Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 35570-VIII nr. A |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 35570-VIII nr. A |
Vastgesteld 17 november 2020
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap2 heeft kennisgenomen van de brief van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 2 september 2020 met daarin zijn reactie op het halfjaarlijkse toezeggingenrappel van de Kamer.3 De commissie heeft met betrekking tot twee toezeggingen nadere informatie gevraagd aan de Minister bij brief van 23 september 2020.
De Minister heeft op 17 november 2020 gereageerd.
De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.
De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Bergman
Aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Den Haag, 23 september 2020
De commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft kennisgenomen van uw brief van 2 september 2020 met daarin uw reactie op het halfjaarlijkse toezeggingenrappel van de Kamer.4 De commissie dankt u voor de verstrekte informatie, maar heeft met betrekking tot twee toezeggingen behoefte aan een nadere toelichting.
Toezegging T02461 betreft evaluatie van de Wet samen sterker door vereenvoudiging samenwerkingsschool. In uw reactie is echter sprake van «evaluatie van de Wet overheveling buitenonderhoud». De commissie verzoekt u haar de juiste stand van zaken te laten weten.
Toezegging T02912 betreft een plan voor ondersteuning van scholen getroffen door de coronacrisis. In reactie op deze toezegging verwijst u naar een brief van 29 juni 2020 met de beleidsreactie op het advies van de Onderwijsraad «Vooruitzien voor jonge generaties». Deze brief is voor zover kon worden nagegaan alleen aan de Tweede Kamer verstuurd. De commissie verzoekt u alsnog rechtstreeks op de toezegging te reageren.
De commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ziet met belangstelling uit naar uw reactie en ontvangt deze graag binnen vier weken na dagtekening van deze brief.
De voorzitter van de commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.H. Bikker
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 november 2020
Uw Kamer heeft mij gevraagd om te reageren op twee toezeggingen, in deze brief ontvangt u mijn reactie. Het betreffen de toezegging T02461 over de evaluatie van de Wet samen sterker door vereenvoudiging samenwerkingsschool en de toezegging T02912 over een plan voor ondersteuning van scholen getroffen door de coronacrisis.
De Wet samen sterker door vereenvoudiging samenwerkingsschool is op 1 januari 2018 in werking getreden. De evaluatie van de wet, waarover met uw Kamer is gesproken, is gepland voor 2023, vijf jaar na de inwerkingtreding. In mijn eerdere reactie is abusievelijk gesproken van de evaluatie van de Wet overheveling buitenonderhoud. Deze twee wetten houden echter geen verband. In het debat met uw Kamer over de Wet meer ruimte voor nieuwe scholen heb ik aangegeven hoeveel samenwerkingsscholen er op dit moment zijn, namelijk zes.
Daarnaast heb ik, samen met mijn ambtscollega van Engelshoven, op 29 juni jl. een reactie gegeven op het advies van de Onderwijsraad «Vooruitzien voor jonge generaties».5 Deze is in eerste instantie alleen naar de Tweede Kamer verzonden. Via deze weg wil ik ook uw Kamer meenemen in de hoofdlijnen van de beleidsreactie.
Op 9 juni jl. heb ik een tweede advies van de Onderwijsraad ontvangen waarin wordt aangegeven wat de gevolgen zijn van de coronacrisis voor het onderwijs in het nieuwe school- en studiejaar. De drie belangrijkste punten uit het advies:
1. Investeren in onderwijs loont: onderwijs is cruciaal om Nederland uit deze crisis te leiden en jongere generaties perspectief te bieden.
De raad concludeert dat er gerichte investeringen nodig zijn om de kwaliteit en toegankelijkheid van het Nederlandse onderwijs te borgen. Ook zijn investeringen nodig om mogelijke financiële consequenties van de crisis voor onderwijsinstellingen te ondervangen en om te voorkomen dat waardevolle opleidingen moeten stoppen of zelfs hele instellingen in de problemen komen.
2. Koesteren van elan en bevorderen van leren brengt onderwijs verder: bouw voort op de nieuwe ervaringen die zijn opgedaan en de creatieve oplossingen die zijn gevonden.
De raad wijst er op dat in de coronacrisis veel nieuwe ervaringen zijn opgedaan, creatieve oplossingen zijn gevonden en vaardigheden zijn ontwikkeld. Daarop kan worden voortgebouwd om het onderwijs te verbeteren. Tegelijk heeft de crisis knelpunten en kwetsbaarheden nadrukkelijker aan het licht gebracht. De raad adviseert dat de overheid leren binnen het onderwijs stimuleert door (wetenschappelijk) onderzoek te laten doen, onderwijsinstellingen en -professionals kennis en goede praktijken aan te reiken en kennisdeling te bevorderen.
3. De school en universiteit hebben een sociale functie: persoonlijk contact en interactie zijn essentieel voor het onderwijsproces en om aan brede onderwijsdoelen te werken.
De raad wijst erop dat een school of universiteit meer is dan een instituut voor kennisoverdracht. De pedagogische band tussen leraar/docent en leerling/student en het contact met medeleerlingen/-studenten zijn cruciaal voor het onderwijsproces. De raad acht het van belang dat die functie goed voor ogen wordt gehouden bij afwegingen over hoe vaak leerlingen en studenten weer naar hun school of opleiding kunnen gaan.
Huidige aanpak: investeren om achterstanden tegen te gaan die zijn opgelopen door de coronacrisis
Het advies van de raad onderstreept de urgentie om onze inspanningen door te zetten en te intensiveren. De maatregelen bestaan uit drie onderdelen:
1. Financiële steun en extra aandacht voor achterstanden.
Voor de compensatie van studenten en ondersteuningsmaatregelen in het kader van de gevolgen van Covid-19 heeft het kabinet € 500 miljoen aanvullend geïnvesteerd. Met deze investering is € 200 miljoen beschikbaar gekomen voor studenten in het mbo en het hoger onderwijs om gecompenseerd te worden voor eventuele vertragingen. Daarnaast wordt van de € 500 miljoen, € 244 miljoen uitgetrokken om de achterstanden weg te werken die leerlingen en studenten in het afgelopen schooljaar hebben opgelopen in het funderend onderwijs en het mbo. Scholen met meer leerlingen met een risico op een achterstand kwamen daarbij in aanmerking voor méér financiële ondersteuning Er is gekozen voor een subsidieregeling, zodat scholen en instellingen die dat nodig achten voor hun leerlingen, zelf financiering aan kunnen vragen. Alle aanvragen zijn gehonoreerd, mede door een aanvullende financiering van € 38 miljoen zoals eerder is aangekondigd.6
Bij al deze activiteiten hebben gemeenten een aanjagende rol. Ook de VNG en de PO-Raad, de VO-raad en de MBO Raad zijn nauw betrokken bij de uitvoering. Gemeenten worden daarnaast ondersteund door de Gelijke Kansen Alliantie (GKA). De GKA heeft verschillende offline en online kennisdelingskanalen die daarvoor worden ingezet. Binnen het netwerk van de GKA wordt zo kennis gedeeld van steden die reeds langere tijd extra inhaal- en ondersteuningsprogramma's draaien en steden die hiervoor nu extra aandacht hebben als gevolg van de coronacrisis.
2. Kennisontwikkeling en -uitwisseling
Om kennisuitwisseling te stimuleren is het platform lesopafstand.nl / weeropschool.nl opgericht. Dit is een initiatief van Kennisnet, de PO-Raad, VO-raad en OCW. Dit initiatief van de PO-Raad, de VO-raad en Kennisnet is het eerste toegangspunt voor alle vragen en informatiebehoeften die leraren, schoolleiders, bestuurders en ouders hebben over onderwijs in tijden van corona. Het platform is in de afgelopen maanden verrijkt en versterkt, zodat praktische hulp en ondersteuning beschikbaar is voor schoolteams. Deze ondersteuning is erop gericht om de continuïteit en kwaliteit van het onderwijs te bevorderen, maar óók om hulp te bieden aan schoolteams om de werkdruk enigszins te mitigeren. Het gaat hierbij om het organiseren van het onderwijs op momenten dat afstands- of hybride onderwijs toch nodig is, pedagogiek en didactiek, en de benodigde randvoorwaarden. Ook de protocollen en handreikingen over onderwerpen als ventilatie zijn beschikbaar. Voor alle onderwerpen kunnen scholen en leraren spreken met een expert voor aanvullende tips en informatie. Voorts biedt «saMBO-ICT» ondersteuning rondom de inzet van i-coaches als verbindende schakel tussen onderwijs in het mbo en ICT en wordt via het Versnellingsplan onderwijsinnovatie inzicht vergaard over digitalisering van het hoger onderwijs. Daarnaast biedt SURF, de ICT-coöperatie van de hogeronderwijsinstellingen, inzicht in de uitdagingen die online onderwijs kan bieden en ondersteunt instellingen met ICT-dienstverlening.
Ook hebben we het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) gevraagd om een uitvraag te doen bij onderzoekers en kennisinstellingen naar Covid-19 gerelateerde onderzoeken. Het NRO heeft de resultaten op de website gepubliceerd.7
3. Ondersteunen bij het bieden van maatwerk
Om scholen en instellingen te helpen bij het bieden van maatwerk, zijn er meerdere ondersteuningstrajecten in werking gezet. Zo zijn er afspraken gemaakt over het beschikbaar stellen van voldoende digitale middelen in het mbo. En zijn er afspraken gemaakt met de Verenging van Universiteiten (VSNU) en de Vereniging Hogescholen (VH) over de inzet van studenten om basisschoolleerlingen en middelbare scholieren te helpen bij het inlopen van achterstanden die zij hebben opgelopen door de coronacrisis. Tot slot hebben verschillende partijen zoals SLO, het expertisecentrum leerplanontwikkeling, en de sectorraden inspanningen geleverd om scholen die hier behoefte aan hebben, te ondersteunen bij maken van keuzes in de onderwijsinhoud.
Vervolgaanpak
Daarnaast is er een vervolgaanpak gepresenteerd om scholen en instellingen te helpen optimale kwaliteit te leveren, ondanks de uitdagingen door de coronacrisis. De vervolgaanpak bestaat uit de volgende pijlers:
– Kennisdeling over aanpak leerachterstanden en schoolontwikkeling: het NRO is gevraagd onderzoek uit te zetten naar de doeltreffendheid van de activiteiten die, met behulp van de extra middelen uit de subsidieregeling Inhaal- en Ondersteuningsprogramma’s onderwijs, worden ingezet om achterstanden bij peuters, leerlingen en studenten weg te werken.
– Sociale functie onderwijs bevorderen: de coronacrisis heeft een grote impact op de samenleving en treft studenten in kwetsbare posities bovengemiddeld. De Landelijke Werkgroep Studentenwelzijn heeft extra aandacht gevraagd voor deze groep studenten en heeft aanbevelingen gedaan. De bevindingen van de werkgroep zijn reeds gepubliceerd.8
– Verbeteren arbeidsmarkttoeleiding: ondanks het feit dat de crisis het voor scholen en instellingen niet gemakkelijk maakt, is het belangrijk dat scholen en instellingen de omvang van de instroom van opleidingen zo goed mogelijk aan laten sluiten bij de toekomstige vraag van de arbeidsmarkt in alle sectoren. Preventie en aanpak van jeugdwerkloosheid is nodig gericht op het behoud van jongeren in het onderwijs en het ondersteunen van kwetsbare jongeren naar werk, zo mogelijk gecombineerd met leren, in de 35 arbeidsmarktregio's. Jongeren kunnen ook meeliften op het initiatief NLWerktDoor en NL Leert Door gericht op zowel het matchen van banen als op leerbanen, waarbij werken en leren wordt gecombineerd (praktijkleren mbo). Daarnaast heeft mijn collega van Engelshoven, samen met de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, een kabinetsreactie gestuurd op het IBO-onderzoek «Jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt». Hierin wordt verder ingegaan op de knelpunten voor schoolverlaters.9
– Extra inzet op leven lang ontwikkelen: de komende tijd wordt ingezet op een leven lang ontwikkelen door onder andere NL leert door. Het doel van NL leert door is mensen te ondersteunen die hun werk als gevolg van de crisis dreigen te verliezen of al verloren hebben en de transitie naar ander kansrijk werk zullen moeten maken. Voor dit pakket is een bedrag van € 50 miljoen beschikbaar gesteld en het heeft een looptijd tot einde 2020.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob
Samenstelling:
Essers (CDA), Ganzevoort (GL), Sent (PvdA), Van Strien (PVV), Van Apeldoorn (SP), Atsma (CDA), Nooren (PvdA), Pijlman (D66) (ondervoorzitter), Schalk (SGP), Bikker (CU) (voorzitter), Klip-Martin (VVD), De Bruijn-Wezeman(VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), De Blécourt-Wouterse (VVD), Van der Burg (VVD), Dessing (FVD), Doornhof (CDA), Gerbrandy (OSF), Nicolaï (PvdD), Pouw-Verweij (FVD), Veldhoen (GL), Vendrik (GL), Van der Voort (D66), De Vries (Fractie-Otten), Berkhout (FVD).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35570-VIII-A.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.