominaal en onvoorzien

0

3.600

4.255

V-06.01

 

07 Apparaat

536.749

631.711

573.083

V-07.01

Div. dept.

Attachés

89.201

87.357

76.036

Div. Begrotingen

 

Subtotaal

625.950

722.668

653.374

 
      

Totaal non-ODA

 

1.399.252

1.541.142

1.504.560

 
X Noot
1

In 2019 en 2020 betrof dit artikel 11.95.

X Noot
2

In 2019 en 2020 betrof dit artikel 12.95.

Bijlage 7: Internationale klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden 2021

In 2009 zegden de rijke landen toe vanaf 2020 USD 100 miljard per jaar vrij te maken voor klimaatactie in ontwikkelingslanden. Deze collectieve toezegging werd in 2015 in Parijs herbevestigd. Een verdeling per donor werd niet overeengekomen. Er wordt in UNFCCC-verband gewerkt aan gemeenschappelijke richtlijnen voor de rapportage over klimaat­financiering. Het tijdens COP24 in Katowice overeengekomen Rulebook heeft daar richting aan gegeven. Het is de bedoeling dat de richtlijnen tijdens de 26e UNFCCC-klimaatconferentie (COP26) in najaar 2021 worden vastgesteld.

Internationale samenwerking op het terrein van klimaat richt zich op vergroting van de weerbaarheid van mensen en gemeenschappen tegen de gevolgen van klimaatverandering (klimaatadaptatie) en het tegengaan van klimaatverandering (klimaatmitigatie). Hiertoe wordt door Nederland samengewerkt met het bedrijfs­leven, ngo’s, kennisinstellingen, FMO, multilaterale klimaatfondsen en ontwikkelingsbanken. Als in de samenwerking met bedrijven en private investeerders met publieke middelen private financie­ring wordt gemobiliseerd, mogen deze private investeringen worden meegeteld als Nederlandse klimaatfinanciering. Om de omvang van die gemobiliseerde financiering te berekenen past Nederland een in OESO-verband ontwikkelde methode toe5.

Nederland heeft de afgelopen jaren gewerkt aan een gestage stijging van de publieke en private klimaatuitgaven. De verwachting is dat Nederland in 2021 EUR 580 miljoen aan publieke klimaat­financiering zal realiseren. Daarnaast zal naar schatting EUR 600 miljoen aan private klimaat­financiering worden gemobiliseerd met (een deel van) de publieke inzet. De inschatting van de private klimaatfinanciering is lager dan de realisatie in 2019 omdat verwacht wordt dat de COVID-19 crisis in 2020 en 2021 zal leiden tot een (tijdelijke) terugloop van de belangstelling van investeerders.

Vanuit sub-artikel 2.3 (klimaat) zet Nederland in op ondersteuning van internationale klimaat­fondsen, bevordering van toegang tot hernieuw­bare energie, tegengaan van ontbossing en landdegradatie, vergroening van investerings- en handels­stromen en vergroting van kennis- en capaciteitsopbouw over de relatie tussen klimaat en ontwikkel­ing. Hiertoe is onder andere het Dutch Fund for Climate and Development (DFCD) opgezet, waarin EUR 40 miljoen per jaar wordt geïnvesteerd en dat naar verwachting vanaf 2021 private financiering zal mobiliseren. DCFD heeft de eerste transacties gecommitteerd voor klimaatbestendige landschappen in Kenia, Zambia, Paraguay en Vietnam, onder andere in projecten gericht op duurzaam bosbeheer en landgebruik.

Binnen het thema Voedselzekerheid zet Nederland in op duurzame productiviteitsverhoging en verster­­­king van weerbaarheid en adaptatie, wat tevens resulteert in lagere emissies. Aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering staat ook centraal binnen het thema Water met aan­­dacht voor verhoogde waterproductiviteit in de landbouw, verbeterd stroom­gebied­beheer en veilige delta’s, en klimaatbestendige toegang tot drinkwater en sanitaire voorzieningen. Multilaterale ontwikkelings­banken (MDB’s), multilaterale klimaatfondsen als GCF en GEF, en VN-instellingen als UNDP, UN Environment, WFP, UNICEF en WHO ontplooien in hun programma’s klimaatrelevante activiteiten die Nederland met niet-geoormerkte financiële bijdra­gen ondersteunt.

In een aantal gevallen wordt met het bedrijfsleveninstrumentarium expliciet ingezet op vermindering van broeikasgasemissies en op de versterking van weerbaarheid tegen de gevolgen van klimaatverandering, bijvoorbeeld door het gebruik van hernieuwbare energie, het tegengaan van ontbossing, het aanbieden van verzekeringen tegen de risico’s van klimaatverandering en de bevordering van innovatie. Tot slot dragen de Strategische Partnerschappen met het maatschappelijk middenveld bij aan klimaatmitigatie en/of klimaatadaptatie, met name door te lobbyen voor beter beleid en betere beleidsuitvoering, waarbij de belangen van de meest kwetsbare mensen voorop staan.

Met een deel van het publieke instrumentarium wordt private financiering gemobiliseerd door samen­werking met Nederlandse en internationale private partijen. Om deze financiering te meten werd in de resultatenmonitoring van het ministerie een indicator voor gemobiliseerde private financiering toegevoegd. Het grootste deel van de private financie­ring die aan Nederland kan worden toegerekend, wordt gerealiseerd door de MDB’s. Deze is niet te specificeren naar sectoren of begunstigde landen.

In onderstaande tabel wordt op hoofdlijnen een indicatie gegeven van de klimaatfinanciering die in 2021 naar verwachting gerealiseerd zal worden. Per beleidsartikel van de BHOS-begroting wordt aangegeven welk deel van de totale middelen naar verwachting klimaatfinanciering betreft.

Naar verwachting zal circa 20 procent van de publieke klimaatfinanciering worden uitgegeven aan het tegengaan van klimaatverandering (mitigatie) en 45 procent aan aanpassing aan klimaatverandering (adaptatie); de overige uitgaven, voornamelijk klimaatfinanciering via multilaterale instellingen, kunnen niet worden gespecificeerd naar deze doelstellingen.

Circa een-derde van de publieke klimaatfinanciering zal naar verwachting worden gerealiseerd in activiteiten die klimaat als hoofddoelstelling hebben. De overige financiering (circa twee-derde) zal worden gerealiseerd in activiteiten die klimaat als nevendoelstelling hebben.

In het HGIS-jaarverslag over 2021 zal in een bijlage worden gerapporteerd over de werkelijk gerealiseerde klimaatuitgaven ten behoeve van ontwikkelingslanden. Daarbij zullen zich ongetwijfeld verschillen voordoen ten opzichte van de hieronder genoemde geschatte bedragen. Dat kan diverse oorzaken hebben, waaronder de omstandigheid dat bij de realisatie talrijke partners betrokken zijn, zoals de MDB’s, waarvan het beleid en de investeringen door de donoren gezamenlijk worden bepaald.

Tabel 17 Verwachte klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden 2021 (bedragen x EUR mln.)

Prognose publieke klimaatfinanciering

Begroting

Begrotingsartikel

Indicatie klimaat­uitgaven 2021

Indicatie klimaat­relevantie van begrotings­artikel (percentage)

BHOS

1.Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen

85

16%

2.1 Voedselzekerheid

120

35%

2.2 Water

85

44%

2.3 Klimaat1

180

82%

3. Sociale vooruitgang

25

3%

4. Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling

10

1%

5. Multilaterale samenwerking en overige inzet

40

14%

Financiën

IDA en IBRD

35

 

Totale publieke klimaatfinanciering

580

 

Prognose gemobiliseerde private financiering

 

Indicatie private financiering 2021

Nederlandse klimaatfondsen en programma’s

65

Multilaterale ontwikkelingsbanken

350

FMO-A

140

Overige instrumenten en multidonorprogramma’s

45

Totale gemobiliseerde private financiering

600

X Noot
1

Dit begrotingsartikel omvat tevens duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen.

Bijlage 8: Internationale inspanningen voor migratie in 2021

Deze bijlage licht de verwachte HGIS-uitgaven in 2021 toe op het gebied van (tegengaan van irreguliere) migratie, asielopvang en humanitaire hulp (aan vluchtelingen). Eerst wordt per begrotingsartikel een overzicht gegeven van de financiële inspanningen die volledig gericht zijn op de eerste twee onderwerpen. Vervolgens wordt stilgestaan bij instrumenten en programma’s die gedeeltelijk aan vluchtelingen of het tegengaan van irreguliere migratie gerelateerd zijn.

