35 358 Wijziging van de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie, de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten en enkele andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/957 van het Europees Parlement en de Raad van 28 juni 2018 tot wijziging van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten (PbEU 2018, L 173) (Implementatiewet herziene detacheringsrichtlijn)

Nr. 13 AMENDEMENT VAN DE LEDEN GIJS VAN DIJK EN SMEULDERS TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 121

Ontvangen 12 mei 2020

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel III wordt in artikel 6, vierde lid, aan het slot een zin toegevoegd, luidende: Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent de wijze waarop loonbestanddelen worden gespecificeerd.

Toelichting

Bij detachering wordt vaak gebruik gemaakt van hoge premievrije dagvergoedingen om het loon in het zendland op te plussen tot het Nederlandse loon. Dat kan oplopen tot driekwart van het hele loon. Over dat deel worden geen premies afgedragen en geen rechten opgebouwd. Dit leidt tot enorme loonkostenverschillen. In de herziene richtlijn2 blijft het toeslagen/onkostenregime waar het arbeidscontract gesloten is (het zendland) van toepassing. Dus als een zendland hoge onbelaste toeslagen voor werken in het buitenland toestaat als onderdeel van het loon, waarover geen sociale zekerheidspremies worden afgedragen, zonder een verplichte onkostenvergoeding, blijft er een groot kostenvoordeel bestaan. Nederland kan daarin niet ingrijpen, maar kan wel eisen stellen aan de inzichtelijkheid van de loonbestanddelen en nadere concretisering welke bestanddelen géén onderdeel mogen zijn van het wettelijk minimumloon (wml).

Dit amendement regelt dat bij algemene maatregel van bestuur (AMvB) nadere regels worden gesteld aan de wijze waarop loonbestanddelen worden gespecificeerd. Indieners beogen hiermee dat werkgevers op de loonstrook aangeven uit welke bestanddelen de premievrije dagvergoeding bestaat, uitgesplitst per categorie, zoals onkostenvergoedingen, vergoedingen voor huisvesting, vergoedingen voor maaltijden etc. Het doel daarvan is dat de Inspectie SZW eenvoudig kan handhaven in gevallen waarin werkgevers ten onrechte bestanddelen onderdeel laten zijn van het minimumloon.

Gijs van Dijk Smeulders


X Noot
1

Vervanging in verband met een wijziging in de ondertekening.

X Noot
2

Richtlijn 2018/957/EU van het Europees Parlement en de Raad van 28 juni 2018 tot wijziging van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten (PbEU 2018, L 173).

Naar boven