35 353 Wijziging van de Huisvestingswet 2014 in verband met de aanpak van ongewenste neveneffecten van toeristische verhuur van woonruimte (Wet toeristische verhuur van woonruimte)

Nr. 10 AMENDEMENT VAN DE LEDEN KOERHUIS EN BECKERMAN

Ontvangen 31 augustus 2020

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel J, wordt onderdeel 2 als volgt gewijzigd:

1. Onder a wordt «onderdeel c wordt een onderdeel» vervangen door «onderdeel d worden twee onderdelen», wordt in het voorgestelde onderdeel b «de artikelen 23a, eerste lid, of» vervangen door «artikel» en wordt na het voorgestelde onderdeel b een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • c. het bedrag dat is vastgesteld voor de derde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, voor overtreding van het verbod, bedoeld in artikel 23a, eerste lid;

2. Onder b wordt «onderdeel c (nieuw)» vervangen door «onderdeel d (nieuw)».

3. Onder c wordt «onderdeel c (nieuw)» vervangen door «onderdeel d (nieuw)» en wordt in het voorgestelde onderdeel d «d.» vervangen door «e.».

Toelichting

De boete voor verhuurders die zich niet registreren voor toeristische verhuur valt in het voorliggende wetsvoorstel in de tweede categorie (ten hoogste € 4.350). Dit amendement zorgt ervoor dat de boete voor verhuurders wordt verhoogd naar de derde categorie (ten hoogste € 8.700). Een hogere boete is om meerdere redenen gerechtvaardigd. Allereerst is het nodig om overlast in woonwijken te beperken. Daarnaast is het ook bedoeld om oneerlijke concurrentie met bijvoorbeeld lokale hotelondernemers tegen te gaan. Een boete van ten hoogste € 4.350 is te laag, want deze is al te verdienen met 30 dagen vakantieverhuur. Bovendien hanteert Amsterdam momenteel een boete van € 6.000. Het zou een slecht signaal aan de overtreders zijn wanneer dit bedrag wordt verlaagd.

Koerhuis Beckerman

Naar boven