Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 februari 2021
De Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) kent een bijzonder hoog aantal aanvragen. Voor
de TVL voor het vierde kwartaal van 2020 zijn meer dan 90.000 aanvragen ingediend.
Voor de TVL voor het eerste kwartaal van 2021, die vorige week maandag openging, staat
de teller inmiddels op ruim 52.000 aanvragen.
Ondernemers hebben een grote behoefte aan liquiditeit. Daarom is de uitvoering van
de TVL zo ingericht dat zo veel mogelijk ondernemers zo snel mogelijk een voorschot
krijgen uitgekeerd. Dit vereist een uitvoering die grotendeels geautomatiseerd is.
Meer complexere aanvragen worden handmatig beoordeeld, binnen dezelfde kaders van
de regeling. Voor een klein aantal ondernemers kan de toepassing van de regeling tot
een schrijnende situatie leiden.
Uw Kamer heeft de motie van het lid Amhaouch aangenomen die vraagt een oplossing te
creëren voor schrijnende gevallen en deze op individuele basis opnieuw te beoordelen
door binnen de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) daar een aparte commissie
voor in te richten1. Op de volgende wijze geef ik invulling aan deze motie.
Op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan het bevoegd gezag in bepaalde
gevallen afwijken van de regels indien de nadelige gevolgen van een besluit onevenredig
zouden zijn in verhouding tot het met het besluit te dienen doel. RVO.nl zal van deze
bevoegdheid gebruik gaan maken om individuele zaken opnieuw te beoordelen. De Awb
biedt ruimte om in bijzondere gevallen een dergelijk afwijkend besluit te nemen. Deze
wet biedt geen ruimte om dat alleen te doen omdat een besluit nadelig uitpakt voor
een ondernemer. Het gaat om zeer uitzonderlijke gevallen waarin het besluit onevenredig
nadelig zou uitpakken. Factoren die een rol kunnen spelen zijn of de beoordelings-
en beslissingsruimte die de regeling het bestuur laat, of omstandigheden waarop de
ondernemer zich beroept al dan niet in de regeling zijn verdisconteerd en de mate
waarin de beslissing ingrijpt in het leven van de ondernemer en of daarbij fundamentele
rechten aan orde zijn.
U kunt daarbij denken aan een onderneming die in de referentieperiode te kampen heeft
gehad met brand, ernstige ziekte of een overlijden in de directe omgeving, waardoor
deze geen referentieomzet heeft en daarom niet in aanmerking komt voor de TVL. De
wet laat niet toe dat er in algemene zin van de voorwaarden in de TVL regeling afgeweken
kan worden, bijvoorbeeld omdat de referentiesystematiek voor bepaalde ondernemers
ongunstig uitpakt. Mijn ministerie inventariseert op dit moment, zoals verzocht in
de motie van het lid Aartsen2, met branche-organisaties en de Vereniging Nederlandse Gemeenten hoeveel ondernemers
problemen met de referentiesystematiek hebben en waar dat door komt. Ik zal uw Kamer
daar eind maart over informeren.
Binnen RVO.nl wordt een commissie ingericht die als klankbordgroep gaat fungeren voor
de afdelingen die aanvragen en bezwaarschriften behandelen. De commissie zal gaan
adviseren over de richtlijnen waarmee bijzondere zaken beoordeeld gaan worden en zal
tevens advies geven over de beoordeling van individuele zaken. De commissie zal niet
over alle individuele gevallen hoeven te adviseren op het moment dat er meerdere vergelijkbare
zaken spelen. De commissie kan in dat geval een advies geven over de criteria waarlangs
deze zaken kunnen worden beoordeeld. Deze beoordeling kan tijdens de aanvraagprocedure
of tijdens een eventuele bezwaarprocedure plaatsvinden.
Deze bijzondere gevallen komen via verschillende kanalen bij RVO.nl en/of het Ministerie
van Economische Zaken en Klimaat op tafel. RVO.nl heeft een maatwerkteam ingericht
waar al deze zaken samenkomen. Daarmee wordt ervoor gezorgd dat alle bijzondere gevallen
ook daadwerkelijk als zodanig behandeld gaan worden en er goed en snel met de betreffende
ondernemers contact wordt onderhouden.
Hiermee bied ik binnen de mogelijkheden die ik heb een oplossing voor ondernemers
voor wie een te strikte toepassing van de regels buitengewoon onevenredig uitpakt.
Het zal echter geen oplossing gaan bieden voor alle ondernemers die niet of in onvoldoende
mate in aanmerking komen voor de TVL en die daardoor financieel getroffen worden.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer