35 570 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2021

Nr. 14 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 7 oktober 2020

De vaste commissie voor Koninkrijksrelaties heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretarissen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de brief van 8 juli 2020 inzake de voortgangsrapportage ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch Nederland 2020 (Kamerstuk 35 300 IV, nr. 68).

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft deze vragen beantwoord, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretarissen van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, bij brief van 6 oktober 2020. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Paternotte

De adjunct-griffier van de commissie, De Vos

Vraag 1

Wanneer worden de eerste tabellen die inzicht geven in de onderlinge verhouding tussen de inkomens en de kosten van levensonderhoud aan de Kamer gestuurd?

Antwoord 1

Medio oktober publiceert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de tabellen die inzicht bieden in de onderlinge verhouding tussen de inkomens en kosten van levensonderhoud. Het gaat om cijfers die inzicht bieden in hoe het besteedbaar inkomen per huishouden in 2018 zich verhoudt tot het vastgestelde ijkpunt voor het sociaal minimum per huishouden. Hiertoe zal het in 2019 vastgestelde ijkpunt voor het sociaal minimum worden teruggerekend naar 2018. Omdat in 2020 inkomensgegevens voor 2018 pas definitief vastgesteld worden door het CBS, gaat het om de situatie in 2018. De reden hiervoor is dat belastingen pas na twee jaar definitief vastgesteld worden en de inkomensdata in de tussenliggende periode dus nog kan wijzigen.

De cijfers die medio oktober gepubliceerd worden, worden gebruikt als nulmeting voor de verhouding tussen het besteedbaar inkomen per huishouden en het vastgestelde ijkpunt voor het sociaal minimum per huishouden. Als in 2021 de inkomensgegevens van 2019 vastgesteld worden, kan inzicht geboden worden in de verhouding tussen het besteedbaar inkomen per huishouden en het vastgestelde ijkpunt voor het sociaal minimum per huishouden in 2019. Daarmee wordt ook de ontwikkeling tussen 2018 en 2019 zichtbaar.

Vraag 2

Hoe worden tijdelijke maatregelen in het kader van de coronacrisis verwerkt in de beleidsinformatie over inkomens en kosten van levensonderhoud?

Antwoord 2

Het kabinet heeft voor Caribisch Nederland voor een vergelijkbaar omvangrijk en breed pakket gekozen als in Europees Nederland. Het doel van dit pakket maatregelen is banen te behouden en de economische gevolgen van het coronavirus te beperken, zodat mensen hun inkomen behouden en in deze moeilijke periode worden ondersteund. Bij de voorgenomen afbouw van de verschillende regelijkingen wordt ook de economische situatie bezien, gezien ook de enorme impact van COVID-19 op de eilanden.

De maatregelen die effect hebben op het inkomen zullen zichtbaar worden in de inkomensstatistieken van het CBS die ook gebruikt worden voor de monitoring van het ijkpunt voor het sociaal minimum. Hierbij moet worden aangemerkt dat de CBS-inkomensstatistiek met een vertraging van twee jaar beschikbaar komen.

Gelet op de grote sociaaleconomische effecten in verband met COVID-19 heeft het kabinet ook een aantal tijdelijke maatregelen genomen in de vorm van subsidies om de kosten van energie, telecom en drinkwater te verlagen1. Het effect van deze tijdelijke maatregelen zal naar verwachting zichtbaar worden in de consumentenprijsindexcijfers voor de betreffende bestedingscategorieën voor 2020 zoals vastgesteld door het CBS. In de voortgangsrapportage ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch Nederland 2021 zullen, net als in de afgelopen twee voortgangsrapportages, de cijfers uit het onderzoek van Regioplan (2018) worden geïndexeerd met de consumentenprijsindexcijfers per bestedingscategorie per eiland. Als door (ingezet) beleid een kostenverlaging wordt gerealiseerd, zal dit op termijn ook zichtbaar worden in de consumentenprijsindexcijfers per bestedingscategorie.

Vraag 3

Op welke wijze worden de aanbevelingen van de Nationale ombudsman en de Kinderombudsman in het rapport «Het maakt uit waar je wieg heeft gestaan» betrokken bij het beleid tot verbetering van de bestaanszekerheid in Caribisch Nederland?

Antwoord 3

Het rapport «Het maakt uit waar je wieg heeft gestaan» van de Nationale ombudsman en de Kinderombudsman laat zien dat jongeren die opgroeien in armoede vaak in een vicieuze cirkel van problemen belanden. Het rapport bevestigt daarmee, net als het rapport «Oog voor ouderen in Caribisch Nederland» van de Nationale ombudsman, de noodzaak van de inzet van het kabinet om het verbeteren van bestaanszekerheid van inwoners van Caribisch Nederland over de volle breedte aan te pakken door de inkomenspositie van inwoners in Caribisch Nederland te verbeteren en de kosten van levensonderhoud te verlagen.

Het kabinet ambieert op verschillende manieren armoede terug te dringen in Caribisch Nederland. Zo zijn het wettelijk minimumloon, de uitkeringen en de kinderbijslag per 1 januari 2019 en 1 januari 2020 verhoogd. Naast de concrete aanpak van de armoedeproblematiek is het ook van belang dat jongvolwassenen een goede start kunnen maken. Een waardevol instrument in dat kader en daarmee in de bestrijding van armoede is de kinderopvang. Goede kinderopvang, buitenschoolse opvang en daarbij behorende activiteiten bieden kinderen een perspectiefvolle start, dit is van belang om de vicieuze cirkel van armoede te doorbreken. Bovendien stelt het ouders in staat om zonder zorgen om de opvang van hun kinderen te gaan werken. Met het programma BES(t) 4 kids wordt hieraan invulling gegeven.

De Nationale ombudsman en de Kinderombudsman zijn van mening dat een urgente integrale aanpak van armoede onder jongvolwassenen noodzakelijk is. Het belang van integrale beleidsvorming met betrekking tot het jeugddomein wordt ook door de verschillende departementen onderschreven.

Voor de beleidsinzet gericht op jongeren en jongvolwassenen wordt op dit moment door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) onderzocht op welke manier er samen met de openbare lichamen meer samenhang kan worden aangebracht, zodat de ontwikkeling naar volwassenheid wordt bevorderd en jongeren en jongvolwassenen hun kansen en talenten ten volle kunnen benutten. Daarbij worden de aanbevelingen uit het rapport van de Nationale ombudsman en de Kinderombudsman betrokken. In de interdepartementale werkgroep jeugd wordt dit verder uitgewerkt.

Hierna wordt ingegaan op de vier punten waar de aanpak van armoede onder jongvolwassenen zich aldus de Nationale ombudsman en de Kinderombudsman zich op zou moeten richten.

Huisvesting en opvang

Er is op dit moment geen professionele opvangmogelijkheid beschikbaar voor kwetsbare jongeren die nog niet geheel zelfstandig kunnen wonen. De Nationale ombudsman en Kinderombudsman vinden het belangrijk dat er op korte termijn wordt gezorgd voor huisvesting in combinatie met extra ondersteuning. Het Ministerie van VWS onderschrijft de behoefte voor een dergelijke voorziening en werkt dit najaar de opties voor begeleid wonen uit. Voor het succesvol opzetten van een begeleid-wonen-voorziening, is doorstroom van begeleid wonen naar betaalbare huisvesting essentieel.

Het Ministerie van BZK zet zich, samen met de openbare lichamen en de eilandelijke woningcorporaties, in voor het verlagen van de huurlasten door het introduceren van een vorm van huurcompensatie en het vergroten van het aanbod van sociale huurwoningen. Dit is ook van belang voor de toegang van jongvolwassenen tot betaalbare doorstroomwoningen.

Activiteiten

Een ander belangrijk punt waar de Nationale ombudsman en Kinderombudsman op wijzen zijn voldoende naschoolse activiteiten voor jongvolwassenen die laagdrempelig en betaalbaar zijn.

Het Ministerie van VWS is reeds in gesprek met de drie openbare lichamen hoe bestaand aanbod een structureel karakter kan krijgen ofwel uitgebreid kan worden, zodat jongeren tussen de 13 en 23 jaar toegang hebben tot een gevarieerd activiteitenaanbod. Op Bonaire zijn al verschillende organisaties actief in het organiseren van naschoolse activiteiten. Op grond van een overzicht van bestaande activiteiten dat het openbaar lichaam zal opstellen, zal het Ministerie van VWS met het openbaar lichaam beoordelen in hoeverre het beschikbare aanbod toereikend en financieel toegankelijk is.

Per augustus 2020 heeft het Ministerie van VWS aan het openbaar lichaam Saba middelen beschikbaar gesteld om lokaal de bestaande naschoolse activiteiten voor jongeren structureel te financieren. Op Sint Eustatius is het aanbod van naschoolse activiteiten nog beperkt. Het openbaar lichaam Sint Eustatius gaat aan de slag om met lokale organisaties per 20212 een breed kwalitatief verantwoord activiteitenprogramma op te zetten, dat aansluit bij de ontwikkeling van jongeren. Het Ministerie van VWS heeft toegezegd hier middelen voor beschikbaar te stellen.

Opleidingsmogelijkheden, beroepsonderwijs en stage- en werkervaringsplekken

Het is belangrijk dat jongeren in Caribisch Nederland kansen krijgen op de arbeidsmarkt en erop worden voorbereid om in hun eigen levensonderhoud te kunnen voorzien. De Nationale ombudsman en Kinderombudsman vragen hier terecht aandacht voor. De scholen, openbare lichamen en ministeries werken aan het nog verder verbeteren van de aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt in Caribisch Nederland. Zo start in dit najaar een pilot voor loonkostensubsidie op Bonaire om zo meer mbo-studenten aan een beroepsbegeleidende leerweg (bbl) -plek te helpen en wordt er gewerkt aan het versterken van ondernemersvaardigheden van studenten. Verder wordt via de sociale kanstrajecten jongeren (SKJ-trajecten) gewerkt aan het terugleiden van schoolverlaters of het verder voorbereiden op deelname aan de arbeidsmarkt.

Arbeidsbemiddeling is een eilandelijke taak. Op de drie eilanden is hierbij gerede aandacht voor het trainen en opleiden van jongeren en jongvolwassenen, ook voor degenen zonder startkwalificatie. Het Ministerie van SZW is in gesprek met de eilanden over de continuïteit van dergelijke trajecten. Op termijn kan het jobcenter Bonaire – een samenwerkingsverband tussen het Openbaar lichaam Bonaire en de SZW-unit van de Rijksdienst Caribisch Nederland – bovendien een rol gaan spelen om jonge werkzoekenden te begeleiden bij het zoeken naar geschikte vacatures. Het jobcenter wordt naar verwachting in het najaar operationeel.

Buddy of vertrouwenspersoon

Ten slotte melden de Nationale ombudsman en de Kinderombudsman dat er behoefte is aan een buddy of vertrouwenspersoon die een jongere kan vertrouwen en waarbij de jongere zijn of haar verhaal kan doen. De buddy kan jongeren ondersteunen bij de stap naar volwassenheid en een voorbeeldfunctie hebben. Dit is een mooie en concrete aanbeveling. Het Ministerie van VWS zal samen met de openbare lichamen bezien hoe hieraan voor de eilanden het beste invulling kan worden gegeven, zodat in het eerste kwartaal van 2021 zicht is op welke stappen concreet gezet kunnen worden.

Vraag 4

Hoeveel is de gemiddelde Caribisch Nederlander kwijt aan preventieve maatregelen (extra hygiënemaatregelen, mondkapjes e.d.) om een COVID-19 besmetting te voorkomen? Zijn de inwoners van Caribisch Nederland in het algemeen in staat om die extra noodzakelijke kosten te dragen?

Antwoord 4

Momenteel is geen inzicht in het bedrag dat een gemiddelde inwoner van Caribisch Nederland kwijt is aan extra hygiëne maatregelen en mondmaskers om een besmetting met het coronavirus te voorkomen. De prijzen voor mondmaskers en desinfecterende gel variëren sterk. Ook is het bedrag dat iemand kwijt is, is afhankelijk van het gebruik. Vooralsnog zijn er geen signalen over de onbetaalbaarheid van dergelijke beschermingsmiddelen. Daarbij moet worden aangemerkt dat niet-medische mondmaskers ook zelf kunnen worden gemaakt en wassen met water en zeep in veel gevallen voldoende is. Indien nodig, kunnen de extra middelen die aan de openbare lichamen beschikbaar zijn gesteld om aanvullend vanuit het eilandelijk beleid een bijdrage te kunnen leveren aan het verzachten van de gevolgen van COVID-19 worden ingezet om beschermingsmiddelen te verstrekken.

Vraag 5

Is er een prognose voorhanden voor de vermoedelijke ontwikkeling van de kostenverlagingen in de komende jaren? Zo ja, bent u bereid om kwetsbare inwoners van Caribisch Nederland al dan niet structureel te compenseren voor het bedrag dat de kosten van levensonderhoud het sociaal minimum negatief beïnvloeden?

Antwoord 5

In het ijkpunt voor het sociaal minimum is voor iedere uitgavenpost een bedrag opgenomen. Voor een aantal kostenposten wijkt dit bedrag af van de werkelijke kosten omdat van ingezet beleid een kostenverlaging wordt verwacht en ook noodzakelijk is. Dit geldt voor kinderopvang en voor wonen. In de voortgangsrapportage ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch Nederland van 8 juli 2020 is voor deze kostenposten een tijdpad opgenomen voor de vermoedelijke ontwikkeling van de kostenverlagingen in de komende jaren.

Het Rijk en de openbare lichamen hebben in het programma BES(t) 4 kids dit jaar een belangrijke stap gezet in de richting van de bedragen die voor kinderopvang zijn opgenomen in het ijkpunt voor het sociaal minimum. Vooruitlopend op de wettelijke verankering van het stelsel voor kinderopvang in Caribisch Nederland is voor de periode 2020 – 2021 de tijdelijke subsidieregeling kinderopvang Caribisch Nederland ingesteld2. Met de tijdelijke subsidieregeling kunnen kinderopvangorganisaties en buitenschoolse voorzieningen op Bonaire en Sint Eustatius vanaf 1 juli 2020 in aanmerking komen voor een kostprijsverlagende subsidie. Inmiddels hebben 49 organisaties voor in totaal circa 1.700 kinderen een subsidie ontvangen. De tijdelijke subsidieregeling is een belangrijke volgende stap van het programma BES(t) 4 kids om de kinderopvang voor ouders meer toegankelijk te maken. Het streven is om de financiering in 2022 structureel in wetgeving te verankeren en daarmee ook de in het ijkpunt voor het sociaal minimum beoogde kostenverlaging te realiseren.

Op het gebied van wonen hebben het Rijk en de openbare lichamen voortvarend gewerkt aan wettelijke, juridische, financiële en praktische kaders om de gewenste verlaging van de gemiddelde huurlasten in de periode 2020–2025 mogelijk te maken. Deze kaders vormen essentiële stappen op weg naar de bedragen die voor wonen zijn opgenomen in het ijkpunt voor het sociaal minimum. Zoals aangegeven in de voortgangsrapportage ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch Nederland van 8 juli jl., gaat het om de inwerkingtreding van de Wet Maatregelen Huurwoningmarkt Caribisch Nederland, opstellen en aannemen van eilandsverordeningen waarmee die wet wordt uitgewerkt, de instelling van huurcommissies, de vormgeving van woningwaarderingstelsels en de vormgeving van een pilot om huurcompensatie uit te breiden naar de particuliere huursector. Hoewel de uitvoering van die pilot vertraging heeft opgelopen, onder andere door de situatie rondom COVID-19, blijft het streven om de pilot conform planning begin 2021 te starten. Het Ministerie van BZK is in gesprek met de RCN-unit SZW als beoogde uitvoerder van de pilot over de haalbaarheid van deze datum in relatie tot de uitvoering van de maatregelen uit het noodpakket.

Voor andere maatregelen om de kosten van levensonderhoud op het terrein van wonen te verlagen, zoals de uitbreiding van het aanbod van sociale huurwoningen, speelde de situatie rond COVID-19 initieel ook een vertragende rol. Momenteel wordt de bouwproductie echter conform planning uitgevoerd. De ambitie voor het verlagen van de kosten van levensonderhoud op het terrein van wonen, blijft daarmee in lijn met het tijdpad zoals weergegeven in de voortgangsrapportage van 8 juli jl. Die ambitie houdt in dat voorstellen voor het verlagen van de woonlasten worden geïmplementeerd door BZK en de openbare lichamen in 2021, waardoor de bedragen uit het ijkpunt voor wonen naar verwachting in 2022 grotendeels gerealiseerd kunnen zijn. Het effect van verlaging van woonlasten die wordt verwacht van de uitbreiding van het aanbod van sociale huurwoningen zal als gevolg van de benodigde bouwtijd later optreden.

Het compenseren voor de hoge kosten van levensonderhoud vooruitlopend op de beoogde verlaging van de kosten van levensonderhoud, zou betekenen dat het wettelijk minimumloon en de uitkeringen substantieel verhoogd moet worden. Alvorens deze keuze te maken, die al naar gelang de hoogte van het bedrag risico’s voor de economie en arbeidsmarkt met zich meebrengt, wordt eerst ingezet op het verlagen van de kosten van levensonderhoud. Het doel is dat de kosten worden teruggebracht tot een redelijk niveau zodat een situatie waarin alle inwoners van Caribisch Nederland in de minimale kosten van levensonderhoud kunnen voorzien.

Vraag 6

Wat is naar uw oordeel een redelijk niveau van de kosten van levensonderhoud? In hoeverre wijkt dat momenteel af van het werkelijke niveau van de kosten van levensonderhoud?

Antwoord 6

Om tot een sociaal minimum te kunnen komen moeten de kosten van levensonderhoud en de inkomens van inwoners in Caribisch Nederland met elkaar in balans worden gebracht.

De bedragen voor het ijkpunt sociaal minimum Caribisch Nederland zijn tot stand gekomen op basis van de bedragen uit het rapport van Regioplan (2018). Regioplan heeft in 2018 de noodzakelijke kosten van levensonderhoud op Bonaire, Sint Eustatius en Saba in kaart gebracht. Hieruit is gebleken dat de kosten van basale uitgaven nu voor veel mensen hoog zijn. De kosten moeten worden teruggebracht tot een redelijk niveau. Voor een aantal kostenposten waar van (ingezet) beleid een verlaging van de kosten wordt verwacht, is in het ijkpunt voor het sociaal minimum daarom een bedrag opgenomen dat afwijkt van het door Regioplan waargenomen bedrag voor de betreffende kostenpost. In hoeverre dat niveau afwijkt van het werkelijke niveau van de kosten van levensonderhoud is opgenomen in tabel 1 van de voortgangsrapportage ijkpunt sociaal minimum van 27 juni 20193.

Vraag 7

In de kabinetsbrief van 8 juli jl. staat dat «de eilandbesturen het belang [hebben] benadrukt van het structureel verlagen van de kosten van levensonderhoud. Niet alleen als het gaat om energie, telecom en drinkwater, maar ook andere kostenposten.» Om welke «andere kostenposten» gaat het?

Antwoord 7

De eilandbesturen hebben het belang benadrukt van het structureel verlagen van de kosten van levensonderhoud. Niet alleen als het gaat om energie, telecom en drinkwater, maar ook importtarieven.

Vraag 8

Valt er iets te zeggen over het aantal inwoners in Caribisch Nederland die niet op de hoogte zijn van hun eventuele recht op toeslagen of compensatie?

Antwoord 8

Er is geen cijfermatige informatie beschikbaar over het aantal inwoners in Caribisch Nederland dat niet op de hoogte is van hun eventuele recht op toeslagen of compensatie. Voor het kabinet staat voorop dat inwoners van Caribisch Nederland moeten merken dat zij erop vooruitgaan. Een voorwaarde hiervoor is dat inwoners de weg weten te vinden naar de voorzieningen die beschikbaar zijn. De RCN-unit SZW spant zich daarom in om inwoners van Caribisch Nederland te informeren. Per doelgroep wordt afgewogen op welke manieren dat het beste kan gebeuren. Door middel van radiospotjes, interviews op lokale radiostations, krantenadvertenties en informatie op sociale media worden inwoners van Caribisch Nederland bereikt. Dit geldt niet alleen voor de maatregelen die per 1 januari 2020 zijn ingegaan, maar ook voor de maatregelen uit het noodpakket voor Caribisch Nederland.

Vraag 9

Kunt u aangeven wat de impact van de coronacrisis is op de behoefte aan schuldhulpverlening op de eilanden?

Antwoord 9

Het voorkomen van schulden en het helpen van mensen met financiële problemen is cruciaal om armoede en andere maatschappelijke problemen tegen te gaan. Schuldhulpverlening is een eilandelijke taak. Uit gesprekken met de openbare lichamen komt naar voren dat zij de dienstverlening op dit vlak willen versterken en – mogelijk ook gegeven de huidige situatie – de behoefte hebben om meer aan voorlichting te doen, bijvoorbeeld over budgetbeheer.

Met de noodpakketten zijn extra middelen aan de openbare lichamen beschikbaar gesteld om aanvullend vanuit het eilandelijk beleid een bijdrage te kunnen leveren. Deze middelen kunnen door de openbare lichamen ingezet worden voor het versterken van de schuldhulpverlening. Daarnaast ondersteunt het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid actief de expertise- en beleidsontwikkeling rond schuldhulpverlening in Caribisch Nederland. Zo is het NIBUD in opdracht van het ministerie in september begonnen met een training-op-afstand voor schuldhulpverleners en beleidsmedewerkers op de drie eilanden. Bij de ondersteuning door SZW zijn de verzoeken van de eilanden leidend.

Vraag 10

Hoeveel inwoners in Caribisch Nederland kunnen thans geen woning betalen?

Antwoord 10

Hierover zijn geen gegevens beschikbaar. Uit het onderzoek van Regioplan (2018, Onderzoek naar een ijkpunt voor een sociaal minimum in CN) blijkt dat 40 procent van de huishoudens een (bij het CBS geregistreerd) inkomen heeft dat lager is dan voor de gemiddelde kosten van levensonderhoud nodig is4. Bekend is dat woonlasten een substantieel deel van de kosten van levensonderhoud vormen. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zet zich, samen met de Openbare Lichamen, daarom in voor het verlagen van de woonlasten, onder andere door het introduceren van een vorm van huurcompensatie en het vergroten van het aanbod van sociale huurwoningen.

Vraag 11

Welke maatregelen neemt de regering om duurzame eigen energieopwekking te stimuleren?

Antwoord 11

Duurzame eigen energieopwekking hoeft in Caribisch Nederland niet gestimuleerd te worden. De jaarproductie van een zonnepaneel is in Caribisch Nederland twee keer zo hoog als in Europees Nederland. Het elektriciteitstarief in Caribisch Nederland en Europees Nederland is weliswaar vergelijkbaar, maar bestaat in Europees Nederland voor een groot deel uit belastingen en heffingen, terwijl het in Caribisch Nederland slechts de productie- en distributiekosten weerspiegelt. Hierdoor is het voor draagkrachtige huishoudens aantrekkelijk om zonnepanelen te plaatsen. Te aantrekkelijk, want de verkopen door het gemeenschappelijke eilandelijke elektriciteitsbedrijf dreigen hierdoor te dalen. Hierdoor worden de vaste kosten in steeds grotere mate bij de klanten die geen eigen zonnepanelen hebben (bijvoorbeeld arme huishoudens) neergelegd. Om dit effect te voorkomen was bij alle drie de openbare lichamen een verbod om een eigen elektriciteitsopwekking (zonnepanelen) van toepassing voor klanten van het eilandelijke elektriciteitsbedrijf. In de wet elektriciteit en drinkwater BES zijn de mogelijkheden voor duurzame eigen energieopwekking verbeterd. Een klant van een eilandelijk elektriciteitsbedrijf mag een eigen elektriciteitsopwekking hebben, maar deze klant kan een eventueel overschot aan zelf geproduceerde elektriciteit niet met een latere afname uit de eilandelijke voorziening «salderen» (het wegstrepen van aan het net geleverde elektriciteit tegen later uit het net afgenomen elektriciteit).

Vraag 12

Wanneer worden er naar verwachting concrete stappen gezet in de planvorming voor verbetering van de ferryverbinding tussen de bovenwindse eilanden?

Antwoord 12

De planvorming vindt momenteel plaats en er is uitvoerig contact tussen het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Saba en Sint Eustatius. Saba en Sint Eustatius hebben concrete plannen aangedragen voor de verbetering van de ferryverbinding en hierover vindt momenteel de laatste afstemming plaats. De verwachting is dat voor het einde van het jaar concrete stappen door Saba en Sint Eustatius worden ondernomen, zodat wanneer de covid-19 situatie het toelaat de plannen voor de verbetering van de ferryverbinding daadwerkelijk kan worden uitgevoerd.

Vraag 13

Is het jobcentrum op Bonaire inmiddels operationeel?

Antwoord 13

De verwachting is dat het jobcentrum later dit najaar volledig operationeel zal zijn. Dit is later dan verwacht vanwege vertraging bij het opleveren van de beoogde locatie voor het jobcentrum, mede als gevolg van de coronacrisis. Tegelijkertijd werken het Openbaar lichaam Bonaire en de RCN-unit SZW, onder leiding van de reeds aangestelde teamleider voor het jobcentrum, al wel nauw samen op het gebied van arbeidsbemiddeling. Daarbij gaat niet alleen aandacht uit naar de voorbereidingen voor het gezamenlijke één loket, maar ook naar de bemiddeling van werkzoekenden, contacten met werkgevers en het trainen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

Vraag 14

Wat zijn de huidige cijfers van het aantal werklozen op Bonaire, Saba en Sint Eustatius? Wat is het effect van de coronacrisis geweest op deze cijfers?

Antwoord 14

De meest recente werkloosheidscijfers, zoals verzameld door het CBS, zijn over het jaar 2018. In 2018 was het werkloosheidspercentage op Bonaire, Sint Eustatius en Saba respectievelijk 3,2 procent, 4,3 procent en 2,3% procent. Cijfers over de uitvoering van de in verband met de coronacrisis getroffen Tijdelijke subsidieregeling loonkosten en inkomensverlies CN duiden op een toename van de werkloosheid in korte tijd. Momenteel doen circa 400 gewezen werknemers die als gevolg van de coronacrisis met baanverlies zijn geconfronteerd, een beroep op subsidie in het kader van deze regeling. Daarnaast laat het beroep op de onderstand een aan de coronacrisis gerelateerde stijging zien van enkele tientallen. Recentelijk is de situatie met betrekking tot het coronavirus verdere verslechterd, met name op Bonaire en Sint Eustatius. Reeds genomen en mogelijk nog te nemen maatregelen zijn al snel van invloed op het toerisme en daarmee ook op de werkgelegenheid. Het effect van de coronacrisis op de werkgelegenheid is daarmee vooralsnog met onzekerheid omgeven.

Vraag 15

Wanneer ontvangt de Kamer meer informatie over de mogelijkheden om de hoge kosten van nutsvoorzieningen in Caribisch Nederland structureel te verlagen? Kunnen hier naar verwachting reeds stappen in gezet worden voordat er wordt besloten, indien noodzakelijk, de tijdelijke maatregelen in verband met COVID-19 in de vorm van subsidies voor nutsvoorzieningen te verlengen?

Antwoord 15

In de voortgangsrapportage ijkpunt bestaanszekerheid 2020 is opgenomen dat het kabinet de mogelijkheden beziet om structureel tot een verlaging van de kosten van energie, telecom en drinkwater te komen, als onderdeel van een te ontwikkelen strategie voor een duurzame economische ontwikkeling van de eilanden. En dat dit onderwerp betrokken zal worden bij de brede besluitvorming over vervolgstappen om de effecten van de crisis als gevolg van COVID-19 te verzachten.

De uitkomst hiervan is, zoals aangekondigd in de brief over het steun- en herstelpakket van 28 augustus 2020, dat de tijdelijke verlaging van de tarieven van energie en telecom – wordt verlengd met een kalenderjaar tot 1 januari 2022. In het voorjaar van 2021 wordt bezien of de situatie op dat moment vraagt om verdere verlenging.

De coronacrisis heeft het verlagen van de kosten van elektriciteit urgenter gemaakt. Daarom heeft het kabinet ervoor gekozen als directe maatregel de netwerkkosten te verlagen. Het vaste tarief voor klanten is op nul gesteld. Deze maatregel is onlangs verlengd tot en met 2021. Een ander gevolg van de coronacrisis is dat de brandstofkosten sterk gedaald zijn. Het variabele tarief (het kWh/tarief) is hierdoor een stuk beter betaalbaar geworden. Het kabinet heeft niet gekozen voor financiële ondersteuning van investeringen in duurzame elektriciteitsproductie.

Voor de ontwikkeling van de kosten voor telecom verwijs ik u verder naar de brief van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 10 september jl.5 waarin wordt ingegaan op een door de Autoriteit Consument en Markt uitgevoerd onderzoek. Uit dit onderzoek volgt dat de belangrijkste reden voor de hoge tarieven niet-beïnvloedbare omstandigheden van de eilanden zijn. Vanwege de coronacrisis zijn de tarieven voor telecom tijdelijk verlaagd tot eind 2021. Voor een structurele subsidie vanuit het Rijk is het logisch dat een volgend kabinet deze keuze maakt, aangezien het gaat om de periode vanaf 2022. Op dit moment zijn hier geen middelen voor gereserveerd.

Voor drinkwater geldt, net als voor energie en telecom, dat de tijdelijke verlaging van de tarieven wordt verlengd met een kalenderjaar tot 1 januari 2022. In het voorjaar van 2021 wordt bezien of de situatie op dat moment vraagt om verdere verlenging. Het kabinet is voornemens om in het onderzoek naar de mogelijkheden om de kosten van drinkwater voor inwoners van Caribisch Nederland structureel te verlagen, een breed scala aan opties te onderzoeken. Naar verwachting zullen de resultaten van het onderzoek medio 2021 beschikbaar zijn.

Vraag 16

De verlaging van de kosten van levensonderhoud heeft vertraging opgelopen. Kunt u in een tabel aangeven per kostenpost hoeveel hoger de kosten van levensonderhoud zijn dan bij de originele berekening van het ijkpunt sociaal minimum bedacht was?

Antwoord 16

Zoals aangegeven in de voortgangsrapportage ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch Nederland van 8 juli jl., heeft het voorbereiden van structurele verlagingen in de kosten van levensonderhoud deels vertraging opgelopen door een noodzakelijke herprioritering bij het Rijk en de openbare lichamen als gevolg van COVID-19. Intussen is in een gezamenlijke inzet en vanuit eigen verantwoordelijkheden mogelijke vertraging grotendeels ingelopen. De ambitie voor het verlagen van de kosten van levensonderhoud op het terrein van kinderopvang en wonen, blijft daarmee in lijn met het tijdpad zoals weergegeven in de voortgangsrapportage van 8 juli jl.

Vraag 17

Kunt u aangeven wat de gevolgen zijn van de economische crisis voor het besteedbaar inkomen in 2020 en 2021?

Antwoord 17

Het effect van de economische crisis voor het besteedbaar inkomen in 2020 en 2021 is nog niet bekend. Dit omdat de CBS-inkomensstatistieken, zoals in het antwoord op vraag 1 is vermeld, met twee jaar vertraging beschikbaar komen omdat belastingen met een vertraging van twee jaar definitief vastgesteld worden.

Dit laat onverlet dat de coronapandemie grote economische gevolgen heeft voor Caribisch Nederland. De gevolgen voor kleinschalige samenlevingen die zwaar leunen op toerisme is enorm. Dit zal ook gevolgen hebben voor het besteedbaar inkomen van inwoners in Caribisch Nederland. Het kabinet kiest daarom, net als in Europees Nederland, voor een stevig steun- en herstelpakket. Hiermee wordt inkomensondersteuning geboden, maar kan niet elk verlies van werk en inkomen worden voorkomen. Het kabinet heeft de tijdelijke subsidieregeling loonkosten en inkomensverlies met negen maanden verlengd. Deze verlenging zal gepaard gaan met een aantal aanpassingen om de regeling meer in lijn te brengen met het reguliere beschermingsniveau in Caribisch Nederland zoals dat ook in Europees Nederland gebeurt. Eind 2020 wordt bezien hoe deze regeling gedurende de resterende looptijd verder afgebouwd kan worden indien de economische situatie dit op dat moment toelaat. In samenhang met deze regeling worden middelen aan de openbare lichamen toegekend voor aanvullend eilandelijk beleid. Verder wordt net als in Europees Nederland via flankerend beleid de dienstverlening met betrekking tot arbeidsbemiddeling tijdelijk geïntensiveerd. Voor het besteedbaar inkomen is verder van belang dat de eerdere noodmaatregel voor Caribisch Nederland – de tijdelijke verlaging tarieven energie, telecom en drinkwater – is verlengd met een kalenderjaar tot 1 januari 2022. In het voorjaar van 2021 wordt bezien of de situatie op dat moment vraagt om verdere verlenging.

Vraag 18

Kunt u aangeven wat er aan de inkomstenkant georganiseerd zal worden om de vertraging op het gebied van de verlaging van de kosten te compenseren?

Antwoord 18

De ambitie voor het verlagen van de kosten van levensonderhoud op het terrein van kinderopvang en wonen is vooralsnog in lijn met het tijdpad zoals weergegeven in de voortgangsrapportage van 8 juli jl. Het kabinet is daarom niet voornemens om de vertraging via de inkomenskant te compenseren. Het compenseren voor een vertraging in het verlagen van de kosten van levensonderhoud via de inkomenskant, zou bovendien betekenen dat het wettelijk minimumloon en de uitkeringen substantieel verhoogd moet worden. Alvorens deze keuze te maken, die al naar gelang de hoogte van het bedrag risico’s voor de economie en arbeidsmarkt met zich meebrengt, blijft het kabinet inzetten op het realiseren van de benodigde verlaging van de kosten van levensonderhoud.

Om de druk op de kosten van levensonderhoud te verlagen heeft het kabinet een aantal tijdelijke maatregelen getroffen om de tarieven voor energie, telecom en drinkwater te verlagen. Deze tijdelijke maatregelen zijn recent verlengd met een kalenderjaar tot 1 januari 2022. Voor alle gebruikers in Caribisch Nederland is een aftrekpost op de rekening verleend ter hoogte van het vaste aansluittarief voor elektriciteit en water. Voor Saba is er geen vastrecht en gaat het om vergroting van de opslagcapaciteit van water (cisterne) om op die wijze in kostenreductie te voorzien. Voor telecom is eveneens een aftrekpost op de rekening geïntroduceerd voor het gebruik van internet met $ 25 per abonnee.


X Noot
1

Kamerstuk 35 420, nr. 25.

X Noot
3

Kamerstuk 35 000 IV, nr. 61.

X Noot
4

Hierbij moet worden aangemerkt dat informele inkomsten door het CBS niet worden meegenomen, maar in praktijk wel vaak voorkomen.

X Noot
5

Kamerstuk 26 643, nr. 710.

Naar boven