35 561 Parlementaire enquête aardgaswinning in Groningen

Nr. 4 BRIEF VAN HET PRESIDIUM

Aan de Leden

Den Haag, 28 juni 2022

Het Presidium legt hierbij, conform artikel 7.35 lid 2 van het Reglement van Orde, aan u voor het verzoek van de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen bij brief van 22 juni 2022 om advies te vragen aan de Algemene Rekenkamer inzake de berekening gasbaten.

Het Presidium stelt u voor in te stemmen met het bijgevoegde verzoek en dit door te geleiden aan de Algemene Rekenkamer.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Vera Bergkamp

BIJLAGE 1 BRIEF VAN DE PARLEMENTAIRE ENQUÊTECOMMISSIE AARDGASWINNING GRONINGEN

Aan het Presidium

Den Haag, 22 juni 2022

Geachte mevrouw Bergkamp,

De parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen is voornemens de Tweede Kamer een voorstel te doen voor een verzoek aan de Algemene Rekenkamer.

Graag vraag ik het Presidium van de Tweede Kamer dit voorstel voor instemming door te geleiden aan de Kamer conform artikel 6 van de Regeling parlementair en extern onderzoek.

De Tweede Kamer heeft op 9 februari 2021, overeenkomstig artikel 2 van de Wet op de parlementaire enquête 2008, besloten een parlementaire enquête te houden naar de aardgaswinning in Groningen (Handelingen II 2020/21, nr. 54, item  ). De enquêtecommissie aardgaswinning Groningen heeft in haar onderzoek kennisgenomen van het rapport «Besteding van aardgasbaten: feiten, cijfers en scenario’s» van de Algemene Rekenkamer uit 2014 Kamerstuk (Kamerstuk 34 000 XIII, nr. 10). Bezien vanuit de taakopdracht van de enquêtecommissie aardgaswinning Groningen bevatte dit rapport relevante cijfers en berekeningen. De enquêtecommissie aardgaswinning Groningen zou daarom graag beschikken over dezelfde cijfers en berekeningen uit dit rapport uit 2014, maar dan geactualiseerd tot en met 2021.

De enquêtecommissie aardgaswinning Groningen acht daarbij vanzelfsprekend de Algemene Rekenkamer de meest geëigende partij om dit verzoek aan voor te leggen. Om die reden wordt de Tweede Kamer voorgesteld de Algemene Rekenkamer te verzoeken deze actualisatie van hun berekeningen uit 2014 te laten uitvoeren en publiceren, waarin antwoord wordt gegeven op de volgende vragen:

  • 1. Wat zou thans (per 1/1/2022) de waarde zijn van een fonds indien Nederland gekozen zou hebben, conform de in het Rekenkamerrapport uit 2014 beschreven «Noorse variant», voor het beleggen van de gasbaten in een fonds met een fictief rendement van 5,7% en een jaarlijkse onttrekking aan het fonds van 4% (ofwel, conform de berekeningswijze die in 2014 is gehanteerd).

  • 2.

    • a.) Wat zou thans (per 1/1/2022) de waarde zijn van een fonds indien gasbaten jaarlijks opzij gezet zouden zijn in een fonds tegen een risicovrije rente, ofwel de rente op staatsobligaties?

    • b.) Welk bedrag zou in een dergelijk fonds gezeten hebben (per 1/1/2022) bij een onttrekking van 4% van het fondsvermogen per jaar?

    • c.) Welk bedrag zou in een dergelijk fonds gezeten hebben (per 1/1/2022) als er niets aan het fondsvermogen onttrokken zou zijn?

De vragen 2b en 2c zijn mede ingegeven door enkele noties uit de toenmalige kabinetsreactie op genoemd rapport van de Algemene Rekenkamer, waarin de suggestie werd gedaan om dit type berekeningen te baseren op verschillende rendementsveronderstellingen, hetgeen in deze vraagstelling ook is vertaald.

De parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen spreekt de hoop uit dat de Algemene Rekenkamer in dit verzoek kan bewilligen en spreekt de wens uit dat beantwoording alsdan in de maand september 2022 zou kunnen plaatsvinden.

Conform artikel 7.4, vierde lid, van het Reglement van Orde is de vaste commissie voor de Rijksuitgaven heeft de enquêtecommissie advies ingewonnen bij de vaste commissie voor de Rijksuitgaven inzake dit verzoek. De vaste commissie voor de Rijksuitgaven heeft een positief advies uitgebracht. Voor de volledigheid is dit advies bijgevoegd.

De voorzitter van de parlementaire enquêtecommissie, Van der Lee

De griffier van de parlementaire enquêtecommissie, Israel

BIJLAGE 2 BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR DE RIJKSUITGAVEN

Aan voorzitter van de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen

Den Haag, 17 juni 2022

Op 17 juni 2021 heeft de vaste commissie voor de Rijksuitgaven van u een brief ontvangen met het verzoek om (conform artikel 7.4, vierde lid, Reglement van Orde Tweede Kamer) aan uw commissie een advies uit te brengen over een conceptverzoek van de Tweede Kamer aan de Algemene Rekenkamer om een onderzoek in te stellen naar de besteding van aardgasbaten. Het gaat daarbij in het bijzonder om een verzoek om actualisatie van cijfers en berekeningen van de Algemene Rekenkamer, zoals die zijn weergeven in diens publicatie «Besteding van aardgasbaten: feiten, cijfers en scenario’s» uit 2014 (Kamerstuk 34 000 XIII, nr. 10).

Advies

De vaste commissie voor de Rijksuitgaven brengt een positief advies uit over het verzoek en bericht de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen hierbij dat het verzoek, inclusief het advies van de vaste commissie voor de Rijkuitgaven, door uw commissie ter besluitvorming aan de plenaire vergadering kan worden voorgelegd.

Een onderbouwing van ons advies vindt u hieronder.

Toetsing aan criteria

De vaste commissie voor de Rijksuitgaven heeft het verzoek getoetst aan de hieronder genoemde criteria voor verzoeken van de Kamer aan de Algemene Rekenkamer.

  • 1. Heeft de Algemene Rekenkamer voldoende bevoegdheden?

  • 2. Beschikt de Algemene Rekenkamer over de vereiste kennis en expertise?

Ja, de Algemene Rekenkamer beschikt, gezien de eerder publicatie van dergelijke cijfers en berekeningen in hun publicatie «Besteding van aardgasbaten: feiten, cijfers en scenario’s» uit 2014 over voldoende bevoegdheden en de vereiste kennis en expertise om dit onderzoek uit te voeren.

  • 3. Heeft uitvoering door de Algemene Rekenkamer meerwaarde?

Uitvoering van dit onderzoek door de Algemene Rekenkamer heeft meerwaarde in vergelijking met soortgelijk onderzoek door een extern of commercieel onderzoekbureau vanwege de toegang van de Algemene Rekenkamer tot de benodigde informatie en de eerdere ervaring met de methode (berekeningswijze) om te komen tot de door de enquêtecommissie verzochte informatie.

  • 4. Is de probleemstelling en vraagstelling helder?

  • 5. Is helder op welk termijn het onderzoek moet plaatsvinden?

De vraagstelling bouwt door op de eerder gebruikte methode van de Algemene Rekenkamer, is helder geformuleerd en afgebakend in tijd.

Tevens is duidelijk aangegeven wanneer de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen wenst te beschikken over de gevraagde informatie. Het gaat daarbij om een verzoek om resultaat op zeer korte termijn. We zijn ons terdege bewust dat dit mogelijk een zware belasting kan zijn voor de Algemene Rekenkamer.

Echter, gegeven het feit dat het hier gaat om benodigde informatie voor een enquêtecommissie, welke de resultaten nodig heeft voor opvolgende werkzaamheden, en het gaat om een actualisatie van eerder door de Algemene Rekenkamer uitgevoerd onderzoek, menen we dat dit geen belemmering oplevert voor een positief advies.

De voorzitter van de commissie, Sneller

De griffier van de commissie, Schukkink

Naar boven