35 420 Noodpakket banen en economie

Nr. 89 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juni 2020

Met deze brief ga ik in op het verzoek van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat van 17 juni 2020 om de uitvoering van de motie Moorlag aangaande de hardheidsclausule Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren (TOGS) nader toe te lichten. Daarnaast geef ik mijn oordeel aan de Kamer over twee moties over de TOGS die zijn ingediend tijdens het debat van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) dat plaatsvond op 24 juni jl.(Handelingen II 2019/20, nr. 87).

Hardheidsclausule

In de motie Moorlag, die door de Kamer op 26 mei jl. is aangenomen,1 werd het kabinet verzocht een hardheidsclausule op te nemen in de TOGS-regeling zodat ondernemers die in vergelijkbare situaties verkeren aanspraak kunnen maken op de regeling. In de brief die ik op 12 juni jl. aan uw Kamer heb gestuurd2, is toegelicht hoe mijn ministerie invulling heeft gegeven aan deze motie. Zoals eerder aangegeven is de enige manier om zo veel mogelijk ondernemers in deze crisis snel van een tegemoetkoming te voorzien, deze geautomatiseerd, langs eenvoudige beslisregels toe te kennen. Bij het aanvraagproces is daarom onder meer gebruik gemaakt van SBI-codes. Dit uitgangspunt is verankerd in de TOGS-beleidsregel. Ondernemers komen dus in eerste instantie wel of niet in aanmerking op basis van hun SBI-code waarmee zij staan ingeschreven in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel (KvK).

Om ondernemers tegemoet te komen die menen onder een onjuiste SBI-code geregistreerd te staan bij KvK, waardoor zij niet in aanmerking komen voor de TOGS, hebben we een maatwerkprocedure ingericht. Ondernemers kunnen hier een melding van maken bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). RVO.nl toetst in samenwerking met KvK deze verzoeken op redelijkheid en billijkheid en aan de hand van de economische activiteit waarmee de onderneming in het Handelsregister staat ingeschreven. Hiermee worden dus individuele ondernemers geholpen die in een identieke situatie verkeren als ondernemers die al onder de TOGS vallen. Inmiddels zijn een kleine vijfduizend meldingen van ondernemers via deze maatwerkaanpak positief beoordeeld. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de hardheidsclausule die op grond van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is.

Het via de hardheidsclausule toelaten van ondernemers zonder te kijken naar SBI-codes is niet wenselijk vanwege de in de beleidsregel vastgelegde aanvraagprocedure via SBI-codes, en zou significante risico’s met zich meebrengen omdat daarmee de afbakening van de regeling vervaagt. Met de hierboven beschreven werkwijze wordt mijns inziens maximaal invulling gegeven aan de motie Moorlag.

Moties met verzoek tot uitbreiding TOGS-regeling

Tijdens het debat van SZW op 24 juni 2020 hebben de leden Van Haga en Baudet twee moties ingediend over de TOGS-regeling (Kamerstuk 35 473, nrs. 16 en 17). Deze moties zijn door de Minister van SZW doorgeleid naar het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. De leden dienen beide moties in overwegende dat een eerdere motie3 van hen is aangenomen waarin werd gevraagd ruimhartig om te gaan bij het vaststellen van de SBI-codes. De eerste motie «verzoekt de regering de SBI-code voor ballonvaart toe te voegen aan de lijst met codes die in aanmerking komen voor steun» binnen de TOGS-regeling. De tweede motie verzoekt de regering de SBI-code van huiswerkbegeleiding toe te voegen.

Met de uitbreiding van de TOGS die op 15 april jl. is gedaan, is destijds recht gedaan aan het verzoek van de leden Baudet en Van Haga om ruimhartig te zijn bij het vaststellen van SBI-codes. In de brief van 12 juni 2020 is ook een aantal correcties aangekondigd waardoor een aantal SBI-codes, waaronder bijvoorbeeld die van handelaren van caravans, is opgenomen op de lijst getroffen sectoren van de TOGS-regeling.

In de brief van 12 juni jl. is tevens de laatste mutatie van de TOGS-regeling aangekondigd. Elke vastgestelde grens brengt immers weer nieuwe grensgevallen teweeg. Deze rafelranden zijn helaas onvermijdelijk. Overwegende het bovenstaande moet ik beide moties dus ontraden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer


X Noot
1

Kamerstuk 35 438, nr. 13

X Noot
2

Kamerstuk 35 420, nr. 80

X Noot
3

Kamerstuk 25 295, nr. 215

Naar boven