1. Begrotingsartikelen die volledig gericht zijn op eerstejaaropvang van asielzoekers uit DAC-landen, (irreguliere) migratie en opvang in de regio (bedragen in miljoenen euro's)

Artikel

Budget

2021

Totaal

Wv. ODA

6.37.02

JenV begroting: toerekening eerstejaars-opvangkosten asiel

463

463

08.03.01

OCW toerekening: eerstejaarsopvangkosten asiel (primair en secundair onderwijs)

41

41

17.04.02

Migratiesamenwerking en ontwikkeling

34

34

Opvang in de regio

128

128

Asieltoerekening: eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen in Nederland.

Conform de richtlijnen van het OESO Development Assistance Committee (DAC) wordt de eerstejaarsopvang van asielzoekers in Nederland uit ODA-middelen gefinancierd. Deze HGIS-middelen worden alleen overgeheveld naar de JenV-begroting en de OCW-begroting voor asielzoekers die afkomstig zijn uit landen die volgens de OESO-DAC gelden als ontwikkelingslanden. De asieltoerekening is gesplitst in een JenV-deel en een OCW-deel.

  • JenV-begroting: In de begroting van Justitie en Veiligheid staan de uitgaven vanwege opvang van reguliere asielzoekers en alleenstaande minderjarige vreemdelingen door het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en Stichting Nidos en overig kosten. De overige kosten betreffen kosten tolken IND, rechtsbijstand en voorlichting van Vluchtelingenwerk Nederland. In de JenV-begroting is aangegeven welk deel wordt toegerekend aan Official Development Assistance (ODA). Voor 2021 houdt het kabinet rekening met een asielinstroom van 32.390 (afkomstig uit DAC-landen en niet-DAC-landen), resulterend in een aan ODA toe te rekenen gemiddelde bezetting van 29,863 (uit DAC-landen). De aan ODA toegerekende kosten worden onder andere berekend op basis van de kostprijzen van het COA en Nidos, het verwachte aantal asielzoekers uit DAC-landen en de verwachte verblijfsduur.

  • OCW-begroting: De geschatte uitgaven voor (primair en voortgezet) onderwijs gebaseerd op leerplichtige asielzoekers afkomstig uit DAC-landen tijdens de eerstejaarsopvang.

Opvang en bescherming in de regio

In 2021 is het Prospects-partnerschap - voor de aanpak van langdurige crises van ontheemden in de Syrië-regio en in de Hoorn van Afrika - in het derde jaar van implementatie. Dit partnerschap met UNHCR, ILO, UNICEF, IFC, en de Wereldbank biedt duurzame oplossingen voor vluchtelingen, intern ontheemden en kwetsbare gastgemeenschappen, en is gericht op bescherming (incl. toegang tot MHPSS) onderwijs en werk, zodat ze een menswaardig bestaan kunnen opbouwen daar waar zij (tijdelijk) verblijven. Hiertoe wordt veel met de private sector samengewerkt. In 2021 worden op basis van een tussentijdse evaluatie eerste lessen over de effectiviteit van Prospects getrokken.

Complementair aan dit Partnerschap zal deze ontwikkelingsgerichte aanpak van langdurige ontheemding in 2021 ook door (internationale en lokale) NGO’s worden gebruikt in door NL gefinancierde programma’s in deze twee focusregio’s.

Migratiesamenwerking

Het kabinet zal ook in 2021 mensensmokkel en –handel bestrijden, voorlichting geven over risico’s van irreguliere migratie, mensenrechten van migranten beschermen en terugkeer en herintegratie bevorderen. Daarbij wordt de samenwerking met de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) – de grootste uitvoerder van Nederlandse programma’s op het terrein van migratiesamenwerking, inclusief vrijwillige terugkeer van gestrande migranten - gestroomlijnd. Het kabinet zet hierbij in op een meer strategische relatie, samen met andere donoren.

In 2021 versterkt het kabinet de strijd tegen mensenhandel, in samenwerking met de Nationale Politie, Mareschaussee, het Openbaar Ministerie en het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Het verder intensiveren van diplomatieke contacten met landen van herkomst en transit op alle niveaus vormt daar, ook met het oog op brede migratiesamenwerking, integraal onderdeel van.

Uit de middelen voor opvang in de regio en migratiesamenwerking worden zowel inspanningen binnen als buiten Nederland gefinancierd:

  • Nederland financiert het Prospects Partnerschap met Wereldbank/IFC/ILO/UNICEF/UNHCR. In dit strategisch samenwerkingskader worden landspecifieke programma’s uitgewerkt, met de focus op onderwijs en werk voor vluchtelingen, intern ontheemden en kwetsbare lokale bevolking. Het partnerschap voorziet eveneens in een meer strategische beleidsdialoog met deze organisaties die een voortrekkersrol spelen bij de transformatie van een humanitaire naar een ontwikkelingsaanpak in landen die veel vluchtelingen opvangen.

  • Nederland steunt via subsidies (internationale en lokale) NGO’s die tevens gericht zijn op een ontwikkelingsgerichte aanpak van langdurige ontheemding in de beide focusregio’s.

  • Bijdragen aan programma’s voor migratie en ontwikkeling van IOM en maatschappelijke organisaties in Nederland ter bevordering van vrijwillige terugkeer en herintegratie van ex-asielzoekers uit ontwikkelingslanden. Aanscherping van de ODA regels hebben ertoe geleid dat activiteiten ten behoeve aan vertrek en re-integratie buiten de EU (alleen DAC-landen) niet meer als ODA worden geclassificeerd.

  • Via bijdragen het ondersteunen van brede partnerschappen op migratieterrein met prioritaire herkomst-, transit- en opvanglanden, door financiering van activiteiten die belangrijk zijn voor betrokken ontwikkelingslanden en die bijdragen aan beter migratiemanagement, betere bescherming en perspectieven voor vluchtelingen en gastgemeenschappen, tegengaan van uitbuiting en mishandeling van migranten, bestrijding mensensmokkel/-handel, datacollectie en onderzoek, voorkomen van irreguliere migratie en het bevorderen van terugkeer en herintegratie.

  • Bevorderen van dataverzameling –analyse inzake migratiestromen.

2. Begrotingsartikelen die deels aan vluchtelingen of migratie gerelateerd zijn (bedragen in miljoenen euro's)

Naast bovengenoemde middelen kan humanitaire hulp ingezet worden ten behoeve van vluchtelingen die besluiten hun land te verlaten wegens conflict of onveiligheid. Het is op voorhand niet aan te geven welke bedragen voor vluchtelingen zullen worden ingezet. Daarom wordt in plaats van de specifieke uitgaven voor vluchtelingen de begrotingsstand van het artikel genoemd.

Artikel

Budget

2021

Totaal

Wv. ODA

17.04.01

Humanitaire hulp, inclusief bijdragen aan UNHCR, UNWRA en WFP

370

369

Humanitaire diplomatie en Noodhulp (BHOS-begroting)

Nederland verleent noodhulp aan slachtoffers van conflicten en rampen en zet in op humanitaire diplomatie gericht op naleving van internationaal overeengekomen principes en rechtsregels voor humanitaire actie en de verbetering van het systeem Het grootste deel van de slachtoffers is ontheemd. De Nederlandse humanitaire inspanningen zijn gericht op het redden van levens, verlichten van lijden en beschermen en herstellen van waardigheid van door crisis getroffen mensen, daar waar de nood het hoogst is. Nederland zal hierbinnen aandacht besteden aan geestelijke gezondheid en psychosociale steun. Ook in 2021 zal er sprake zijn van significante humanitaire inzet. Een groot deel van deze hulp loopt via internationale organisaties van de VN zoals UNHCR, UNRWA en WFP, de Rode Kruis/Rode Halve Maan beweging en de Dutch Relief Alliance.

Overige activiteiten indirect gerelateerd aan opvang in de regio en migratie

Een groot deel van de Nederlandse inspanningen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en diplomatie is gericht op het bieden van perspectief via sociaaleconomische ontwikkeling, stabiliteit en de aanpak van ongelijkheid. Deze inspanningen geconcretiseerd in de diverse thematische programma’s binnen ontwikkelingssamenwerking zijn tevens een lange termijn investering in het tegengaan van irreguliere migratie. Deze inzet is uitgewerkt in de nota «Investeren in Perspectief – Goed voor de wereld, goed voor Nederland» welke op 18 mei 2018 aan de Tweede Kamer is aangeboden.


X Noot
1

X Noot
2

X Noot
3

Zo omvat de landenlijst voor private sector ontwikkeling een 70-tal landen en staat het fonds Voice fonds (voor het versterken van de positie van gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen) open voor tien landen.

X Noot
4

Voor activiteiten met budget kleiner dan EUR 1 miljoen is uitgegaan van een evenredige verdeling over de landen waarvoor de activiteit open staat

Naar boven