Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 oktober 2020
Mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid informeer ik u hierbij over de
bestendiging van de ondermijningsaanpak in het Caribisch deel van het Koninkrijk.
In het kader van een projectmatige aanpak worden sinds 2016 extra middelen en capaciteit
beschikbaar gesteld aan het Recherche Samenwerkingsteam (RST), het Parket van de procureur-generaal
(hierna: OM) en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (hierna: Hof) ten behoeve van
een effectieve ondermijningsaanpak.
Op 10 oktober 2019 hebben de Kamerleden Van Raak (SP) en Bosman (VVD) tijdens de begrotingsbehandeling
van Hoofdstuk 4 Koninkrijksrelaties een motie ingediend1 met het verzoek snel met een voorstel te komen voor de continuering van de projectaanpak,
genaamd Team Bestrijding Ondermijning (TBO), en de Kamer hierover te informeren.
Op 7 oktober 2019 heb ik in een brief over de resultaten van de projectaanpak TBO 2016–2019 gerapporteerd.2 Daarin heb ik reeds benadrukt dat ik de ondermijningsaanpak zowel succesvol als noodzakelijk
acht. De aanpak heeft succesvol corruptie, belastingfraude, witwassen, valsheid in
geschrifte, oplichting en verduistering door politically exposed persons en private
ondernemingen aan het licht gebracht, er is vervolging ingesteld en veroordelingen
hebben plaatsgevonden. Door de versterkte inzet is er een beter zicht gekregen op
corruptie en witwassen in het Caribisch deel van het Koninkrijk. De onderzoeken hebben
doorgaans een (zwaar) financieel-economisch component en een grensoverschrijdend karakter.
De onderzoeken worden uitgevoerd binnen de autonome bevoegdheden van de landen en
binnen het gezagsgebied van de procureur-generaal van Curaçao, van Sint Maarten, en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.3
Hoewel deze resultaten bemoedigend zijn, moet ik tegelijkertijd ook constateren dat
continuering van de ondermijningsaanpak noodzakelijk is om deze criminaliteitsvormen
op een duurzame manier te bestrijden. Er is focus en een lange adem nodig om de uitdagingen
werkelijk het hoofd te bieden. Daarbij moet ik erkennen dat de problematiek zich niet
goed leent voor een projectmatige aanpak zoals deze nu is vormgegeven. Voor een blijvend
resultaat is een structurele, integrale en gezamenlijke aanpak van de landen binnen
het Koninkrijk noodzakelijk om te komen tot een breed en duurzaam maatschappelijk
verzet alsook het versterken van de weerbaarheid van openbaar bestuur. Mede gezien
de criminaliteitsrelatie tussen het Caribisch en Europees deel van het Koninkrijk
en het door Nederland opgestart breed offensief tegen de georganiseerde criminaliteit
is dit van groot belang.
Daarom stelt het Nederlandse kabinet structureel middelen beschikbaar om de tijdelijke
en projectmatige aanpak om te zetten naar een structurele versterking van de betrokken
organisaties. Hiervoor is vanaf 2022 jaarlijks € 12 miljoen in de begroting van Koninkrijksrelaties
gereserveerd waarmee structureel capaciteit kan worden toegevoegd aan het RST, het
OM en het Hof. Daarmee komt de projectmatige aanpak, die bekend is komen staan als
het TBO, tot een einde en dragen de organisaties zorg voor de verdere inbedding binnen
de reguliere sturings- en verantwoordingslijnen.
De motie van de Kamerleden Van Raak en Bosman van 10 oktober 2019 beschouw ik hiermee
als afgedaan.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops